Verplichtingen
Artikel 1.3In de eerste suppletoire begroting is een verhoging gemeld door het aangaan van nieuwe verplichtingen voor onder andere het Health Insurance Fund, Programma Uitgezonden Managers (PUM-DECP) en Private Infrastructure Development Group (PIDG).
De realisatie is tevens hoger uitgevallen door het aangaan van verplichtingen voor infrastructurele bijdragen en de subsidieverlening aan Invest International Development B.V.
Uitgaven
Artikel 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem, incl. MVO
Ten opzichte van de tweede suppletoire begroting zijn de uitgaven op artikel 1.1 lager uitgevallen dan verwacht. Dit wordt veroorzaakt doordat beleidsondersteunende onderzoeken en studies lager zijn uitgevallen dan verwacht.
Artikel 1.2 Versterkte Nederlandse Handels- en InvesteringspositieTen opzichte van de tweede suppletoire begroting zijn de uitgaven op artikel 1.2 lager uitgevallen dan verwacht. Dit wordt veroorzaakt doordat de verwachte aanvullende storting in de begrotingsreserve DTIF met middelen uit de FOM reserve van EUR 10 miljoen uiteindelijk niet nodig is gebleken. Daarnaast zijn de uitgaven voor het Programma Internationaal Ondernemen lager uitgevallen dan verwacht.
Artikel 1.3 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslandenTen opzichte van de tweede suppletoire begroting zijn de uitgaven op artikel 1.3 hoger uitgevallen dan verwacht. Dit wordt veroorzaakt door het programma PIDG waarbij betalingen zijn gedaan voor een achtergestelde lening en is een bijdrage verstrekt voor technische assistentie om de gevolgen van COVID-19 op te vangen. Daarnaast is in 2022 besloten om de samenwerking met PIDG in de komende vijf jaar te continueren vanwege het sterke track record rondom het mobiliseren van privaat kapitaal voor duurzame infrastructuurprojecten, zowel van internationale als lokale (institutionele) investeerders. In de eerste suppletoire begroting werd de verplichtingenruimte hiervoor toegekend. De uitgaven konden in Q4 van 2022 gedaan worden.
Ontvangsten
De ontvangstenrealisatie op artikel 1 is hoger uitgevallen dan werd verwacht in de tweede suppletoire begroting. Dit wordt veroorzaakt door een onttrekking uit de begrotingsreserves ter dekking van uitbetaalde wisselfinancieringen en door hogere premieontvangsten en terugbetalingen op wisselfinancieringen voor het Dutch Good Growth Fund (DGGF) en het Dutch Trade and Investement Fund (DTIF).