Bij de Najaarsnota 2022 was er een bedrag van € 8.995,8 mln aan verplichtingen geraamd en een bedrag van € 5.904,1 mln aan kasuitgaven. Op dit artikel is ten opzichte van de Najaarsnota in 2022 € 909,0 mln minder uitgegeven dan begroot en is voor een bedrag van € 3,7 mld minder aan verplichtingen aangegaan.
Bij Najaarsnota 2022 was er een bedrag van € 1.049,5 mln aan ontvangsten geraamd. De gerealiseerde ontvangsten zijn in 2022 € 45,1 mln lager uitgevallen dan geraamd.
Verplichtingen
Verplichtingenmutaties groter dan € 10 mln:
– De onderbenutting op de diverse garantieregelingen was circa € 929 mln. Dit betreft in het bijzonder de volgende regelingen: BMKB-Groen ‒ € 50 mln; Groeifaciliteit ‒ € 79 mln; Garantie Ondernemingsfinanciering en GO-C samen ‒ € 700 mln; en de garantieregeling Klein Krediet Corona ‒ € 100 mln.
– De BMKB-Groen is een nieuw luik onder de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) dat in het najaar van 2022 is geïntroduceerd. Doordat het een nieuw luik was, was sprake van een opstartfase waarbij de eerste aanvragen pas begin 2023 werden ingediend.
– De Groeifaciliteit is gericht op risicodragend vermogen dat nodig is bij bijvoorbeeld snelle groei, bedrijfsovername of uitbreiding in het buitenland. Er zijn voor deze regeling in 2022 minder aanvragen bij financiers gedaan dan in eerdere jaren.
– De Garantie Ondernemingsfinanciering (GO) is een garantieregeling gericht op middelgrote en grote leningen waarbij in 2022 weinig aanvragen zijn binnengekomen dan wel door de RVO zijn goedgekeurd.
– De Garantie Ondernemingsfinanciering Corona (GO-C) is de Corona-variant van de GO. Voor de GO-C zijn in 2022 weinig aanvragen binnengekomen dan wel door de RVO goedgekeurd. De regeling is in 2022 gesloten.
– Het Klein Krediet Corona (KKC) was een Corona-regeling die in 2022 is gesloten. Er zijn minder aanvragen gedaan bij financiers dan verwacht.
– De verplichtingen voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) zijn € 944 mln lager dan was geraamd. Dit houdt verband met de beëindiging van de beperkende maatregelen i.v.m. COVID-19 in het eerste kwartaal van 2022.
– In 2022 heeft het onderzoeksprogramma van NWO-TTW door COVID-19 vertraging opgelopen, waardoor ten opzichte van de 2e suppletoire begroting € 6,5 mln aan kasbudget niet is uitbetaald. Daarnaast is het ten gevolge van administratieve eindejaarsdrukte niet mogelijk gebleken de beschikking voor 2023 in 2022 te versturen. Hierdoor is € 18,8 mln aan verplichtingenbudget niet gebruikt.
– Door tegenvallende interesse heeft het gebruik van de Brexit Adjustment Reserve (BAR) te maken gehad met forse onderuitputting, voornamelijk in het bedrijfslevenspoor. Hierdoor treedt er aanzienlijke onderuitputting op op het verplichtingen- en kasbudget. Een deel van de kasmiddelen (€ 149 mln) is eerder in 2022 al doorgeschoven naar 2023. Dit is nog niet met het verplichtingenbudget gebeurd, aangezien men in december nog aanvragen verwachtte. Aangezien dit erg tegenviel zal de niet-bestede verplichtingenruimte opgevraagd worden bij Voorjaarsnota 2023.
– Van het verplichtingenbudget voor de omscholing naar tekortsectoren is € 39,4 mln niet gerealiseerd doordat er nauwelijks aanspraak is gemaakt op de subsidieregeling. Naar aanleiding van de eerste openstelling in 2021 heeft er een evaluatie van de subsidieregeling plaatsgevonden. Mede op basis daarvan is ervoor gekozen om voor de tweede openstelling niet voor het gehele budget open te stellen. Daar bovenop is de regeling slechts gedeeltelijk benut.
– De verplichtingen voor de IPCEI-projecten (IPCEI CIS en IPCEI ME2) zijn € 273,5 mln lager dan geraamd. Vanwege vertraging in het pre-notificatietraject van de Europese Commissie (de beoordeling van individuele IPCEI-projecten) zijn er in 2022 geen verplichtingen aangegaan. Het kasbudget is reeds doorgeschoven naar komende jaren.
– Ieder jaar wordt de beschikking voor de Kamer van Koophandel-Rijksbijdrage in het voorgaande jaar verstuurd, waarna uitfinanciering in het uitvoeringsjaar plaatsvindt. Vanwege administratieve eindejaarsdrukte kon de beschikking voor de Rijksbijdrage 2023 niet op tijd uitgaan. Hierdoor is het verplichtingenbudget van 2022 niet benut. Begin 2023 gaat de beschikking alsnog uit.
– De verplichtingenrealisatie voor VEKI is € 36,7 mln lager dan geraamd omdat veel aanvragen voor de VEKI-regeling pas laat in het jaar zijn gedaan. Bovendien stond de regeling open tot 10 januari 2023. De regeling is uiteindelijk overvraagd, maar veel aanvragen zullen dus pas in 2023 worden beschikt.
– Voor Urgendamaatregelen industrie is € 20 mln minder gerealiseerd. De lagere realisatie is te verklaren door het niet (tijdig) in 2022 beschikken van een voorgenomen subsidie in de vorm van een lening van € 20 mln aan een bedrijf op Chemelot voor de reductie van lachgas (als CO2-equivalent).
– De lagere verplichtingenrealisatie dan geraamd op de regeling Indirecte Kostencompensatie ETS is voornamelijk te verklaren door de hoge energieprijzen waardoor een aantal bedrijven de productie heeft teruggeschroefd of stilgelegd. Een lagere productie betekent ook een lager energieverbruik en daarmee lagere indirecte emissiekosten om te compenseren.
– Voor het NGF-project Groenvermogen I stond het volledige verplichtingenbudget á € 73 mln gealloceerd in 2022. Dit budget is niet volledig in 2022 benut. Het in 2022 niet gebruikte verplichtingenbudget zal worden doorgeschoven naar 2023 middels de specifieke Eindejaarsmarge (EJM) die voor alle NGF-projecten geldt.
Uitgaven
Uitgavenmutaties groter dan € 10 mln:
– Voor de TVL is € 21,9 mln minder uitbetaald dan geraamd. Dit houdt verband met de beëindiging van de beperkende maatregelen i.v.m. COVID-19 in het eerste kwartaal van 2022. Een lager dan geraamd aantal bedrijven had hierdoor in dit kwartaal een omzetverlies waarmee ze in aanmerking kwam voor de regeling en bedrijven die wel in aanmerking kwamen hadden gemiddeld minder omzetderving en daardoor lagere subsidieaanvragen dan verwacht.
– Voor de regeling Aanvullende Tegemoetkoming Evenementen (ATE) waren de uitgaven globaal geraamd op € 120 mln. Bij deze raming was uitgegaan van de (gedeeltelijke) continuering in 2022 van de beperkende maatregelen op het gebied van evenementen i.v.m. COVID-19. Vanwege de beëindiging van deze maatregelen in het eerste kwartaal van 2022 zijn de uitgaven uitgekomen op een veel lager bedrag (€ 19,9 mln).
– Voor het NGF-project QuantumDeltaNL is € 21,9 mln minder betaald dan geraamd. De oorzaak hiervan is dat diverse onderdelen van dit NGF-project meer uitwerking met het consortium hebben gevergd dan verwacht, vooral m.b.t. de prestatie-indicatoren en financiële en juridische vormgeving. Gevolg van deze vertraging was dat de voorschotbetaling niet meer geheel in 2022 heeft plaatsgevonden.
– Door tegenvallende interesse heeft de BAR-regeling te maken gehad met forse onderuitputting, voornamelijk in het bedrijfslevenspoor. Hierdoor treedt er aanzienlijke onderuitputting op op het verplichtingen- en kasbudget.
– Voor de Qredits (leningen) is € 103 mln minder uitgegeven dan geraamd. Het betreft hierbij de Time-out-arrangement (TOA) regeling, een Corona-regeling waar in 2022 nauwelijks gebruik van is gemaakt doordat minder bedrijven dan verwacht ten gevolge van COVID-19 failliet zijn gegaan en zij een doorstart wilden maken door gebruik te maken van de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA).
– Voor de Borgstelling MKB-kredieten (BMKB) hebben bedrijven minder aanvragen bij financiers gedaan dan het garantieplafond toelaat. Dit is een herkenbare trend uit de afgelopen jaren. Doordat minder aanvragen zijn gedaan en doordat er minder bedrijven failliet zijn gegaan zijn er minder schadeclaims uitbetaald.
– Vanwege administratieve eindejaarsdrukte kon de beschikking voor de Rijksbijdrage 2023 voor Invest-Nl niet op tijd uitgaan. Hierdoor is het verplichtingenbudget van 2022 niet benut. Begin 2023 gaat de beschikking alsnog uit.
– Van het kasbudget voor Tijdelijke Regeling Subsidie Evenementen COVID-19 (TRSEC) is € 448,8 mln niet besteed vanwege versoepelingen van de coronamaatregelen in het eerste kwartaal van 2022 waardoor meer evenementen mogelijk waren.
Ontvangsten
Ontvangstenmutaties groter dan € 10 mln:
– Voor de TVL waren de terugontvangsten in 2022 geraamd op € 300 mln. Het gaat hierbij voornamelijk om (gedeeltelijke) terugbetaling van subsidies in verband met lagere omzetderving dan verwacht. De ontvangsten zijn in 2022 uitgekomen op € 275,5 mln.
– Een bedrag van € 12,5 mln betreft een ontrekking vanuit de begrotingsreserve i.v.m. de BMKB-Corona en het stopzetten van deze regeling.