A. Algemene doelstelling
Multilaterale samenwerking en inclusieve groei door versterkte multilaterale betrokkenheid en overige inzet; de inzet van cultuur en sport in ontwikkelingslanden om een sociale en kansrijke samenleving te stimuleren en het bevorderen van maatschappelijke betrokkenheid in Nederland.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De Minister is verantwoordelijk voor:
Financieren
-
– Het bijdragen aan organisaties die een belangrijke systeemfunctie hebben binnen het multilaterale ontwikkelingsarchitectuur.
-
– Het bijdragen aan organisaties die een belangrijke uitvoerende rol hebben in het bereiken van ontwikkeling en inclusieve groei.
-
– Het plaatsen van structureel circa 75 assistent-deskundigen, zowel Nederlandse als uit bij voorkeur de allerarmste ontwikkelingslanden op strategische posities bij multilaterale organisaties.
-
– Het verlenen van schuldverlichting in de Club van Parijs, de Wereldbank en de regionale ontwikkelingsbanken. Het in internationaal verband deelnemen in de kapitaal-aanvullingen van de regionale ontwikkelingsbanken.
-
– Het geïntegreerd met de non-ODA-middelen voor het Internationaal Cultuurbeleid 2017–2020 ondersteunen van initiatieven die cultuur inzetten voor ontwikkeling, zowel op posten in enkele landen rondom Europa als door middel van subsidies aan Nederlandse organisaties zoals het Prins Claus Fonds.
-
– Het ondersteunen van initiatieven die sport inzetten voor ontwikkeling zoals KNVB WorldCoaches.
Stimuleren
-
– Het leveren van een bijdrage in relevante fora aan het overleg over de hervorming van de multilaterale ontwikkelingsarchitectuur om zo coherentie en effectiviteit te verbeteren.
-
– Het toezien op de uitvoering door multilaterale organisaties van strategische aanwijzingen die de lidstaten in de VN opstellen.
-
– Het bevorderen van meer coherent beleid en samenwerking door multilaterale organisaties op hoofdkantoor- en landenniveau.
-
– Het bevorderen dat multilaterale organisaties resultaatgericht werken en hun resultaten zichtbaar maken.
-
– Internationaal en nationaal een bijdrage leveren aan de implementatie en monitoring van de nieuwe Duurzame Ontwikkelingsagenda en de Financing for Development agenda, onder andere door multilaterale organisaties te stimuleren de uitvoering gezamenlijk op te pakken.
-
– In de betrokken multilaterale instellingen een bijdrage leveren aan het overleg over schuldhoudbaarheid.
-
– Het pleiten voor een gezonde kapitaalpositie van de regionale ontwikkelingsbanken.
-
– Ondersteunen van organisaties en processen die een bijdrage leveren aan internationale economische stabiliteit.
-
– Het verbinden van culturele en sportieve initiatieven met onderwerpen van internationaal beleid, in het bijzonder ontwikkeling, democratisering, maatschappelijke transitie en mensenrechten.
Regisseren
-
– De coördinatie van de rijksbrede multilaterale inzet op het terrein van ontwikkelingssamenwerking.
-
– De coördinatie van de nationale rijksbrede implementatie van de SDG-afspraken.
C. Beleidswijzigingen
-
– 2020 is het laatste jaar van het huidige beleidskader internationaal cultuurbeleid, waarbij ODA- en non-ODA-middelen geïntegreerd worden ingezet om de bijdrage van cultuur aan een veilige, rechtvaardige en toekomstbestendige wereld te bevorderen. Hiertoe zet het internationaal cultuurbeleid in op meer inclusieve samenlevingen met ruimte voor culturele diversiteit. In 2020 wordt de uitvoering van het volgende kader voor internationaal cultuurbeleid (2021–2024) voorbereid. Het nieuwe beleidskader wordt naar verwachting in oktober 2019 aangeboden aan de Kamer. In het nieuwe beleid wordt aansluiting gezocht bij prioriteiten van de BHOS-nota.
-
– In 2019 zal het aantal van ongeveer 75 assistent-deskundigen omhoog gaan naar circa 100, door een eenmalige verhoging van het budget. Gedurende de drie jaar van de plaatsingstermijn van de assistent-deskundigen zal dit aantal gelijk blijven, daarna zal het aantal weer zakken naar gemiddeld 75 per jaar.
D1. Budgettaire gevolgen van beleid
Bedragen in € 1.000 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 75.165 | 336.657 | 59.800 | 29.900 | 401.900 | 102.900 | 66.900 | ||
waarvan garantieverplichtingen | – 42.192 | 5.664 | |||||||
Uitgaven: | |||||||||
Programma-uitgaven totaal | 163.792 | 156.946 | 253.152 | 362.473 | 393.619 | 536.527 | 694.247 | ||
waarvan juridisch verplicht | 100% | ||||||||
5.1 | Multilaterale samenwerking | 151.146 | 160.057 | 164.616 | 165.616 | 149.616 | 165.616 | 173.616 | |
Bijdragen (inter)nationale organisaties |
| ||||||||
UNIDO | 1.237 | 1.950 | 1.950 | 1.950 | 1.950 | 1.950 | 1.950 | ||
UNDP | 30.000 | 30.000 | 30.000 | 30.000 | 30.000 | 30.000 | 30.000 | ||
UNICEF | 26.000 | 33.000 | 31.000 | 31.000 | 26.000 | 26.000 | 26.000 | ||
Speciale multilaterale activiteiten | 17.594 | 11.077 | 11.077 | 11.077 | 4.077 | 4.077 | 4.077 | ||
Assistent deskundigenprogramma | 8.016 | 11.000 | 9.000 | 9.000 | 9.000 | 9.000 | 9.000 | ||
Internationale Financiële Instellingen | 12.342 | 8.324 | 8.324 | 8.324 | 8.324 | 8.324 | 8.324 | ||
Middelenaanvullingen multilaterale banken en fondsen | 49.410 | 58.230 | 66.789 | 67.789 | 63.789 | 79.789 | 87.789 | ||
Kapitaalaanvullingen bij regionale ontwikkelingsbanken | 6.547 | 6.476 | 6.476 | 6.476 | 6.476 | 6.476 | 6.476 | ||
5.2 | Overig armoedebeleid | 12.646 | 81.500 | 87.448 | 80.889 | 88.989 | 84.989 | 99.989 | |
Subsidies | |||||||||
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling | 3.608 | 8.275 | 10.765 | 10.595 | 10.365 | 10.355 | 10.350 | ||
Bijdragen (inter)nationale organisaties | |||||||||
UNESCO | 4.226 | 4.400 | 4.400 | 4.400 | 4.400 | 4.400 | 4.400 | ||
Diverse ondersteunende activiteiten | 1.208 | 10.831 | 9.903 | 10.403 | 8.503 | 8.503 | 8.503 | ||
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling | 3.510 | 4.440 | 2.200 | 1.720 | 1.950 | 1.960 | 1.965 | ||
Schuldverlichting | 0 | 53.304 | 59.930 | 53.521 | 63.521 | 59.521 | 74.521 | ||
Voorlichting op het terrein van Ontwikkelingssamenwerking | 94 | 250 | 250 | 250 | 250 | 250 | 250 | ||
5.4 | Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen | 0 | – 84.611 | 1.088 | 115.968 | 155.014 | 285.922 | 420.642 | |
Ontvangsten | 73.139 | 73.201 | 72.915 | 69.629 | 69.421 | 69.213 | 69.005 | ||
5.20 | Ontvangsten en restituties met betrekking tot leningen | 47.376 | 42.025 | 41.739 | 38.453 | 38.245 | 38.037 | 37.829 | |
5.21 | Ontvangsten OS | 14.622 | 31.176 | 31.176 | 31.176 | 31.176 | 31.176 | 31.176 | |
5.22 | Koersverschillen OS | 11.141 | pm | pm | pm | pm | pm | pm | |
5.23 | Diverse ontvangsten non-ODA | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
D2. Budgetflexibiliteit
Kleine activiteiten posten en cultuur en ontwikkeling zijn gedeeltelijk juridisch verplicht. De andere artikelonderdelen zijn volledig juridisch verplicht.
E. Toelichting op de financiële instrumenten
5.1 Multilaterale samenwerking
-
– Bijdragen aan de begrotingen van de Internationale Financiële Instellingen en VN-instellingen en fondsen via middelenaanvulling, kapitaalverhoging en specifieke programma’s of trustfondsen ter bestrijding van armoede in ontwikkelingslanden. Deze organisaties leveren ook een belangrijke bijdrage aan de uitvoering van de duurzame ontwikkelingsdoelen en de klimaatafspraken.
5.2 Overig armoedebeleid
-
– Compensatie van de Wereldbank (IDA) en de regionale ontwikkelingsbanken voor schuldverlichting geeft ontwikkelingslanden de financiële ruimte om een sterker eigen armoedebeleid te voeren.
-
– Bijdrage aan UNESCO, waarvan EUR 1,8 miljoen kwalificeert als non-ODA.
-
– Kleine activiteiten op de posten en cultuur en ontwikkeling.
-
– Voorlichting op het terrein van ontwikkelingssamenwerking.
5.3 Bijdrage aan migratie en ontwikkeling
-
– Met ingang van 2020 zijn de middelen voor migratie en ontwikkeling ondergebracht bij artikel 4.2 «Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking».
5.4 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen
-
– Het ODA-budget wordt gecorrigeerd voor ontwikkelingen van het BNI. In het kader van behoedzaamheid en stabiliteit in de begroting worden groei en krimp niet direct vertaald in de OS-programmalijnen. Deze zogeheten BNI-ruimte kan immers weer toenemen of afnemen als in de loop van het jaar de raming wordt bijgesteld.
-
– Daarnaast kan er sprake zijn van nog te verdelen toerekeningen aan het ODA-budget.
-
– Gedurende het begrotingsjaar worden de middelen op dit artikelonderdeel ingezet om fluctuaties in de BNI-ontwikkeling en toerekeningen op te vangen. Resterende middelen worden gedurende het jaar binnen de BHOS-begroting herverdeeld naar de beleidsartikelen.
Ontvangsten
De ontvangsten betreffen restituties op ontwikkelingssamenwerkingsprogramma’s die een lagere realisatie kennen dan oorspronkelijk voorzien. Vanwege bevoorschotting komt het voor dat hierbij restsaldi ontstaan. Daarnaast worden hierop ook de ontvangsten met betrekking tot aflossingen op begrotingsleningen verwerkt.