Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op dit artikel worden de producten op het gebied van regionale/lokale infrastructuur, de impulsen inzake de Regionale Mobiliteitsfondsen en het Regiospecifiek Pakket Zuiderzeelijn (RSP-ZZL) toegelicht. De producten van dit artikel zijn gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de begroting Hoofdstuk XII bij beleidsartikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor.
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 8.201 | 66.983 | 48.264 | 1.607 | 47.622 | 1.606 | 1.606 |
Uitgaven | 97.268 | 160.512 | 181.250 | 7.979 | 90.406 | 32.606 | 33.126 |
14.01 Grote regionaal/lokale projecten | 94.429 | 112.214 | 150.935 | 7.095 | 43.705 | 32.606 | 33.126 |
14.01.02 Planuitw. Progr. Reg/lok | 253 | 2.104 | 1.606 | 1.606 | 1.606 | 1.606 | 1.606 |
14.01.03 Realisatieprogr. Reg/lok | 94.176 | 110.110 | 149.329 | 5.489 | 42.099 | 31.000 | 31.520 |
14.01.04 Investeringsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
14.02 Regionale Mob. Fondsen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
14.03 RSP-ZZL: Pakket Bereikbaarheid | 2.839 | 48.298 | 30.315 | 884 | 46.701 | 0 | 0 |
14.03.01 RSP-ZZL: RB projecten | 2.839 | 43.298 | 25.291 | 884 | 0 | 0 | 0 |
14.03.02 RSP-ZZL: mob. Fondsen | 0 | 5.000 | 0 | 0 | 46.701 | 0 | 0 |
14.03.03 RSP-ZZL: REP | 0 | 0 | 5.024 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 2.219 | 1.108 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
14.09 Ontvangsten | 2.219 | 1.108 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Budgetflexibiliteit
Met uitzondering van verkenning en planuitwerking, zijn de budgetten in 2020 juridisch verplicht op de peildatum 1 januari 2020.
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2032 per jaar gepresenteerd op het niveau van artikelonderdeel. In de verdiepingsbijlage bij de begroting zijn de mutaties op hetzelfde detailniveau toegelicht voor de periode tot en met 2033.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
14 | Regionaal, lokale infrastructuur | Uitgaven | 160.512 | 181.250 | 7.979 | 90.406 | 32.606 | 33.126 | 40.336 | 40.905 |
14.01 | Grote regionaal/lokale projecten | 112.214 | 150.935 | 7.095 | 43.705 | 32.606 | 33.126 | 40.336 | 40.905 | |
14.02 | Regionale Mob. Fondsen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
14.03 | RSP-ZZL: Pakket Bereikbaarheid | 48.298 | 30.315 | 884 | 46.701 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
14 | Regionaal, lokale infrastructuur | Ontvangsten | 1.108 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
14.09 | Ontvangsten | 1.108 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 | 2032 | 2033 | 2019–2033 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
14 | Regionaal, lokale infrastructuur | Uitgaven | 17.179 | 11.672 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 615.971 |
14.01 | Grote regionaal/lokale projecten | 17.179 | 11.672 | 489.773 | ||||||
14.02 | Regionale Mob. Fondsen | 0 | ||||||||
14.03 | RSP-ZZL: Pakket Bereikbaarheid | 126.198 | ||||||||
14 | Regionaal, lokale infrastructuur | Ontvangsten | 1.108 | |||||||
14.09 | Ontvangsten | 1.108 |
14.01 Grote regionale/lokale projecten
Motivering
Binnen dit artikel zijn de budgetten opgenomen voor de aanlegprojecten, waarvoor een aparte projectsubsidie wordt of is verleend. Om in aanmerking te komen voor een aparte projectsubsidie moeten de kosten van de meest kosteneffectieve oplossing hoger zijn dan € 225 miljoen indien dat project geheel of gedeeltelijk wordt gerealiseerd binnen één of meer van de samenwerkingsgebieden, waarin de gemeente Amsterdam, de gemeente Rotterdam of de gemeente ‘s-Gravenhage is gelegen, of € 112,5 miljoen, indien dat project geheel in een ander gebied wordt gerealiseerd. Het project moet passen binnen de beleidsdoelstellingen voor regionale bereikbaarheid, zoals verwoord in de begroting HXII beleidsartikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor, de Lange Termijn Spooragenda (LTSa) en het Toekomstbeeld OV.
Algemeen
Producten
Regionale lokale projecten worden uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van de decentrale overheid. IenW levert een bijdrage in de aanlegkosten van die projecten. Dit betekent ook dat de uitvoeringsperiode van een project niet gelijk hoeft te lopen met de periode waarin de rijksbijdrage beschikbaar komt in het MIRT.
Verkenningen
Voor regionale/lokale infrastructuurprojecten wordt geen apart verkenningenprogramma opgenomen in het MIRT. In de begroting zijn dan ook geen middelen voor dit product opgenomen. De verkenningen worden onder verantwoordelijkheid van de decentrale overheid uitgevoerd en pas na toetsing en besluitvorming door IenW al dan niet opgenomen in het planuitwerkingsprogramma.
14.01.02 Planuitwerkingsprogramma Regionaal/lokaal
Van een project dat in de planuitwerkingstabel is opgenomen worden de kosten van de meest kosteneffectieve variant als basis voor de rijksbijdrage aangemerkt (onder aftrek van de eigen bijdrage van € 112,5 miljoen respectievelijk € 225 miljoen voor projecten in de vervoerregio’s Amsterdam en Rotterdam-Den Haag).
Budget | Planning | |||
---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | PB of TB | Indienststelling |
Overige projecten en reserveringen | 49 | 48 | nvt | |
Projecten in voorbereiding | ||||
Overige projecten in voorbereiding | ||||
Gesignaleerde risico's | ||||
Totaal programma planuitwerking en verkenning | ||||
Begroting (IF 14.01.02) |
Legenda:
PB = Projectbesluit
TB = Tracébesluit
De beschikbare middelen betreffen een reservering voor de extra onderhoudskosten door areaalgroei bij het project HOV-NET Zuid-Holland en een reservering voor de bijdrage aan de sprinterdiensten in Limburg.
14.01.03 Realisatieprogramma Regionaal/lokaal
Hieronder vallen de uitgaven (subsidies) voor de realisatie van grote regionale/lokale infrastructuurprojecten die door regionale overheden worden aangelegd.
Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen
Rotterdamsebaan
De vrijval op de subsidie voor het project Rotterdamsebaan van € 0,1 miljoen is toegevoegd aan de investeringsruimte Wegen (artikelonderdeel 20.05).
Projectbudget | Kasbudget | Indienststelling | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | later | huidig | vorig |
Projecten Noordwest-Nederland | ||||||||||||
Amstelveenlijn | 80 | 79 | 12 | 25 | 15 | 0 | 28 | 0 | 0 | 2020 | 2020 | |
Utrecht, tram naar de Uithof | 112 | 112 | 82 | 0 | 31 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2019 | 2019 | |
Projecten Zuidwest-Nederland | ||||||||||||
HOV-NET Zuid-Holland Noord (vh Rijn-Gouwelijn) | 211 | 207 | 55 | 2 | 1 | 5 | 14 | 31 | 32 | 70 | divers | 2021 – 2023 |
Rotterdamsebaan | 298 | 294 | 112 | 83 | 103 | 0 | 0 | 0 | 0 | regio | regio | |
Afrondingen | 0 | 0 | 0 | – 1 | 0 | 0 | 0 | 1 | 0 | |||
Totaal | 701 | 692 | 261 | 110 | 149 | 5 | 42 | 31 | 32 | 70 | ||
Begroting (IF 14.01.03) |
Zoals in de leeswijzer beschreven, is voor projecten in bovenstaande tabel waar mogelijk een digitale verwijzing opgenomen naar de projectbladen in het MIRT Overzicht. Zodra een project is opengesteld, wordt het project in het overzicht «Gerealiseerde projecten» van het MIRT Overzicht opgenomen, waarmee het projectblad komt te vervallen. Na openstelling vinden er in de regel nog (na)betalingen plaats, waardoor het project wel opgenomen blijft in bovenstaande tabel.
14.02 Regionale mobiliteitsfondsen
Motivering
Over heel Nederland worden verschillende Regionale Mobiliteitsfondsen (RMf) gebruikt. Deze fondsen zijn gevoed op basis van de volgende impulsen:
-
• Bereikbaarheidsoffensief Randstad;
-
• Amendement Dijsselbloem;
-
• Amendement Van der Staaij;
-
• Regionale bereikbaarheid (Kwartje van Kok);
-
• Amendement Van Hijum;
-
• Quick Wins NWA eerste en tweede tranche;
-
• Sluiskiltunnel
Producten
Nu de oplevering van de Sluiskiltunnel heeft plaatsgevonden is duidelijkheid over de financiële afhandeling van het Mobiliteitsfonds Zeeland. De resterende middelen in het Mobiliteitsfonds Zeeland worden samen met een aanvulling vanuit artikel 14.02 van € 1,3 miljoen beschikbaar gesteld aan de provincie Zeeland. Dit ter invulling van de bestuurlijke afspraak over de financiële bijdrage van het Rijk aan de N62 Sloeweg van in totaal € 5,0 miljoen (BO-MIRT Zuidwest Nederland najaar 2016).
De resterende middelen (€ 7,9 miljoen) die op artikel 14.02 nog voor de Sluiskiltunnel beschikbaar waren, worden overgeheveld naar de investeringsruimte Wegen.
14.03 RSP Zuiderzeelijn, pakket Regionale Bereikbaarheid
Motivering
Op dit artikelonderdeel zijn middelen begroot n.a.v. het convenant Regio Specifiek Pakket Zuiderzeelijn tussenRijk-Regio (Kamerstukken II 2007–2008, 27 658, nr. 43). Het pakket omvat projecten ter verbetering van de regionale bereikbaarheid in Noord-Nederland (concrete bereikbaarheidsprojecten en regionaal mobiliteitsfonds) en een Ruimtelijk-economisch programma (REP), tevens ten behoeve van Noord-Nederland. De voorwaarden voor het RSP zijn beschreven in het op 23 juni 2008 ondertekende convenant Rijk-Regio (Kamerstukken II 2008–2009, 31 700 A, nr. 19). Over de voortgang wordt de Tweede Kamer jaarlijks met een voortgangsrapportage (in het najaar) geïnformeerd.
Binnen de projecten ter verbetering van de regionale bereikbaarheid gaat het in totaal om vijf concrete bereikbaarheidsprojecten, zie 14.03.01. De rijksbijdrage voor de A7 Zuidelijke Ringweg Groningen fase 2 en de N50 Ramspol-Ens zijn inmiddels overgeheveld naar artikel 12 Hoofdwegen.
In 2009 is het Regionaal Mobiliteitsfonds (RMf) RSP opgericht voor Noord-Nederland (zie Regionale Mobiliteit in tabel). Het totale budget RMf RSP is € 970 miljoen. Dit bestaat uit € 500 miljoen bijdrage van het Rijk en € 470 miljoen bijdrage van de regio. Binnen het RMf RSP is € 100 miljoen gereserveerd als bijdrage aan de concrete projecten; zie 14.03.02. Deze bijdrage vervalt als na realisatie van de concrete projecten is gebleken dat deze bijdrage niet nodig is en blijft beschikbaar voor het RMf RSP. De inzet van middelen uit het RMf RSP is een decentrale verantwoordelijkheid. Het RMf RSP is beschikbaar voor projecten, die kunnen worden gerealiseerd vóór 2020. Enkele projecten lopen langer door dan 2020, zoals ook eerder is gemeld in de voortgangsrapportages van het Regio specifiek pakket Zuiderzeelijn.
Binnen het Ruimtelijk Economisch Programma (REP) wordt onderscheid gemaakt tussen een rijksdeel (€ 150 miljoen) en een regionaal deel (€ 250 miljoen). Het rijksdeel valt onder regie van het Ministerie van EZK. Het betreffende rijksbudget werd tot en met 2012 verantwoord op de EZ-begroting, daarna is in 2012 het resterende deel via het Provinciefonds gedecentraliseerd. Het regionale deel, in totaal € 250 miljoen, valt onder regie van de regio. De rijksbijdrage voor het regionale deel, € 150 miljoen, is opgenomen op de begroting Infrastructuurfonds; zie 14.03.03. Deze bijdrage wordt in jaartranches overgeboekt via het provinciefonds naar de regio. Van de oorspronkelijke € 150 miljoen vanuit het Rijk is nog € 50 miljoen niet uitgekeerd. Dat zal naar verwachting de komende jaren plaatsvinden. Ook de regio heeft € 100 miljoen beschikbaar gesteld voor het regionale deel van het REP.
Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen
Concrete bereikbaarheidsprojecten
Het opdrachtgeverschap van het project partiele spoorverdubbeling Groningen-Leeuwarden is overgegaan van IenW naar de Regio. Het binnen het realisatieprogramma personenvervoer beschikbare budget ad € 23,702 miljoen is om die reden overgeboekt van artikelonderdeel 13.03 naar artikelonderdeel 14.03. De middelen worden via stortingen in het Provincie- en btw-compensatiefonds beschikbaar gesteld aan de Regio.
Regionale Mobiliteit
De post regionale mobiliteit betreft een storting van het Rijk aan de regio waarmee de regionale mobiliteit wordt verbeterd (voorheen in begroting: regionale mobiliteitsfondsen). De afspraken zijn gemaakt bij het Regio Specifiek Pakket Zuiderzeelijn. Voor de reactivering van het spoor tussen Veendam en Stadskanaal wordt de post Regionale Mobiliteit met € 5 miljoen opgehoogd vanuit de extra middelen bij huidige kabinet binnen de investeringsruimte Spoor (artikelonderdeel 20.05).
Projectbudget | Kasbudget | Indienststelling | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | later | huidig | vorig |
14.03.01 Concrete bereikbaarheidsprojecten | 115 | 90 | 46 | 42 | 25 | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
14.03.02 Regionale Mobiliteit | 543 | 537 | 491 | 5 | 0 | 0 | 47 | 0 | 0 | 0 | ||
14.03.03 Ruimtelijke economisch programma | 5 | 5 | 0 | 0 | 5 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Afronding | ||||||||||||
663 | 632 | 537 | 47 | 30 | 1 | 47 | 0 | 0 | 0 | |||
Afrekening voorschotten | 1 | |||||||||||
Begroting (IF 14.03) | 663 | 632 | 537 | 48 | 30 | 1 | 47 | 0 | 0 | 0 | ||
LMCA Spoor: sporendriehoek (IF 13.03.01) | 136 | 134 | 63 | 10 | 25 | 19 | 12 | 7 | 0 | 0 | ||
Totale rijksbijdrage Noord-Nederland | 799 | 766 | 600 | 58 | 55 | 20 | 59 | 7 | 0 | 0 |