A. Budgettaire gevolgen
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 557.445 | 631.228 | 594.757 | 552.787 | 527.687 | 496.369 | 485.846 |
Uitgaven | 555.161 | 627.037 | 599.619 | 556.064 | 528.946 | 497.628 | 485.605 | |
96.0 | Apparaat Kerndepartement | 555.161 | 627.037 | 599.619 | 556.064 | 528.946 | 497.628 | 485.605 |
Personele uitgaven | 453.441 | 510.864 | 488.476 | 445.927 | 417.880 | 386.376 | 374.346 | |
eigen personeel | 411.214 | 487.619 | 474.790 | 433.496 | 405.649 | 374.345 | 362.315 | |
externe inhuur | 40.090 | 20.860 | 11.201 | 9.946 | 9.746 | 9.546 | 9.546 | |
overige personele uitgaven | 2.137 | 2.385 | 2.485 | 2.485 | 2.485 | 2.485 | 2.485 | |
Materiële uitgaven | 101.720 | 116.173 | 111.143 | 110.137 | 111.066 | 111.252 | 111.259 | |
overige materiële uitgaven | 18.817 | 22.621 | 21.895 | 21.690 | 21.924 | 21.924 | 21.978 | |
ICT | 14.469 | 24.475 | 24.067 | 23.484 | 24.469 | 24.729 | 24.729 | |
bijdrage aan SSO's | 68.434 | 69.077 | 65.181 | 64.963 | 64.673 | 64.599 | 64.552 | |
Ontvangsten | 92.868 | 104.383 | 105.083 | 103.883 | 104.083 | 101.563 | 101.563 | |
B. Toelichting op de financiële instrumenten
Personele en materiële uitgaven
De totale begrote apparaatsuitgaven voor het kerndepartement bedragen in 2025 € 599,6 miljoen. Hiervan heeft € 488,5 miljoen betrekking op personele uitgaven en € 111,1 miljoen op materiële uitgaven.
In het verloop van de uitgaven voor eigen personeel zijn de uitvoeringskosten van SZW zichtbaar voor de subsidieregelingen. In de loop van de jaren nemen deze werkzaamheden af. Ook is hier de taakstelling op het apparaat van de rijksoverheid zichtbaar die is opgenomen in het hoofdlijnenakkoord. Voor SZW gaat het om € 23 miljoen in 2025 oplopend tot € 99 miljoen in 2029. In afwachting van de concrete invulling is de taakstelling vanaf 2026 ingeboekt op de reeks voor eigen personeel.
Het verloop van het budget externe inhuur wordt verklaard door uitgaven ten behoeve van het noodpakket in 2023 en 2024. Het budget externe inhuur ligt in 2025 en verder op een lager niveau dan eerdere jaren. Gewoonlijk wordt het budget externe inhuur bij suppletoire begrotingen aangevuld vanuit ICT vanwege inhuur voor automatiseringsprojecten.
De effecten op het apparaatsartikel 96 van de in het hoofdlijnenakkoord afgesproken herverkaveling van het beleidsterrein Inburgering naar het Ministerie van JenV zullen op een later moment worden verwerkt.
Ontvangsten
De ontvangsten hebben voor het grootste deel betrekking op de facturering door de Rijksschoonmaakorganisatie (RSO) van schoonmaakkosten aan de afnemers. Daarnaast zijn er ontvangsten ten behoeve van werkzaamheden van de directie Uitvoering Van Beleid voor de uitvoering van subsidieregelingen.
Rijksschoonmaakorganisatie
De RSO is in 2016 gestart met het uitvoeren van de schoonmaakactiviteiten. Vanaf 2021 zijn alle beoogde departementen aangesloten. De schoonmakers zijn in dienst van het Rijk en zijn per 2022 ondergebracht in de cao Rijk.
De ontvangsten van de RSO zijn gebaseerd op de meerjarige dienstverleningsafspraken met opdrachtgevers. Met ingang van 2022 wordt de vergoeding voor locatie- en contractmanagement alsook glasbewassing via facturering verrekend.
De nieuwe cao per 1 juli 2024 leidt voor de RSO tot een stijging van de loonkosten. Deze stijging zorgt voor een verhoging van het tarief, waardoor de ontvangsten ook zullen stijgen en in overeenstemming zijn met de uitgaven.
Tabel 123 geeft een splitsing van de totale apparaatsbedragen in RSO en kerndepartement exclusief RSO.
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Kerndepartement exclusief RSO | |||||||
Uitgaven | 486.766 | 529.165 | 501.747 | 458.192 | 431.074 | 399.756 | 387.733 |
Ontvangsten | 8.380 | 6.616 | 7.316 | 6.116 | 6.316 | 3.796 | 3.796 |
Rijksschoonmaakorganisatie | |||||||
Uitgaven | 86.395 | 97.872 | 97.872 | 97.872 | 97.872 | 97.872 | 97.872 |
Ontvangsten | 84.488 | 97.767 | 97.767 | 97.767 | 97.767 | 97.767 | 97.767 |
Naar aanleiding van een toezegging in het wetgevingsoverleg over het jaarverslag 2018 is een indicator opgenomen met betrekking tot de medewerkerstevredenheid van de schoonmakers in dienst van de RSO. Dit onderzoek wordt tweejaarlijks gehouden.
Realisatie 2019 | Realisatie 2021 | Realisatie 2024 | |
---|---|---|---|
Tevredenheid medewerkers RSO | 8,6 | 9,0 | 8,9 |
C. Totaaloverzicht apparaatsuitgaven/kosten
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal apparaatsuitgaven ministerie | 555.161 | 627.037 | 599.619 | 556.064 | 528.946 | 497.628 | 485.605 |
Totaal apparaatskosten ZBO’s/RWT’s1 | 2.883.300 | 2.945.244 | 3.131.724 | 3.238.147 | 3.365.205 | 3.534.593 | 3.683.590 |
UWV (inclusief BKWI) | 2.482.572 | 2.568.206 | 2.718.310 | 2.809.005 | 2.936.648 | 3.092.827 | 3.230.381 |
SVB | 384.736 | 358.822 | 397.658 | 413.466 | 412.881 | 426.090 | 437.533 |
IB | 15.992 | 18.216 | 15.756 | 15.676 | 15.676 | 15.676 | 15.676 |
In onderstaande tabel zijn de apparaatsuitgaven van het departement onderverdeeld naar de verschillende organisatieonderdelen. De uitgaven voor de SSO's (onder andere huisvesting en ICT van het gehele departement) vallen onder de plaatsvervangend SG (pSG).
In afwachting van de definitieve invulling van de taakstelling in 2025 is deze ingeboekt bij de SG.
SG | 42.934 |
pSG | 151.927 |
RSO | 97.872 |
SZI | 52.760 |
Werk | 41.771 |
WaU | 8.313 |
Nederlandse Arbeidsinspectie | 204.042 |
Totaal | 599.619 |