25 Algemene doelstelling
Een veiligere samenleving door de bestuurlijke kracht van de decentrale overheden en hun partners in veiligheid te versterken.
Omschrijving van de samenhang in het beleid
Een belangrijke kerntaak van de lokale overheid is het aanpakken van maatschappelijke veiligheidsvraagstukken zoals het terugdringen van overlast en verloedering, de bestuurlijke aanpak van georganiseerde criminaliteit, het tegengaan van polarisatie en radicalisering en het bevorderen van de fysieke en brandveiligheid. Dit doet zij samen met hulpverleningsdiensten, maatschappelijke organisaties, bedrijven én burgers. Om deze kerntaak te kunnen uitvoeren hebben de lokale overheden voldoende bestuurlijke ruimte, mogelijkheden tot regievoering, bevoegdheden en instrumenten nodig. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voorziet hierin door middel van wetgeving, expertise en financiële middelen, maar ook door goede informatievoorziening tussen hulpverleningsdiensten mogelijk te maken en innovatie te stimuleren.
Verantwoordelijkheid
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor:
• de wet- en regelgeving;
• het ontwikkelen van instrumenten;
• het mogelijk maken van de regievoering door het lokale bestuur;
• de samenhang in het veiligheidsbeleid.
Externe factoren
De bestuurlijke verhoudingen en de steun, inzet en samenwerking van en tussen de partners in veiligheid zijn belangrijke externe factoren in het realiseren van een veiliger samenleving.
Budgettaire gevolgen van beleid
(x € 1 000) | 2010 | 2011 | 2012 | 2013 | 2014 | 2015 |
---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 47 175 | 89 572 | 96 354 | 71 655 | 71 654 | 71 655 |
Uitgaven | 47 175 | 89 572 | 96 354 | 71 655 | 71 654 | 71 655 |
25.25 Apparaat | 5 678 | 4 265 | 4 131 | 4 150 | 4 150 | 4 151 |
Programma uitgaven | 41 497 | 85 307 | 92 223 | 67 505 | 67 504 | 67 504 |
Waarvan juridisch verplicht | 4 589 | 1 316 | 188 | 32 | 0 | |
Waarvan bestuurlijk gebonden | 58 395 | 69 801 | 45 862 | 46 018 | 46 050 | |
25.1 Veiligheid en Bestuur | 24 063 | 22 430 | 48 173 | 41 032 | 41 031 | 41 031 |
Waarvan juridisch verplicht | 1 087 | 317 | 0 | 0 | 0 | |
Waarvan bestuurlijk gebonden | 13 560 | 43 090 | 36 050 | 36 050 | 36 050 | |
25.2 Veiligheid, informatie en technologie | 17 434 | 62 877 | 44 050 | 26 473 | 26 473 | 26 473 |
Waarvan juridisch verplicht | 3 502 | 999 | 188 | 32 | 0 | |
Waarvan bestuurlijk gebonden | 44 835 | 26 711 | 9 812 | 9 968 | 10 000 | |
Ontvangsten | 1 245 | 318 | 150 | 0 | 0 | 0 |
Meetbare gegevens
Het Ministerie van Justitie (projectministerie) heeft in 2007 samen met de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, OCW, WWI en Jeugd en Gezin het project Veiligheid begint bij Voorkomen gestart om integraal (over meerdere beleidsartikelen heen) over de voortgang van het project te kunnen rapporteren. De hoofddoelstelling van het project is een reductie van criminaliteit (geweld- en vermogensdelicten), fysieke verloedering en ernstige sociale overlast met 25% ten opzichte van 2002. Over de resultaten van het beleid is de Tweede Kamer jaarlijks geïnformeerd. In 2010 is de slotrapportage aangeboden (Kamerstukken II, 2009–2010, 28 684, nr. 276). De doelstellingen lopen tot en met het jaar 2010.
Overall doelstelling 2010 t.o.v. 2002 | Gerealiseerd t/m 2006 | Herijkte doelstelling 2010 t.o.v 2006 | Resultaat monitor 2009 t.o.v 2006 | Nog te realiseren 1 | |
---|---|---|---|---|---|
Geweld | 25% | 6% | 20% | 19% | 1% |
Vermogen | 25% | 20% | 6% | 25% | gerealiseerd |
Overlast | 25% | 9% | 17,5% | – 6% | 23,5% |
Verloedering | 25% | 8% | 18,5% | 3% | 15,5% |
Fietsdiefstal 2 | 100 000 t.o.v. 2006 | 100 000 | 222 000 | gerealiseerd |
Nog te realiseren = Herijkte doelstelling 2010 ten opzichte van 2006 verminderd met resultaat monitor 2009 (tov 2006).
In 2009 is het streven om 100 000 meer fietsendiefstallen op te lossen t.o.v. 2006 meer dan dubbel gerealiseerd. Dat in 2011 nog steeds hetzelfde streefcijfer – 100 000 – in de begroting is opgenomen heeft te maken met de demissionaire status van het kabinet, waardoor het verhogen van de ambities niet mogelijk is. De aanpak van fietsendiefstallen gaat uiteraard onverminderd voort.
25 Operationele doelstelling 1
De veiligheidspartners in staat stellen om hun werk efficiënt en effectief uit te kunnen oefenen.
Motivering
Het Rijk en de gemeenten zijn samen met hun partners verantwoordelijk voor de integrale (sociale en fysieke) veiligheid. Op lokaal niveau wordt in hoge mate de veiligheid en het veiligheidsgevoel van de burger bepaald. De gemeenten vervullen hierbij een regierol en worden daarbij, net als de overige partners in veiligheid, door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ondersteund. Een geïntegreerde en effectieve aanpak van de veiligheidsproblematiek op alle bestuurlijke niveaus is van belang. Dat vereist een goed gevulde «gereedschapskist», waarin het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voorziet met ondersteuning in de vorm van expertise, instrumenten en geld.
Instrumenten
De nadruk ligt in 2011 op de uitvoering van al in gang gezet beleid, het toepassen van het instrumentarium, de uitwisseling van kennis en ervaring en de afronding van wetgeving.
• De uitvoering van het Actieplan Overlast en Verloedering (Kamerstukken II, 2007–2008, 28 684, nr. 130) ligt op schema en wordt in 2011 vervolgd en waar nodig geïntensiveerd.
Kernelementen bij integrale veiligheid zijn: De aanpak van overlast en verloedering, het tegengaan van alcoholgebruik onder jongeren, en het voorkomen van huiselijk geweld.
– De Van Montfransgelden worden samen met de Leefbaarheidsmiddelen van WWI voor de aanpak van overlast en verloedering ingezet. Daarover zijn met 40 gemeenten voor 2011 afspraken gemaakt. Deze gemeenten spannen zich maximaal in om de reductie van overlast en verloedering te realiseren en er wordt een landelijke schoonmaakactie in het voorjaar van 2011 gehouden.
– De voorziene wijziging van de Drank- en Horecawet treedt na afronding van de parlementaire behandeling in werking. Hierdoor gaat de handhaving over naar gemeenten. Het toezicht op alcoholgebruik wordt daarmee verscherpt en lokaal maatwerk wordt mogelijk gemaakt. Dit zal bijdragen aan het tegengaan van alcoholgebruik, met name onder jongeren.
– Het terugdringen van het aantal fietsendiefstallen krijgt onverminderde aandacht.
– Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zorgt voor een adequaat bestuurlijk instrumentarium op het gebied van handhaving van de openbare orde en toezicht en handhaving op het gebied van sociale veiligheid.
– In veel gemeenten is sprake van drugsgerelateerde overlast en verloedering (handel, wietteelt, enz.). De leefbaarheid staat daardoor onder druk. De Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en voor WWI stellen daarom voor 2011 budget beschikbaar voor pilots om drugsgerelateerde overlast en verloedering tegen te gaan.
• De intensivering van de bestuurlijke aanpak van ernstige criminaliteit en criminaliteit in het bedrijfsleven wordt voortgezet. Gemeentebesturen en hun partners worden in positie gebracht om criminaliteit effectief te reduceren en te voorkomen door de verdere opbouw van de landelijke en regionale informatie- en expertisecentra.
• Binnen het actieplan veilig ondernemen III stimuleert en faciliteert het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties partijen om de lokale samenwerking tussen ondernemers en lokaal bestuur een meer structureel karakter te geven en de gemaakte afspraken te realiseren.
• De uitvoering van het actieplan Polarisatie en Radicalisering 2007–2011 (Kamerstukken II, 2006–2007, 29 754, nr. 103) wordt met kracht voortgezet. Centraal in het actieplan staat de ondersteuning van gemeenten en professionals bij het voorkomen en terugdringen van polarisatie en radicalisering in Nederland door het versterken van de weerbaarheid van met name jongeren, ouders en professionals en het vergroten van de sociale verbinding in de samenleving.
De afgelopen jaren is veel kennis opgebouwd over wat werkt. De aanpak zal in 2011 met behulp daarvan worden toegespitst op het stimuleren en faciliteren van die methoden die het meest effect sorteren bij het tegengaan van polarisatie, radicalisering en/of interetnische spanningen.
• De verantwoordelijkheidsverdeling tussen overheid, burgers en bedrijven op het terrein van fysieke veiligheid en de zelfredzaamheid van burgers worden verder versterkt.
• De veiligheidsregio’s worden ondersteund om taken die de schaal van een regio te boven gaan gezamenlijk op te pakken, bijvoorbeeld bij het toezicht op bedrijven die vallen onder het Besluit Risico’s Zware Ongevallen (BRZO) en de aanpak met betrekking tot grootschalige infrastructurele projecten.
Meetbare gegevens
De instrumenten onder deze operationele doelstelling dragen bij aan de realisatie van de indicatoren onder de algemene doelstelling. Er zijn hier dan ook geen aparte meetbare gegegevens opgenomen.
25 Operationele doelstelling 2
De veiligheidspartners in staat stellen efficiënt en effectief gebruik te maken van informatie en technologie.
Motivering
Informatie en innovatie zijn belangrijke middelen voor de veiligheidspartners om hun presterend vermogen en daarmee de fysieke, sociale en nationale veiligheid van burgers te verbeteren. Door de veiligheidspartners te ondersteunen bij het op orde krijgen van hun informatievoorziening en het stimuleren van innovatieve ontwikkelingen worden zij hiertoe in staat gesteld.
Instrumenten
Het project Veilig door Innovatie levert nieuwe technologieën en werkwijzen op ter verhoging van het presterend vermogen van de veiligheidspartners. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft ervoor gezorgd dat het EU-onderzoeksprogramma optimaal aansluit op het nationale onderzoeksprogramma.
Het Informatie Beleid Veiligheid (IBV) staat voor het verbeteren van het hebben en delen van informatie tussen de veiligheidspartners (primair politie, brandweer en GHOR, maar ook vele andere betrokken partijen). In dit kader worden de volgende activiteiten uitgevoerd:
• Samenhangende informatievoorziening voor de brandweer, GHOR en politie.
In 2011 zal door de hulpverleningsdiensten verdere uitvoering worden gegeven aan landelijke informatie(beleids-)plannen van de hulpverleningsdiensten. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties faciliteert de hulpverleningsdiensten bij de vertaling van de wet- en regelgeving, het rijksbrede overheidsbeleid (e-overheid) en het algemene politiebeleid in hun regionale beleidsplannen.
• Implementatie van Europese besluiten en intergouvernementele verdragen. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stimuleert de stapsgewijze implementatie van het verdrag van Prüm en het Zweeds kaderbesluit door de politie en andere rechts-handhavingsdiensten.
• Het kabinet heeft de inzet om op innovatie en veiligheid de weerbaarheid tegen terrorisme, criminaliteit en rampen te verbeteren. Onder andere via de maatschappelijke innovatieagenda Veiligheid. Hiervoor is voor de periode 2008–2012 € 54 mln. beschikbaar vanuit de Ministeries van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Justitie en Defensie. Vanuit deze agenda is er een subsidieregeling opgesteld waarmee ondernemers worden gestimuleerd om technologische vernieuwingen te ontwikkelen en bestaande technologieën op een innovatieve wijze toe te passen. De vernieuwingen kunnen zich richten op samenwerken en informatie uitwisselen binnen een netwerk van organisaties, op het opleiden en trainen met behulp van simulatoren en op de fysieke bescherming van hulpverleners.
Meetbare gegevens
Waarde 2006 | Waarde 2007 | Waarde 2008 | Waarde 2009 | Streefwaarde 2010 | Streefwaarde 2011 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Beschikbaarheid 112 netwerk | 99,8% | 99,9% | ≥ 99,9% | ≥ 99,9% | ≥ 99,9% | ≥ 99,9% |
Misbruik 112 terugbrengen | 70% | 65% | 60% | 50% | 50% |
Bron: Korps landelijke politie diensten (KLPD)
* Betreft % aan «misbruik» telefoontjes van alle binnenkomende mobiele omroepen die bij het KLPD binnenkomen
25.1 Overzicht onderzoek naar de doelmatigheid en de doeltreffendheid van beleid
Onderzoek onderwerp | AD of OD | A. Start | Vindplaats | |
---|---|---|---|---|
B Afgerond | ||||
Beleidsdoorlichting | Partners in veiligheid | OD 25.1 | A: 2009 | Kamerstukken II, 2009–2010, 30 985, nr. 5. |
B: 2009 | ||||
Beleidsdoorlichting | De veiligheidspartners in staat stellen om hun werk efficiënt en effectief uit te kunnen oefenen. | OD 25.1 | A: 2011 B: 2011 | |
Beleidsdoorlichting | De veiligheidspartners in staat stellen efficiënt en effectief gebruik te maken van informatie en technologie | OD 25.2 | A: 2012 B: 2012 |
Toelichting
Voor enkele grote programma’s in dit artikel («Overlast en Verloedering» en «Polarisatie en Radicalisering») is in 2011 een goed moment aangebroken in de beleidscyclus om de ervaringen van de afgelopen jaren in het geheel te overzien en als input te gebruiken voor verdere beleidsontwikkeling.