Ontwerpbegroting t (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) | Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2026 | Mutatie 2027 | Mutatie 2028 | Mutatie 2029 | Mutatie 2030 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Art. | Verplichtingen | 48.702 | 0 | 48.702 | 9.917 | 58.619 | 2.149 | ‒ 3.011 | ‒ 4.726 | ‒ 4.969 | 128.254 |
Uitgaven | 135.196 | 0 | 135.196 | 469 | 135.665 | ‒ 1.851 | ‒ 5.591 | ‒ 4.726 | ‒ 4.969 | 135.665 | |
13.4 | Ruimtegebruik bodem | 135.196 | 0 | 135.196 | 469 | 135.665 | ‒ 1.851 | ‒ 5.591 | ‒ 4.726 | ‒ 4.969 | 135.665 |
Opdrachten | 13.411 | 0 | 13.411 | ‒ 176 | 13.235 | 196 | ‒ 351 | ‒ 491 | ‒ 1.374 | 11.161 | |
Bodem en STRONG | 8.519 | 0 | 8.519 | ‒ 602 | 7.917 | ‒ 839 | ‒ 1.396 | ‒ 1.546 | ‒ 2.436 | 1.597 | |
RWS Leefomgeving | 2.535 | 0 | 2.535 | ‒ 700 | 1.835 | ‒ 560 | ‒ 560 | ‒ 560 | ‒ 560 | 1.975 | |
Fysieke Leefomgeving Omgevingswet (FLOW) | 495 | 0 | 495 | 297 | 792 | 238 | 248 | 258 | 265 | 5.774 | |
Overige opdrachten | 1.862 | 0 | 1.862 | 829 | 2.691 | 1.357 | 1.357 | 1.357 | 1.357 | 1.815 | |
Subsidies (regelingen) | 25.936 | 0 | 25.936 | 2.122 | 28.058 | 1.500 | 0 | 0 | 0 | 13.333 | |
Bedrijvenregeling | 17.380 | 0 | 17.380 | 0 | 17.380 | 0 | 0 | 0 | 0 | 7.411 | |
Subsidie Caribisch Nederland | 8.406 | 0 | 8.406 | 1.879 | 10.285 | 1.500 | 0 | 0 | 0 | 5.922 | |
Overige subsidies | 150 | 0 | 150 | 243 | 393 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage aan agentschappen | 9.117 | 0 | 9.117 | 2.245 | 11.362 | 1.149 | 1.149 | 1.149 | 1.149 | 8.651 | |
Bijdrage aan agentschap RWS | 4.440 | 0 | 4.440 | 229 | 4.669 | 318 | 318 | 318 | 318 | 4.757 | |
Bijdrage aan agentschap RIVM | 4.677 | 0 | 4.677 | 2.016 | 6.693 | 831 | 831 | 831 | 831 | 3.894 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 86.732 | 0 | 86.732 | ‒ 3.722 | 83.010 | ‒ 4.696 | ‒ 6.389 | ‒ 5.384 | ‒ 4.744 | 102.520 | |
Meerjarenprogramma Bodem | 86.732 | 0 | 86.732 | ‒ 3.722 | 83.010 | ‒ 4.696 | ‒ 6.389 | ‒ 5.384 | ‒ 4.744 | 102.520 | |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Toelichting
In aansluiting op de ontwerpbegrotingen en de Voorjaarsnota worden ook de mutaties voor het jaar t+5 opgenomen in de tabel budgettaire gevolgen van beleid van de 1ste suppletoire begrotingen. Dit betreft de extrapolatie van de begroting – het toevoegen van het jaar t+5 – en vervolgens de mutaties van t+5 die tijdens de voorjaarsbesluitvorming zijn verwerkt. In onderstaande toelichtingen wordt de extrapolatie van de begroting buiten beschouwing gelaten.
Onderstaand wordt een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de vastgestelde begroting en de 1e suppletoire begroting. Voor de uitgavenmutaties gebeurt dit op het niveau van financieel instrument, en voor de verplichtingen en ontvangsten op artikelniveau. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting onder Algemeen in de leeswijzer.
Verplichtingen
Het verplichtingenbudget is in 2025 verhoogd met € 9,9 miljoen en in totaal voor 2026 t/m 2030 verlaagd met € 11,3 miljoen. Dit komt met name door de toegelichte mutaties onder Uitgaven. Het verschil van € 18,9 miljoen in de periode 2025 ‒ 2030 wordt met name verklaard door:
– Een verplichtingenschuif van 2024 naar 2026 (€ 4,0 miljoen) en 2027 (€ 2,6 miljoen) voor het Meerjarenprogramma bodem. In 2024 was het voornemen om de Meerjarige SPUK-regeling voor een tweede ronde open te stellen en daarbij de kasuitkering in 2026-2028 te laten plaatsvinden. Door de maatregelen uit het Hoofdlijnenakkoord om de SPUK’s over te hevelen naar het Gemeente- en Provinciefonds, was dit niet meer mogelijk, omdat er onduidelijkheid was over welk deel van het budget nog beschikt kon worden. Daarom is in 2024 dit budget naar latere jaren verschoven.
– De verplichtingen voor de bedrijvenregeling zijn in 2025 eenzijdig opgehoogd met € 9,0 miljoen. In 2024 liep de indiening voor de saneringsplannen af. Deze kwamen later in het jaar, waardoor de verplichtingen niet in 2024 aangegaan konden worden, omdat de saneringsplannen beoordeeld moesten worden. Deze zijn nu beoordeeld, waardoor de verplichtingen nu in 2025 aangegaan kunnen worden.
Uitgaven
Opdrachten Ruimtegebruik Bodem
Het opdrachtenbudget is per saldo in 2029 met € 1,4 miljoen verlaagd en in totaal voor 2026 t/m 2030 met € 2,1 miljoen verlaagd. Dit komt met name door de volgende mutatie:
Bodem en STRONG: Er wordt voor de jaren 2027-2029 jaarlijks € 2,1 miljoen overgeboekt van artikel 13 naar artikel 24 (ILT) voor de continuering van de Taskforce bodem het toezicht op Bodem en Versterking Stelsel Kwaliteit Bodembeheer (Kwalibo).
Subsidies Ruimtegebruik Bodem
Het subsidiebudget is in 2025 met € 2,1 miljoen en in 2026 met € 1,5 miljoen verhoogd. Dit komt met name door onderstaande mutatie:
Subsidies Carbisch Nederland: Als gevolg van de rijksbrede subsidietaakstelling stijgen de tarieven voor drinkwateraansluitingen fors en komt de toegankelijkheid van drinkwater in Caribisch Nederland (CN) onder druk te staan. Met SZW is middels het bestedingsplan overeengekomen dat voor de jaren 2025-2026 € 3,0 miljoen wordt opgevraagd op de Aanvullende Post van Financiën (Enveloppe Groepen in de knel) om de stijging van drinkwatertarieven in Caribisch Nederland tegen te gaan in het kader van armoede bestrijding. Daarnaast is vanuit het opdrachtenbudget op artikel 11 € 0,4 miljoen overgeheveld naar het subsidiebudget op artikel 13 om het resterende tekort te compenseren.
Bijdragen aan agentschappen
Het budget voor bijdragen aan agentschappen is in 2025 met € 2,2 miljoen verhoogd. Dit heeft te maken met de volgende mutatie:
RIVM jaaropdracht: Het budget wordt van het Deltafonds naar HXII (€ 1,3 miljoenen) en binnen artikel 13 (€ 0,5 miljoen) herschikt om de verplichtingen voor de RIVM jaaropdracht aan te gaan. Hieronder vallen activiteiten zoals emissie registraties en onderzoeken.
Bijdragen aan medeoverheden
Meerjarenprogramma Bodem: Het budget voor bijdragen aan medeoverheden is in 2025 met € 3,7 miljoen verlaagd en in totaal voor 2026 t/m 2030 verlaagd met € 25,7 miljoen. Dit is het gevolg van diverse kleinere mutaties:
– De budgetoverheveling van bijdragen aan medeoverheden naar het agentschap RIVM voor de jaaropdracht (jaarlijks € 0,7 miljoen) binnen dit artikel. Bij RIVM is het Programma Water en Bodem opgebouwd rond drie kennisclusters: Water- en Drinkwaterkwaliteit, Grondwater en Bodem. De RIVM opdracht is in omvang gestegen door de hernieuwde aandacht voor water en bodem. O.a. de volgende programma’s worden uitgevoerd: Ondersteuning Programma Bodem, Ondergrond en Grondwater (BOG), Uitwerking monitoring vitale bodem, Ondersteuning Programma Water en Bodem sturend.
– Een overboeking van € 0,9 miljoen naar artikel 98 om de uitgaven voor Rijkstrainees te dekken. Dit wordt binnen IenW centraal gebudgetteerd op artikel 98.
– De budgetoverheveling voor bodemsaneringen van bijdragen aan medeoverheden (Meerjarenprogramma Bodem) naar opdrachten (Bodem en STRONG) binnen dit artikel (€ -3,3 miljoen in de periode 2027-2029).
– Voor de herschikking van het budget voor de IenW brede tegenvallers in de bedrijfsvoering en een herschikking van het budget voor het beleidsterrein luchtvaart wordt vanuit het meerjarenprogramma bodemsanering in totaal € 15,6 miljoen beschikbaar gesteld in de periode 2025 ‒ 2030.
Ontvangsten
Er zijn geen ontvangstenmutaties verwerkt in de 1ste suppletoire begroting op dit artikel.