Ontwerpbegroting t (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) | Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutaties 2023 | Mutaties 2024 | Mutaties 2025 | Mutaties 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 45.076 | 7.000 | 52.076 | 4.401 | 56.477 | 12.695 | 15.438 | 16.409 | 16.596 |
Uitgaven | 55.770 | 7.000 | 62.770 | 4.172 | 66.942 | 12.169 | 15.013 | 15.979 | 16.256 |
Waarvan juridisch verplicht | 97% | 61% | |||||||
4 Duurzaamheidsinstriumentarium | 857 | 0 | 857 | 0 | 857 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 857 | 0 | 857 | 0 | 857 | 0 | 0 | 0 | 0 |
5 Duurzame productieketens | 51.554 | 7.000 | 58.554 | 4.306 | 62.860 | 12.169 | 15.013 | 15.979 | 16.256 |
Opdrachten | 21.097 | 1.000 | 22.097 | ‒ 1.637 | 20.460 | 5.509 | 6.053 | 7.894 | 8.129 |
Uitvoering duurzame productieketens | 19.625 | 1.000 | 20.625 | ‒ 5.134 | 15.491 | 6.199 | 8.118 | 9.959 | 10.200 |
Opdrachten Caribisch Nederland | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ‒ 690 | ‒ 2.065 | ‒ 2.065 | ‒ 2.071 |
Overige opdrachten | 1.472 | 0 | 1.472 | 3.497 | 4.969 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Subsidies | 20.695 | 6.000 | 26.695 | ‒ 1.018 | 25.677 | 1.756 | 3.051 | 3.181 | 3.223 |
Subsidies duurzame productieketens | 20.695 | 6.000 | 26.695 | ‒ 1.018 | 25.677 | 1.756 | 3.051 | 3.181 | 3.223 |
Overige subsidies | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan agentschappen | 7.671 | 0 | 7.671 | 8.161 | 15.832 | 4.904 | 4.904 | 4.904 | 4.904 |
Waarvan bijdrage aan RWS | 7.671 | 0 | 7.671 | 2.914 | 10.585 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige bijdrage aan agentschappen | 5.247 | 5.247 | 4.904 | 4.904 | 4.904 | 4.904 | |||
Bijdrage aan medeoverheden | 1.636 | 0 | 1.636 | ‒ 1.200 | 436 | 0 | 1.005 | 0 | 0 |
Overige bijdragen aan medeoverheden | 1.636 | 0 | 1.636 | ‒ 1.200 | 436 | 0 | 1.005 | 0 | 0 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 455 | 0 | 455 | 0 | 455 | 0 | 0 | 0 | 0 |
6 Natuurlijk kapitaal | 3.359 | 0 | 3.359 | ‒ 134 | 3.225 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 3.359 | 0 | 3.359 | ‒ 134 | 3.225 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Uitvoering natuurlijk kapitaal | 2.737 | 0 | 2.737 | ‒ 8 | 2.729 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige opdrachten | 622 | 0 | 622 | ‒ 126 | 496 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget op artikel 21 is met € 4,4 miljoen toegenomen. Dit wordt met name veroorzaakt door:
– Een structurele budgetoverheveling van € 4,9 miljoen van artikel 19 naar artikel 21 in het kader van een wijziging in de financiële administratie ten aanzien van de vastlegging van opdrachten aan de agentschappen RVO en RIVM.
– Een overboeking naar EZK van € 0,7 miljoen voor Microplastics, TKI chemie en CE doelentraject.
– Een ophoging van het budget vanwege een verplichtingenschuif binnen de beschikbaar gestelde CA middelen vanuit 2023 naar 2022 van € 0,2 miljoen voor het stimuleringsprogramma recycling. Het stimuleringsprogramma recycling betreft een integraal stimuleringspakket waar subsidie-instrumenten voor worden ingezet gericht op verschillende ‘technological readiness levels’ (TRLs) zodat recyclinginitiatieven ondersteund kunnen worden van ontwikkeling tot uitrolfase.
Uitgaven
5 Duurzame productieketens
Opdrachten
Het opdrachtenbudget op artikel 21 is met € 1,6 miljoen verlaagd. Dit wordt met name veroorzaakt door:
Opdracht uitvoering duurzame productieketens:
– Een herschikking van € 3,3 miljoen van de budgetten binnen artikel 21 in het kader van de opdrachtverlening aan RWS voor 2022. De opdrachtverlening aan RWS betreft de ondersteuning van de ontwikkeling van een strategische aanpak voor Circulaire Economie (CE) op regionale schaal, bevorderen van de kennisdeling CE en bijdragen aan de ontwikkeling van een gezamenlijke regio aanpak, het bevorderen van hoogwaardig hergebruik en recycling van afvalhout, de ondersteuning van maatschappelijk verantwoord en circulair inkopen, ondersteuning van het programma Nederland Circulair 2050 en ondersteuning van de uitvoering van het beleid met betrekking tot afvalinzameling, recycling en afvalregelgeving. Het voor die onderwerpen geraamd budget op de diverse budgetplaatsen van artikel 21 wordt overgeboekt naar de budgetplaatsen voor RWS.
– Een herschikking van € 1,7 miljoen binnen artikel 21 ten behoeve van de door RVO in 2022 uit te voeren werkzaamheden in het kader van de Regeling ammoniak en veehouderij, de regeling Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie Circulaire economie (DEI+ CE), ondersteuning bij de implementatie van het duurzaamheidskader biogrondstoffen, uitvoering van de regelingen Milieu-investeringsaftrek (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil) en Groenprojecten en ondersteuning van de Green Deals van IenW, ondersteuning van de programma's Maatschappelijk verantwoord inkopen en circulair inkopen, uitvoering van de subsidieregeling kennis en innovatie voor de circulaire economie, ondersteunen van uitvoering van het Versnellingshuis Nederland Circulair, uitvoeren van de subsidieregeling circulaire ketenprojecten, opzet en uitvoering van de nieuwe regeling doorbraak-ketenprojecten.
– De bijdragen van € 0,1 miljoen van het ministerie van IenW aan EZK voor Circulaire Economie Doelentraject en voor het Programma Overstijgende Activiteiten (POA) van de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI) Chemie. De bijdragen van de ministeries van SZW en LNV voor het programma Maatschappelijk Verantwoord Inkopen.
Overige opdrachten:
– Een overboeking van € 1,3 miljoen van opdrachten naar subsidies binnen artikel 21 in het kader van de subsidietender Kennis- en Innovatieagenda Circulaire Economie (KIA CE).
– Een overboeking van € 0,8 miljoen van de artikelen 19 en 21 naar artikel 20 voor de financiering van de hogere kosten van RIVM in het kader van de Basisfinanciering Essentiële Infrastructuur (BEI) ten behoeve van het Landelijk Meetpunt Luchtkwaliteit (LML).
– Een herschikking van € 0,8 miljoen binnen artikel 21 voor de financiering van de hogere kosten van de Basisfinanciering Essentiële Infrastructuur (BEI) van RIVM.
– Een bijdrage van € 0,4 miljoen van het ministerie van IenW aan EZK voor het Programma Overstijgende Activiteiten (POA) van de Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI) Chemie.
– Diverse overige mutaties.
Daarnaast zijn er twee BVM-mutaties doorgevoerd:
– Een structurele overboeking van € 1 miljoen per jaar vanaf 2025 vanuit de Aanvullende Post van MinFin naar artikel 21 in het kader van de uitvoeringskosten voor de regeling MIA/VAMIL zoals afgesproken in het coalitieakkoord. De uitrol van duurzame en milieuvriendelijke technieken blijft achter, doordat deze veelal duurder zijn dan bestaande meer vervuilende technieken. Ondernemers kunnen fiscaal voordelig investeren in milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen en technieken door de Milieu-investeringsafstrekt (MIA) en de Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil). Met de middelen die opgevraagd worden, worden de uitvoeringskosten voor de MIA en de Vamil vanaf het jaar 2025 gedekt.
– Een structurele overboeking vanuit de Aanvullende Post van MinFin naar artikel 21 in het kader van het stimuleringsprogramma recycling zoals afgesproken in het coalitieakkoord. Het betreft een integraal stimuleringspakket waar subsidie-instrumenten voor worden ingezet gericht op verschillende ‘technological readiness levels’ (TRLs) zodat recyclinginitiatieven ondersteund kunnen worden van ontwikkeling tot uitrolfase.
Subsidies
In de tabel Budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel zijn de volgende subsidieverplichtingen opgenomen:
– Een bedrag van maximaal € 1,5 miljoen voor het jaar 2022. Dit bedrag heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie aan Milieu Centraal voor het uitvoeren van de basisactiviteiten gericht op de kerntaak van consumentenvoorlichting en het zijn van een onafhankelijke vraagbaak voor consumenten en media op verschillende duurzaamheidsthema’s, zoals milieukeurmerken, plaagdierbestrijding, minder afval, microplastics, duurzaam vervoer, klimaatadaptatie en circulaire economie. Milieu Centraal dient hiervoor een gefundeerde kennisbasis op te bouwen, deze te ontsluiten en te onderhouden. In de ontwerpbegroting 2022 is de grondslag reeds opgenomen voor een bedrag van € 1,0 miljoen. Deze grondslag wordt bij eerste suppletoire begroting opgehoogd naar € 1,5 miljoen.
– Een bedrag van maximaal € 0,8 miljoen voor het jaar 2022. Dit bedrag heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie aan Milieu Centraal voor nadere focusactiviteiten gericht op consumentenvoorlichting, zoals project- en/of campagnematige activiteiten gefocust op een beperkt aantal duurzaamheidsthema’s zoals de week zonder afval, duurzaam schoonmaken, elektrisch vervoer, asbestdaken en andere toepassingen. In de ontwerpbegroting 2022 is de grondslag reeds opgenomen voor een bedrag van € 0,7 miljoen. Deze grondslag wordt bij eerste suppletoire begroting 2022 opgehoogd naar € 0,8 miljoen.
– Een bedrag van maximaal € 0,07 miljoen voor het jaar 2022. Dit bedrag heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie aan Stichting Springtij Festival Terschelling voor de organisatie van het Springtij Forum 2022. In de ontwerpbegroting 2022 is de grondslag reeds opgenomen voor een bedrag van € 0,03 miljoen. Deze grondslag wordt bij eerste suppletoire begroting 2022 opgehoogd naar € 0,07 miljoen.
Deze begrotingsvermeldingen vormen de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.
Daarnaast is er een BVM-mutatie doorgevoerd:
– Dit betreft een structurele overboeking vanuit de Aanvullende Post van het Ministerie van Financiën naar artikel 21 in het kader van circulaire ketenprojecten zoals afgesproken in het coalitieakkoord. De subsidieregeling circulaire ketenprojecten stelt MKB bedrijven in staat om met andere bedrijven in hun keten samen te werken om de keten circulair te maken. Het betreft het ontwerpen van een ciculair product of dienst en het circulair organiseren van processen of businessmodel. Het circulaire ketenproject is gericht op realisatie van op de markt verhandelbare of toepasbare producten, processen, diensten of businessmodellen die bij toepassing leiden tot grondstoffenbesparing en reductie van CO2-uitstoot.
Bijdragen aan agentschappen
Per saldo is het budget voor bijdragen aan agentschappen met € 8,2 miljoen opgehoogd. Dit komt met name door de volgende mutaties:
– Meerdere overboekingen ter waarde van € 5,3 miljoen van artikel 19 naar artikel 21 in het kader van een wijziging in de financiële administratie ten aanzien van de vastlegging van opdrachten aan de agentschappen RVO en RIVM.
– Een herschikking van € 2,9 miljoen van de budgetten binnen artikel 21 in het kader van de opdrachtverlening aan RWS voor 2022 .