A. Algemene doelstelling
Het verzekeren van betalingsrisico’s die zijn verbonden aan Nederlandse export en buitenlandse investeringen die zonder deze verzekering niet tot stand zouden zijn gekomen, en het creëren en handhaven van een internationaal gelijkwaardig speelveld voor bedrijven op het terrein van de exportkredietverzekeringsfaciliteit (ekv-faciliteit).
B. Rol en verantwoordelijkheid
De Minister van Financiën heeft de rol van regisseur bij de uitvoering van de exportkredietverzekeringsfaciliteit (ekv-faciliteit). De Nederlandse Staat treedt op als verzekeraar en Atradius Dutch State Business N.V. (ADSB) voert de ekv-faciliteit uit, in naam van en voor rekening en risico van de Staat. De Minister stelt de randvoorwaarden vast waaronder ADSB verzekeringen mag afgeven. De Minister van Financiën is budgetverantwoordelijk, maar is samen met de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking beleidsverantwoordelijk voor het verstrekken van de verzekeringen. Beide ministers stimuleren een gelijkwaardig speelveld op het gebied van de exportondersteunende maatregelen.
Op basis van de «Kaderwet financiële verstrekkingen Financiën» biedt de Nederlandse Staat, in aanvulling op de private markt, faciliteiten aan waarmee Nederlandse ondernemers en hun financiers betalingsrisico’s kunnen afdekken bij de Staat. Met de verschillende producten binnen de exportkrediet- en investeringsverzekeringen kunnen Nederlandse bedrijven meer exportorders binnenhalen die in het bijzonder op (middel)lange termijn gefinancierd worden37.
De ekv-faciliteit van de Nederlandse Staat is aanvullend aan de markt. Dit betekent dat exporteurs aanspraak kunnen maken op de ekv-faciliteit als exportorders niet commercieel verzekerd kunnen worden. Zo kan de export, ook naar politiek en economisch ingewikkelde landen, toch doorgaan. Er is duidelijk vastgelegd welke risico’s (looptijd, omvang en landen) verzekerd kunnen worden op de private markt en dus voor welke risico’s de Nederlandse Staat aanvullende zekerheid kan bieden. Daarnaast stelt de Minister van Financiën voor alle verzekeringsproducten een risicokader vast. Hierin staan de randvoorwaarden voor het afgeven van een verzekering, waarmee de Staat vaststelt welke risico’s als verantwoord worden beschouwd.
Net als Nederland hebben veel landen in de wereld een eigen ekv-faciliteit. Nederland zet zich internationaal in om afspraken te maken over exportondersteuning en om Nederlandse exporteurs en hun financiers onder gelijke voorwaarden te kunnen laten concurreren. Deze afspraken zijn vastgelegd in de «Arrangement» en waarborgen een internationaal gelijk speelveld38. Zo worden er afspraken gemaakt over de voorwaarden waaronder exportkredietverzekeringen mogen worden verstrekt, zoals kostendekkendheid, minimumpremies, maximale looptijden, het gebruik van ontwikkelingshulpgelden en verantwoord leenbeleid.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen (mvo) heeft internationaal, maar ook nationaal de aandacht. De Nederlandse Staat vervult bij het uitvoeren van de ekv een voorbeeldfunctie voor niet ekv-gedekte exporttransacties, er is continu aandacht voor een gedegen uitvoering van het beleid voor mvo binnen de ekv-aanvragen. Het Nederlandse beleid voor de toetsing van ekv-aanvragen op de milieu- en sociale-effecten, dat in een aantal opzichten strenger is dan de internationale richtlijnen op dit gebied, is vastgelegd in het zogeheten Beleidsdocument mvo39. In het jaarverslag van ADSB worden de inspanningen en resultaten beschreven.
C. Beleidswijzigingen
Zoals in de beleidsagenda (onderdeel 2.1 Beleidsprioriteiten) is aangekondigd zal de ekv in 2020 aandacht besteden aan het vergroenen van de verzekeringsportefeuille. Vanaf 2019 worden nieuwe transacties geclassificeerd om het aantal groene polissen in de portefeuille te kunnen meten. Daarnaast zullen internationale projecten ook worden gescoord op Sustainable Development Goals (SDGs). Zo zijn er infrastructuurprojecten die scoren op de Sustainable Development Goals 8 (economische groei) en 9 (industrie, innovatie en infrastructuur). Wanneer projecten meer met water te maken hebben, zoals een zuiveringsinstallatie, scoren deze op Sustainable Development Goals 6 (schoon water en sanitair) en 14 (leven in het water). De Nederlandse ekv is met het in kaart brengen van groene transacties en SDG-relevantie internationaal een van de voorlopers.
De ekv is er nadrukkelijk niet alleen voor het grootbedrijf maar ook voor het mkb. Mkb’ers hebben echter vaak andere behoeften dan het grootbedrijf. In 2019 is een pilot ingesteld voor een product waar naar verwachting vooral mkb-bedrijven van zullen gebruikmaken, namelijk het verzekeren van kortlopende betalingsrisico’s – bijvoorbeeld op de levering van consumentenproducten – op klanten uit «non-investment-grade»-landen. Dit product heet Omzetpolis Opkomende Markten (OOM). Het verzekeren van dergelijke risico’s is op de markt vrijwel onmogelijk. Omdat dit een nieuw werkterrein is met een nieuw type risico is er gekozen voor een pilot van anderhalf jaar, waarna een evaluatie uit zal wijzen of dit product aangeboden zal blijven. Het totaal aan afgegeven limieten zal bovendien gemeten worden. Tijdens de pilot zal de blootstelling echter niet boven de € 100 mln. uitstijgen.
De budgettaire verwerking van de financiële stromen van artikel 5 is in 2019 aangepast. Naar aanleiding van een gewijzigde manier van boeken door het CBS van schades en recuperaties, zijn schades niet EMU-saldorelevant zolang het een openstaand dossier betreft. Pas wanneer een dossier is afgesloten wordt de netto-schade-uitkering relevant voor het EMU-saldo.
D. Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | – 432.177 | 10.015.244 | 10.015.244 | 10.015.244 | 10.015.244 | 10.015.244 | 10.015.244 | ||
waarvan betalingsverplichtingen | 16.210 | 15.244 | 15.244 | 15.244 | 15.244 | 15.244 | 15.244 | ||
Waarvan kostenvergoeding Atradius DSB | 15.999 | 15.187 | 15.187 | 15.187 | 15.187 | 15.187 | 15.187 | ||
Overige betalingsverplichtingen | 211 | 57 | 57 | 57 | 57 | 57 | 57 | ||
waarvan garantieverplichtingen | – 448.386 | 10.000.000 | 10.000.000 | 10.000.000 | 10.000.000 | 10.000.000 | 10.000.000 | ||
Exportkredietverzekeringen | – 448.386 | 10.000.000 | 10.000.000 | 10.000.000 | 10.000.000 | 10.000.000 | 10.000.000 | ||
waarvan: aangegane garantieverplichtingen | 2.589.366 | 10.000.000 | 10.000.000 | 10.000.000 | 10.000.000 | 10.000.000 | 10.000.000 | ||
waarvan: vervallen garantieverplichtingen | – 3.037.752 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Uitgaven | 42.733 | 205.244 | 77.244 | 77.244 | 77.244 | 77.244 | 77.244 | ||
waarvan juridisch verplicht |
| 100% | |||||||
Garanties | 26.542 | 190.000 | 62.000 | 62.000 | 62.000 | 62.000 | 62.000 | ||
Schade-uitkering ekv | 26.530 | 190.000 | 62.000 | 62.000 | 62.000 | 62.000 | 62.000 | ||
Dotatie begrotingsreserve ekv | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Schade-uitkering Seno-Gom | 12 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
Opdrachten | 15.999 | 15.187 | 15.187 | 15.187 | 15.187 | 15.187 | 15.187 | ||
Kostenvergoeding Atradius DSB | 15.999 | 15.187 | 15.187 | 15.187 | 15.187 | 15.187 | 15.187 | ||
Overig | 192 | 57 | 57 | 57 | 57 | 57 | 57 | ||
Overige uitgaven | 192 | 57 | 57 | 57 | 57 | 57 | 57 | ||
Ontvangsten | 244.897 | 218.297 | 235.954 | 91.870 | 85.119 | 85.218 | 83.406 | ||
Garanties | 244.897 | 218.297 | 235.954 | 91.870 | 85.119 | 85.218 | 83.406 | ||
Premies ekv | 91.151 | 70.244 | 70.244 | 70.244 | 70.244 | 70.244 | 70.244 | ||
Schaderestituties ekv | 153.478 | 148.053 | 165.710 | 21.626 | 14.875 | 14.974 | 13.162 | ||
Schaderestituties Seno-Gom | 267 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Budgetflexibiliteit
Garanties
Deze uitgaven zijn 100% juridisch verplicht, aangezien deze voortvloeien uit afgesloten exportkredietverzekeringen. Indien de verzekerde risico’s zich materialiseren en aan alle verzekeringsvoorwaarden is voldaan, moet de Staat als verzekeraar tot uitkering overgaan.
Opdrachten
Dit budget is 100% juridisch verplicht op basis van een overeenkomst met ADSB.
E. Toelichting op de instrumenten
Verplichtingen en uitgaven
Garanties
Voor de ekv-faciliteit is in de begroting een plafond van € 10 mld. opgenomen. Dit is het bedrag dat jaarlijks aan nieuwe verplichtingen kan worden aangegaan (zie het kopje Verplichtingen in bovenstaande tabel).
De ekv heeft zowel definitieve als voorlopige juridische verplichtingen in de portefeuille. Indien het voor een exporteur nog onzeker is of de opdracht wordt gegund, maar er voor een offerte wel al financiering geregeld moet zijn, kan een dekkingstoezegging worden afgegeven. Dit is nog geen polis, maar de dekkingstoezegging zal bij daadwerkelijke gunning van een opdracht worden omgezet naar een polis. Gemiddeld wordt ongeveer de helft van de dekkingstoezeggingen uiteindelijk een polis. Als er duidelijke aanwijzingen zijn dat het risico sterk is verslechterd, is de Staat niet verplicht om een dekkingstoezegging in een polis om te zetten. Schade kan uitsluitend onder een polis worden uitgekeerd.
Wanneer zich onder een polis schade voordoet, zal de Staat bij schade-uitkering doorgaans het betalingsschema van de debiteur volgen. Dit betekent dat het bedrag niet in een keer wordt uitgekeerd, maar gespreid over de resterende looptijd van de verzekering (doorgaans twee betalingen per jaar). Naar aanleiding van het garantiekader voor risicoregelingen wordt een risicovoorziening opgebouwd. De risicovoorziening fungeert als een buffer om tegenvallers, zoals een grote schade, op te vangen; ontvangsten en uitgaven kunnen bij de ekv sterk over de tijd verspreid zijn. De stand hiervan was ultimo 2018 € 389,7 mln.
Stand per 1/1/2019 | Onttrekkingen 2019 | Toevoegingen 2019 | Stand per 1/1/2020 | Onttrekkingen 2020 | Toevoegingen 2020 | Stand per 31/12/2020 |
---|---|---|---|---|---|---|
389,7 | 0 | 0 | 389,7 | 0 | 0 | 389,7 |
Opdrachten
ADSB is de uitvoerder van de ekv-faciliteit. ADSB ontvangt voor de werkzaamheden in het kader van de ekv-faciliteit jaarlijks een vergoeding op basis van een vergoedingsovereenkomst.
Ontvangsten
Garanties
De ontvangsten bestaan uit premies en schaderestituties. De omvang van deze posten wordt beïnvloed door de hoeveelheid afgegeven exportkredietverzekeringen en ontwikkelingen in de kredietwaardigheid van buitenlandse debiteuren.
Premies ekv
Als er een polis wordt afgegeven is de verzekerde premie verschuldigd. De premie wordt berekend op basis van een internationaal afgesproken systematiek. De in Arrangement-verband overeengekomen minimumpremies zijn van belang voor het voorkomen van concurrentieverstoring. De premies dienen het onderliggende risico te reflecteren en bij te dragen aan de kostendekkendheid van de faciliteit.
Schaderestituties ekv
Schaderestituties kunnen uiteraard alleen ontstaan indien eerst uitgaven zijn gedaan in de vorm van schade-uitkeringen. De Club van Parijs is een belangrijk platform waar crediteurlanden informatie delen over betalingsachterstanden van overheden of overheidsbedrijven op publiek gedekte exportkredieten en bilaterale leningen. Deze coördinatie tussen landen verhoogt de schaderestituties van een publieke exportverzekeraar.
Meetbare gegevens
Voor de ekv-faciliteit worden twee indicatoren gehanteerd om inzicht te krijgen in hoeverre de doelstelling wordt behaald. De eerste indicator, die in 2018 voor het eerst werd gebruikt, geeft inzicht in de directe en indirecte bijdrage van de ekv-faciliteit aan het Nederlandse bbp op basis van berekeningen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Hiervoor wordt aangesloten bij de wijze waarop de doeltreffendheid van de faciliteit (tussen 2010 en 2014) is onderzocht in de beleidsdoorlichting van 2016. De streefwaarde is gebaseerd op historische realisaties.
De tweede indicator is de bedrijfseconomische resultaatbepaling (berb). De berb tracht aan te geven in welke mate de ekv-faciliteit voldoet aan de internationale afspraak om minimaal kostendekkend te zijn. Deze afspraak is gemaakt om te voorkomen dat er concurrentieverstoring kan plaatsvinden. De berb brengt in kaart in welke mate de inkomsten (premies en recuperaties) op de lange termijn de uitgaven (schades en uitvoeringskosten) dekken. Een positieve uitkomst duidt erop dat de faciliteit cumulatief gezien sinds 1999 kostendekkend is gebleken met inachtneming van nog te verwachten schades over de uitstaande risico’s.
Waarde 2017 | Waarde 2018 | Streefwaarde 2019 t/m 2022 | |
---|---|---|---|
Bijdrage bbp in % (berekening CBS) | 0,11% | n.n.b. | >0,18% |
Berb | € 478 mln. | € 518 mln. | > € 0 mln. |
In het jaarverslag 2019 zal tevens op een aantal extra kengetallen worden gerapporteerd gegeven de nieuwe beleidswijzingen zoals opgenomen in paragraaf C van dit begrotingsartikel.