Base description which applies to whole site

3.1 Artikel 1 Volksgezondheid

Een goede volksgezondheid, waarbij mensen zo min mogelijk blootstaan aan bedreigingen van hun gezondheid én zij in gezondheid leven.

 

1981

2005

2010

2016

2017

2018

2019

1. Absolute levensverwachting in jaren:1

       

- mannen

72,7

77,2

78,8

79,9

80,1

80,2

80,52

- vrouwen

79,3

81,6

82,7

83,1

83,3

83,3

83,62

        

2. Waarvan jaren in goed ervaren gezondheid:3

       

- mannen

59,9

62,5

63,9

64,9

65,0

64,2

64,8

- vrouwen

62,4

61,8

63,0

63,3

63,8

62,7

63,2

1

De levensverwachting van in Nederland geboren vrouwen in 2018 bedroeg 83,3 jaar. Dat is 3,1 jaar hoger dan die van mannen (80,2 jaar). Sinds 1981 is het verschil in levensverwachting tussen de seksen kleiner geworden. Mannen boekten vanaf 1981 een winst van 7,5 jaar, vrouwen zijn gemiddeld 4 jaar ouder geworden.

2

Voorlopige cijfers.

3

Voor het berekenen van levensverwachting in goed ervaren gezondheid is het aantal 'gezonde' jaren bepaald op basis van een vraag naar de ervaren gezondheid. In de loop der jaren is de vraag naar de ervaren gezondheid op twee (vrijwel identieke) manieren gesteld, namelijk: 1. Hoe is het over het algemeen met uw gezondheid? 2. Hoe is over het algemeen de gezondheidstoestand van de onderzochte persoon? Mensen die deze vraag beantwoorden met 'goed' of 'zeer goed' worden gezond genoemd.

Een belangrijke beleidsopgave voor de minister is het beschermen en bevorderen van de gezondheid van burgers. Mensen zijn in eerste instantie echter wel zelf verantwoordelijk voor hun gezondheid en dienen zichzelf – indien mogelijk – te beschermen tegen gezondheidsrisico’s.

De minister vervult de volgende rollen:

Stimuleren: van het maken van gezonde keuzes, van de beschikbaarheid van betrouwbare informatie over gezonde keuzes, en van een gezonder aanbod van voeding.

Financieren: van (bevolkings)onderzoeken/screeningen, van diverse nationale programma’s, projecten en organisaties die zich bezig houden met de bescherming en bevordering van de gezondheid van burgers en preventie van ziekten.

Regisseren: het opstellen van wettelijke kaders voor verschillende manieren om burgers te beschermen tegen gezondheidsrisico’s.

13-wekenecho

De 13-wekenecho wordt in de tweede helft van 2021 in de prenatale screening opgenomen. Zwangere vrouwen kunnen van dit aanbod gebruik maken als zij dat willen. Met de 13-wekenecho krijgen zwangere vrouwen eerder dan nu met de 20-wekenecho (die eveneens blijft aangeboden), informatie over eventuele ernstige structurele afwijkingen bij de foetus. Het betreft in eerste instantie een tijdelijke uitbreiding die gepaard gaat met een vierjarig landelijk wetenschappelijk onderzoek. Dit onderzoek zal leiden tot inzichten op welke wijze de uitvoering van de 13-wekenecho kan gaan plaatsvinden. Deze inzichten worden meegenomen bij een eventuele definitieve implementatie.

HPV vaccinatie

Conform het advies van de Gezondheidsraad (Kamerstukken II 2018/19, 32793, nr. 392) worden vanaf 2021 ook jongens gevaccineerd tegen HPV. Verder wordt de leeftijdsgrens voor de eerste oproep verlaagd van 13-14 jaar naar 9-10 jaar, en degenen die het vaccin hebben gemist krijgen nogmaals de kans om de prik te halen na hun 14e. Ook komt er een inhaalmogelijkheid voor spijtoptanten van 18 tot en met 26 jaar (Kamerstukken II 2019/20, 32793, nr. 446).

Nationaal Preventieakkoord

Het Nationaal Preventieakkoord heeft als doel om roken, overgewicht en overmatig alcoholgebruik onder de Nederlandse samenleving terug te dringen. In 2019 is de al dalende trend van het aantal rokenden in Nederland doorgezet naar 22%. De ambitie is dat maximaal 5% van de Nederlanders nog rookt in 2040, momenteel is ongeveer de helft van de Nederlanders te zwaar. Het akkoord wil dit percentage terugdringen naar onder de 40% in 2040. In 2019 dronk 9% van de Nederlanders overmatig of zwaar, de ambitie is om dit terug te brengen naar 5%. In 2019, het eerste jaar, is het grootste deel van alle programma's in de voorbereidende of uitvoerende fase gebracht. Om een versnelling aan te brengen in het realiseren van de ambities uit het Nationaal Preventieakkoord is, in lijn met de sportakkoorden, besloten om ook voor de uitvoering van maatregelen uit lokale en regionale preventieakkoorden een bijdrage voor gemeenten beschikbaar te stellen. Om zodoende gemeenten te stimuleren om met de lokale partners afspraken te maken over de inzet op preventie en een gezonde leefstijl.

Voedselkeuzelogo

Er wordt een nieuw voedselkeuzelogo geïntroduceerd. Er zijn drie soorten voedselkeuzelogo's met elkaar vergeleken en Nutri-Score bleek het beste te helpen bij het maken van gezonde keuzes. Hoewel het logo goed werkt, wijst onderzoek van het RIVM en het Voedingscentrum uit dat bepaalde onderdelen nog niet helemaal aansluiten op de Nederlandse voedingsrichtlijnen. Dit zal eerst verbeterd worden, voordat het logo in gebruik wordt genomen. De verwachting is dat dit logo na evaluatie in 2021 een wettelijk toegelaten logo is (Kamerstukken II 2019/20, 32793, nr. 459).

Experiment gesloten coffeeshopketen

Het Experiment gesloten coffeeshopketen is in 2020 gestart met de voorbereidingsfase. De telers kunnen zich aanmelden en zullen in 2021 worden aangewezen. Zodra de telers een bestendige productie met voldoende kwaliteit en diversiteit produceren en aan de randvoorwaarden van een gesloten coffeeshopketen wordt voldaan zal de overgangsfase en aansluitend de experimentfase worden gestart. Voor de cannabisgebruiker betekent dit dat vanaf de overgangsfase in de 10 deelnemende gemeenten cannabis gekocht kan worden die in het kader van het experiment geteeld is. Vanaf dat moment levert de teler de cannabis aan de deelnemende coffeeshops.

Tabel 9 Tabel Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

1.484.927

2.142.921

1.860.039

828.471

799.646

921.165

961.816

        

Uitgaven

980.201

2.340.855

2.169.805

1.074.460

1.043.027

1.012.829

961.816

waarvan juridisch verplicht

  

71,7%,

    
        

1. Gezondheidsbeleid

       

Subsidies (regelingen)

231.270

25.381

24.693

22.494

18.313

18.313

18.308

(Lokaal) gezondheidsbeleid

14.329

24.881

24.325

22.231

18.050

18.050

18.045

Overige

216.941

500

368

263

263

263

263

Opdrachten

1.878

2.765

3.225

2.711

2.710

2.711

2.711

(Lokaal) gezondheidsbeleid

1.878

2.765

3.225

2.711

2.710

2.711

2.711

Bijdrage aan agentschappen

111.032

123.957

118.310

115.532

115.034

114.098

114.068

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

87.264

94.594

96.954

96.178

96.177

96.180

96.156

RIVM: wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed

23.533

29.170

20.605

18.613

18.102

17.163

17.157

Overige

235

193

751

741

755

755

755

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

226.858

236.071

374.855

246.410

243.342

218.728

181.529

ZonMw: programmering

226.858

236.071

374.855

246.410

243.342

218.728

181.529

Overige

0

0

0

0

0

0

0

Bijdrage aan medeoverheden

0

15

8.133

30.662

30.662

20.663

20.657

Aanpak Gezondheidsachterstanden

0

0

8.000

30.529

30.529

20.530

20.524

Overige

0

15

133

133

133

133

133

        

2. Ziektepreventie

       

Subsidies (regelingen)

50.314

216.098

224.369

225.472

224.103

224.808

224.364

Ziektepreventie

34.716

21.161

18.951

8.964

8.964

8.964

7.962

Bevolkingsonderzoeken

15.598

145.228

153.568

162.081

159.975

160.135

160.525

Vaccinaties

0

49.709

51.850

54.427

55.164

55.709

55.877

Overige

0

0

0

0

0

0

0

Opdrachten

655

618.599

586.778

10.574

11.121

11.115

11.460

Ziektepreventie

655

618.599

586.778

10.574

11.121

11.115

11.460

Overige

0

0

0

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

255.202

577.214

316.236

269.561

247.637

253.537

240.404

RIVM: Opdrachtverlening aan kenniscentra

255.202

458.585

112.014

85.326

85.843

91.218

91.193

RIVM: Bevolkingsonderzoeken

0

37.362

40.795

44.511

45.411

45.411

45.923

RIVM: Vaccinaties

0

81.254

163.414

139.711

116.370

116.895

103.275

Overige

0

13

13

13

13

13

13

Bijdrage aan medeoverheden

919

371.277

359.227

28

28

28

27

Overige

919

371.277

359.227

28

28

28

27

        

3. Gezondheidsbevordering

       

Subsidies (regelingen)

58.985

117.645

105.028

101.852

101.191

99.689

99.153

Preventie van schadelijk middelengebruik

19.755

22.925

17.075

15.382

15.647

15.423

14.912

Gezonde leefstijl en gezond gewicht

24.111

30.619

23.864

17.851

17.650

17.552

17.548

Letselpreventie

4.552

4.677

4.414

4.459

4.604

4.459

4.458

Bevordering van seksuele gezondheid

5.917

58.422

58.787

62.983

62.113

61.096

61.076

Overige

4.650

1.002

888

1.177

1.177

1.159

1.159

Opdrachten

6.463

8.127

6.266

5.350

5.350

5.351

5.350

Gezondheidsbevordering

6.463

8.127

6.266

5.350

5.350

5.351

5.350

Overige

0

0

0

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

60

0

1.452

1.174

1.003

993

993

Overige

60

0

1.452

1.174

1.003

993

993

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

0

117

134

767

767

767

767

Overige

0

117

134

767

767

767

767

Bijdrage aan medeoverheden

13.779

14.364

14.785

15.557

15.450

15.698

15.693

Heroïnebehandeling op medisch voorschrift

13.779

14.364

14.785

15.557

15.450

15.698

15.693

Overige

0

0

0

0

0

0

0

        

4. Ethiek

       

Subsidies (regelingen)

20.613

25.831

23.729

23.731

23.731

23.733

23.735

Abortusklinieken

18.162

17.878

17.881

17.881

17.881

17.883

17.887

Medische Ethiek

2.451

7.953

5.848

5.850

5.850

5.850

5.848

Opdrachten

523

785

353

353

353

353

353

Medische Ethiek

523

785

353

353

353

353

353

Bijdrage aan agentschappen

1.650

2.609

2.232

2.232

2.232

2.244

2.244

CIBG: Uitvoeringstaken medische ethiek

1.650

2.609

2.232

2.232

2.232

2.244

2.244

        

Ontvangsten

23.488

23.903

13.903

13.903

13.903

13.903

13.903

Overige

23.488

23.903

13.903

13.903

13.903

13.903

13.903

Budgetflexibiliteit

Subsidies

Van het beschikbare budget voor 2021 van € 377,8 miljoen is 95,6% juridisch verplicht. Het betreft de financiering van de aangegane verplichtingen op basis van de Kaderregeling subsidies OCW, SZW en VWS, de beleidsregels subsidiëring regionale centra prenatale screening én de Subsidieregelingen publieke gezondheid, NIPT, Kunstmatige inseminatie donorkinderen en Abortusklinieken.

Opdrachten

Van het budget voor 2021 van € 596,6 miljoen is 37,9% juridisch verplicht. Het betreft de financiering van de aangegane verplichtingen.

Bijdragen aan agentschappen

Het budget betreft de financiering van de opdrachtverlening voor 2021 aan het RIVM, de NVWA en het CIBG. Op basis van het offertetraject is het budget 2021 van € 438,2 miljoen voor 99,9% juridisch verplicht.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Dit betreft de financiering van projecten en onderzoek op het gebied van gezondheid, preventie en zorg via ZonMw en de Afgifte van Schengenverklaringen via het Centraal Administratie Kantoor (CAK). Het budget voor 2021 van € 375,0 miljoen is voor 86,0% juridisch verplicht.

Bijdragen aan medeoverheden

Dit betreft de heroïneverstrekking door gemeenten op medisch voorschrift via een toevoeging aan het gemeentefonds, de bijdrage aan het College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden (CTGB). Het budget voor 2021 van € 382,1 miljoen is voor 52,8% juridisch verplicht.

1. Gezondheidsbeleid

Subsidies

(Lokaal) gezondheidsbeleid

In 2021 geven wij verdere uitwerking aan de voornemens die zijn opgenomen in de Landelijke Nota Gezondheidsbeleid 2020-2024 (Kamerstukken II 2019/20, 32793, nr. 481). De Landelijke Nota Gezondheidsbeleid die vanuit de Wet publieke gezondheid (Wpg) iedere vier jaar wordt opgesteld8 beschrijft de landelijke prioriteiten op het gebied van publieke gezondheid en is richtinggevend voor het lokale gezondheidsbeleid van gemeenten. In totaal is hiervoor in 2021 € 24,3 miljoen beschikbaar.

Om dit te bereiken worden onder andere de volgende uitgaven gedaan:

Alles is gezondheid ....

Het programmabureau Alles is Gezondheid stimuleert samenwerking tussen bedrijfsleven, burgerinitiatieven, maatschappelijke organisaties en politiek. Deze partijen werken met elkaar samen vanuit hun eigen invalshoek, maar pogen hetzelfde doel te bereiken, namelijk de samenleving vitaler maken. Via dit bureau worden maatschappelijke initiatieven gestimuleerd die bijdragen aan een gezonder Nederland en aansluiten bij de gestelde doelen in het Nationaal Programma Preventie. Maatschappelijke organisaties zijn zelf verantwoordelijk voor het resultaat. Netwerkvorming en kennisdeling worden daarbij benut om het bereik en de impact van deze initiatieven te vergroten. Hier is € 3 miljoen voor beschikbaar.

Preventiecoalities

Dit betreft het faciliteren van samenwerking tussen gemeenten en zorgverzekeraars door middel van bijdragen in de kosten van de procescoördinatie. Hiermee ondersteunen we effectieve preventieactiviteiten voor risicogroepen met als doel de gezondheid van deze risicogroepen te verbeteren. Hier is € 1,6 miljoen voor beschikbaar.

Bevordering van kwaliteit en toegankelijkheid van zorg De Stichting Pharos ontvangt als kennis- en adviescentrum subsidie voor het stimuleren van de toepassing van kennis in de praktijk om de kwaliteit en effectiviteit van de zorg voor migranten en mensen met beperkte gezondheidsvaardigheden te verbeteren. Het gaat daarbij om mensen die minder vaardig zijn in het verkrijgen, begrijpen en gebruiken van informatie over (hun) gezondheid bij het nemen van gezondheidsgerelateerde beslissingen. Verder worden gemeenten geactiveerd om lokale gezondheidsachterstanden structureel aan te pakken. Vanuit de Stichting Pharos en platform 31 wordt kennis van werkzame interventies, goede voorbeelden en ervaringen samengebracht en gedeeld (Kamerstukken II 2016/17, 32793, nr. 267). Hier gaat € 4,7 miljoen naartoe.

Kansrijke start

Met het programma Kansrijke Start willen we ervoor zorgen dat kinderen een stevige basis krijgen tijdens de cruciale eerste 1.000 dagen van het leven. Dat doen we door voorlichting en passende begeleiding te geven aan risicogroepen tijdens de zwangerschap. Daarvoor moeten de professionals in de geboortezorg, de jeugdgezondheidszorg en de jeugdzorg goed met elkaar samenwerken (Kamerstukken II 2017/18, 32279, nr. 124). Het actieprogramma zet vanaf het begin in op het bouwen en versterken van lokale coalities en doet dat op twee manieren: via een financiële impuls en via een stimuleringsprogramma voor gemeenten. Op dit moment werken 275 gemeenten mee aan het bouwen en versterken van een lokale coalitie Kansrijke Start. Hier gaat € 4,7 miljoen naartoe.

Veenkoloniën

Het amendement Wolbert (Kamerstukken II 2014/15, 34000, nr. 43) vraagt om een regionale aanpak van gezondheidsachterstanden in de Veenkoloniën waar meerdere gemeenten en regionale (zorg)organisaties bij betrokken zijn. VWS financiert deze regionale aanpak. Het programma besteedt nadrukkelijk aandacht aan de wensen, behoefte en participatie van bewoners. Hier is € 1,3 miljoen voor beschikbaar.

Lifelines

Het doel van Lifelines is om mensen in de toekomst gezonder oud te laten worden. Dit proberen ze te bereiken door van een grote groep deelnemers allerlei gegevens en lichaamsmaterialen zoals urine, bloed en haar te verzamelen en dit beschikbaar te stellen aan onderzoekers. Hiervoor is €4 miljoen beschikbaar.

Bijdragen aan agentschappen

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

De minister voor Medische Zorg en Sport (MZS) is opdrachtgever van het agentschap Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). De NVWA heeft als toezichthouder een centrale rol bij het bewaken van de veiligheid van voedsel- en consumentenproducten op grond van wettelijke normen. Hiervoor is in 2021 € 96,9 miljoen beschikbaar.

Het toezicht voor productveiligheid zal in 2021 verder worden uitgebreid doordat er meer capaciteit beschikbaar is voor onder andere controles. Het gaat hier om meer risicogericht toezicht, herinspecties en afhandeling meldingen. In het Nationaal Preventieakkoord zijn daarnaast afspraken gemaakt die tot nieuwe toezichtstaken van de NVWA leiden. Deze nieuwe toezichtstaken zijn onderdeel van de wetswijziging van de Drank- en Horecawet en de Tabaks- en rookwarenwet.

De voortgang van de aanpak om voedselinfecties te voorkomen, wordt door het RIVM gemonitord via de vaststelling van zogenoemde DALYs (disability adjusted life year). In onderstaande tabel is weergegeven hoe het aantal verloren levensjaren door voedselinfecties, veroorzaakt door de verschillende pathogenen, zich ontwikkelt.

Tabel 10 Kengetallen voedselveiligheid: Aantal verloren gezonde levensjaren ten gevolge van voedselinfecties door ziekteverwekkende micro-organismen in voedsel in Nederland gegevens 2012-2019
         

Micro-organismen

Aantal verloren gezonde levensjaren (DALY=Disability Adjusted Life Year)1

         
 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

Campylobacter

1.951

1.917

1.869

1.691

1.501

1.291

1.345

1.387

STEC O157

61

61

61

61

61

61

61

61

L. monocytogenes

94

68

191

165

310

191

181

126

Salmonella

1.486

670

649

643

757

675

617

600

B. cereus toxine

28

28

28

28

28

29

29

29

C. perfringens toxine

176

176

177

177

177

178

179

180

S. aureus toxine

194

194

193

192

192

192

193

193

Hepatitis-A virus

7

7

6

5

5

6

8

8

Hepatitis-E virus

3

3

3

3

3

70

71

63

Norovirus

297

286

285

301

375

269

324

308

Rotavirus

161

186

78

165

88

143

154

145

C. parvum

6

11

11

19

22

14

19

15

G. lamblia

29

29

29

29

29

29

28

29

T. gondii

1.093

1.068

1.088

1.063

1.062

1.062

1.064

1.042

Totaal

5.588

4.705

4.668

4.542

4.609

4.209

4.270

4.186

1

De getallen over 2012 t/m 2015 zijn enigszins afwijkend van de getallen die in eerdere begrotingen zijn gerapporteerd dit vanwege: a) nieuwere incidentie schattingen voor hepatitis-E virus, Cryptosporidium spp. and Giaria spp.; en b) noodzakelijke modelaanpassingen (zoals m.n. het gebruik van nieuwe “disability weights” afkomstig uit een recente Europeese studie waarbij : >30,000 mensen waren betrokken (Bron: Haagsma et al. 2015; Popul Health Metr.)). Meer details zijn te vinden in Mangen et al., 2017 RIVM Letter Report 2017-0097 (). Deze noodzakelijke modelaanpassingen hebben er toe geleid dat de ranking veranderd is ten opzichte van vroegere berekeningen.

RIVM: wettelijke taken en beleidsondersteuning zorgbreed

Het RIVM heeft de wettelijke taak periodiek te rapporteren over de toestand en de toekomstige ontwikkeling van de volksgezondheid. Het RIVM vormt voorts samen met een zevental kennisinstellingen een consortium, dat verantwoordelijk is voor de Staat van Volksgezondheid en Zorg. De Staat van Volksgezondheid en Zorg bevat kerncijfers voor het zorgbeleid. Via deze webportal worden actuele en eenduidige cijfers beschikbaar gesteld over de domeinen van het ministerie van VWS. De kerncijfer, zoals opgenomen in de Staat, vormen een belangrijke basis voor de VWS-monitor. Verder voert het RIVM opdrachten uit op terrein van sport, geneesmiddelen en medische technologie en risicoschatting en -beoordeling voor beleid. In totaal is voor het RIVM voor deze taken in 2021 € 20,6 miljoen beschikbaar. De verwachting is dat al deze taken worden uitgevoerd naast de extra werkzaamheden door corona.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

ZonMw: Uitvoeren van projecten en onderzoek

ZonMw is een intermediaire organisatie die op programmatische wijze projecten en onderzoek op het gebied van gezondheid, preventie en zorg laat uitvoeren. ZonMw bewaakt daarbij de kwaliteit, relevantie en samenhang. In onderstaande tabel zijn de activiteiten uitgesplitst naar de verschillende beleidsterreinen waarop de programma’s bij ZonMw betrekking hebben:

Tabel 11 Overzichtstabel geraamde programma-uitgaven ZonMw 2021-2025 (Bedragen x € 1 mln.)
      
 

2021

2022

2023

2024

2025

      

Totaal ZonMw

374,9

246,4

243,3

218,7

182,8

Artikel 1 Volksgezondheid: onder andere programma's Preventie, Infectieziektebestrijding, Jeugdgezondheidszorg, Onbedoelde zwangerschap en kwetsbaar (jong) ouderschap, Pluripotent stamcelonderzoek en COVID-19 onderzoek

48,9

44,6

40,6

39,9

30,3

Artikel 2 Curatieve zorg: onder andere  programma's Doelmatigheidsonderzoek, Goed Gebruik Geneesmiddelen, Citrienfonds, Mensen met verward gedrag, Zwangerschap en geboorte, Expertisefunctie Zintuigelijk Gehandicapten,  Translationeel Onderzoek, Personalized medicine, Oncode, Kwaliteitsrichtlijnen wijkverpleging, Kwaliteitsgelden, Topspecialistische Zorg en onderzoek, Goed Gebruik Hulpmiddelenzorg  en onderzoeksprogramma GGZ

147,2

122,9

154,3

131,4

114,6

Artikel 3 Maatschappelijke ondersteuning en langdurige zorg: onder andere programma's Palliantie, Meer dan Zorg, Memorabel, Academische werkplaatsen ter versterking kennisinfrastructuur langdurige zorg,  Langdurige Zorg en ondersteuning, Academische werkplaatsen Verstandelijke beperking en Zingeving en Geestelijke verzorging

92,4

37,9

25,1

26,4

22,8

Artikel 4 Zorgbreed beleid: Maatschappeljike diensttijd, Juiste zorg op de juiste plek, Zorgevaluatie en gepast gebruik en Voor elkaar!

71,8

30,2

17,4

14,2

11,1

Artikel 5 Jeugd: onder andere programma's Wat werkt voor de jeugd, Geweld hoort nergens thuis en Regionale Kenniswerkplaatsen Jeugd

4,5

4,6

4,8

5,9

3,4

Artikel 6 Sport en bewegen: onder andere programma's, Kennis- en innovatieagenda sport, Topteam sport, Sportimpuls en het onderzoeksprogramma Sport en Bewegen

10,0

6,3

1,1

0,9

0,6

Bijdragen aan medeoverheden

Aanpak gezondheidsachterstanden

Vanuit deze bijdrage wordt in de financiering van het programma Gezond in de Stad (GIDS) (Kamerstukken II 2016/17, 32793, nr. 267) voorzien. GIDS heeft als doel om gemeenten te bewegen hun taken zo in te vullen dat zij lokale gezondheidsverschillen kunnen terugdringen. Het beschikbare budget van jaarlijks € 20 miljoen is voor de periode 2018 tot en met 2021 overgeheveld naar het gemeentefonds en wordt via een decentralisatie-uitkering aan de gemeenten beschikbaar gesteld. Voor de periode 2019-2021 is dit budget verhoogd met jaarlijks € 3 miljoen en voor de periode 2020-2022 nogmaals met jaarlijks € 1,7 miljoen voor de financiering van gemeenten die een lokale coalitie willen vormen rondom de eerste 1.000 dagen van kinderen, als onderdeel van het programma Kansrijke start.

Om een versnelling aan te brengen in het realiseren van de ambities uit het Nationaal Preventieakkoord is, in lijn met de sportakkoorden, besloten om ook voor de uitvoering van maatregelen uit lokale en regionale preventieakkoorden een bijdrage voor gemeenten beschikbaar te stellen. Om zodoende gemeenten te stimuleren om met de lokale partners afspraken te maken over de inzet op preventie en een gezonde leefstijl (€ 8 miljoen).

2. Ziektepreventie
Tabel 12 Kengetallen Deelname aan vaccinatieprogramma, bevolkingsonderzoeken en screeningen in procenten

1

2005

2010

2015

2016

2017

2018

2019

Percentage deelname aan Rijksvaccinatieprogramma

95,8%

95,0%

94,8%

93,1%

91,2%

90,2%

90,2%2

Percentage deelname aan Nationaal Programma Grieppreventie

76,9%

68,9%

50,1%

53,5%

49,9%

51,3%3

n.n.b.

Percentage deelname aan Bevolkingsonderzoek borstkanker

81,7%

80,7%

77,6%

77,3%

76,8%

76,6%4

n.n.b.

Percentage deelname aan Bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker

65,5%

64,3%

64,4%

60,3%

56,9%

57,6%.5

n.n.b.

Percentage deelname aan Bevolkingsonderzoek darmkanker

73,0%

73,0%

72,7%

72,7%6

n.n.b.

Percentage deelname aan hielprik

99,6%

99,7%

99,3%

99,2%

99,2%

99,1%7

n.n.b.

Percentage deelname aan NIPT

39,2%

43,9%8

n.n.b.

1

In de tabel zijn de meest actuele kengetallen uit de staat van Volksgezondheid en Zorg opgenomen. Deze worden jaarlijks geactualiseerd.

2

Voor het verslagjaar 2019 (betreft alle vaccinaties gegeven t/m 2018) is dit percentage 90,2%. Dit betreft het percentage kinderen geboren in 2015 dat alle vaccinaties volgens het RVP-schema toegediend heeft gekregen vóór het bereiken van de leeftijd van 2 jaar. Zie ook de brief Verder met vaccineren van 19 november 2018 (Kamerstukken II 2018/2019, 32793, nr. 338) voor actielijnen om de vaccinatiebereidheid te vergroten.

3

Dit kerncijfer betreft het percentage gevaccineerde personen in de groep patiënten die conform het advies van de Gezondheidsraad in aanmerking komen voor vaccinatie tegen influenza. Zie ook de brief Maatregelen griep van 10 oktober 2018 (Kamerstukken II 2018/2019, 32793, nr. 332) en Verder met vaccineren van 19 november 2018 (Kamerstukken II 2018/2019, 32793, nr. 338).

4

Dit kerncijfer betreft het percentage vrouwen uit de doelgroep, dat deelneemt aan het bevolkingsonderzoek borstkanker. De doelgroep van het bevolkingsonderzoek bestaat uit vrouwen van 50 tot 75 jaar.

5

Dit kerncijfer betreft het percentage vrouwen uit de doelgroep, dat deelneemt aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. De doelgroep van dit bevolkingsonderzoek bestaat uit 30-60 jarige vrouwen.

6

Dit kerncijfer betreft het percentage personen dat deelneemt aan het bevolkingsonderzoek dikke darmkanker.

7

Dit kerncijfer betreft het percentage pasgeborenen dat gescreend is.

8

Deelname NIPT vanaf april 2017. Dit kerncijfer betreft het percentage zwangere vrouwen dat deelneemt aan de NIPT ter bepaling van een eventuele verhoogde kans op een kind met het downsyndroom, edwardssyndroom of patausyndroom.

Deze cijfers geven een goede indicatie van de ontwikkelingen op de beleidsterreinen met dien verstande dat de nadruk op geïnformeerde keuze voor deelname ligt en niet op een zo hoog mogelijk percentage. Hierbij moet in acht worden genomen dat de beschermingsgraad in de praktijk hoger ligt bijvoorbeeld voor het Rijksvaccinatieprogramma dan het met het deelnamepercentage weergegeven cijfer in verband met bijvoorbeeld de groepsimmuniteit.

Subsidies

Ziektepreventie

De minister zorgt op het terrein van de ziektepreventie subsidies (€ 10,7 miljoen) voor een goede bescherming tegen infectieziekten, preventie van chronische ziekten en de jeugdgezondheidszorg (JGZ) door onder andere te zorgen voor:

  • een goede landelijke structuur om bekende en onbekende infectieziektedreigingen inclusief zoönosen en vectorgebonden (o.a. teken, invasieve exotische muggen) aandoeningen snel te kunnen signaleren en bestrijden.

  • het internationaal uitwisselen van informatie en afstemmen van voorbereidings- en bestrijdingsmaatregelen.

  • subsidiëring van het Nederlands Lymeziekte-expertisecentrum dat zich inzet om de preventie, diagnostiek en behandeling van de ziekte van Lyme te verbeteren, waarbij alle betrokken partijen hun eigen inbreng leveren.

  • subsidiëring van de stichting Q-support om patiënten, die na de Q-koorts-epidemie te maken hebben met langdurige klachten, te ondersteunen, te adviseren en te begeleiden.

  • financiering van het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ) voor activiteiten gericht op het ondersteunen van de JGZ-organisaties en de professionals bij het invoeren van vernieuwingen en verbeteringen in de praktijk.

  • financiering van Lareb, het Nederlandse meld- en kenniscentrum voor bijwerkingen van geneesmiddelen, waaronder vaccins.

COVID-19Voor de nazorg van COVID-19 patiënten zal Q-support - met de ervaringen voor de Q-koortspatiënt als basis - een C-support inrichten (€ 2,4 miljoen) inrichten. Verder is € 4,5 miljoen beschikbaar voor de vergoeding van meerkosten van Jeugdgezondheidszorg-instellingen niet vallend onder een GGD.

Bevolkingsonderzoeken

Onder deze post vallen: (1) het financieren, bewaken en verbeteren van de kwaliteit van de landelijke bevolkingsonderzoeken naar borstkanker, baarmoederhalskanker en darmkanker, (2) het financieren van de Regionale centra prenatale screening, (3) het financieren van de niet-invasieve prenatale test (NIPT) en (4) het financieren van de 13-weken echo. In totaal gaat het hierbij om € 153,5 miljoen.

Vaccinaties

Doel van dit programma is om kwetsbare groepen (alle 60-plussers en mensen onder de 60 jaar met een risico-indicatie, zoals longziekten, hart- of nieraandoeningen en diabetes mellitus) te beschermen tegen (de ernstige gevolgen van) griep. Tevens worden 60-plussers vanaf 2020 gevaccineerd tegen pneunokokken (Kamerstukken II 2018/19, 32793, nr. 331) om hen te beschermen. Bij het beschikbaar komen van een vaccin tegen het coronavirus zal begonnen worden met het vaccineren van de kwetsbare groepen. Ook worden rotavirusvaccinatie aangeboden aan kinderen die te vroeg zijn geboren, een laag geboortegewicht hebben of een andere medische indicatie (Kamerstukken II 2018/19, 32793, nr. 389). In totaal gaat het hierbij om € 51,9 miljoen.

Opdrachten

Ziektepreventie

Er is in totaal € 7,4 miljoen gereserveerd voor vaccinonderzoek (circa € 5,8 miljoen) en onderzoek naar alternatieven voor dierproeven (circa € 1,7 miljoen). Voorts is € 3,2 miljoen beschikbaar voor onder andere de voorbereiding van de uitbreiding van vaccinaties en preventieve medicatie.

COVID-19In het kader van de bestrijding van (de gevolgen van) COVID-19 zijn de volgende middelen beschikbaar voor:

  • de ontwikkeling en aankoop van vaccins (€ 300 miljoen);

  • het beschikbaar maken en houden van voldoende IC-bedden en klinische bedden (€ 93,9 miljoen in 2021);

  • de uitvoering van opdrachten door GGD GHOR (€ 100 miljoen). Deze maakt kosten voor onder andere de digitale ondersteuning van de testprocessen, het bron- en contactonderzoek, het uitvoeren van de landelijke en regionale corona-organisatie en in stand houden van een klant contact center;

  • de beheersing van het coronavirus (€ 73,5 miljoen) door ondersteuning lokale aanpak bestrijding brandhaarden en implementatie/verspreiding vaccin en ontwikkeling innovatieve behandelingen;

  • het programma Corona Data (€ 8,8 miljoen) dat als doelstelling heeft om met behulp van data sneller op uitbraken te reageren, lokaal en nationaal, en de virusontwikkeling in Nederland zo dicht mogelijk te kunnen volgen.

Bijdrage aan agentschappen

RIVM: Opdrachtverlening aan kenniscentra

Het RIVM stelt zich tot doel om de gezondheid van de Nederlandse bevolking te beschermen en te bevorderen. Het RIVM doet dit door middel van het (doen) uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek en advisering op het terrein van volksgezondheid en het voeren van de regie op diverse terreinen van de publieke gezondheid. Binnen het RIVM zijn hiertoe verschillende centra actief, zoals:

  • het Centrum Infectieziektebestrijding (CIb) ontvangt financiële middelen voor het vervullen van zijn taken ten aanzien van de preventie en bestrijding van infectieziekten. Daarbij is specifiek aandacht voor antimicrobiële resistentie, het bevorderen van seksuele gezondheid door de ondersteuning van professionals bij een goede uitvoering en taken op het gebied van vaccinologie.

  • het Centrum voor Bevolkingsonderzoek (CVB) ontvangt financiële middelen voor het uitvoeren van zijn coördinerende taken gericht op de voorlichting over bevolkingsonderzoeken, het Nationaal Programma Grieppreventie en pre- en neonatale screeningen en de kwaliteit van de uitvoering en monitoring ervan. Mensen die tot de betreffende doelgroep behoren, kunnen vrijwillig aan de bevolkingsonderzoeken deelnemen.

  • het Centrum Gezondheid en Milieu (CGM) ontvangt financiële middelen om het ministerie van VWS en de regio’s bij te staan met gezondheidskundige advisering, advisering over het uitvoeren van gezondheidsonderzoek en risicoanalyses over mogelijke gezondheidseffecten en over psychosociale nazorg. Vragen over gezondheid en veiligheid in relatie tot milieu en het voorkomen van incidenten en rampen komen samen bij het CGM. Het CGM is erop gericht deze kennis waar nodig te ontwikkelen, te borgen en te ontsluiten voor professionals en bestuurders.

  • de Dienst Vaccinatievoorzieningen en Preventieprogramma’s (DVP) zorgt ervoor dat er voldoende goede en betaalbare vaccins, antisera en slecht verkrijgbare medicijnen beschikbaar zijn voor het Rijksvaccinatieprogramma (RVP), het Nationaal Programma Grieppreventie (NPG) en calamiteiten.

  • het Centrum Gezond Leven (CGL) ontvangt financiële middelen met als doel samenhangende en effectieve lokale gezondheidsbevordering te faciliteren. Het CGL bevordert het gebruik van erkende leefstijlinterventies, onder meer door beschikbare interventies overzichtelijk te presenteren en te beoordelen op kwaliteit en samenhang en het versterken van gezondheidsbeleid via diverse handreikingen. Daarnaast voert het CGL het programma ‘Structurele versterking Gezondeschool.nl’ uit.

In het totaal gaat het hierbij om € 91 miljoen.

COVID ‒ 19 

Voor de opschaling van de COVID-19 afvalwatersurveillance in Nederland is in 2021 € 21 miljoen beschikbaar.  Rioolwatersurveillance wordt beschouwd als een zeer kansrijke vroegsignaleringsindicator voor het in ontwikkeling zijnde dashboard coronavirus, mede vanwege de goede ervaringen op het gebied van antibioticaresistentie en poliovirus.

RIVM: Bevolkingsonderzoeken

Betreft de uitvoering van de prenatale screening infectieziekten en erytrocytenimmunisatie (PSIE) en de neonatale hielprikscreening. In totaal gaat het hierbij om € 40,8 miljoen.

RIVM: Vaccinaties

Het RIVM draagt onder andere door de aanschaf van vaccins en medicatie zorg voor een goede uitvoering van het Rijksvaccinatieprogramma, de HPV-vaccinatie, het Nationaal Programma Grieppreventie, de Pneumokkokkenvaccinatie en de Maternale kinkhoestvaccinatie. In totaal gaat het hierbij om € 98,8 miljoen. Voor de inhaalcampagne HPV is in 2021 € 64,6 miljoen beschikbaar.

Bijdrage aan Medeoverheden

Ziektepreventie

COVID-19Voor de vergoeding van de meerkosten die GGD'en en veiligheidsregio's als gevolg van de uitbraak van COVID-19 is € 359,2 miljoen beschikbaar.

3. Gezondheidsbevordering

Subsidies

Preventie van schadelijk middelengebruik (alcohol, drugs en tabak)

In 2021 worden diverse subsidies verstrekt voor activiteiten die gericht zijn op preventie van (schadelijk) alcohol-, tabaks- en drugsgebruik. In het kader van het Nationaal Preventieakkoord zijn maatregelen afgesproken voor een rookvrije generatie en het tegengaan van problematisch alcoholgebruik. Voor 2021 gaat het om projectsubsidies van circa € 10 miljoen en bij de instellingssubsidies gaat het in totaal om circa € 7 miljoen.

Een van de organisaties die uit deze middelen wordt gesubsidieerd is het Trimbos-instituut. Trimbos zet zich in om wetenschappelijk onderbouwde, onafhankelijke informatie te geven aan professionals en burgers. Voorbeelden zijn de uitvoering van de Nationale Drug Monitor (NDM), het Drugs Informatie en Monitoring Systeem (DIMS), het Nationaal Expertisecentrum Tabak (NET) en de infolijnen.

Gezonde leefstijl en gezond gewicht

De inzet op gezonde leefstijl, gezonde voeding en een gezond gewicht krijgt ook in 2021 extra aandacht via het Nationaal Preventieakkoord. Hierbij sluiten wij zo veel mogelijk aan bij effectieve en bestaande programmalijnen.

Er worden diverse subsidies verstrekt onder andere:

  • subsidie aan het Voedingscentrum om te voorzien in de juiste informatie over gezonde en veilige voeding voor burgers en professionals.

  • subsidie aan de Stichting Jongeren Op Gezond Gewicht (JOGG) om in gemeenten een gezonde(re) omgeving te creëren en in te zetten op een stijging van het aantal jongeren op een gezond gewicht. Hierbij werkt de stichting samen met diverse partijen: overheden, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties.

  • de brede programma’s Gezonde School en Gezonde Kinderopvang. Hierin worden in nauwe samenwerking met de ministeries van OCW, LNV en SZW de kinderen in voorschoolse voorzieningen, het basis- en voortgezet onderwijs en mbo gestimuleerd tot een gezonde leefstijl. Onderdeel daarvan is het streven dat alle schoolkantines beschikken over een gezond aanbod volgens de richtlijnen van het Voedingscentrum. Specifiek op het domein van voeding is een intensieve samenwerking met het programma Jong Leren Eten van het ministerie van LNV.

In totaal gaat het om € 23,5 miljoen.

Letselpreventie 

Voor letselpreventie is in 2021 € 4,4 miljoen beschikbaar voor onder andere een instellingssubsidie aan de Stichting VeiligheidNL voor het uitvoeren en monitoren van haar activiteiten die zijn gericht op letselpreventie. Zij doen dit door middel van het ontwikkelen van interventies en programma’s voor bijvoorbeeld jongeren en ouderen.

Bevordering van de seksuele gezondheid

In 2021 geven wij verdere uitwerking aan de voornemens die zijn opgenomen in de beleidsbrief seksuele gezondheid (Kamerstukken II 2018/19, 32 239, nr. 8). Het gaat hierbij om de voortzetting van het zevenpuntenplan onbedoelde zwangerschappen (Kamerstukken II 2017/18, 32279, nr. 123). Thema’s die in dit plan onder andere worden benoemd zijn: preventie op scholen, keuzehulpgesprekken, campagnes, kennisontwikkeling en specifiek beleid op hoogrisicogroepen.

Om de seksuele gezondheid te bevorderen worden subsidies verstrekt aan diverse instellingen die zich bezighouden met gezondheidsbevordering. Dit betreft onder andere FIOM, Rutgers, Soa-Aids Nederland, Stichting hiv-monitoring en de hiv-vereniging Nederland.

Tevens wordt soa-onderzoek, aanvullende seksuele gezondheidszorg, het aanbieden van hiv-remmers, Pre Expositie Profylaxe (PrEP) aan de hoogrisicogroep van mannen die seks hebben met mannen (MSM), gefinancierd. In totaal gaat het hierbij om € 61,3 miljoen.

Opdrachten

Gezondheidsbevordering

Er worden in 2021 diverse opdrachten verstrekt in het kader van gezondheidsbevordering (de medicatie voor de medische heroïnebehandeling), de preventie van alcohol, drugs en tabak, letselpreventie en gezonde leefstijl, gezonde voeding en een gezond gewicht.

De geraamde kosten voor de medicatie voor de medische heroïnebehan-deling zijn € 2,7 miljoen. Daarnaast is er € 3,5 miljoen beschikbaar voor de diverse opdrachten.

Bijdragen aan medeoverheden

Heroïnebehandeling op medisch voorschrift

Er wordt een financiële bijdrage van circa € 14 miljoen verstrekt aan gemeenten voor het binnen een gesloten systeem aanbieden van een behandeling van een beperkte groep langdurige opiaatverslaafden, waarbij naast methadon, medicinale heroïne wordt verstrekt.

4. Ethiek

Subsidies

Abortusklinieken

Sinds de inwerkingtreding van de Wet langdurige zorg vindt de subsidiëring van de abortusklinieken plaats via een subsidieregeling. In totaal gaat het hierbij om € 17,9 miljoen.

Medische Ethiek

Voor de uitvoering van de subsidieregeling Kunstmatige inseminatie met donorsemen (KID) is € 5 miljoen beschikbaar en voor de overige subsidieactiviteiten € 0,8 miljoen.

Bijdragen aan agentschappen

CIBG: Uitvoeringstaken medische ethiek

Het CIBG verzorgt het secretariaat van de stichting donorgegevens kunstmatige bevruchting. In totaal gaat het hierbij om € 2,2 miljoen.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO)

CCMO is een bij wet (Wet medisch-wetenschappelijk onderzoek met mensen en de Embryowet) ingestelde commissie en deze waarborgt de bescherming van proefpersonen betrokken bij medisch-wetenschappelijk onderzoek, via toetsing aan de daarvoor vastgestelde wettelijke bepalingen en met inachtneming van de voortgang van de medische wetenschap. Vanwege de implementatie van EU-verordening 536/2014 voor klinisch geneesmiddelenonderzoek krijgt de CCMO een aantal extra taken en bevoegdheden. De daarmee samenhangende middelen staan geraamd op artikel 10 onder Personele en materiële uitgaven SCP en raden.

Overige

De secretariaten van de regionale toetsingscommissies euthanasie en de beoordelingscommissie late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen zijn bij een uitvoeringseenheid van het Ministerie van VWS ondergebracht. De daarmee samenhangende middelen staan geraamd op artikel 10 onder Personele en materiële uitgaven kerndepartement.

Ontvangsten

In het kader van haar handhavingsbeleid schrijft de NVWA bestuurlijke boetes uit. Hieruit vloeien ontvangsten voort. Deze worden voor 2021 geraamd op € 5,3 miljoen. Verder worden ontvangsten geraamd als gevolg van in eerdere jaren te hoog verstrekte (subsidie)voorschotten (€ 8,6 miljoen).

8

Wet publieke gezondheid, art. 13, lid 1

Licence