Base description which applies to whole site

3.3 Artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning

Een stelsel voor maatschappelijke ondersteuning en langdurige zorg dat: 1. ieder mens in staat stelt om zijn leven zo lang mogelijk zelf in te vullen en 2. – wanneer dit nodig is – thuis of in een instelling kwalitatief goede ondersteuning en zorg biedt. Daarbij worden ondersteuning en zorg geboden aansluitend op informele vormen van hulp. De complexiteit van de zorgvraag en de weerbaarheid van de burger staan centraal bij het bieden van passende zorg. Er wordt gestreefd naar welbevinden en een afname van de afhankelijkheid van ondersteuning en zorg. Dit alles tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten.

De minister is verantwoordelijk voor een effectief en efficiënt werkend systeem van langdurige zorg en maatschappelijke ondersteuning in Nederland. Mensen die het nodig hebben moeten zorg op maat en van goede kwaliteit krijgen. Gemeenten dragen zorg voor de ondersteuning via de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Voor mensen met een blijvende behoefte aan permanent toezicht en die 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig hebben, is zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) beschikbaar. De minister is verantwoordelijk voor:

Stimuleren: en uitvoeren van betreffende wetten en vernieuwing in de maatschappelijke ondersteuning en de langdurige zorg. Stimuleren van de ontwikkeling en verspreiding van kennis en initiatieven om de kwaliteit en het innoverend vermogen van de ondersteuning en zorg te versterken.

Financieren: van de Wmo en Wlz, en van partijen die een belangrijke rol vervullen binnen het stelsel.

Regisseren: vaststellen van de wettelijke kaders, het houden van interbestuurlijk toezicht en monitoren en evalueren van de Wmo en Wlz.

Programma Eén tegen eenzaamheid

De doelstelling van het programma Eén tegen eenzaamheid is het signaleren en bespreekbaar maken alsmede het doorbreken en duurzaam aanpakken van eenzaamheid teneinde de trend van eenzaamheid onder ouderen te doorbreken. De lokale coalities bij gemeenten breiden zich verder uit en de ondersteuning daarvan zal met de adviseurs van het Centrum tegen eenzaamheid gericht zijn op het onderhouden van het netwerk. Het ministerie speelt hierbij een inspirerende rol. In juni 2021 komen de nieuwe cijfers van de gezondheidsmonitor waarmee inzichtelijk wordt wat de staat van eenzaamheid is per wijk, gemeente en op landelijk niveau. Met de praktijkkennis die is opgedaan zal worden bezien hoe lokaal beleid verder kan worden versterkt. Het actieprogramma loopt tot eind 2021 en zal dit jaar vooral ook gericht zijn op het borgen van kennis en het doorzetten van de gezamenlijke beweging op eenzaamheid. Onze inzet verschuift hiermee van agenderen naar het stimuleren van acties die helpen om de eenzaamheid te bestrijden.

Programma Onbeperkt meedoen

Het programma Onbeperkt meedoen geeft in de periode 2018–2021 een gerichte impuls aan de uitvoering van het VN-verdrag voor mensen met een handicap. Dit programma wordt samen met maatschappelijke organisaties, bedrijven, ministeries (OCW, SZW, BZK en I&W) en gemeenten uitgevoerd. 2021 is het laatste jaar van het programma. Een aantal activiteiten zal worden afgerond in 2021. Zo lopen de projecten van de VNG, waarmee een impuls wordt gegeven aan de lokale inclusie-agenda’s van gemeenten en de sectorplannen van VNO-NCW/MKB-Nederland voor toegankelijke winkelgebiden eind 2021 af. In 2021 zullen bij de Tweede Kamerverkiezingen de eerste resultaten zichtbaar worden van het Actieplan toegankelijk stemmen dat in maart 2020 is gelanceerd. Andere activiteiten, zoals de verbetering van de overgang van school naar werk, het werken aan inclusiever onderwijs, en ondersteuning van initiatieven die mensen helpen bij het reizen met het openbaar vervoer lopen ook in 2021 door. Door Nivel zijn er indicatoren gemaakt die inzicht geven in het programma en deze richten zich op drie clusters: 1. de feitelijke participatie van mensen op negen domeinen, 2. in welke mate mensen de mogelijkheid hebben om te participeren zoals zij dat willen en zoals dat bij hen past en 3. de participatie op onderdelen van het leven die voor mensen zelf belangrijk zijn.

Actieagenda schadelijke Praktijken

Binnen het programma Geweld hoort nergens thuis wordt gewerkt aan verbeteringen rondom de vrouwenopvang, Veilig Thuis, ouderenmishandeling en partnergeweld. Een nadere uitwerking van dit programma is de actieagenda Schadelijke Praktijken, die op 18 februari 2020 door de minister van VWS en de minister voor Rechtsbescherming, mede namens de ministers van SZW, OCW en Buitenlandse Zaken, aangeboden is aan de Tweede Kamer. Binnen dit progamma is VWS opdrachtgever voor het doen van onderzoek. In de actieagenda zijn maatregelen opgenomen voor het eerder en beter in beeld brengen en het stoppen en duurzaam oplossen van vrouwelijke genitale verminking, huwelijksdwang en achterlating en eergerelateerd geweld. Een voorbeeld daarvan is een maatregel om het uitvoeren van maagdenvlieshersteloperaties te stoppen. Voor de uitvoering van de actieagenda is € 10 miljoen beschikbaar gesteld aan gemeenten voor de jaren 2020 en 2021.

Opvolging commissie Dannenberg

Met de meerjarenagenda beschermd wonen en maatschappelijke opvang worden partijen op lokaal en regionaal niveau ondersteund bij het realiseren van een versnelling in de implementatie van het advies van de commissie Dannenberg. Kern van dit advies in dat gemeenten en partijen toewerken naar sociale inclusie. Dit houdt in dat begeleiding en ondersteuning zoveel mogelijk in gewone woningen en wijken, in de eigen sociale omgeving van mensen, moet gebeuren en gericht moet zijn op herstel. Conform het advies van de commissie Dannenberg worden alle gemeenten verantwoordelijk voor beschermd wonen. Deze zogenoemde doordecentralisatie vindt stapsgewijs plaats. In 2022 wordt een deel van de middelen voor het eerst objectief verdeeld.

Aanpak dakloosheid

De brede aanpak van dak- en thuisloosheid en het Actieprogramma Dak- en Thuisloze Jongeren vormen een nadere uitwerking van de meerjarenagenda ten aanzien van dakloosheid. Het Actieprogramma Dak- en Thuisloze Jongeren richt zich daarbij op een specifieke groep dakloze mensen (namelijk de jongeren van 18-27 jaar). Met de brede aanpak dak- en thuisloosheid wordt in de periode medio 2020–2021 extra ingezet op een forse vermindering van het huidige aantal dak- en thuisloze mensen. De aanpak is erop gericht om dak- en thuisloosheid zoveel mogelijk te voorkomen en om dak- en thuisloze mensen zo snel mogelijk toe te leiden naar een passende woonplek met maatwerk begeleiding. De gezamenlijke ambitie is dat uiterlijk eind 2021, 10.000 extra woonplekken zijn gerealiseerd voor dak- en thuisloze mensen. In de tweede helft van 2020 starten 21 van de 43 centrumgemeenten maatschappelijke opvang en beschermd wonen met het nemen van extra maatregelen. De verwachting is dat in 2021 de overige 22 centrumgemeenten starten met de uitvoering van hun regionale plannen. Voor de uitvoering van de plannen stelt het kabinet tot eind 2021, € 200 miljoen extra ter beschikking (Kamerstukken II 2019/20, 29325, nr. 119). Gemeenten worden verder vanuit het Rijk ondersteund op het gebied van preventie (o.a. aanpak van schulden), vernieuwing van de opvang en wonen met begeleiding. Het ondersteuningsaanbod bestaat o.a. uit een Preventie Alliantie en een Platform Woonplek dat publieke en private samenwerking stimuleert. Om de regionale samenwerking te stimuleren, ontvangen regiogemeenten ook financiële middelen voor de brede aanpak van dak- en thuisloosheid.

Het actieprogramma Dak- en Thuisloze Jongeren (Kamerstukken II 2018/19, 29325, nr. 97) beoogt in de periode 2019–2021 een forse vermindering van het huidige aantal dak- en thuisloze jongeren en het voorkomen van nieuwe instroom. Het uitgangspunt is dat elke dak- en thuisloze jongere er één te veel is. In veertien gemeenten lopen pilots waarbij wordt gestreefd naar 100% terugdringing. Deze zijn door VWS geïnitieerd. Succesvolle acties worden gebundeld, zodat alle gemeenten in staat worden gesteld van de opgedane lessen te leren en zelf toe te passen. Daarnaast wordt maatwerk advisering geboden aan gemeenten ten aanzien van de terugdringing van dak- en thuisloosheid onder jongeren en worden verschillende type stakeholders gestimuleerd om bij te dragen aan het gezamenlijk werken aan betere ondersteuning van en hulp aan deze jongeren. VWS heeft hier vooral een coördinerene en initiërende rol.

Toegang tot de Wlz voor mensen met een psychische stoornis.

In juli 2019 heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel Toegang tot de Wlz voor mensen met een psychische stoornis aanvaard11. Conform de eerdere verwachting zullen ca. 9.000 cliënten vanuit de Wmo en Zvw op 1 januari 2021 overgaan naar de Wlz.

In 2021 zal het accent liggen op de monitoring van de uitkomsten van het implementatieproces met CIZ, Zorgaanbieders en ZN. Hierbij wordt bezien of de overgang voor de cliënten adequaat is verlopen. Het gaat hierbij om het aantal cliënten dat daadwerkelijk is overgegaan (indicatiebesluiten CIZ) en de contracten die zijn afgesloten tussen zorgaanbieders en zorgkantoren. Ook zal worden bezien of het conform de doelstelling is gelukt om te voorkomen dat cliënten moeten verhuizen.

Wachtlijsten verpleeghuizen

Vanaf 2019 is er sprake van een toenemende groei van het aantal cliënten dat op en wachtlijst staat om in een verpleeghuis terecht te kunnen. In het voorjaar van 2020 heeft de Tweede Kamer aangedrongen op een concrete aanpak van de wachtlijstproblematiek. In reactie daarop is door de Minister van VWS een actieplan opgesteld en zijn door ZN, Actiz, NZa, CIZ, Zorginstituut en TNO, acties in gang gezet. In de zomer van 2020 is de Tweede Kamer geïnformeerd over de voortgang van deze acties.

Eind 2020 zijn ook de regioplannen per zorgkantoor gereed en zal op basis van de aangepaste wachtlijstregistratie de zorgbemiddeling meer gericht worden ingezet door de zorgkantoren en de zorgaanbieders. Tevens kan in 2021 een verbinding worden gelegd met de activiteiten van de Taskforce wonen en zorg. De Taskforce ondersteunt gemeenten bij het formuleren van een lokale visie op wonen en zorg voor ouderen en het maken van afspraken om te kunnen voldoen aan de ondersteuningsvraag op het gebied van wonen en zorg van ouderen op de middellange termijn. Hierdoor kan capaciteit van verpleeghuizen op de middellange termijn worden vergroot en kan de omvang van de wachtlijst verpleeghuizen worden beperkt.

Dementie

In 2021 maken we een start met de uitvoering van de Nationale Dementiestrategie 2021-203012, de opvolger van het Deltaplan Dementie13. Onderdeel van deze strategie is wetenschappelijk onderzoek, met als ultiem doel een wereld zonder dementie. Om dit ultieme doel te bereiken willen we de komende jaren duidelijke stappen zetten op weg naar mogelijkheden om het risico op dementie te verminderen en werken aan behandeling en genezing van verschillende vormen van dementie. Daarnaast willen we met onderzoek een bijdrage leveren aan missie IV van de topsector LSH14: in 2030 is de kwaliteit van leven van mensen met dementie met 25% toegenomen.

ZonMw gaat, in vervolg op het onderzoeksprogramma Memorabel15, van 2021 tot 2030 een dementieonderzoeksprogramma uitvoeren. Dit programma gaat meer focus en synergie binnen het dementieonderzoek realiseren. Dit bereiken we onder andere door baanbrekend onderzoek te financieren van topcentra die zich de afgelopen jaren hebben gespecialiseerd. En door het financieren van consortia waarin diverse disciplines samenwerken. Dit onderzoeksprogramma werkt nauw samen met de nog nader vorm te geven andere onderdelen van de dementiestrategie die gericht zijn op meedoen in de samenleving en verbetering van ondersteuning en zorg.

Voor het onderzoek is in 2021 € 10 miljoen beschikbaar. Dit bedrag zal met € 2 miljoen per jaar stijgen tot een jaarlijks bedrag van € 16 miljoen vanaf 2024.

Tabel 14 Tabel Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

8.287.933

6.831.340

11.513.176

13.907.003

14.921.941

16.195.912

16.807.514

        

Uitgaven

6.110.787

10.162.314

11.389.116

13.739.543

14.921.941

16.195.912

17.314.614

waarvan juridisch verplicht

  

99,9%

    
        

1. Participatie en zelfredzaamheid van mensen met beperkingen

       

Subsidies (regelingen)

38.092

170.310

56.253

37.316

26.289

22.693

20.687

Toegang tot zorg en ondersteuning

0

12.737

13.780

5.425

5.413

5.405

3.403

Passende zorg en levensbrede ondersteuning

0

45.927

23.448

14.218

7.836

4.221

4.220

Inclusieve samenleving

0

14.014

6.236

5.419

5.022

4.941

4.940

Kennis en informatiebeleid

0

9.665

10.974

9.916

7.494

7.483

7.481

Overige

38.092

87.967

1.815

2.338

524

643

643

Opdrachten

80.829

87.313

85.771

82.391

82.153

82.261

84.298

Bovenregionaal gehandicaptenvervoer

63.679

60.193

61.204

60.724

60.600

60.512

60.499

Toegang tot zorg en ondersteuning

0

809

1.780

1.751

1.738

1.729

1.728

Passende zorg en levensbrede ondersteuning

0

5.303

3.005

1.442

951

950

949

Inclusiviteit

0

9.153

5.076

5.249

4.732

4.890

4.889

Kennis, informatie en innovatiebeleid

0

1.525

1.525

1.525

1.525

1.525

1.525

Aanbesteden Sociaal Domein

0

3.316

3.495

0

0

0

0

Overige

17.150

7.014

9.686

11.700

12.607

12.655

14.708

Bijdrage aan agentschappen

0

4.256

4.300

4.300

4.300

4.300

4.300

Overige

0

4.256

4.300

4.300

4.300

4.300

4.300

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

7.531

13.737

13.714

12.826

12.799

12.781

12.777

Doventolkvoorzieningen

7.531

13.737

13.714

12.826

12.799

12.781

12.777

Bijdrage aan medeoverheden

0

0

0

0

0

0

0

Overige

0

0

0

0

0

0

0

Storting/onttrekking begrotingsreserve

28.400

28.634

29.108

0

0

0

0

Stimulerings regeling wonen en zorg

28.400

28.634

29.108

0

0

0

0

        

2. Zorgdragen voor langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten

       

Subsidies (regelingen)

129.876

117.744

168.589

161.522

117.222

122.090

128.967

Zorg merkbaar beter maken

89.563

53.531

84.254

83.693

58.285

61.350

67.552

Kennis, informatie en innovatiebeleid

2.167

22.015

41.013

32.637

13.236

13.539

14.214

Palliatieve zorg en ondersteuning

38.146

42.198

43.322

45.192

45.701

47.201

47.201

Overige

0

0

0

0

0

0

0

Bekostiging

5.660.000

9.566.500

10.889.200

13.339.200

14.576.300

15.847.900

16.959.100

Bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK)

3.710.000

3.666.500

4.039.200

4.139.200

4.226.300

4.347.900

4.459.100

Bijdrage Wlz

1.950.000

5.900.000

6.850.000

9.200.000

10.350.000

11.500.000

12.500.000

Opdrachten

35.051

39.773

18.132

8.996

8.943

8.545

8.543

Zorgdragen voor langdurige zorg

35.051

39.773

18.132

8.996

8.943

8.545

8.543

Overige

0

0

0

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

244

500

0

0

0

0

0

Overige

244

500

0

0

0

0

0

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

130.764

133.547

124.049

92.992

93.935

95.342

95.942

Uitvoeringskosten Sociale Verzekerings Bank

44.264

36.086

32.296

1.649

1.364

1.339

0

Uitvoeringskosten Centrum Indicatiestelling Zorg

86.500

97.461

91.753

91.343

92.571

94.003

95.942

        

Ontvangsten

9.577

5.691

5.691

5.691

5.691

5.691

5.691

Overige

9.577

5.691

5.691

5.691

5.691

5.691

5.691

Budgetflexibiliteit

Subsidies

Van het beschikbare budget van € 224,8 miljoen is 99,4% juridisch verplicht.

Bekostiging

Van het beschikbare budget van € 11,5 miljard is 100% juridisch verplicht.

Opdrachten

Van het beschikbare budget van € 103,9 miljoen is 93% reeds juridisch verplicht.

Bijdrage aan agentschappen

Van het beschikbare budget van € 4,3 miljoen is 100% juridisch verplicht.

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

Van het beschikbare budget van € 137,7 miljoen is 100% juridisch verplicht.

1. Participatie en zelfredzaamheid van mensen met beperkingen

Kengetal: De participatie van mensen met een lichamelijke beperking, lichte of matige verstandelijke beperking, ouderen (≥ 65 jaar) en de algemene bevolking in 2019 (percentages)

*< 65 jaar. Bij mensen met een verstandelijke beperking gaat het om (on)betaald werk, zowel 65-plus als 65-min.

Bron: notitie NIVEL Participatiecijfers 2009 ‒ 2019

Bovenstaand kengetal geeft inzicht in de participatie van mensen met beperkingen, ouderen en de algemene bevolking op negen deelgebieden in 2019 op basis van de notitie NIVEL Participatiecijfers 2009–2019.

Kernbevindingen participatie 2009-2019

  • De afgelopen 10 jaar laten zien dat de participatie stabiel is van mensen met een lichamelijke beperking of een verstandelijke beperking en van ouderen. De participatie van de algemene bevolking is afgenomen in deze periode.

  • Mensen met een matige verstandelijke of ernstige lichamelijke beperking participeren in de periode 2009-2019 minder dan mensen met een minder ernstige beperking.

  • Hoewel de participatie van de totale groep mensen met een lichamelijke beperking niet is veranderd in de periode 2009-2019, is er wel een afname in de participatie van mensen met een lichamelijke beperking in de leeftijd van 15-39 jaar. Er is geen afname in participatie in de algemene bevolking in dezelfde leeftijdsgroep. Dit is een indicatie dat de kloof tussen jongeren met en zonder beperking groter wordt.

  • In bijna alle jaren participeren mannen met een lichamelijke beperking minder dan vrouwen. Ook gaan mannen niet mee in de stijgende trend in het doen van vrijwilligerswerk en het bezoeken van uitgaansgelegenheden die we wel bij vrouwen met een lichamelijke beperking zien.

  • Het percentage mensen met een verstandelijke beperking dat naar een dagactiviteitencentrum gaat is tussen 2009 en 2019 toegenomen.

  • In de periode 2009-2019 zijn meer mensen met een lichamelijke beperking en meer ouderen uitgaansgelegenheden gaan bezoeken en zijn minder mensen gaan deelnemen aan verenigingsactiviteiten. Deze ontwikkelingen zijn ook te zien bij de algemene bevolking.

  • Mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking participeerden in 2019 op alle gebieden minder dan de algemene bevolking, met name op het gebied van betaald werk.

  • De participatie van ouderen (≥ 65 jaar) is in 2019 vergelijkbaar met die van de algemene bevolking.

Subsidies

Toegang tot zorg en ondersteuning

Deze post van € 13,8 miljoen bestaat uit subsidies voor onafhankelijke cliëntondersteuning, gratis Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) en de Landelijke Luisterlijn (voorheen: dove tolkvoorziening en luisterend oor).

In juli 2018 is de aanpak cliëntondersteuning 2018–2021 naar de Tweede Kamer gestuurd (Kamerstukken II 2017/18, 31476, nr. 22). De aanpak richt zich via verschillende activiteiten op de volgende opgaven (a) meer inzicht krijgen in de behoefte naar cliëntondersteuning, (b) het dichtbij organiseren van cliëntondersteuning, (c) het beter bekend maken onder cliënten en professionals van dit gratis recht, (d) het bevorderen van kwaliteit en deskundigheid van de ondersteuning, in bijzonder waar het gaat om specifieke groepen om deze beter te bedienen. Hiervoor is in 2021 € 8,1 miljoen beschikbaar.

Voor het verstrekken van een gratis VOG is in 2021 totaal € 7 miljoen beschikbaar, voor opdrachten en subsidies € 2,7 miljoen en voor bijdrage aan agentschappen € 4,3 miljoen. In het regeerakkoord is als ambitie opgenomen dat alle vrijwilligers, die werken met mensen in een afhankelijkheidssituatie, gratis een VOG kunnen aanvragen.

Het doel van de Landelijke Luisterlijn is dat personen in 2021 op ieder moment van de dag kosteloos en anoniem een telefonisch of elektronisch gesprek kunnen voeren over hun persoonlijke situatie en daarover advies kunnen krijgen. De functie van een luisterend oor is gecentraliseerd om dit voor iedereen mogelijk te maken. De Landelijke Luisterlijn voert de functie van het luisterend oor in Nederland al geruime tijd uit. In 2020 is € 5,2 miljoen beschikbaar ten behoeve van de financiering van de Landelijke luisterlijn.

Passende zorg en levensbrede ondersteuning

Deze post bestaat uit subsidie voor MantelzorgNL, brede aanpak LVB, daklozen en zwerfjongeren, Stimulering e-health thuis, actieprogramma Schadelijke praktijken en opvang mensenhandel.

Voor MantelzorgNL is in 2021 een budget voor instellingssubsidie beschikbaar van € 2,5 miljoen vanwege hun kennis en activiteiten gericht op het versterken en verlichten van mantelzorgers en vrijwilligers. In het Regeerakkoord zijn middelen beschikbaar gesteld voor mensen met een lichtverstandelijke beperking (LVB) die steeds moeilijker aansluiting vinden in onze samenleving. In dit onderzoek is levensbreed gekeken naar de ondersteuning van mensen met een LVB. Mensen met een LVB waren betrokken bij het onderzoek. In 2021 is € 0,4 miljoen beschikbaar. Voor subsidies is € 0,9 miljoen beschikbaar. Tevens is er € 2,5 miljoen beschikbaar voor de actieagenda Schadelijke Traditionele Praktijken In de agenda zijn maatregelen opgenomen om vrouwelijke genitale verminking, huwelijksdwang en eergerelateerd geweld eerder en beter in beeld te krijgen of te stoppen en duurzaam op te lossen. Vanaf 2021 zal worden bezien hoe de expertise voor schadelijke traditionele praktijken kan worden gebundeld.

De nieuwe Stimuleringsregeling E-health Thuis (SET) geeft een impuls aan de opschaling en borging van e-health-toepassingen die mensen thuis ondersteuning en zorg bieden. Het gaat hierbij om digitale toepassingen die de kwaliteit van leven van mensen met een zorg- of ondersteuningsvraag verbeteren, die door de cliënt (of door zijn naasten) kan worden bediend dan wel (deels) in zijn directe omgeving wordt geplaatst. De ambitie van VWS is dat cliënten mede door het beschikbaar zijn en gebruik van e-health langer thuis kunnen blijven wonen. In 2021 is € 19,6 miljoen beschikbaar.

Inclusieve samenleving

De middelen voor de programma’s onbeperkt meedoen en waardig ouder vallen onder deze post van in totaal € 11,4 miljoen (voor opdrachten en subsidies). Voor het programma onbeperkt meedoen is in 2021 € 3,2 miljoen beschikbaar en voor de Programma Eén tegen eenzaamheid en Langer thuis is in 2021 € 8,2 miljoen beschikbaar.

Kennis, informatie en innovatiebeleid

Deze post van € 10 miljoen bestaat uit de subsidies voor Movisie en de sociale werkplaatsen.

Voor het kennisinstituut Movisie is een subsidie budget van € 7,7 miljoen beschikbaar voor het verzamelen, verrijken, valideren en verspreiden van kennis voor de ondersteuning van gemeenten en instellingen ten behoeve van een adequate uitvoering van de Wmo 2015 en aanpalende terreinen. Voor 2021 is aan de verschillende Werkplaatsen Sociaal Domein € 3 miljoen gesubsidieerd. Dit zijn regionale samenwerkingsverbanden van gemeenten, instellingen, hogescholen en cliëntorganisaties, met als doel een goed functionerend en vraag gestuurd regionaal kennisnetwerk sociaal domein, waarin wordt gewerkt op basis van een door de betrokken partijen gedragen meerjarige kennisagenda.

Opdrachten

Bovenregionaal gehandicaptenvervoer (BRV)

Mensen met een mobiliteitsbeperking kunnen gebruik maken van het bovenregionaal sociaalrecreatief vervoer (ook bekend als Valys) per (deel)taxi (€ 61,2 miljoen in 2021). Over het geheel genomen geven de pashouders het reizen met het BRV een hoog waarderingscijfer (zie onderstaand overzicht).

Kengetal: Over het geheel genomen geven de pashouders het reizen met het BRV een hoog waarderingscijfer.

Passende zorg en levensbrede ondersteuning

Met het actieprogramma Dak- en Thuisloze Jongeren (Kamerstukken II 2018/19, 29325, nr. 97) wordt in de periode 2020–2021 extra ingezet op een forse vermindering van het huidige aantal dak- en thuisloze jongeren en op voorkoming van nieuwe instroom. Voor opdrachten is € 1,6 miljoen beschikbaar. Tevens is voor de opvang van slachtoffers van mensenhandel in 2021 € 1,2 miljoen beschikbaar. Voor het beleid Geweld in afhankelijksheidsrelaties wordt het programma landelijk Netwerk Veilig Thuis en de publiekscampagne Veilig Thuis voortgezet. Hiervoor is € 3 miljoen beschikbaar.

Inclusieve samenleving

De middelen voor de programma’s onbeperkt meedoen en waardig ouder vallen onder deze post van in totaal € 11,4 miljoen (voor opdrachten en subsidies). Voor het programma onbeperkt meedoen is in 2021 € 3,2 miljoen beschikbaar en voor de Programma Eén tegen eenzaamheid en Langer thuis is in 2021 € 8,2 miljoen beschikbaar.

Programma Inkoop en Aanbesteden Sociaal Domein

Voor het programma Inkoop en Aanbesteden Sociaal Domein (Kamerstukken II 2019/20, 34 477, nr. 67) is in 2021 een budget beschikbaar van € 3,5 miljoen. Dit programma bestaat uit een nationaal ondersteuningsprogramma dat gemeenten en (zorg)aanbieders ondersteunt bij de inkoop in het sociaal domein zowel algemeen als met aanbod op maat, en de Europa Strategie met als hoofddoelen een evaluatie, die mogelijk leidt tot een aanpassing van de Europese aanbestedingsrichtlijn.

Nationaal ondersteuningsprogramma

Er is ongeveer € 1 miljoen beschikbaar voor de subsidie voor het inhuren van regio-adviseurs voor het gezamenlijke regioteam en bemensen van de helpdesk. Daarnaast worden onder andere opdrachten voor opleidingen (bijv. basisleergang Wmo 2015 en basisopleiding aanbieders, totaal ongeveer € 0,8 miljoen), uitvoering vertrouwelijke reviews van vraag van een gemeente (ongeveer € 0,4 miljoen, op basis van huidige opdracht 2020), handreikingen en andere producten vanuit de verschillende werkgroepen (bijv. dialoog, kwaliteit en transformatie, ongeveer € 0,3 miljoen), job rotation (ongeveer € 0,03 miljoen) en procesbegeleiding (ongeveer € 0,3 miljoen) uitgevoerd.

Wetgeving

In het kader van het wetsvoorstel maatschappelijk verantwoord inkopen Jeugdwet en Wmo2015 worden pilots georganiseerd met nieuwe wijzen van inkopen en in samenwerking met experts een handreiking ontwikkeld (ongeveer € 0,15 miljoen).

Europa Strategie

Er is ongeveer € 0,05 miljoen voor de Europa Strategie beschikbaar voor opleveren en implementeren van een strategiedocument in periode 2020/2021. Tot slot is ongeveer € 0,1 miljoen beschikbaar voor diverse opdrachten voor ondersteuning van de Europa Strategie.

Bijdragen aan agentschappen

Voor het verstrekken van een gratis VOG is in 2021 totaal € 7 miljoen beschikbaar (voor opdrachten en subsidies € 2,7 miljoen en voor bijdrage aan agentschappen € 4,3 miljoen). Voor de uitvoering van de regeling Gratis VOG is in 2021 € 4,3 miljoen beschikbaar voor de dienst Justis en het CIBG.

Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s

Doventolkvoorziening

De tolkvoorziening voor mensen met een auditieve beperking wordt in het leefdomein geregeld door Tolkcontact. Mensen met een auditieve beperking hebben recht op 30 uur tolk in het leefdomein per jaar, voor bijvoorbeeld begrafenissen of doktersbezoek. Aanvullend kunnen meeruren worden aangevraagd. Voor mensen die daarbij ook een visuele beperking hebben, geldt het recht op 168 uur per jaar. Het UWV is aangewezen als uitvoerder van de voorziening. In 2021 is voor de doventolkvoorziening € 12,7 miljoen beschikbaar.

Dak-thuislozen jongeren

Op dit instrument is € 1 miljoen beschikbaar voor het actieprogramma Dak- en thuislozen jongeren (Kamerstukken II 2018/19, 29325, nr. 97).

Storting/onttrekking begrotingsreserve

Stimuleringsregeling wonen en zorg

Om nieuwe woonzorginitiatieven te ontwikkelen kan gebruik gemaakt worden van de stimuleringsregeling wonen en zorg, speciaal voor vernieuwende huisvesting. Hiervoor is in 2021 € 29,1 miljoen beschikbaar.

2. Zorgdragen voor langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten

Subsidies

Zorg merkbaar beter maken

Kwetsbare ouderen, mensen met een handicap en mensen met een psychische aandoening die 24 uur per dag zorg en toezicht nodig hebben, krijgen dat op basis van de Wet langdurige zorg. Het CIZ bepaalt door middel van een indicatiestelling of iemand recht heeft op zorg. Op het moment dat mensen een indicatie voor langdurige zorg hebben is het belangrijk dat deze zorg van hoge kwaliteit is. Het kabinet streeft er naar deze zorg merkbaar beter te maken. Hiervoor is in totaal € 79,6 miljoen beschikbaar. De speerpunten zijn de ouderenzorg en gehandicaptenzorg. Voor ouderen (samen met hun naasten) die naar een verpleeghuis verhuizen, is het belangrijk dat zij weten wat ze van een verpleeghuis mogen verwachten. Er moet meer tijd en aandacht voor de bewoners zijn, er moeten voldoende gemotiveerde en deskundige zorgverleners op de vloer werken, die blijvend leren, verbeteren en innoveren. Het Zorginstituut Nederland heeft in 2017 voor dit doel het kwaliteitskader verpleeghuiszorg opgesteld. Om de verpleeghuizen te ondersteunen bij de implementatie hiervan is in april 2018 het programma Thuis in het Verpleeghuis – Waardigheid en Trots op elke locatie gepresenteerd. Hiervoor is € 32,5 miljoen beschikbaar.

Voor mensen met een beperking en een intensieve zorgvraag (en hun naasten) is het extra belangrijk dat de zorg van hoge kwaliteit is. Hun gevoel van afhankelijkheid zal door goede zorg verminderen en ze zullen meer kwaliteit van leven ervaren. Ter verbetering van deze zorg is in 2018 het programma Volwaardig Leven opgesteld. Hiervoor is in 2021 € 17 miljoen beschikbaar. Voor expertise over ernstig probleemgedrag kunnen zorgverleners terecht bij het CCE. Zij richt zich op de meest complexe zorgvragen bij deze groep, waarbij de zorgverleners vastlopen en de kwaliteit van bestaan van de cliënt ernstig onder druk staat. Met deze expertise krijgen zorgaanbieders meer zicht hoe ze probleemgedrag kunnen voorkomen. Hier is € 15,1 miljoen voor beschikbaar. Daarnaast wordt onder andere ingezet op dementie, antibioticaresistentie, het terugdringen van de administratieve lasten, het Groninger zorgakkoord, de Wet zorg en dwang, de hersenletselteams en de inzet van vrijwillige mentoren bij kwetsbare cliënten (totaal € 15 miljoen).

Kennis, informatie en innovatiebeleid

Kennis, informatie en innovatiebeleid moet uiteindelijk leiden tot juiste, passende en efficiënte zorg. In 2021 is hiervoor € 41 miljoen beschikbaar. Het doel is om de kwaliteit van de geboden zorg te verbeteren door continu het kennisniveau bij zorgverleners en cliënten te vergroten. Tevens investeert het kabinet in wetenschappelijk onderzoek in langdurige zorg. ZonMw ontvangt hiervoor jaarlijks een bijdrage. Deze financieringsstroom loopt via artikel 1. Digitale gegevensuitwisseling tussen cliënt en zorgprofessional, zorgprofessionals onderling moet veilig en eenduidig plaatsvinden. Mensen moeten er op kunnen vertrouwen dat partijen in de zorgketen zorgvuldig omgaan met hun gegevens. Om dit te kunnen realiseren, moeten zorginstellingen hun ICT-infrastructuur en de technologie van hun systemen aanpassen. InZicht is de stimuleringsregeling uit het kennis, informatie en innovatiebeleid die dit mogelijk maakt voor de langdurige zorg. Hiervoor is in 2021 € 27,2 miljoen beschikbaar.

Palliatieve zorg en ondersteuning

Voor mensen die door ziekte en kwetsbaarheid in hun laatste levensfase verkeren is palliatieve zorg voorhanden. Deze zorg is gericht op de verlichting en het verzachten van de ervaren pijn, psychische hulp of thuiszorg. Het kabinet ondersteunt vrijwilligers en netwerken die deze zorg verlenen met subsidie. Voor mensen die in deze fase ook behoefte hebben aan geestelijke verzorging is in 2021 ondersteuning beschikbaar. In totaal is in 2021 € 43,3 miljoen beschikbaar.

Bekostiging

Bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK)

De BIKK is een rijksbijdrage die is ingesteld bij de invoering van het nieuwe belastingstelsel in 2001. Bij die belastingherziening werden aftrekposten (die de heffing drukte over de hoogste schijf waaronder een belastingplichtige viel) omgezet in heffingskortingen (die bij iedereen neerslaan in de eerste schijf). Hierdoor hebben personen met hoge inkomens geen voordeel boven personen met lage inkomens. Het gevolg hiervan was dat de opbrengst van de premies volksverzekeringen daalde. Het Wlz fonds (en het AOW-fonds en het ANW-fonds) compenseert voor deze systematiekverandering. De raming voor 2021 bedraagt circa € 3,9 miljard.

Bijdrage Wlz

Met ingang van 2019 wordt het (verwachte) negatieve saldo van het Fonds Langdurige Zorg (FLZ) jaarlijks weggewerkt door een even grote Rijksbijdrage Wlz in het fonds te storten. Een negatief saldo roept het onbedoelde en onjuiste beeld op dat er onvoldoende budget is om zorg te leveren. De Rijksbijdrage heeft een puur administratief karakter en dus geen materiële betekenis. De raming voor 2021 bedraagt € 3,7 miljard en loopt in latere jaren op vanwege de stijging van de Wlz-uitgaven, waar slechts een kleinere toename van de Wlz-ontvangsten tegenover staat. Zie voorts paragraaf 6.3.2 van het Financieel Beeld Zorg over de financiering van de Wet Langdurige Zorg.

Opdrachten

Zorgdragen voor langdurige zorg

Voor opdrachten is in 2021 € 18,1 miljoen beschikbaar. Hieronder vallen onder meer kosten voor de eerdergenoemde programma’s, Volwaardig Leven, de stimuleringsregeling InZicht en het beheer en de doorontwikkeling van het PGB2.0-systeem.

Bijdrage ZBO’s/RWT’s

Uitvoeringskosten Centrum Indicatiestelling Zorg

De toegang tot de zorg moet goed en onafhankelijk georganiseerd zijn. Het CIZ heeft de opdracht om te beoordelen of iemand in aanmerking komt voor deze zorg via de indicatiestelling. Het kabinet stelt € 91,5 miljoen beschikbaar voor deze taakuitvoering.

Uitvoeringskosten Sociale Verzekeringsbank

Onderdeel van het PGB2.0-systeem is het Financieel domein dat ontwikkeld en beheerd wordt door de SVB. Daarnaast worden er uitvoeringskosten gemaakt voor het Zvw-pgb. Voor 2021 is hiervoor in totaal € 6,5 miljoen beschikbaar.

11

Kamerstuk 35 146; Handelingen II 2018/19, nr. 100, item 30

12

Kamerstukken II 2019/20, 25 424, nr. 491

13

Kamerstukken II 2012/13, 25 424, nr. 203

14

Kamerstukken II 2019/20, 33 009, nr. 81

Licence