Base description which applies to whole site

3.1 Artikel 11 Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte

Tabel 5 Budgettaire gevolgen van uitvoering artikel 11 (Eerste suppletoire begroting) (bedragen x € 1.000)

11

Verkenningen, reserveringen en investeringsruimte

Ontwerp-begroting 2025 (1)

Mutaties via NvW en amendementen (2)

Vastgestelde begroting 2025 (3)=(1+2)

Mutaties 1e suppletoire begroting (4)

Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4)

Mutatie 2026

Mutatie 2027

Mutatie 2028

Mutatie 2029

Mutatie 2030

Verplichtingen

316.826

‒ 6.500

310.326

150.575

460.901

‒ 631.734

1.322.681

‒ 453.825

‒ 449.359

265.848

Uitgaven

235.168

‒ 6.500

228.668

‒ 111.113

117.555

‒ 154.759

‒ 125.927

‒ 329.240

‒ 468.782

354.844

waarvan juridisch verplicht

          

11.01

Verkenningen

37.215

0

37.215

‒ 27.916

9.299

‒ 27.522

80.572

2.089

‒ 252.429

‒ 118.383

11.02

Korte termijn mobiliteitsmaatregelen

          

11.03

Reserveringen

133.730

‒ 6.500

127.230

‒ 55.665

71.565

‒ 145.243

51.598

‒ 4.848

151.599

332.077

11.03.01

Gebiedsprogramma's

2.498

0

2.498

‒ 2.497

1

‒ 142.069

‒ 26.000

‒ 112.000

‒ 149.000

‒ 24.068

11.03.02

Overige reserveringen

77.765

‒ 6.500

71.265

‒ 59.080

12.185

‒ 32.090

‒ 32.143

‒ 52.374

‒ 9.069

‒ 102.105

11,03.03

Reserveringen Coalitieakkoord

53.467

0

53.467

5.912

59.379

28.916

109.741

159.526

309.668

458.250

11.04

Generieke investeringsruimte

64.223

0

64.223

‒ 27.532

36.691

18.006

‒ 258.097

‒ 326.481

‒ 367.952

141.150

Ontvangsten

          

11.09

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

0

‒ 47.500

0

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingen nemen bij de eerste suppletoire begroting in 2025 toe met € 150,6 miljoen. De verplichtingenmutaties sluiten bijna één op één aan op de toelichtingen bij de uitgavenmutaties. De uitzonderingen zijn:

  • Het saldo 2024 op de verplichtingen is in 2025 circa € 310,1 miljoen hoger dan de uitgaven. Reden hiervoor is dat er meer verplichtingen nodig waren in 2025 op de Verkenningen 11.01 en de Reserveringen op 11.03 in 2025. Deze verplichtingen zijn met de tweede suppletoire begroting 2024 doorgeschoven. Het gaat met name om de volgende projecten:

    • Op 11.01 Verkenningen zijn, in vergelijking met de uitgaven, € 14 miljoen additionele verplichtingen via het saldo 2024 doorgeschoven naar 2025.

    • Op 11.03 Reserveringen is bij de CA-reservering Rutte IV voor de Lelylijn, in vergelijking met de uitgaven, € 4,6 miljoen additionele verplichtingen via het saldo 2024 doorgeschoven naar 2025.

    • Tot slot is op 11.03 Reserveringen bij de CA-reservering Rutte IV voor Woningbouw, in vergelijking met de uitgaven, € 239,9 miljoen additionele verplichtingen via het saldo 2024 naar 2025 toe geschoven. Het gaat om de verplichtingen op de projecten: HOV4, Lijn Pampus Almere, Rijnburg en Westflank Groningen.

  • Verder zijn er additioneel nog circa € 51 miljoen extra verplichtingen van de Verkenning Merwede Linge weggeschoven uit 2025 ten opzichte van de uitgaven. Deze verplichtingen zijn terechtgekomen in de jaren 2028 tot en met 2031. Omdat de verplichtingen in een ander ritme nodig zijn de kasuitgaven;

  • Het overige deel bestaat uit diverse kleinere verplichtingenafwijkingen (- € 1,4 miljoen).

Uitgaven

Realistisch Ramen Mobiliteitsfonds

Bij de eerste suppletoire begroting 2025 is er net zoals de vorige begrotingsstukken kritisch gekeken naar de uitgavenramingen op alle artikelen, zo ook op artikel 11. Hierdoor is de programmering bij de verschillende artikelonderdelen op artikel 11 geactualiseerd. Dit wordt toegelicht onder de kopjes 'actualisering programmering'.

11.01 Verkenningen

In 2025 is dit artikelonderdeel met circa € 28 miljoen verlaagd. Dit komt met name door de actualisering van de programmering (- € 31,5 miljoen) en de technische verwerking van het saldo 2024 (€ 1,3 miljoen).

Actualisering programmering

De programmering op de verkenningsprojecten is geactualiseerd. Voor artikelonderdeel 11.01 gaat om de volgende programmeringsschuiven:

  • A50 Ewijk-Bankhoef-Paalgraven: Het project is gepauzeerd in het kader van de Voorjaarsbesluitvorming 2025. De programmering tot 2030 is doorgeschoven naar de periode 2030 en later.

  • Bus Rapid Transit Leiden-Zoetermeer (BRT LeiZoe): er schuift € 2 miljoen aan programma uit 2025 naar 2026 toe, want dit is niet meer nodig in 2025.

  • EuregioRail: € 30,7 miljoen aan programmering is weggeschoven uit 2026 en in de jaren 2027-2031 terecht gekomen, omdat de verkenning nog niet volledig in 2026 is gerealiseerd;

  • Merwede Lingelijn: de verkenning van de Merwede Lingelijn start pas vanaf 2028. Daardoor schuift circa € 2 miljoen naar 2028 en

  • Oude Lijn: er schuift in totaal circa € 168 miljoen van de programmering van de Oude Lijn uit de periode 2025-2031 naar de periode na 2032, omdat de verwachting is dat deze middelen niet nodig zijn in deze periode.

  • OV-verbinding Amsterdam-Haarlemmermeer: op de OV-verbinding Amsterdam-Haarlemmermeer schuift de programmering (€ 5 miljoen uit 2025 en € 20,8 miljoen uit 2026) naar 2028 toe als gevolg van de nieuwe raming op dit verkenningsproject.

  • Rail Gent Terneuzen: dit betreft een programmaschuif in het kader van de verkenning Rail Gent Terneuzen, wat onderdeel is van het NGF-budget. In de periode 2025-2027 is er € 8,5 miljoen weggeschoven, waarvan € 3,8 miljoen uit 2025. Deze programmaschuif brengt de programmering in het juiste ritme met het oog op de realisatie die gepland staat voor de periode 2028-2033.

  • Verkenningen Den Bosch: de programmering uit de periode 2025 (€ 5 miljoen) en 2026 (€ 4,5 miljoen) is aangepast en geschoven naar 2027 en later.

Saldo 2024

De budgetten voor de verkenningsprojecten Den Bosch (€ 1 miljoen) en Oeververbinding Rotterdam (€ 0,3 miljoen) waren niet nodig in 2024. Deze zijn via het saldo 2024 doorgeschoven en toegevoegd aan 2025, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.

11.03 Reserveringen

Dit artikelonderdeel is verlaagd met € 55,7 miljoen in 2025. Dit komt door de actualisering van de programmering (€ 188 miljoen), overboekingen binnen artikel 11 (- € 38,1 miljoen), overboekingen naar de uitvoeringsartikelen op het MF (- € 239,9), overboekingen naar de beleidsbegroting XII (- € 12,3 miljoen), overboeking naar het Deltafonds (- € 3,8 miljoen) en de technische verwerking van het saldo 2024 (€ 50,7 miljoen).

Aanvullende post

Er zijn middelen vanuit de aanvullende post overgeheveld voor de ontsluiting van de woningbouw in relatie tot het Regeerprogramma van kabinet Schoof I. In totaal gaat het om € 2.541 miljoen inclusief in de periode 2026-2035.De middelen zijn toegevoegd aan artikelonderdeel 11.03 als reservering.

Actualisering van de programmering

  • Reservering Brainport Eindhoven: de programmering van deze reservering is geactualiseerd naar aanleiding van de nieuwe financiële meerjarenplanning van ProRail. Hierdoor schuift € 270 miljoen uit 2025-2031, waarvan € 5 miljoen uit 2025, door naar 2032 en later.

  • Reservering Programma Schoon Emissieloos Bouwen (SEB): Er vindt een programmeringsschuif plaats op de reservering SEB, waarbij er € 45,8 miljoen wegschuift uit de periode 2025-2029, waarvan € 10,4 miljoen in 2025. Deze programmaschuif heeft plaatsgevonden om de overboeking naar de verschillende uitvoeringsartikelen bij RWS in het juiste ritme te krijgen conform de ingediende bestedingsplan.

  • Reservering Stikstof MIRT: Er schuift € 13,3 miljoen programma weg uit 2025 op deze reservering, omdat het budget niet in 2025 wordt aangewend.

  • Reservering Instandhouding: In de begroting op Hoofdlijnen is de interne dekkingsopgave 2025 op het Mobiliteitsfonds uiteengezet. Circa € 677,2 miljoen van deze opgave wordt gedekt uit de Reservering instandhouding. De dekking stond in een ander ritme dan nodig was voor de opgave. Hierdoor is een programmeringsschuif doorgevoerd, met als resultaat dat € 221,6 miljoen van de reservering instandhouding naar 2025 is geschoven.

Overboekingen binnen artikel 11

  • De modaliteit specifieke reserveringen voor het Hoofdwegennet, Spoorwegennet en het Hoofdvaarwegennet in 2025 (€ 31,2 miljoen) zijn als dekking gebruikt voor de interne dekkingsopgave MF en zijn daarom overgeboekt naar de generieke investeringsruimte op artikelonderdeel 11.04.

  • De reservering voor Pakket Zeeland is overgeboekt naar de Verkenningen op artikelonderdeel 11.01. In totaal gaat het om een overboeking van € 14,1 miljoen in de periode 2025-2027, waarvan € 5,7 miljoen in 2025.

  • In de periode 2026-2030 is € 176,1 miljoen van de Reservering instandhouding overgeboekt naar de generieke investeringsruimte op artikelonderdeel 11.04 ten behoeve van de dekkingsopgave MF.

Overboekingen naar de uitvoeringsartikelen op het MF

  • In 2025 is er € 10,5 miljoen uit de Reservering Goederenvervoer overgeboekt naar de artikel 13 (€ 4,2 miljoen) en artikel 15 (€ 6,3 miljoen) van het MF ten aanzien van afspraken die gemaakt zijn in het BO MIRT 2024.

  • Er is in 2025, € 221,6 miljoen overgeboekt vanuit de Reservering instandhouding naar de uitvoeringsartikelen op het MF ten behoeve van de interne dekkingsopgave op het MF. Over de looptijd van het fonds (tot en met 2038) gaat het om een totaalopgave van € 501,1 miljoen dat uit de Reservering instandhouding is overgeboekt naar artikel 12, 13 en 15 van het MF.

  • Bij de Ontwerpbegroting 2025 is besloten om de onverdeelde instandhoudingsmiddelen voor de jaren 2031 en 2032 bij RWS beleidsarm door te trekken. Bij de Voorjaarsbesluitvorming 2025 is besloten om deze middelen over te boeken voor RWS, in ieder geval tot en met 2038, om zodoende aan de instandhoudingsprogrammering te voldoen. Het gaat om middelen voor zowel Vernieuwing als Exploitatie en Onderhoud. Tot en met 2038 gaat het om € 5,65 miljard dat wordt toegevoegd aan het instandhoudingskader op artikel 12 en 15 van RWS.

  • Bij de Ontwerpbegroting 2025 is besloten om BKN-Spoor (Exploitatie, Onderhoud en Vernieuwing Spoor) in te passen tot en met 2037. Bij de Voorjaarsbesluitvorming 2025 is besloten om BKN-spoor ook beleidsarm door te trekken naar 2038. Hierdoor wordt in 2038, € 225 miljoen uit de Reservering instandhouding toegevoegd aan artikel 13.02 voor EOV-spoor.

Overboekingen beleidsbegroting XII

Er zijn voor diverse programma's en projecten middelen overgeboekt naar de beleidsbegroting Hoofdstuk XII. In 2025 is er in totaal € 12,3 miljoen overgeboekt naar Hoofdstuk XII. De grootste overboekingen zijn:

  • Overboekingen Caribisch Nederland (CN): Er is € 6 miljoen uit de Reservering Exploitatie en Onderhoud CN onttrokken. IenW verstrekt twee bijzondere uitkeringen aan Saba en St. Eustatius in het kader van Exploitatie en Onderhoud Rijkswegen. Daarnaast wordt er € 1,1 miljoen in 2025 overgeboekt aan CN voor de versterking van Vergunningverlening, met als doel om te komen tot een professionele uitvoering van de Toezicht en Handhaving (VTH)-taken op de eilanden, die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving.

  • Overboeking Wind in de Zeilen NS-concessie: vanaf volgend jaar wordt aan NS ieder jaar € 17,5 miljoen subsidie verstrekt voor de nieuwe HRN-concessie. Dat is een optelsom van € 13 miljoen ‘reguliere’ concessiesubsidie en € 4,5 miljoen subsidie voor Wind in de Zeilen. De subsidie voor Wind in de Zeilen is nu nog een apart subsidietraject, maar vanaf 2025 wordt dat samen met de reguliere concessiesubsidie één proces. De middelen voor de ‘reguliere’ concessiesubsidie staan op HXII. De middelen voor Wind in de Zeilen, die gereserveerd staan op artikelonderdeel 11.03 op het MF, worden daarom toegevoegd aan HXII.

Overboeking naar het Deltafonds

Er wordt in totaal € 12,6 miljoen overgeboekt naar het Deltafonds in de periode 2025-2027, waarvan € 3,8 miljoen in 2025 ten behoeve van het programma Schoon en Emissieloos Bouwen (SEB). Deze middelen dienen als een tegemoetkoming voor de meerkosten waar aanbestedende rijksdiensten in infraprojecten mee te maken krijgen door de inzet van schoon en emmissieloos materieel.

Saldo 2024

Op diverse reserveringen zijn diverse budgetten in 2024 niet tot besteding gekomen. De totaalsom van deze middelen is € 50,7 miljoen. De middelen zijn in 2025 toegevoegd aan artikelonderdeel 11.03 Reserveringen om de meerjarige omvang van de budgetten in stand te houden. De grootste overschotten waren op:

  • Modaliteit specifieke reserveringen (€ 23,2 miljoen): Hoofdwegennet (€ 10,1 miljoen) en Hoofdvaarwegennet (€ 13,1 miljoen).

  • Reservering Stikstof MIRT (€ 13,8 miljoen).

  • Reservering Woningbouwmiddelen (€ 8,2 miljoen).

11.04 Generieke Investeringsruimte

Dit artikelonderdeel is verlaagd met € 27,5 miljoen in 2025. Dit komt door de actualisering van de programmering (€ 730,2 miljoen), bijdragen derden (€ 5,2 miljoen) overboekingen binnen artikel 11 (€ 32,9 miljoen), overboekingen naar de uitvoeringsartikelen op het MF (- € 641,4 miljoen), overboekingen naar de beleidsbegroting XII (- € 9,3 miljoen), de technische verwerking van het saldo 2024 (€ 7,6 miljoen).

Actualisering van de programmering

  • In de begroting op Hoofdlijnen is de interne dekkingsopgave 2025 op het Mobiliteitsfonds uiteengezet. Circa € 2.675 miljoen van deze opgave wordt gedekt uit de generieke investeringsruimte. De dekking stond in een ander ritme dan nodig was voor de opgave. Hierdoor is een programmeringsschuif doorgevoerd, met als resultaat dat € 82,8 miljoen van de dekking uit de generieke investeringsruimte naar 2025 is geschoven. Daarnaast is een programma-schuif nodig geweest op de generieke investeringsruimte ter dekking van de taakstelling op het voordelig saldo 2024 van het Mobiliteitsfonds (- € 152,7 miljoen).

  • In de begroting op Hoofdlijnen is benoemd dat diverse aanleg- en instandhoudingsprojecten bij de verschillende modaliteiten last hebben gehad van excessieve prijsstijgingen. Bij de eerste suppletorie begroting 2025 gaat het om een totaalopgave van € 1.368 miljoen. Dekking komt uit de generieke investeringsruimte, waar het ritme niet in lijn is met de opgave. Daarom is een programmaschuif doorgevoerd, met als resultaat dat er € 527,9 miljoen van de dekking uit de generieke investeringsruimte naar 2025 is geschoven ten behoeve van de prijsstijgingtegenvallers.

  • Verder zijn de risicoreserveringen geactualiseerd, waardoor er uit 2025, € 33,2 miljoen naar latere jaren toe is geschoven om het ritme van de risicoreserveringen aan te sluiten bij de budgetbehoeftes. Deze risicoreserveringen zijn niet meer in 2025 nodig.

Bijdragen derden

In 2025 is er in totaal € 4,8 miljoen ontvangen in het kader van verkeersbegeleiding (VBS-tarief). Het verkeersbegeleidingstarief wordt door de Douane geïnd en daarna als ontvangst verantwoord bij IenW (RWS). Daarnaast is er € 0,4 miljoen ontvangen uit het Wrakkenfonds MS Elsa.

Overboekingen binnen artikel 11

Het gaat met name om de modaliteit specifieke reserveringen voor het Hoofdwegennet, Spoorwegennet en het Hoofdvaarwegennet in 2025 (€ 31,7 miljoen) die als dekking zijn gebruikt voor de interne dekkingsopgave MF en zijn daarom overgeboekt naar de generieke investeringsruimte op artikelonderdeel 11.04.

Overboekingen naar de uitvoeringsartikelen op het MF

Er is in totaal € 641,4 miljoen overgeboekt in 2025 vanuit de generieke investeringsruimte naar de uitvoeringsartikelen op het MF, het gaat dan specifiek over overboekingen naar de artikelen 12, 13, 14, 15 en 17 van het MF. De grootste overboekingen in 2025 worden hieronder uiteengezet:

  • Overboekingen in relatie tot de interne dekkingsopgave MF (- € 102,5 miljoen): dit zijn overboekingen die nodig zijn geweest ten behoeve van de dekkingsopgave MF ten behoeve van tegenvallers op het MF die hebben plaatsgevonden in 2025. De grootste tegenvallers in 2025 betreffen A15 MaVa (€ 36,6 miljoen) en Julianakanaal (€ 35,8 miljoen).

  • Overboekingen in relatie tot prijsstijgingstegenvallers (- € 527,9 miljoen): dit zijn overboekingen die nodig zijn geweest voor de tegenvallers die ontstaan zijn bij diverse aanleg- en instandhoudingsprojecten bij de verschillende modaliteiten die te maken hebben gehad met excessieve prijsstijgingen. De middelen uit de generieke investeringsruimte zijn overgeboekt naar de uitvoeringsartikelen. De grootste prijsstijgingtegenvallers in 2025 betreffen: prijsstijgingen bij instandhouding Spoor (€ 383,8 miljoen), prijsstijgingen bij RWS (€ € 121,5 miljoen) en prijsstijging bij het Julianakanaal (€ 19 miljoen).

Overboekingen beleidsbegroting XII

In 2025 vindt er een overboeking van € 2,3 miljoen plaats voor de Sociale Stations, dat onderdeel is van de interne dekkingsopgave MF, naar beleidsbegroting HXII. De uitgaven worden daar verantwoord. Daarnaast vindt er ook een overboeking plaats vanuit de resterende risicoreservering Vrachtwagenheffing (€ 7 miljoen) naar de beleidsbegroting HXII, omdat de Vrachtwagenheffing op de beleidsbegroting wordt geraamd en verantwoord sinds de Ontwerpbegroting 2025.

Saldo 2024

Op de generieke investeringsruimte zijn diverse budgetten in 2024 niet tot besteding gekomen. De totaalsom van deze middelen is € 7,6 miljoen. Het gaat voornamelijk om een meevaller bij de Kustwacht (€ 1,1 miljoen) die was teruggeboekt bij de NJN 2024 en niet is uitgegeven in 2024 en daarnaast gaat het om een aantal risicoreserveringen (€ 6,5 miljoen), die niet meer nodig waren in 2024. De middelen zijn in 2025 toegevoegd aan artikelonderdeel 11.04 Generieke investeringsruimte om de meerjarige omvang van de budgetten in stand te houden.

Taakstelling Voordelig Saldo 2024 MF

Het voordelig saldo 2024 op het MF is gekort met € 152,7 miljoen als gevolg van de dekking voor Herstel Toeslagen. Dit betekent dus dat een bedrag van € 152,7 miljoen taakstellend aan het Mobiliteitsfonds is onttrokken.

Licence