Base description which applies to whole site

3.3 Artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning

Een stelsel voor maatschappelijke ondersteuning en langdurige zorg dat: 1. ieder mens in staat stelt om zijn leven zo lang mogelijk zelf in te vullen en 2. – wanneer dit nodig is – thuis of in een instelling kwalitatief goede ondersteuning en zorg biedt. Daarbij worden ondersteuning en zorg geboden aansluitend op informele vormen van hulp. De complexiteit van de zorgvraag en de weerbaarheid van de burger staan centraal bij het bieden van passende zorg. Er wordt gestreefd naar welbevinden en een afname van de afhankelijkheid van ondersteuning en zorg. Dit alles tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten.

Tabel 38 Goed ervaren gezondheid 75 en ouder1

(zeer) goed ervaren gezondheid

2010

2011

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Leeftijd 75 jaar of ouder

50,1

48,9

51,4

50,8

52,7

53,2

57

59,2

57,3

55,1

64,1

62,9

55,6

1

Tabel 39 Wlz zorg in percentages1

Wlz zorg in percentages

       

Aandeel mensen met wlz zorg

1,72

1,73

1,71

1,73

1,78

1,8

1,95

Aandeel mensen met wlz zorg zonder verblijf

1,23

1,2

1,17

1,18

1,18

1,16

1,23

aandeel mensen met wlz zorg met verblijf

0,05

0,05

0,06

0,07

0,08

0,08

0,1

1

De minister is verantwoordelijk voor een effectief en efficiënt werkend systeem van langdurige zorg en maatschappelijke ondersteuning in Nederland.

Mensen die zorg en ondersteuning nodig hebben, dienen dit of thuis of in een instelling op maat en van een goede kwaliteit te krijgen. Gemeenten dragen zorg voor de ondersteuning via de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015).

Voor mensen met een blijvende behoefte aan permanent toezicht en die 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig hebben, is zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) beschikbaar. Zorgkantoren sluiten namens Wlz-uitvoerders overeenkomsten met zorgaanbieders voor het leveren van verzekerde zorg. Het kan onder andere gaan om verblijf in een instelling, persoonlijke verzorging en verpleging en/of geneeskundige zorg in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget.

De minister is verantwoordelijk voor:

Stimuleren:

  • en aanjagen van een adequate uitvoering van betreffende wetten en vernieuwing in de maatschappelijk ondersteuning en de langdurige zorg. Vernieuwing wordt hoofdzakelijk door burgers, cliëntenorganisaties, gemeenten, zorg- en welzijnsaanbieders en zorgverzekeraars vormgegeven.

  • van de ontwikkeling en verspreiding van kennis, waaronder goede voorbeelden en innovaties op het gebied van maatschappelijke ondersteuning en langdurige zorg en initiatieven om de kwaliteit en het innoverend vermogen van de ondersteuning en zorg te versterken.

Financieren:

  • van de Wmo 2015 en de Wlz.

  • van partijen die een belangrijke rol vervullen binnen het stelsel.

Regisseren:

  • vaststellen van de wettelijke kaders van de Wmo 2015 en de Wlz en sturen door het maken van bestuurlijke afspraken en door gebruik te maken van de bevoegdheid van interbestuurlijk toezicht.

  • monitoren en evalueren van de werking van de Wmo 2015 en de Wlz.

Wonen Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO)

Medio 2022 is het beleidsprogramma WOZO aan de Tweede Kamer aangeboden (Kamerstukken II 2021/22, 29389, nr. 111). Inmiddels hebben 35 partijen zich aangesloten bij het WOZO-programma en is er met enkele daarvan een regiegroep gevormd. De beleidsmaatregelen in WOZO zijn verdeeld over vijf actielijnen. In de voortgangsbrief van 3 juli 2023 (kamerstukken II 2022/23, 29389, nr 117) is de Tweede Kamer geïnformeerd over de laatste stand van zaken. In 2024 ligt de focus van het programma op:

  • Voeren van maatschappelijke dialoog;

  • Versterken van zelf- en samenredzaamheid;

  • Meer ruimte voor informele zorgverleners;

  • Structurele verankering van succesvolle experimenten/pilots;

  • Subsidieregeling intergenerationeel wonen (vanaf zomer 2023; totaal beschikbare bedrag t/m 2027 is € 58,4 miljoen);

  • Subsidieregeling geclusterde verpleegzorgplekken (vanaf 2e helft 2023; totaal beschikbare bedrag t/m 2027 is € 312 miljoen; waarvan € 57 miljoen voor het stimuleren van wooncombinaties van jongeren en ouderen);

  • Stimuleren van inzet in technologie.

De monitoring van het WOZO-programma is inmiddels uitgewerkt op drie niveaus. Het gaat om uitvoering van de acties in het programma, de resultaten die daarmee geboekt worden en de maatschappelijke effecten in ondersteuning en zorg voor ouderen. Eind 2023/begin 2024 wordt de Kamer hierover geïnformeerd.VG7In de uitwerking van de ‘Toekomstagenda: zorg en onder­steuning voor mensen met een beperking’, wat zich richt op het stimuleren van de beweging naar toekomstbestendige gehandicaptenzorg, is complexe zorg één van de zes onderwerpen. Complexe zorgvragen nemen toe, het aantal en aandeel VG7-indicaties stijgt net als de kosten en aanvragen voor meerzorg. Uit dit onderzoek en uit signalen uit het veld blijkt de urgentie en noodzaak voor het bieden van passende zorg voor deze doelgroep. Daarom zetten we in op het waarborgen en stimuleren van de kwaliteit van zorg. Hiervoor wordt in het Uitgavenplafond Zorg in 2023 én in 2024 € 40 miljoen extra beschikbaar gesteld om ervoor te zorgen dat er passende zorg beschikbaar blijft voor mensen met een VG7-zorgprofiel. Naast onderzoek naar passende tarieven wordt er in de toekomstagenda ook ingezet op de kwaliteit van de zorg voor deze doelgroep. Om deze inzet op kwaliteit beter in beeld te brengen en toekomstige sturing hierop beter te onderbouwen zal gedurende het jaar 2024 de Monitor Toekomstagenda Gehandicaptenzorg worden opgeleverd in samenwerking met het RIVM. Daarnaast zal in 2024 gestart worden met de subsidieregeling gespecialiseerde cliënt ondersteuning (GCO). De doelstelling van de GCO is, naast de ondersteuning van cliënten en naasten, nadrukkelijk ook het opzetten van een ‘signalerings- en verbetercyclus’ waarin de geleerde lessen uit de praktijk worden ingebracht bij verschillende instanties en hiermee voor deze doelgroep een hogere kwaliteit zorg te kunnen leveren.

Aanpak Gendergerelateerd geweldWe zetten in op het voorkomen van geweld tegen vrouwen. We doen dit onder de noemer van een verbeterde aanpak van gendergerelateerd geweld. Met gendergerelateerd geweld bedoelen we geweld dat iemand wordt aangedaan omwille van gender, biologisch geslacht, genderidentiteit of genderexpressie, én geweld dat mensen van een bepaald biologisch geslacht of genderidentiteit onevenredig vaak raakt. Volgens het Verdrag van Istanbul gaat het qua vormen van geweld onder meer om huiselijk geweld, schadelijke praktijken en seksueel geweld. Voor deze vormen van geweld zijn op dit moment separate aanpakken ontwikkeld of worden aparte acties uitgevoerd. Om te komen tot een meer integrale inzet – een verplichting uit het Verdrag van Istanbul - brengen we de verschillende aanpakken samen en voegen aan de hand van speerpunten, zoals Pleger, Hoog risico situaties, Deskundigheidsbevordering en Gender doet ertoe, een aantal acties toe.

Het jaar 2023 is gebruikt om de verbeterde aanpak te ontwikkelen en om in afstemming met gemeenten, uitvoeringsorganisaties en veldpartijen tot concrete aanvullende acties te komen. In 2024 zullen de meeste acties worden verricht of opgestart. In de aanpak zelf is zoveel als mogelijk weergegeven wat het tijdspad van de verschillende acties is.

Programma Eén tegen eenzaamheidHet programma Eén tegen eenzaamheid heeft eind september 2022 de vervolgaanpak gelanceerd (Kamerstukken II 2022/23, 29538, nr. 344). Waar het programma in de periode 2018-2021 een focus had op eenzaamheid onder ouderen richt het programma zich nu op eenzaamheid in het algemeen (2022-2025).

Het actieprogramma heeft een aanpak waarbij er vier jaar lang wordt gewerkt langs drie actielijnen. In 2024 wordt er verder gewerkt aan deze actielijnen. Om voort te borduren op de resultaten uit de vorige programmaperiode werkt Eén tegen eenzaamheid langs drie actielijnen aan:

1. Meer bewustwording in de samenleving over eenzaamheid. Middelen worden ingezet op publiekscampagne en Week tegen Eenzaamheid om eenzaamheid bespreekbaar te maken en kennis over eenzaamheid wordt d.m.v. Nationale Wetenschapsagenda vergroot. 2. Meer maatschappelijk initiatief tegen eenzaamheid. Onder andere ondersteunt het programma ‘verminderen eenzaamheid’ maatschappelijke initiatieven om meer impact te maken en eenzaamheid te voorkomen dan wel te verminderen.3. In alle gemeenten een lokale aanpak tegen eenzaamheid. Gemeenten wordt advies aangeboden en kunnen een financiële bijdrage ontvangen voor hun aanpak eenzaamheid door middel van een Brede Specifieke Uitkering (Brede SPUK).

Herinvoering inkomensafhankelijke eigen bijdrage WmoHet demissionaire kabinet heeft in de Voorjaarsnota 2023 besloten om het abonnementstarief in de Wmo 2015 met ingang van 1 januari 2026 af te schaffen en in plaats daarvan de inkomensafhankelijke eigen bijdrage Wmo 2015 te herintroduceren. Daarbij is het uitgangspunt dat zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de vormgeving zoals die voorheen was met oog voor inkomenseffecten en (de effecten op) het beroep dat wordt gedaan op de Wmo. De inkomensafhankelijke eigen bijdrage gaat daarmee niet alleen gelden voor de huishoudelijke hulp, maar voor alle Wmo-voorzieningen waarop het abonnementstarief nu van toepassing is. Hiervoor wordt een nieuw wetsvoorstel voorbereid. Het wetsvoorstel voor invoering van een passende eigen bijdrage huishoudelijke hulp (waarvan de inwerkingtreding per 2025 werd voorzien) wordt ingetrokken. Het herintroduceren van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage in de Wmo is nodig om de druk op (het gebruik van) Wmo-voorzieningen te verlagen en de financiële houdbaarheid van de Wmo 2015 te verbeteren. Door het inkomens- en vermogensafhankelijke karakter van de eigen bijdrage wordt rekening gehouden met de financiële draagkracht van burgers (Kamerbrief over Voortgangsbrief Wmo 2015 | Kamerstuk | Rijksoverheid.nl).

Onbeperkt meedoen / coördinatie implementatie VN-verdrag handicapOnbeperkt Meedoen geeft vanaf 2018 een gerichte impuls aan de implementatie van het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (hierna: VN-verdrag handicap). In 2024 vinden de vervolgstappen plaats in de aanpak, zoals deze eerder voor de periode 2022 ‒ 2025 is vastgesteld5. Zo is de doelstelling voor 2024 om het aantal inclusiepacten verder te laten toenemen6. Ook worden de activiteiten voor 2024 uitgevoerd in de meerjarige plannen van aanpak van VNO-NCW en MKB Nederland en de VNG. Concreet gaat hier bijvoorbeeld om het vergroten en verbeteren van de lokale inclusieagenda’s van gemeenten, het vergroten van het aantal toegankelijke winkelroutes en het verbeteren van de digitale toegankelijkheid van producten en voorzieningen in lijn met de EU-toegankelijkheidsrichtlijn. In samenwerking met de Alliantie wordt verder ingezet op het bevorderen van de inzet van ervaringsdeskundigheid bij de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van beleid rond mensen met een beperking.7In 2023 is in lijn met de motie Werner c.s. gewerkt aan het opstellen van een meerjarige nationale strategie voor het VN-verdrag handicap, ter verdere bevordering van de implementatie van dit Verdrag8 In 2024 wordt deze strategie verder uitgewerkt in beleidsagenda’s. Huidige interdepartementale voorbeelden van deze agenda’s zijn het bestuursakkoord «toegankelijkheid openbaar vervoer 2022 ‒ 2032»9 en de werkagenda «route naar inclusief onderwijs 2035»10.

Aanpak dak- en thuisloosheid en beschermd wonenIn het (voormalig) coalitieakkoord zijn structureel aanvullende middelen gereserveerd voor het voorkomen van dakloosheid, de om- en afbouw van de maatschappelijke opvang en het realiseren van woonplekken met passende ondersteuning voor (dreigend) dakloze mensen. Eind 2022 is het Nationaal Actieplan Dakloosheid: Eerst een Thuis aan de Kamer gepresenteerd, waarbij de transformatie van opvang naar preventie van dakloosheid en Wonen Eerst centraal staat. In 2023 hebben de regio’s gewerkt aan een vertaling van het Nationaal Actieplan naar een regionaal plan. 2024 staat in het teken van de uitvoering van deze regionale plannen, waarin een veelheid aan acties is opgenomen. Op landelijk niveau verwachten we in 2024 de eerste uitvraag te doen voor de kwantitatieve monitoring. Daarnaast kunnen gemeenten aan de slag met de eerste resultaten uit het monitoringsdashboard dat in 2023 door de VNG wordt opgezet.

Ten aanzien van beschermd wonen heeft uw Kamer begin 2023 het wetsvoorstel woonplaatsbeginsel ontvangen. Dit wetsvoorstel is noodzakelijk voor het realiseren van de gewenste transitie ‘van beschermd wonen naar een beschermd thuis.’ De beoogde ingangsdatum van het wetsvoorstel was 1 januari 2024. Medio 2023 is gebleken dat het tijdpad – gelet op de fase van de parlementaire behandeling waarin het wetsvoorstel zich bevindt – te krap was. De nieuwe streefdatum voor de invoering van het wetsvoorstel is nu 1 januari 2025. In 2024 zal samen met gemeenten en andere betrokken partijen uitvoering gegeven worden aan het treffen van (verdere) voorbereidingen die samenhangen met de invoering van het wetsvoorstel en – breder – het faciliteren van bovengenoemde transitie.

Tabel 40 Tabel Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 (bedragen x € 1.000)
  

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Art.

Verplichtingen

15.459.398

29.974.307

18.615.590

17.648.773

19.599.112

21.007.818

22.883.756

         
 

Uitgaven

13.655.535

29.765.243

18.789.780

18.231.873

20.165.212

21.524.918

23.395.856

         

3.10

Participatie en zelfredzaamheid van kwetsbare groepen

139.465

417.727

516.265

536.003

483.053

449.328

405.054

 

Subsidies (regelingen)

47.557

56.567

87.903

81.450

99.002

93.955

64.455

 

Toegang tot zorg en ondersteuning

8.658

10.272

10.290

8.197

8.184

8.182

8.182

 

Passende zorg en levensbrede ondersteuning

13.626

2.944

1.222

2.456

2.564

2.644

2.644

 

Inclusieve samenleving

6.053

31.287

66.862

61.272

79.508

74.385

44.885

 

Kennis en informatiebeleid

11.149

9.135

9.121

9.117

8.038

8.036

8.036

 

Overige

8.071

2.929

408

408

708

708

708

 

Opdrachten

62.862

145.102

127.146

105.671

92.773

90.851

90.277

 

Bovenregionaal gehandicaptenvervoer

52.645

64.060

63.959

61.946

61.960

61.947

61.947

 

Toegang tot zorg en ondersteuning

3.663

2.378

2.372

2.371

2.371

1.871

1.871

 

Passende zorg en levensbrede ondersteuning

3.342

2.763

3.378

3.377

3.377

2.877

2.877

 

Inclusiviteit

1.865

62.683

40.621

20.982

9.953

9.951

9.677

 

Kennis, informatie en innovatiebeleid

0

970

1.437

1.650

1.650

1.650

1.650

 

Aanbesteden sociaal domein

28

0

0

0

0

0

0

 

Overige

1.319

12.248

15.379

15.345

13.462

12.555

12.255

 

Bijdrage aan agentschappen

3.100

14.957

24.456

30.129

18.771

8.570

3.770

 

Overige

3.100

14.957

24.456

30.129

18.771

8.570

3.770

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

15.267

14.004

13.985

13.978

13.979

13.977

13.977

 

Doventolkvoorzieningen

15.267

14.004

13.985

13.978

13.979

13.977

13.977

 

Bijdrage aan medeoverheden

10.512

167.297

225.975

225.975

225.528

223.175

232.575

 

Overige

10.512

167.297

225.975

225.975

225.528

223.175

232.575

 

Storting/onttrekking begrotingsreserve

167

19.800

36.800

78.800

33.000

18.800

0

 

Stimuleringsregeling wonen en zorg

167

19.800

36.800

78.800

33.000

18.800

0

3.21

Langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten

13.516.070

29.347.516

18.273.515

17.695.870

19.682.159

21.075.590

22.990.802

 

Subsidies (regelingen)

154.481

169.487

293.986

291.558

240.643

146.832

143.213

 

Zorg merkbaar beter maken

69.928

79.033

188.232

183.809

133.482

59.772

56.153

 

Kennis, informatie en innovatiebeleid

33.403

27.592

29.964

31.607

30.632

25.592

25.592

 

Palliatieve zorg en ondersteuning

51.150

62.862

75.790

76.142

76.529

61.468

61.468

 

Bekostiging

13.184.000

28.973.126

17.745.100

17.189.600

19.232.700

20.723.900

22.639.100

 

Bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK)

4.234.000

4.823.800

5.345.100

5.389.600

5.582.700

5.723.900

5.939.100

 

Bijdrage Wlz

8.950.000

9.650.000

12.400.000

11.800.000

13.650.000

15.000.000

16.700.000

 

Overige

0

14.499.326

0

0

0

0

0

 

Opdrachten

25.938

21.309

21.456

25.712

16.648

8.081

8.072

 

Zorgdragen voor langdurige zorg

25.938

21.309

21.456

25.712

16.648

8.081

8.072

 

Bijdrage aan agentschappen

865

475

491

470

470

470

470

 

Algemeen

865

475

491

470

470

470

470

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

150.112

173.244

185.482

188.530

191.698

196.307

199.947

 

Uitvoeringskosten Sociale Verzekeringsbank

43.222

45.768

54.501

50.569

50.183

50.376

50.374

 

Uitvoeringskosten Centrum Indicatiestelling Zorg

106.890

127.476

130.981

137.961

141.515

145.931

149.573

 

Bijdrage aan medeoverheden

674

9.875

27.000

0

0

0

0

 

Overige

674

9.875

27.000

0

0

0

0

         
 

Ontvangsten

6.606

10.051

6.549

6.549

6.549

6.549

6.549

Budgetflexibiliteit

Subsidies

Van het beschikbare budget van € 381,9 miljoen is 61,3% juridisch verplicht in verband met verplichtingen voor instellingssubsidies en (meerjarige) projectsubsidies. Het betreft onder meer de instellingssubsidies aan het CCE, Vilans, Movisie, Stichting Alzheimer Nederland, Stichting MIND, Mantelzorg NL, Landelijke luisterlijn en regeling palliatieve terminale zorg en geestelijke verzorging. Bij de projectsubsidies betreft het onder meer Waardigheid en Trots op locatie en voor de gehandicaptenzorg gespecialiseerde clientondersteuning, begeleiding à la carte II, sociale werkplaatsen en de innovatie impuls II.

Bekostiging

Van het beschikbare budget van € 17,7 miljard is 100% juridisch verplicht. Dit betreft de bijdrage in de Wlz en de bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK).

Opdrachten

Van het beschikbare budget voor 2024 van € 148,6 miljoen is 73,8% juridisch verplicht. Dit betreft onder meer de opdracht Valys voor het bovenregionaal sociaalrecreatief vervoer.

Bijdragen aan agentschappen

Van het beschikbare budget van € 25 miljoen is 25,4% juridisch verplicht. Dit betreft bijdragen aan bijvoorbeeld RVO voor het uitvoeren van de stimuleringsregelingen E-health en wonen en zorg. 

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

Van het beschikbare budget van € 199,5 miljoen is 100% juridisch verplicht. Dit betreft de uitvoeringskosten van de ZBO’s SVB, UWV en CIZ.

Bijdragen aan medeoverheden

Van het beschikbare budget van € 253,0 miljoen is 59,3% juridisch verplicht. Het betreft hier de regelingen specifieke uitkering domein-overstijgend samenwerken en vrouwenopvang huiselijk geweld. Een meerderheid van de middelen is bestemd voor de aanpak dakloosheid.

Storting/onttrekking begrotingsreserve

Van het beschikbare budget van € 36,8 miljoen is 0% juridisch verplicht. Dit betreft de stimuleringsregeling woon-zorgcombinaties en langer thuis.  

Tabel 41 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2024

juridisch verplicht

98,17%

bestuurlijk gebonden

0,84%

beleidsmatig gereserveerd

0,98%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,01%

1. Participatie en zelfredzaamheid van mensen met beperkingen

Kengetal: De participatie van mensen met een lichamelijke beperking, lichte of matige verstandelijke beperking, ouderen (≥ 65 jaar) en de algemene bevolking in 2020 (percentages)

*< 65 jaar. Bij mensen met een verstandelijke beperking gaat het om (on)betaald werk, zowel 65-plus als 65-min.

Bron: Notitie NIVEL Participatiecijfers 2011 ‒ 2021

Kengetal: Over het geheel genomen geven de pashouders het reizen met het BRV een hoog waarderingscijfer.

Subsidies

Toegang tot zorg en ondersteuningDit onderdeel bestaat uit subsidies voor onafhankelijke cliëntondersteuning en de Landelijke Luisterlijn. De aanpak van cliëntondersteuning richt zich via verschillende activiteiten op de volgende opgaven (a) meer inzicht krijgen in de behoefte naar cliëntondersteuning, (b) het dichtbij organiseren van cliëntondersteuning, (c) het beter bekend maken onder cliënten en professionals van dit gratis recht, (d) het bevorderen van kwaliteit en deskundigheid van de ondersteuning, in bijzonder waar het gaat om specifieke groepen om deze beter te bedienen. Hiervoor is in 2023 € 5 miljoen beschikbaar.

Voor de Landelijke Luisterlijn is circa € 4,3 miljoen beschikbaar (voorheen Sensoor).

Passende zorg en levensbrede ondersteuningEr is € 2 miljoen beschikbaar voor de aanpak van mensenhandel en circa € 1 miljoen voor subsidies in het kader van de aanpak dakloosheid.

Voor de brede aanpak van dak- en thuisloosheid stelt het (voormalig) coalitieakkoord structureel € 65 miljoen extra beschikbaar. Gemeenten zijn op grond van de Wmo 2015 verantwoordelijk om passende ondersteuning te realiseren die gekoppeld is aan huisvesting.

Inclusieve samenlevingOnder inclusieve samenleving vallen Onbeperkt meedoen, Eén tegen eenzaamheid, respijtzorg, sociale basis en wonen en zorg.

Het programma Eén tegen eenzaamheid richt zich nu op eenzaamheid in het algemeen (2022-2025). Het ondersteunt het ‘verminderen eenzaamheid’ maatschappelijke initiatieven om meer impact te maken en eenzaamheid te voorkomen dan wel te verminderen. Hier is in 2024 € 1,3 miljoen voor beschikbaar.

In het coalitieakkoord is € 9,5 miljoen beschikbaar gesteld, voor onder andere de Werkplaatsen Sociaal Domein die als doel hebben om thuiswonende ouderen beter te kunnen helpen. In het kader van respijtzorg, het beter ondersteunen van mantelzorgers en vrijwilligers, wordt er in 2024 € 1,7 miljoen beschikbaar gesteld uit de coalitieakkoordmiddelen voor subsidies.

Om het samen wonen tussen jong en oud te stimuleren is in 2024 € 7,8 miljoen beschikbaar. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de subsidieregeling intergenerationeel wonen. Daarnaast is € 7,6 miljoen beschikbaar voor de subsidieregeling die wordt opgesteld in het kader van het programma wonen en zorg voor ouderen. Deze € 7,6 miljoen is beschikbaar voor woonvormen waar intergenerationeel samen wordt gewoond.

Voor onderzoek en aanpak van alzheimer is in 2024 € 5 miljoen beschikbaar. In totaal wordt in 2024 € 3 miljoen beschikbaar gesteld aan ZonMw voor het vervolgprogramma versterking aanbod van dagactiviteiten voor mensen met dementie.

Tabel 42 Eenzaamheid onder ouderen12

Eenzaamheid

 

2012

2016

20203

2022

75-84 jr eenzaam

 

49,5

52,5

53,6

52,3

75-84 jr (zeer) sterk eenzaam

 

9,9

10,3

11,2

11,9

> 85 jr eenzaam

 

59,2

62,7

65,9

62,6

> 85 jr (zeer) sterk eenzaam

 

13,8

14,8

14,3

15,6

1

2

In 2020 brak de coronapandemie uit. Hiermee moet rekening worden gehouden bij het interpreteren van de trends.

3

In 2020 brak de coronapandemie uit. Hiermee moet rekening worden gehouden bij het interpreteren van de trends.

Tabel 43 Langdurige beperkingen door gezondheidsproblemen12
 

2014/2015

2016/2017

2018/2019

2020/2021

Langdurige beperkingen door gezondheidsproblemen (GALI beperking)

26,4%

28,2%

29,1%

28,3%

1

GALI = Global Activity Limitation Indicator. Het percentage personen dat vanwege problemen met de gezondheid sinds 6 maanden of langer beperkt is in activiteiten die mensen gewoonlijk doen

2

Kennis en informatiebeleidDeze post bestaat uit subsidies voor Movisie en de sociale werkplaatsen. Voor het kennisinstituut Movisie is een subsidiebudget van € 7,8 miljoen beschikbaar voor het verzamelen, verrijken, valideren en verspreiden van kennis voor de ondersteuning van gemeenten en instellingen ten behoeve van een adequate uitvoering van de Wmo 2015 en vergelijkbare terreinen.

Voor 2024 is voor de verschillende Werkplaatsen Sociaal Domein € 2,7 miljoen gereserveerd. Dit zijn regionale samenwerkingsverbanden van gemeenten, instellingen, hogescholen en cliëntorganisaties, met als doel een goed functionerend en vraag gestuurd regionaal kennisnetwerk sociaal domein op te bouwen. Door de betrokken partijen wordt hieraan gewerkt op basis van een meerjarige kennisagenda.

Opdrachten

Bovenregionaal gehandicaptenvervoerMensen met een mobiliteitsbeperking kunnen gebruik maken van het bovenregionaal sociaalrecreatief vervoer (ook bekend als Valys) per (deel)taxi (€ 62 miljoen in 2024). Het BRV-gehandicapten is vraagafhankelijk vervoer, dit betekent dat factoren zoals de toegankelijkheid van het lokale openbaar vervoer, het weer of de gezondheid van de pashouders invloed kunnen hebben op het aantal verreden kilometers.

Passende zorg en levensbrede ondersteuningVoor 2024 (en volgende jaren) heeft het demissionair kabinet € 65 miljoen extra beschikbaar gesteld voor de brede aanpak van dak- en thuisloosheid. Het grootste gedeelte is beschikbaar voor gemeenten. Het resterende gedeelte is beschikbaar voor het verstrekken van opdrachten voor een brede aanpak dakloosheid, communicatie, inzet van ervaringsdeskundigen, etc.

InclusiviteitEr worden middelen ingezet voor de uitvoering van het programma onbeperkt meedoen en ter implementatie van het VN-verdrag handicap. Hiervoor is in 2024 € 4,5 miljoen beschikbaar gesteld. De belangrijkste doelen zijn het organiseren van een kennisuitwisselingsstrategie rond het VN-verdrag handicap en het organiseren van inclusie pacten op basis.

Voor stimuleren woonvormen en langer thuis is in 2024 circa € 10 miljoen beschikbaar voor opdrachten, zoals communicatie aanpak, reablementprogramma en social trails dementie via ZonMw.

Voor het programma Eén tegen eenzaamheid is € 1,5 miljoen beschikbaar voor de publiekscampagne en een thematisch programma Eenzaamheid van de Nationale wetenschapsagenda (NWA).

OverigeDit betreft middelen (€ 6,4 miljoen) inzake de gratis VOG, waarvan € 4,3 miljoen is overgeheveld naar het instrument bijdragen aan agent­ schappen. Daarnaast is er € 6,5 miljoen in 2024 beschikbaar voor de uitvoering van de herinvoering van de inkomensafhankelijke eigen bijdrage Wmo.

Bijdragen aan agentschappen

OverigeEr is in 2024 €18,6 miljoen beschikbaar voor het verlengen van de SET-regeling en het stimuleren van de implementatie- en opschaling van digitale ondersteuning en zorg in de ouderenzorg. De ambitie is om te komen tot één subsidieregeling waarmee zowel wordt bijgedragen aan de doelstellingen van het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen (WOZO) als de TAZ-doelstellingen. Hierbij worden de ‘stimuleren langer thuis’-middelen specifiek ingezet voor aanbieders van zorg en ondersteuning die bijdragen aan deze beweging, terwijl de TAZ-middelen zorg- en welzijnsbreed worden ingezet, en bijvoorbeeld ook beschikbaar zijn voor de jeugdzorg.

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

DoventolkvoorzieningenDe tolkvoorziening voor mensen met een auditieve beperking wordt in het leefdomein geregeld door Tolkcontact. Het UWV is aangewezen als uitvoerder van de voorziening. In 2024 is voor de doventolkvoorziening € 13,3 miljoen beschikbaar.

Bijdragen aan medeoverheden

OverigeEr is structureel een bedrag van € 62 miljoen voor de aanpak dakloosheid beschikbaar gesteld op dit budget. Ook is er € 7,7 miljoen in 2024 gereser­ veerd voor de specifieke uitkering voor de opvang in het kader van huiselijk geweld en kindermishandeling.

Storting/onttrekking begrotingsreserve

Stimuleringsregeling wonen en zorgVoor de stimuleringsregelingen die bijdragen aan de bouw van geclusterde wooneenheden voor ouderen en ontmoetingsruimtes is € 36,8 miljoen beschikbaar in 2024.

2. Zorgdragen voor langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten

Subsidies

De Wlz regelt zware, intensieve zorg voor kwetsbare ouderen, mensen met een beperking en mensen met een psychische aandoening. Ter ondersteuning aan de Wlz worden vanuit de begroting beleidsartikel 3 verschillende subsidie-initiatieven ondersteund. Hiervoor is in totaal € 294,0 miljoen beschikbaar.

Zorg merkbaar beter maken

Voor ouderenzorg is een budget van € 43,5 miljoen beschikbaar. Veelal worden deze middelen ingezet in het kader van het WOZO-programma. Het gaat hierbij onder meer om het ondersteuningsprogramma voor verpleeghuislocaties ‘Waardigheid en trots op locatie’ (€ 26 miljoen), onderzoek in het kader van regionale beschikbaarheid van medische- generalistische zorg (€ 6 miljoen), subsidies voor het stimuleren van technologie/E-Health (€ 5,1 miljoen) en ondersteuning van de door ontwikkeling van het kwaliteitskader en nieuwe vastgoedconcepten (€ 3,8 miljoen) alsmede een aantal kleinere subsidies (€ 2,6 miljoen) waarmee onder meer het maatschappelijk debat over de toekomst van de ouderenzorg kan worden ondersteund.

Ter verbetering van de gehandicaptenzorgzorg is de toekomstagenda «Zorg en ondersteuning voor mensen met een beperking» opgesteld. De uitvoering van de toekomstagenda wordt gecontinueerd in 2024. Hier is € 11,9 miljoen via dit instrument beschikbaar. Ook worden de pilots gespecialiseerde clientondersteuning geborgd, zodat deze doelgroep de gewenste ondersteuning nu en de toekomst krijgt (€ 18,0 miljoen). Daarnaast is € 1,5 miljoen gereserveerd voor kleinere subsidie initiatieven.

Zorgverleners kunnen voor expertise over ernstig probleemgedrag terecht bij het CCE. Het CCE richt zich op de meest complexe zorgvragen bij deze groep, waarbij de zorgverleners vastlopen en de kwaliteit van bestaan van de cliënt ernstig onder druk staat. Hier is € 18,6 miljoen voor beschikbaar.

De missie uit de Nationale Dementiestrategie 2021-2030 is: «Mensen met dementie en hun naasten kunnen als waardevol lid van onze samenleving functioneren en goede ondersteuning en zorg ontvangen». Er wordt wetenschappelijk onderzoek gedaan naar mogelijke preventie, behandelingen genezing van dementie. Vanuit het (voormalig) coalitieakkoord is via dit begrotingsartikel voor dementie totaal € 4,3 miljoen aan subsidiebudget beschikbaar.

Het Groninger Zorgakkoord is een convenant tussen verschillende partijen die de toekomst van de zorg in het aardbevingsgebied willen verbeteren. Een afspraak uit dit convenant is dat ca. 20 zorggebouwen die niet aardbevingsbestendig zijn herbouwd moeten worden naar ca. 9 aardbevings- én toekomstbestendige zorglocaties. Er is € 75,2 miljoen in 2024 beschikbaar gesteld.

Tevens is € 2,4 miljoen beschikbaar gesteld om de hygiëne en infectiepreventie in de langdurige zorg te verbeteren. Dit is van groot belang voor de voorbereiding op een toekomstige pandemische uitbraak.  Deze middelen worden ingezet om normstelling rondom hygiëne en infectiepreventie te bevorderen en algemene kennis te vergroten middels bijeenkomsten. Daarnaast wordt gestimuleerd dat informatiemateriaal ook toepasbaar wordt gemaakt voor de zorg thuis en dat aandacht wordt besteed aan het opleiden van infectiedeskundigen. Tenslotte zijn er middelen beschikbaar voor kwaliteitskaders en wordt extra ingezet op ondersteuningsprogramma’s rondom hygiëne en infectiepreventie in de langdurige zorg.  

Daarnaast worden onder andere subsidies ingezet voor het terugdringen van de administratieve lasten, de Wet zorg en dwang, het compensatiepakket Zeeland, de hersenletselteams en de inzet van vrijwillige mentoren bij kwetsbare cliënten (totaal € 12,8 miljoen).

Kennis, informatie en innovatiebeleidKennis, informatie en innovatiebeleid dragen bij aan juiste, passende en efficiënte zorg. In 2024 is hiervoor € 27,6 miljoen beschikbaar. Het doel is om de kwaliteit van de geboden zorg te verbeteren door continu het kennisniveau bij zorgverleners en cliënten te vergroten. In 2024 wordt de ontwikkeling van passende zorg in de Wlz verder geïntensiveerd. Tevens wordt eraan gewerkt om het inzicht in de effectiviteit en doelmatigheid van de geleverde zorg te vergroten, sturingsmogelijkheden op effectieve zorg te ontwikkelen en transparantie over kwaliteit en leren van elkaar te verbeteren. Daarnaast is € 2,4 miljoen gereserveerd voor een subsidie voor het begeleiden van budgethouders met een persoonsgebonden budget.

Palliatieve (terminale) zorg en geestelijke verzorging thuisVoor palliatieve zorg en geestelijke verzorging thuis is in 2024 € 75,8 miljoen beschikbaar. Met behulp van de coalitieakkoordmiddelen wordt de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de palliatieve zorg en geestelijke verzorging thuis verder verbeterd. Daarmee is er een tijdelijke impuls voor onder andere: het Nationaal Programma Palliatieve Zorg II (NPPZ II), doorontwikkeling van het kwaliteitskader en richtlijnen palliatieve zorg, een verhoging van de Regeling palliatieve terminale zorg en geestelijke verzorging thuis, pilots of kleinschalige experimenten alternatieve bekostiging palliatieve zorg en verdere professionalisering van de geestelijke verzorging thuis. In 2024 wordt begonnen met de doorontwikkeling van de toekomstvisie voor de palliatieve zorg. Daarbij wordt gekeken naar de bekostiging van de palliatieve zorg maar ook naar de inrichting en organisatie van de palliatieve zorg. Daarnaast wordt een aantal instellingssubsidies verstrekt en onderzoeksprogramma’s via ZonMw.

Bekostiging

Bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK)De BIKK is een Rijksbijdrage die is ingesteld bij de invoering van het nieuwe belastingstelsel in 2001. Bij die belastingherziening werden aftrekposten omgezet in heffingskortingen, waardoor de opbrengst van de premies volksverzekeringen daalde. Het Fonds langdurige zorg (voor de Wlz), het Ouderdomsfonds (voor de AOW) en het Nabestaandenfonds (voor de ANW) worden via de BIKK gecompenseerd voor de gevolgen van deze veranderingen in de systematiek van de belasting- en premieheffing. De raming van de BIKK voor de Wlz in 2024 bedraagt ruim € 5 miljard. 

Bijdrage WlzMet ingang van 2019 wordt het verwachte negatieve saldo van het Fonds Langdurige Zorg (Flz) jaarlijks gecompenseerd door middel van een Rijksbijdrage Wet langdurige zorg (Wlz) aan het fonds, zodat het saldo aan het einde van het jaar naar verwachting op nul uitkomt. De Rijksbijdrage heeft een administratief karakter en geeft aan welk deel van de Wlz-uitgaven ten laste van het EMU-saldo komen. In het Financieel Beeld Zorg wordt de financiering van de Wlz nader toegelicht. De raming van de Rijksbijdrage Wlz bedraagt ruim € 12 miljard voor 2024 en € 11,8 miljard voor 2025. In de jaren daarna loopt het bedrag op doordat de Wlz-uitgaven harder stijgen dan de verwachte premie-inkomsten.

Opdrachten

Zorgdragen voor langdurige zorgVoor opdrachten is in 2024 € 21,5 miljoen beschikbaar. Hieronder vallen onder meer kosten voor de beleidsonderdelen: verpleeghuiszorg, toekomstagenda «Zorg en ondersteuning voor mensen met een beperking», dementie, infectiepreventie, elektronische gegevensuitwisseling en het beheer en de doorontwikkeling van het PGB 2.0-systeem.

Bijdrage aan agentschappen

OverigeEen zorgaanbieder die vanaf 1 januari 2020 gedwongen zorg verleent onder de Wet zorg en dwang of Wet verplichte ggz moet zijn locaties geregistreerd hebben in het openbaar locatieregister Wzd/Wvggz. De exploitatie van het locatieregister wordt uitgevoerd door het CIBG. Voor de uitvoering is € 0,5 miljoen beschikbaar.

Bijdrage ZBO’s/RWT’s

Uitvoeringskosten Centrum Indicatiestelling Zorg

De toegang tot de zorg moet goed en onafhankelijk georganiseerd zijn. Het CIZ heeft de opdracht om te beoordelen of iemand in aanmerking komt voor deze zorg via de indicatiestelling. Er is € 131,0 miljoen beschikbaar voor deze taakuitvoering.

Uitvoeringskosten Sociale Verzekeringsbank

De Sociale Verzekeringsbank verzorgt de uitvoering van het trekkingsrecht persoonsgebonden budget.

Bijdrage aan medeoverhedenOverigeOnder bijdragen aan medeoverheden staan de beschikbare middelen voor specifieke uitkeringen aan gemeenten in het kader van de aanpak van domein overstijgende samenwerking. Deze specifieke uitkering schept de mogelijkheid dat zorgkantoren (samen met zorgverzekeraars of gemeenten) investeren in preventieve maatregelen. Deze preventieve maatregelen bestaan uit extra inzet in het voorliggend domein waardoor instroom naar de Wlz wordt uitgesteld of voorkomen. Totaal is hiervoor € 27,0 miljoen beschikbaar.

5

Verdrag van de Raad van Europa inzake geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld.

6

Deze pacten zijn coalities van bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden in een sector of regio, die gericht zijn op concrete impact en resultaten. Rondom een specifiek thema of vraagstuk voor mensen met een beperking sluiten deze partijen een pact om –meerjarig- in actie te komen voorhet realiseren van gezamenlijke impact.

7

De Alliantie van samenwerkende organisaties van mensen met een beperking of chronische ziekte bestaat uit Ieder(in), Per Saldo, MIND en LFB.

8

Kamerstukken II 2022/23, 36200 XVI, nr. 70

9

Bestuursakkoord Toegankelijkheid Openbaar Vervoer 2022-2032

10

Kamerstukken II 2021/22, 24 170, nr. 254

Licence