Stimuleren van een goede kwaliteit van de gebouwde omgeving op de aspecten duurzaamheid, energiezuinigheid, veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en toegankelijkheid.
Met deze doelstelling doet het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) recht aan diverse publieke waarden.
– De energietransitie in de gebouwde omgeving zorgt voor vermindering van de CO2-uitstoot kan de woonlasten/gebruikslasten voor eigenaren en huurders van gebouwen verminderen. Uitgangspunt daarbij is dat voor steeds meer huishoudens – kopers en huurders - de kosten voor verduurzaming via een lagere energierekening terugverdiend kunnen worden.
– Gebouwen voldoen aan de eisen van bouwregelgeving op het gebied van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en toegankelijkheid.
– Vermindering van het gebruik van primaire grondstoffen in de bouw door onder meer zo hoogwaardig mogelijk gebruik van bouw- en sloopafval draagt bij aan de beschikbaarheid en betaalbaarheid van producten en diensten op de langere termijn.
Deze publieke waarden worden op onderdelen concreet gemaakt in de volgende op termijn te bereiken resultaten:
– vermindering van de CO2-uitstoot van de gebouwde omgeving met minstens 3,4 Mton in 2030 in het kader van de vermindering van de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met minstens 49% ten opzichte van 1990, zoals afgesproken in het Regeerakkoord van het kabinet Rutte-III;
– aardgasvrije gebouwde omgeving richting 2050. Conform het in het voorjaar 2019 gepubliceerde Klimaatakkoord uitvoering van grootschalige proeftuinen in minimaal 100 wijken gericht op opschaling en het opdoen van kennis en ervaring;
– samen met maatschappelijke partners 50% minder gebruik van primaire grondstoffen (mineraal, fossiel en metalen) realiseren in 2030 als tussendoel. Dit is in lijn met het programma ‘Nederland circulair in 2050’ met als einddoel een volledig circulaire economie in 2050 (Kamerstukken II 2015/16, 32852, nr. 33). De bouw is hierbij als een van de vijf prioriteiten genoemd;
– verbetering van de kwaliteit van werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties teneinde het aantal koolmonoxideongevallen te reduceren.
Met het oog op de doelen binnen dit beleidsartikel is de inzet van burgers, instellingen, bedrijven en de gehele overheid noodzakelijk. In het kader van het Klimaatakoord wordt met partijen gesproken over de noodzakelijke acties en te nemen maatregelen. Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen zijn gestart met het Interbestuurlijke Programma (IBP) van 2018 en een gezamenlijke agenda. Het belangrijkste doel van het IBP is een optimale samenwerking tussen de overheden, zodat er rond belangrijke maatschappelijke opgaven een meer gezamenlijke aanpak tot stand komt. De minister heeft hierbij een stimulerende en regisserende rol.
Stimuleren
Op basis van de Woningwet (artikel 120), de Wet milieubeheer (hoofdstuk 4) en de Kadasterwet is de Minister van BZK verantwoordelijk voor het stimuleren van energiebesparing en reductie van CO2-uitstoot in de gebouwde omgeving. De Minister van BZK geeft invulling aan deze verantwoordelijkheid door kaderstelling (wet- en regelgeving), het uitvoeren van de acties van het Energieakkoord en het Klimaatakkoord waar het Rijk verantwoordelijk voor is, ondersteuning van innovatie (onder andere door middel van subsidies) en monitoring. De Minister van BZK stimuleert energietransitie in de gebouwde omgeving met verschillende (subsidie)instrumenten, afspraken en ondersteuningsmaatregelen.
Regisseren
Op basis van de Woningwet (artikel 2) is de Minister van BZK verantwoordelijk voor het opstellen en het beheer van de bouwregelgeving en stelselverantwoordelijk voor het borgen van de bouwkwaliteit. Op grond van deze verantwoordelijkheid worden in ieder geval regels gesteld over het bouwen van nieuwe bouwwerken, de staat van bestaande bouwwerken en het gebruiken en slopen van bouwwerken. Deze regels worden gesteld vanuit het oogpunt van veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid, energiezuinigheid of milieu. Door naleving van deze regels is de minimumkwaliteit van bouwwerken gewaarborgd. Toezicht en handhaving hierop berust bij gemeenten.
Het beleid ten aanzien van de gebouwde omgeving staat de komende jaren vooral in het licht van de in Parijs afgesproken doelstellingen in 2050 van de reductie van CO2(-emissies) in de gebouwde omgeving. Daarvoor wordt zowel nationaal als Europees beleid geïmplementeerd.
Totstandkoming en uitvoering Klimaatakkoord gebouwde omgeving
In het kader van het Klimaatakkoord wordt in 2020 een breed pakket aan maatregelen uitgewerkt ter ondersteuning van de woningeigenaar, de huurder en verhuurder. Dit pakket heeft onder meer de volgende onderdelen:
– fiscale wijzigingen in de energiebelasting en de opslag duurzame energie die moeten leiden tot een lagere belastingdruk voor huishoudens, een eerlijke verhouding tussen de bijdrage van huishoudens en bedrijven aan de energietransitie en de juiste prikkels om te willen investeren in duurzaamheid;
– de bestaande EZK-subsidieregeling voor duurzame warmteopties (ISDE) wordt verbreed, waardoor ook isolatie voor subsidie in aanmerking komt;
– het Warmtefonds wordt ingesteld, waardoor voor elke woningeigenaar het nemen energiebesparende maatregelen financieel bereikbaar wordt;
– bewoners en gebouweigenaren worden ondersteund bij het nemen van maatregelen met advies, een ontzorgend aanbod en op een digitaal platform dat in 2020 operationeel zal zijn;
– verhuurders worden ondersteund door implementatie van ondersteuningsinstrumenten, via fiscaliteit (Energie Investeringsaftrek of regeling vermindering verhuurdersheffing);
– voorts zal het Programma stimulering vermindering energieverbruik eigen woningen in 2020 worden voortgezet. Dit programma biedt woningeigenaren handelingsperspectief om hun energieverbruik te verminderen;
– ook zal het innovatieprogramma in lijn met het Klimaatakkoord langjarig worden voortgezet. Het programma stimuleert de ontwikkeling van een betaalbaar en aantrekkelijk verduurzamingsaanbod voor verschillende gebouwtypen, productiemethoden waarmee grote schaal bereikt kan worden door digitalisering en industrialisering, en techniek voor inpassing van het nieuwe aanbod in het energiesysteem van de gebouwde omgeving. Dit gebeurt via een aantal instrumenten. Op het versnellen van de markttoepassing van aardgasvrije oplossingen wordt ingezet via de DEI + Aardgasloze wijken, woningen en gebouwen. Experimentele en industriële ontwikkeling wordt gestimuleerd via de uitvoering van meerjarige missiegedreven innovatieprogramma’s gebouwde omgeving door grootschalige consortia van kennisinstellingen en bedrijven. Tot slot zorgt het Kennis- innovatieplatform Maatschappelijk Vastgoed voor het ontwikkelen van kennis en aanjagen van innovatie voor het maatschappelijk vastgoed.
Programma aardgasvrije wijken
In het ontwerp-Klimaatakkoord is gekozen om met een wijkgerichte aanpak steden en dorpen planmatig «van het aardgas af te halen». Het streven is om in 2030 1,5 miljoen woningen en andere gebouwen via de wijkenaanpak aardgasvrij te maken. Hiervoor is in 2019 het interbestuurlijke Programma Aardgasvrije Wijken (PAW) ingericht. Doel van het PAW is leren hoe de wijkgerichte aanpak opgeschaald kan worden, maar heeft als secundair doel ook dat de wijken die onderdeel zijn van het programma aardgasvrij(ready) worden gemaakt. Ook worden op basis van lokale uitvoering knelpunten gesignaleerd, geagendeerd en waar mogelijk opgelost. Om dit te realiseren wordt gebruik gemaakt van grootschalige proeftuinen («100 wijkenaanpak») die aardgasvrij(ready) worden gemaakt en een bijbehorend Kennis- en Leerprogramma. In 2018 is gestart met 27 proeftuinen. De proeftuinen en het Kennis- en Leerprogramma zorgen ook voor een vliegwiel zodat gemeenten samen met de betrokken partijen op een steeds grotere schaal in staat zijn te starten met de wijkgerichte aanpak.Mede op basis van een evaluatie van de eerste tranche worden nieuwe proeftuinen toegewezen. Tevens vindt een nadere uitwerking plaats over de monitoring van de voortgang van de proeftuinen; hierbij wordt geparticipeerd in Inzicht in Kwaliteit van het Ministerie van Financiën.
Koolmonoxide
In mei 2019 is het wetsvoorstel Wijziging van de Woningwet in verband met de introductie van een stelsel van certificering voor werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties (Kamerstukken II, 2017/18, 35022) in de Tweede Kamer aanvaard. In 2020 zal het wettelijk stelsel hiervoor inwerking treden. Met dit stelsel wordt beoogd de kwaliteit van werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties te verbeteren, teneinde het aantal ongevallen met koolmonoxide te reduceren. In 2020 worden werkzaamheden verricht ten behoeve van de implementatie van dit stelsel. Het betreft hier onder andere een campagne om consumenten te informeren over de verplichte certificering van (installatie)bedrijven en het opzetten van een openbaar register van gecertificeerde bedrijven dat eenvoudig door consumenten kan worden geraadpleegd.
Toegankelijkheid van gebouwen
Er wordt gewerkt aan een aantal aanpassingen in de bouwregelgeving (zie Actieplan Toegankelijkheid voor de bouw (Kamerstukken II, 2018/19, 32757, nr. 154)) om de toegankelijkheid te verbeteren van nieuw te realiseren woningen en nieuwe voor publiek toegankelijke gebouwen voor mensen met een beperking.
Nieuwe bepalingsmethode energieprestatie.
Per 1 juli 2020 zal de nieuwe bepalingsmethode voor de energieprestatie van gebouwen in de regelgeving worden aangewezen, de NTA8800. Deze vervangt drie afzonderlijke bepalingsmethoden, waardoor een integrale toetsmethode ontstaat om de energieprestatie te bepalen van zowel woningbouw als utiliteitsbouw en van zowel bestaande bouw en nieuwbouw. Met deze verandering zullen ook de eisen voor nieuwbouw per 1 juli 2020 gaan veranderen naar eisen voor Bijna Energie Neutrale Gebouwen (BENG). Beiden betreffen implementatie van de richtlijn Energieprestatie van Gebouwen (Energy Performance Buildings Directive (EPBD) 2018/2001/EU en 2010/31/EU). Met introductie van de nieuwe bepalingsmethode wordt ook voorzien in een werkbaar alternatief voor het vereenvoudigd energielabel (VEL).
Wet Kwaliteitsborging
In het voorjaar 2019 is de Eerste Kamer akkoord gegaan met het wetsvoorstel over kwaliteitsborging voor het bouwen (Kamerstukken I, 2016/17, 34453, A). Het doel van de wet is versterking van de positie van iedere consument als opdrachtgever in de bouw. De consument krijgt betere bescherming als na oplevering van een bouwwerk gebreken worden ontdekt. Het is de bedoeling het nieuwe stelsel vanaf 2021 stapsgewijs in te voeren. Tot die tijd doen marktpartijen door middel van proefprojecten alvast ervaring op, zodat zij goed voorbereid zijn wanneer het stelsel wordt ingevoerd. In 2020 zal de lagere wet- en regelgeving aangepast worden en wordt de toelatingsorganisatie opgericht.
Verduurzamen maatschappelijk vastgoed waaronder Rijksvastgoed
Het Rijksvastgoedbedrijf (RVB) is verantwoordelijk voor het beheer en de instandhouding van de grootste en meest diverse vastgoedportefeuille van Nederland. Het RVB ontwikkelt in het kader van de energietransitie routekaarten voor zijn verschillende gebouwenportefeuilles. De routekaart voor de kantorenportefeuille is al gereed en in 2020 in uitvoering. De routekaarten voor de overige portefeuilles zijn in ontwikkeling.
Daarnaast zet het Rijk zijn vastgoed ook in voor de energietransitie van Nederland. Zo geeft het RVB gronden uit voor hernieuwbare energieprojecten, bijvoorbeeld wind- en zonneparken. Het RVB beschikt met zijn openbare uitgifteprocedure over de mogelijkheden om te sturen op lokaal gedragen en kwalitatief hoogstaande projecten.
Het RVB participeert ook in een aantal Regionale Energiestrategieën, waaronder in West-Brabant, waar rijksvastgoed in potentie een grote bijdrage aan de energietransitie kan leveren.
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art.nr. | Verplichtingen | 231.354 | 239.022 | 341.942 | 82.912 | 57.776 | 47.969 | 44.060 |
Uitgaven | 176.053 | 347.522 | 480.942 | 110.412 | 57.776 | 47.969 | 44.060 | |
Waarvan juridisch verplicht (percentage) | 99% | |||||||
4.1 | Energietransitie en duurzaamheid | 148.722 | 341.188 | 475.204 | 105.028 | 52.432 | 42.888 | 38.979 |
Subsidies | 146.076 | 170.852 | 294.621 | 33.614 | 6.982 | 1.452 | 1.452 | |
Beleidsprogramma energiebesparing | 6.264 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Energietransitie en duurzaamheid | 0 | 13.735 | 32.821 | 2.614 | 2.482 | 1.452 | 1.452 | |
Energiebesparing koopsector | 3.348 | 15.000 | 74.000 | 3.500 | 4.500 | 0 | 0 | |
Energiebesparing huursector | 105.676 | 124.117 | 139.000 | 27.500 | 0 | 0 | 0 | |
SAH | 0 | 0 | 48.800 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Revolverend fonds EGO | 25.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Nationaal Energiebespaarfonds (NEF) | 0 | 18.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Beleidsprogramma bouwregelgeving | 5.788 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | 1.473 | 1.083 | 3.202 | 1.100 | 1.100 | 1.100 | 1.100 | |
Beleidsprogramma energiebesparing | 659 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Energietransitie en duurzaamheid | 0 | 1.083 | 3.202 | 1.100 | 1.100 | 1.100 | 1.100 | |
Beleidsprogramma bouwregelgeving | 814 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdragen aan agentschappen | 1.173 | 29.280 | 36.432 | 25.465 | 20.501 | 16.487 | 12.578 | |
Dienst Publiek en Communicatie | 1.173 | 862 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Diverse agentschappen | 0 | 23 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
ILT (handhaving energielabel) | 0 | 15 | 515 | 515 | 515 | 515 | 515 | |
RVO.nl (energietransitie en duurzaamheid) | 0 | 20.752 | 11.709 | 10.407 | 10.443 | 10.521 | 6.612 | |
RVO.nl (uitvoering Energieakkoord) | 0 | 7.201 | 24.208 | 14.543 | 9.543 | 5.451 | 5.451 | |
RVO.nl (uitvoeringskosten FEH) | 0 | 427 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 0 | 2.090 | 4.300 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Energietransitie en duurzaamheid | 0 | 2.090 | 4.300 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken | 0 | 137.883 | 136.649 | 44.849 | 23.849 | 23.849 | 23.849 | |
Gemeentefonds (H50) | 0 | 136.400 | 112.400 | 21.000 | 0 | 0 | 0 | |
EGO | 0 | 1.433 | 24.249 | 23.849 | 23.849 | 23.849 | 23.849 | |
Bouwregelgeving | 0 | 50 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
4.2 | Bouwregelgeving en bouwkwaliteit | 22.427 | 6.334 | 5.738 | 5.384 | 5.344 | 5.081 | 5.081 |
Subsidies | 294 | 3.591 | 3.491 | 3.163 | 3.080 | 2.380 | 1.387 | |
Beleidsprogramma woningbouw | 294 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit | 0 | 3.591 | 3.491 | 3.163 | 3.080 | 2.380 | 1.387 | |
Opdrachten | 104 | 1.450 | 1.350 | 1.531 | 1.574 | 2.011 | 3.004 | |
Beleidsprogramma woningbouw | 104 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit | 0 | 1.450 | 1.350 | 1.531 | 1.574 | 2.011 | 3.004 | |
Bijdragen aan agentschappen | 22.029 | 53 | 53 | 53 | 53 | 53 | 53 | |
ILT (toezicht EU-bouwregelgeving) | 0 | 53 | 53 | 53 | 53 | 53 | 53 | |
RVO.nl (beleidsprogramma woningbouw) | 22.029 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 0 | 1.170 | 516 | 309 | 309 | 309 | 309 | |
Toelatingsorganisatie | 0 | 1.170 | 516 | 309 | 309 | 309 | 309 | |
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken | 0 | 70 | 328 | 328 | 328 | 328 | 328 | |
Infrastructuur en Waterstaat (H12) | 0 | 70 | 328 | 328 | 328 | 328 | 328 | |
4.3 | Kwaliteit woonomgeving | 2.256 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies | 1.844 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Beleidsprogramma woonomgeving e.a. | 1.844 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Opdrachten | 412 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Beleidsprogramma woonomgeving e.a. | 412 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
4.4 | Revolverend Fonds Energiebesparing Verhuurders | 2.648 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Leningen | 2.640 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Revolverend Fonds Energiebesparing Verhuurders | 2.640 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdragen aan agentschappen | 8 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Uitvoeringskosten Revolverend Fonds Energiebesparing Verhuurders | 8 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Ontvangsten | 470 | 91 | 91 | 91 | 91 | 91 | 91 |
Van het totale uitgavenbudget op artikel 4 is 99% juridisch verplicht en dit kent de volgende onderverdeling:
Subsidies
Het subsidiebudget is voor 100% juridisch verplicht. De subsidies zijn in het kader van de energietransitie en duurzaamheid voor onder andere energiebesparing in de koopsector (SEEH), energiebesparing in de huursector (STEP) en de stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH).
Opdrachten
Het opdrachtenbudget is voor 36% juridisch verplicht. Ter uitvoering van de afspraken voor energietransitie in de gebouwde omgeving uit het Energieakkoord en Klimaatakkoord worden in 2020 diverse onderzoeksopdrachten uitgevoerd.
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s
Het budget voor bijdragen aan ZBO’s/RWT’s is voor 100% juridisch verplicht. Het betreft een bijdrage aan de Unie van Waterschappen ten behoeve van het Nationaal Programma voor de Regionale Energiestrategieën (NP RES). Daarnaast ontvangt de toelatingsorganisatie in de bouw een bijdrage in het kader van de voorbereiding van het nieuwe stelsel voor de wet kwaliteitsborging voor het bouwen.
Bijdragen aan agentschappen
Het budget voor bijdragen aan agentschappen is voor 100% juridisch verplicht. Het betreffen bijdragen aan de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl).
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
Het budget voor bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken is 100% juridisch verplicht. Het betreft bijdragen voor de regionale energiestrategie (RES), grootschalige proeftuinen (100 wijken aanpak) en de inzet voor het innovatieprogramma CO2-neutrale gebouwde omgeving.
4.1 Energietransitie en duurzaamheid
Het Ministerie van BZK zet diverse instrumenten in om energietransitie in de gebouwde omgeving te bevorderen, zorg te dragen voor een minimumniveau voor veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en toegankelijkheid van gebouwen, de positie van de consument als opdrachtgever in de bouw te versterken en het gebruik van primaire grondstoffen te verminderen. In dit kader verstrekt het Ministerie van BZK subsidies, opdrachten en bijdragen aan partijen buiten en binnen de Rijksoverheid.
Subsidies
Energietransitie en duurzaamheid
In het kader van de afspraken voor energietransitie in de gebouwde omgeving uit het Energieakkoord verstrekt het Ministerie van BZK in 2020 subsidies aan enkele partijen, waaronder de voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal (klantcontact en informatievoorziening over het energielabel voor woningen en andere gebouwen).
Voorts zal het Programma Reductie Energieverbruik eigen woningen in 2020 worden voortgezet. Dit programma biedt woningeigenaren handelingsperspectief om hun energieverbruik te verminderen.
Tot slot worden middelen beschikbaar gesteld aan decentrale overheden om ze te ondersteunen voor het Programmabureau Regionale Energie Strategieën (RES), die de regio’s ondersteunt met expertise voor het organiseren van participatie en voor de uitbreiding van de gemeentelijke taken op dit gebied.
Energiebesparing Koopsector
Om de eigenaar-bewoner te stimuleren om energiebesparende maatregelen te nemen is in 2019 is de Subsidieregeling Energiebesparing eigen huis (SEEH) weer opengesteld. Dit wordt in 2020 voortgezet.
Energiebesparing Huursector
In 2020 continueert de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) in opdracht van het Ministerie van BZK de afhandeling van eerder verleende subsidies van de Stimuleringsregeling energieprestatie huursector voor investeringen van verhuurders in energiebesparende maatregelen (STEP). Aanvragen konden worden gedaan tot eind 2018. De subsidies worden twee jaar na verlening vastgesteld en uitbetaald in de periode tot aan het voorjaar 2022.
Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen (SAH)
Partijen hebben in het Klimaatakkoord afspraken gemaakt om de energietransitie op gang te brengen door zo snel mogelijk 100.000 bestaande woningen te verduurzamen via de Startmotor huursector. De bedoeling van de Startmotor is om in korte tijd voldoende ervaring en schaalgrootte te realiseren bij het aardgasvrij maken van wijken. Deze afspraak in het Klimaatakkoord heeft als doelstelling het isoleren en aardgasvrij (of aardgasvrijready) maken van 100.000 bestaande huurwoningen in de periode tot en met 2023. Ter ondersteuning van de Startmotor wordt de Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen ingevoerd. Voor zowel sociale als particuliere huurwoningen kan een bijdrage worden verleend voor het aardgasvrij maken. Bij de Stimuleringsregeling aardgasvrije huurwoningen staat aardgasvrij voorop en isolatie maakt hier – afhankelijk van de startsituatie van de woningen – in meer of mindere mate onderdeel van uit.
Opdrachten
Energietransitie en duurzaamheid
Ter uitvoering van de afspraken voor energietransitie in de gebouwde omgeving uit het Energieakkoord verstrekt het Ministerie van BZK ook in 2020 diverse onderzoeksopdrachten, waaronder aan Cendris (helpdesk Energielabel).
Daarnaast worden gemeenten ondersteund in het oppakken en uitvoeren van hun regierol in de transitie naar een aardgasvrije gebouwde omgeving door het Kennis- en Leerprogramma (KLP). Gemeenten dienen bij het KLP de kennis, contacten en inspiratie te kunnen vinden om de volgende stap te kunnen zetten richting aardgasvrije wijken. Ook draagt het KLP bij aan de bewustwording van de opgave en de nieuwe rol van gemeenten hierin.
Bijdragen aan agentschappen
ILT (Handhaving Energielabel)
In 2020 zet de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) haar werkzaamheden voort op het gebied van de handhaving van de naleving van de verplichtingen met betrekking tot het energielabel in het kader van de Europese richtlijn energieprestatie van gebouwen.
RVO.nl (Energietransitie en duurzaamheid))
Deze middelen zijn bestemd voor het jaarprogramma 2020 dat RVO.nl in opdracht van het Ministerie van BZK uitvoert op het gebied van energietransitie in de gebouwde omgeving. Het programma behelst kennisverspreiding, beleidsonderbouwing en uitvoering van subsidieregelingen over de hele breedte van dit beleidsterrein.
RVO.nl (Uitvoering Energieakkoord)
Het betreft de uitgaven voor beheer, onderhoud en verbetering van het energielabelsysteem voor woningen en andere gebouwen op basis van de Europese richtlijn energieprestatie van gebouwen.
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
Energietransitie en duurzaamheid
De Unie van Waterschappen ontvangt een bijdrage voor het Nationaal Programma Regionale Energiestrategieën (NP RES) ten behoeve van de ondersteuning van de dertig energieregio’s bij het opstellen van hun regionale energiestrategie (RES).
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
Gemeentefonds (H50)
In de regionale energiestrategie (RES) werken overheden en maatschappelijke partijen, bedrijfsleven en burgers gedragen keuzes uit voor regionale opwek van duurzame elektriciteit, warmtetransitie en de daarbij horende infrastructuur.
De RES heeft daarmee een meervoudige functie. Allereerst is de RES een product waarin de regio beschrijft welke energiedoelstellingen er moeten worden gehaald op welke termijn. Ten tweede is de RES een belangrijk instrument om ruimtelijke inpassing met maatschappelijke betrokkenheid te organiseren. Ten derde is de RES een manier om langjarige samenwerking tussen alle regionale partijen te organiseren.
Om decentrale overheden hierbij te ondersteunen stelt de (Rijks)overheid middelen beschikbaar voor het Programmabureau RES, die de regio’s ondersteunt met expertise, voor het organiseren van participatie en voor de uitbreiding van de gemeentelijke taken op dit gebied. In deze kabinetsperiode gaat het in totaal voor de RES om € 22,5 mln. Hiervoor is € 2 mln. beschikbaar in 2020. Op deze wijze wordt bijgedragen aan een kosteneffectieve uitvoering van de energietransitie.
Daarnaast wordt ook het Programma Aardgasvrije Wijken voortgezet om te leren op welke manier de wijkgerichte aanpak kan worden ingericht en opgeschaald. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van grootschalige proeftuinen (100 wijken aanpak) en een bijbehorend Kennis- en Leerprogramma (KLP). Hiervoor is € 63 mln. beschikbaar in 2020.
EGO
De inzet van het innovatieprogramma CO2-neutrale gebouwde omgeving is het topsectorenbeleid, in het bijzonder beleid in het kader van het topconsortium voor Kennis en Innovatie Urban Energy (TKIUE), te vernieuwen en te intensiveren en de kennisopbouw en uitwisseling rondom maatschappelijke vastgoed te versterken. Het gaat hierbij om het ontwikkelen van commercieel toepasbare oplossingen voor een aardgasvrije gebouwde omgeving, Meerjarig Missiegedreven Innovatieprogramma’s (MMIP’s) en de oprichting van een Kennis- innovatieplatform Energietransitie Maatschappelijk Vastgoed.
4.2 Bouwregelgeving en bouwkwaliteit
Subsidies
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit
In 2020 verstrekt het Ministerie van BZK enkele subsidies in het kader van het streven om de vraaggerichtheid in de bouwsector en de positie van de bouwconsument te versterken door middel van private afspraken zoals een benchmarkingsysteem en een opleverdossier voor de consument. Verder worden enkele subsidies verstrekt om het belang van verduurzaming in VvE’s verder onder de aandacht te brengen in het kader van de Wet verbetering functioneren verenigingen van eigenaars (Stb. 2017, 241). Deze wet verplicht VvE’s ertoe om jaarlijks een minimumbedrag te reserveren voor onderhoud en herstel van het gebouw en heeft bij VvE’s de aandacht voor de combinatie van groot onderhoud en verduurzaming vergroot.
Opdrachten
Bouwregelgeving en bouwkwaliteit
Het Ministerie van BZK verstrekt ten behoeve van een goed functionerend stelsel van bouwregelgeving ook in 2020 opdrachten voor werkzaamheden van het Nederlands Normalisatie-instituut (NEN), de Helpdesk bouwregelgeving en de Adviescommissie toepassing en gelijkwaardigheid bouwvoorschriften. Vanuit de kerntaak «het wettelijk waarborgen van een maatschappelijk noodzakelijk minimum kwaliteitsniveau van bouwwerken» worden waar nodig wijzigingen in het Besluit bouwwerken leefomgeving aangebracht.
Ter uitvoering van de afspraken in het Regeerakkoord van het kabinet Rutte- III over circulaire bouweconomie wordt deze kabinetsperiode onderzocht hoe de bouwregelgeving effectief kan worden ingezet om de afspraken te realiseren en wordt dit op onderdelen al geïmplementeerd. Ook wordt ondersteunend beleid ingezet voor kennisontwikkeling en –verspreiding. Hiertoe verstrekt het Ministerie van BZK opdrachten aan onder meer de Stichting Bouwkwaliteit en Platform31. In het kader van het innovatieprogramma (voortvloeiend uit de klimaatenveloppe) worden middelen vrijgemaakt voor het ontwikkelen van circulaire technieken bij de verduurzaming van de woning- en kantoorvoorraad.
Bijdragen aan agentschappen
ILT (Toezicht EU-Bouwregelgeving)
In 2020 voert de ILT toezicht en handhaving uit op de naleving van de Europese Verordening bouwproducten.
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
Toelatingsorganisatie
Het Ministerie van BZK verstrekt een bijdrage aan de toelatingsorganisatie in de bouw. Deze organisatie keurt namens de overheid kwaliteitssystemen goed. Dit is ter voorbereiding van het nieuwe stelsel voor de wet kwaliteitsborging voor het bouwen.
Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken
Infrastructuur en Waterstaat (H12)
Dit betreft onder andere een bijdrage ten behoeve van het Omgevingsloket online, waarbij particulieren en bedrijven een omgevingsvergunning kunnen aanvragen en een vergunning check en melding kunnen doen.
Ontvangsten
Dit betreft ontvangsten uit afrekeningen van eerder verstrekte subsidies door RVO.nl en uit boetes wegens het niet nakomen van verplichtingen met betrekking tot het verstrekken van het energielabel bij verkoop en verhuur van gebouwen.