A. Budgettaire gevolgen
Omschrijving | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 403.751 | 441.748 | 473.679 | 458.227 | 452.386 | 447.761 | 444.002 |
Uitgaven | 387.486 | 441.838 | 473.679 | 458.227 | 452.386 | 447.761 | 444.002 |
Personele uitgaven | |||||||
waarvan eigen personeel | 293.498 | 337.899 | 374.463 | 363.196 | 356.154 | 353.789 | 348.747 |
waarvan externe inhuur | 12.657 | 13.919 | 6.450 | 4.721 | 4.584 | 4.569 | 4.569 |
waarvan overige personele uitgaven | 1.801 | 1.920 | 2.120 | 2.335 | 3.285 | 3.385 | 3.385 |
Materiële uitgaven | |||||||
waarvan overige materiële uitgaven | 13.897 | 21.746 | 17.588 | 17.339 | 17.072 | 17.590 | 17.590 |
waarvan ICT | 22.832 | 16.691 | 22.793 | 21.593 | 24.126 | 21.318 | 22.331 |
waarvan bijdrage aan SSO's | 42.801 | 49.663 | 50.265 | 49.043 | 47.165 | 47.110 | 47.380 |
Ontvangsten | 52.986 | 63.088 | 79.893 | 79.910 | 78.459 | 79.159 | 75.759 |
Ontvangsten | |||||||
Algemeen | 52.986 | 63.088 | 79.893 | 79.910 | 78.459 | 79.159 | 75.759 |
B. Toelichting op de financiële instrumenten
Personele en materiële uitgaven
De totale begrote apparaatsuitgaven voor het kerndepartement bedragen in 2022 € 473,7 miljoen. Hiervan heeft € 383,0 miljoen betrekking op personele uitgaven en € 90,7 miljoen op materiële uitgaven.
Na 2021 neemt het budget toe voor het versterken van de handhavingsketen in het licht van het Inspectie Controle Framework en om invulling te geven aan de uitkomsten van de parlementaire enquête naar de kinderopvangtoeslag. Daarnaast zijn er in de eerste jaren na 2021 tijdelijk extra uitgaven voor uitvoering van het corona-noodpakket en in 2022 extra uitgaven bij de Rijksschoonmaakorganisatie (RSO) wegens een doorloop van de transitiefase. In de loop van de jaren neemt het budget verder af vanwege aflopende werkzaamheden voor uitvoering van de Europese subsidieregelingen.
Het verloop van het budget externe inhuur wordt verklaard door uitgaven ten behoeve van het noodpakket in 2021 en 2022.
In 2020 is er een incidentele piek bij ICT vanwege de voorziene overgang naar een nieuwe ICT-leverancier voor de opsporingsdienst van de Inspectie. In de jaren daarna zijn de uitgaven ICT lager.
Ontvangsten
De ontvangsten hebben voor het grootste deel betrekking op de facturering door RSO van schoonmaakkosten aan de afnemers. Daarnaast zijn er ontvangsten ten behoeve van werkzaamheden van de directie Uitvoering Van Beleid voor de uitvoering van subsidieregelingen.
Rijksschoonmaakorganisatie
De RSO is in 2016 gestart met het uitvoeren van de schoonmaakactiviteiten. Vanaf 2021 zijn alle beoogde departementen aangesloten.
De schoonmakers zijn in dienst van het Rijk. De bijbehorende uitgaven komen ten laste van de begroting van het Ministerie van SZW. De ontvangsten van de RSO zijn gebaseerd op de meerjarige dienstverleningsafspraken met opdrachtgevers. De vergoeding voor locatie- en contractmanagement wordt via budgetoverheveling verrekend. Met de budgetoverheveling wordt het negatieve saldo in zijn geheel afgedekt waarmee de RSO een sluitende begroting heeft.
Tabel 108 geeft een splitsing van de totale apparaatsbedragen in RSO en kerndepartement exclusief RSO.
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Kerndepartement exclusief RSO | |||||||
Uitgaven | 339.405 | 380.971 | 400.531 | 384.906 | 379.065 | 374.440 | 370.681 |
Ontvangsten | 5.830 | 3.992 | 12.078 | 7.947 | 6.496 | 7.196 | 3.796 |
Rijksschoonmaakorganisatie | |||||||
Uitgaven | 48.081 | 60.867 | 73.148 | 73.321 | 73.321 | 73.321 | 73.321 |
Ontvangsten | 47.156 | 59.096 | 67.815 | 71.963 | 71.963 | 71.963 | 71.963 |
Naar aanleiding van een toezegging in het wetgevingsoverleg over het jaarverslag 2018 wordt vanaf de begroting 2020 een indicator opgenomen met betrekking tot de medewerkerstevredenheid van de schoonmakers in dienst van de RSO. In onderstaande tabel staat de uitkomst van het eerst gehouden medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) uit 2017 en de uitkomst van het meest recente MTO van eind 2019. Het MTO vindt tweejaarlijks plaats.
Realisatie 2017 | Realisatie 2019 | |
---|---|---|
Tevredenheid medewerkers RSO | 8,5 | 8,6 |
C. Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal apparaatsuitgaven ministerie | 387.486 | 441.838 | 473.679 | 458.227 | 452.386 | 447.761 | 444.002 |
Totaal apparaatskosten ZBO’s/RWT’s1 | 2.371.962 | 2.518.963 | 2.719.197 | 2.733.621 | 2.830.943 | 2.906.104 | 2.970.218 |
UWV (inclusief BKWI) | 2.064.241 | 2.234.149 | 2.376.799 | 2.393.473 | 2.476.389 | 2.551.252 | 2.608.583 |
SVB | 292.615 | 267.908 | 329.857 | 329.239 | 343.645 | 343.943 | 350.726 |
IB | 15.106 | 16.906 | 12.541 | 10.909 | 10.909 | 10.909 | 10.909 |
In onderstaande tabel zijn de apparaatsuitgaven van het departement onderverdeeld naar de verschillende organisatieonderdelen. De uitgaven voor de RSO en SSO's (onder andere huisvesting en ICT van het gehele kerndepartement) vallen onder de plaatsvervangend SG.
SG | 42.640 |
pSG | 132.008 |
waarvan RSO | 73.148 |
SZI | 38.229 |
Werk | 28.536 |
Inspectie | 159.118 |
totaal | 473.679 |