Base description which applies to whole site

3.2 Artikel 13 Bodem en Ondergrond

Algemene doelstelling

Zorgen voor schone, veilige en vitale bodem en ondergrond door in te zetten op duurzaam beheer en regeneratief gebruik ervan in relatie tot klimaatverandering en de toenemende druk op de ruimte vanuit o.a. milieu, wonen, energie en economie. En het tot stand brengen van een betrouwbare en betaalbare drink- en afvalwatervoorziening in Europees en Caribisch Nederland.

Onder het beheer- en gebruik van het water-bodemsysteem vallen vraagstukken op het gebied van bodemkwaliteit, drinkwatervoorziening, grondwater, bodemdaling, kabels en leidingen en bodemenergie. Deze worden aangepakt in relatie met maatschappelijke opgaven als energietransitie, klimaatadaptatie, winning van bouwgrondstoffen en vanuit de bredere samenhang met de structurerende keuzes van Water en Bodem Sturend in vertaling naar uitvoerbaar en toekomstbestendig beleid.

Samenvatting budgettaire gevolgen van beleid

In onderstaande tabel is een samenvatting opgenomen van de totale verplichtingen, uitgaven en ontvangsten van dit artikel. De onderverdeling naar de financiële instrumenten is opgenomen in de totaal tabel van de budgettaire gevolgen van beleid.

Tabel 21 Samenvatting budgettaire gevolgen van beleid artikel 13 (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Verplichtingen

127.442

206.770

48.702

100.847

100.637

101.308

106.561

        

Uitgaven

109.413

140.585

135.196

120.330

118.968

119.012

113.972

        

Uitgaven onderverdeeld per artikelonderdeel

       

4 Ruimtegebruik bodem

109.413

140.585

135.196

120.330

118.968

119.012

113.972

        

Ontvangsten

107

1.500

0

0

0

0

0

Rol en verantwoordelijkheid

In onderstaande tabel is een overzicht en toelichting opgenomen op de rol en verantwoordelijkheid van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat bij Bodem en Ondergrond. Voor een nadere toelichting op de verschillende typologieën stimuleren, regisseren, financieren en (doen) uitvoeren wordt verwezen naar de leeswijzer.

Tabel 22 Rol en verantwoordelijkheden

Rol

Toelichting

Stimuleren

Het Rijk bevordert de investeringen in de kwaliteit van bodem en ondergrond door middel van:– Bevorderen van de duurzame kwaliteit van het doelmatig gebruik van het bodem- en watersysteem.– De uitvoeringsprogramma’s van de bestuurlijke afspraken bodem met andere overheden.– Efficiënt beschermen van drinkwaterbronnen door het landelijk faciliteren/stimuleren van de totstandkoming van gebiedsdossiers.

Financieren

Het Rijk draagt financieel bij aan de uitvoering door bevoegde overheden van bodemverontreiniging en het toekomstbestendig omgaan met nazorg. Daarnaast subsidieert het Rijk een deel van bodemsaneringen in eigen beheer door bedrijven. Ook draagt het Rijk financieel bij aan kennisontwikkeling in het kader van de bestuurlijke afspraken bodem.Subsidiering drinkwatertarieven op Caribisch Nederland en investeringen in de drinkwatervoorziening op Bonaire en Sint Eustatius en rioolwaterzuiveringsinstallatie op Bonaire.

Regisseren

De Minister van IenW heeft voor Bodem en Ondergrond een systeem - en stelselverantwoordelijkheid en is daarbij enerzijds verantwoordelijk voor het systeem van wet- en regelgeving omtrent beheer en gebruik van bodem, ondergrond en water en stimuleert anderzijds de investeringen en de bescherming daarvan en draagt zo bij aan een veilig leefbaar en bereikbaar Nederland. Het gaat daarbij om:– Ondersteunen van de decentrale overheden bij het uitvoeren van de bodemtaken onder de Omgevingswet.– Het proces waarbij de decentrale overheden in staat worden gesteld om uiterlijk in 2030 de bodemverontreiniging-problematiek te beheersen.– Ontwikkeling van regelgeving en kennis van de bodem en ondergrond. Deze ontwikkeling ondersteunt het beleid van bodem en ondergrond als basis voor maatschappelijke opgaven en faciliteert de toepassing daarvan door de andere overheden. Dit geldt ook voor nieuwe bodembedreigende stoffen, zoals PFAS.– Verkenning en uitwerking van een betere aansluiting van de stoffenregelgeving bodem met de andere milieudomeinen water en lucht.– Toezicht op en de handhaving van wet- en regelgeving door de ILT op dit beleidsterrein (zie beleidsartikel 24 Handhaving en Toezicht).– Het programma Versterking bodemstelsel dat bijdraag aan bescherming van de bodemkwaliteit door herstel van vertrouwen; Verbetering van het Kwalibo-stelsel; Invulling van de systeemverantwoordelijkheid; Verbeteren van vergunningverlening, toezicht en handhaving; Versterken van de organisatie, kennis en samenwerking.

(doen) uitvoeren

Het Rijk voert in eigen beheer de hersanering uit van het EMK-terrein. Overige saneringen worden uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van decentrale bevoegde gezagen.

Samenhang doelstelling en meetbare gegevens

Voor het artikel Bodem en Ondergrond zijn 2 specifieke doelstellingen geformuleerd. Deze specifieke doelstellingen leveren een bijdrage aan het bereiken van de algemene doelstelling. Voor iedere specifieke doelstelling zijn tevens meerdere subdoelstellingen geformuleerd. Onder de meetbare gegevens zijn de indicatoren en kengetallen opgenomen die verbonden zijn met de doelstellingen. Scores op indicatoren kunnen aanleiding zijn om beleid bij te sturen. De kengetallen bieden met name belangrijke contextuele informatie.

De samenhang tussen de doelstellingen en de meetbare gegevens is onderstaand weergegeven.

Tabel 23 Doelenboom artikel 13

Algemene doelstelling

Zorgen voor schone, veilige en vitale bodem en ondergrond door in te zetten op duurzaam beheer en regeneratief gebruik ervan in relatie tot klimaatverandering en de toenemende druk op de ruimte vanuit o.a. milieu, wonen, energie en economie. En het tot stand brengen van een betrouwbare en betaalbare drink- en afvalwatervoorziening in Europees en Caribisch Nederland.

Specifieke doelstelling 1

Specifieke doelstelling 2

Bewuster en duurzamer omgaan met bodem en ondergrond in het Rijksbeleid. En het ondersteunen van decentrale overheden bij het uitvoeren van de bodemtaken.

Voldoende en goed drinkwater voor iedereen in Europees en Caribisch Nederland.

Subdoelstellingen

Subdoelstellingen

1. Aanpak bodemverontreiniging met onaanvaardbare risico’s door bevoegde overheden.

1. Voldoende beschikbaarheid drinkwaterbronnen.

2. Herijken bodemregelgeving in 2 fasen: verbetering (aanpak knelpunten) en vernieuwing (toekomstbestendig).

2. Besparing op drinkwatergebruik.

3. Inzicht bieden in aard, omvang, aanpak en gevolgen van vraagstuk van bodemdaling in Nederland.

 

4. Ruimtelijk ordenen van het gebruik van bodem, ondergrond en grondwater.

 

Beleidsinformatie

Beleidsinformatie

Informatiepunt leefomgeving

CBS: gegevens over drinkwatergebruik in NL

Specifieke doelstelling 1: Bewuster en duurzamer omgaan met bodem en ondergrond in het Rijksbeleid. En het ondersteunen van decentrale overheden bij het uitvoeren van de bodemtaken.

Motivering

In de brief ‘Water en Bodem Sturend’ benoemt het kabinet het streven naar een vitale bodem die ook voor toekomstige generaties de noodzakelijke en waardevolle functies kan vervullen. IenW is systeemverantwoordelijk voor de aanpak van bodemverontreinigingen en beleid en regelgeving rondom bodemkwaliteit. De uitvoering hiervan is grotendeels belegd bij decentrale overheden. Hiertoe zijn bestuurlijke afspraken gemaakt voor de periode 2023-2030.

Subdoelstellingen

Subdoelstelling 1: Aanpak bodemverontreiniging met onaanvaardbare risico’s door bevoegde overheden.

In lijn met de bestuurlijke afspraken bodem en ondergrond stelt IenW middelen ter beschikking voor de aanpak door decentrale overheden van historische bodemverontreinigingen, voor de aanpak van diffuse verontreinigingen en PFAS die voor decentrale een buitenproportionele opgave vormen en voor het toekomstbestendig omgaan met nazorg. Ook stelt IenW middelen ter beschikking voor de robuuste uitvoering van de bodemtaken en kennisontwikkeling.

Subdoelstelling 2: Herijken bodemregelgeving in 2 fasen: verbetering (aanpak knelpunten) en vernieuwing (toekomstbestendig).

De bodemregelgeving wordt aangepast zoals aangekondigd in onder andere de brief ‘Water en Bodem Sturend’. Het doel is een solide toekomstbestendige bodemregelgeving, waarin bodem en (grond)water beschermd zijn, en waar een goede balans tussen het beschermen en het benutten van de bodem bereikt wordt.

Subdoelstelling 3: Inzicht bieden in aard, omvang, aanpak en gevolgen van vraagstuk van bodemdaling in Nederland.

Bodemdaling vindt plaats in een omvangrijk gebied met veenhoudende grond in met name laag Nederland. Door verlaging van de grondwaterstand oxideert het veen hetgeen resulteert in omvangrijke CO2-emissies en bodemdaling die in bebouwd gebied aanleiding kan zijn voor funderingsschade. Op basis van een RLI-advies is bekeken op welke wijze en vanuit welke financiering de funderingsschade kan worden aangepakt. Doorvertaling naar operationele setting dient nog te gebeuren. Voor het landelijk gebied worden in kader van het Nationaal Programma Water en Bodem Sturend maatregelen verkend ter beperking van de bodemdaling.

Subdoelstelling 4. Ruimtelijk ordenen van het gebruik van bodem, ondergrond en grondwater.

Toenemend gebruik (winning, opslag) van de ondergrond ten behoeve van diverse maatschappelijke opgaven (energietransitie, klimaatadaptatie) vraagt om expliciet ruimtelijk ordenen van bodem en ondergrond. Daarvan is nu nog geen sprake. Via het Nationaal Programma Bodem, Ondergrond en Grondwater worden hiertoe instrumenten ontwikkeld.

Beleidsinformatie

Het beleid samenhangend met deze doelstelling https://iplo.nl/thema/bodem/wordt uitgevoerd door decentrale overheden. Meer informatie over de voortgang van de aanpak van bodemverontreiniging met onaanvaardbare risico's wordt gepubliceerd op het Informatiepunt Leefomgeving.

Specifieke doelstelling 2: Voldoende en goed drinkwater voor iedereen in Europees en Caribisch Nederland.

Motivering

In 2030 zal als gevolg van bevolkingsgroei en economische ontwikkelingen de vraag naar drinkwater groeien. Er dreigt in 2030 een tekort aan drinkwater voor consumenten en bedrijven. Drinkwaterbedrijven kunnen niet meer grondwater winnen o.a. vanwege convenantafspraken met provincies die zich richten op natuurherstel en natuurbescherming, en kunnen niet snel genoeg nieuwe winningen realiseren om de drinkwatervraag te vervullen vanwege dezelfde ruimtelijke afwegingen en vergunningsverleningsprocedures. Een deel van de huidige grondwaterbronnen zijn uitgeput of de kwaliteit is ontoereikend.

Subdoelstellingen

Subdoelstelling 1: Voldoende beschikbaarheid drinkwaterbronnen.

In de Beleidsnota Drinkwater 2021-2026 is aangegeven dat de vraag naar drinkwater toeneemt door bevolkingsgroei, een veranderende bevolkingssamenstelling en economische groei terwijl de natuurlijke beschikbaarheid van drinkwaterbronnen afneemt onder andere als gevolg van klimaatverandering. Door het RIVM is in 2023 vastgesteld dat er in 2030 ca. 102 miljoen m3 extra winningscapaciteit gerealiseerd moet zijn om aan de vraag te kunnen blijven voldoen. Ook voor de periode na 2030 staat de drinkwatervoorziening onder druk. Het aanbod van drinkwater moet dus omhoog.

Subdoelstelling 2: Besparing op drinkwater.

Daarnaast moet de vraag naar drinkwater omlaag. In Water en Bodem Sturend is voor besparing van drinkwater de volgende ambitie opgenomen: we werken toe naar een drinkwatergebruik per hoofd van de bevolking van 100 liter in 2035 (thans 134 liter p.p.p.d.) en beperken laagwaardig gebruik van drinkwater. Grootverbruikers vragen we het drinkwatergebruik met 20% te reduceren ten opzichte van 2016 ‒ 2019.

Beleidsinformatie

Relevante beleidsinformatie over het gemiddelde dagelijks drinkwatergebruik per hoofd van de bevolking en het drinkwatergebruik van zakelijke grootverbruikers is beschikbaar bij het CBS.

Onderstaand wordt ingegaan op relevante beleidsmatige ontwikkelingen op het beleidsterrein Bodem en Ondergrond.

Programma Bodem, Ondergrond en Grondwater

Het Programma Bodem, Ondergrond en Grondwater, zoals aangekondigd in de NOVI, heeft als doel het duurzaam, veilig en efficiënt gebruik van bodem, ondergrond en grondwater te bevorderen. Het ministerie van IenW is coördinator van het programma, vanuit zijn systeemverantwoordelijkheid voor het bodem-watersysteem. Het programma wordt in samenwerking met betrokken departementen en decentrale overheden ingevuld. Het programma bouwt voort op de structurerende keuzes uit «Water en Bodem Sturend» en het convenant en de bestuurlijke afspraken en samenwerkingsagenda Bodem en Ondergrond 2022-2030.

Vitale bodems

In de brief ‘Water en bodem sturend’ concludeert het kabinet dat de bodem meer is dan vierkante meters land; het is een levend ecosysteem. We hebben de bodem nodig om huizen op te bouwen en voedsel op te produceren. We maken drinkwater uit ons grondwater en halen energie en grondstoffen uit de ondergrond. De bodem is ook ons archief met waardevolle archeologische en geologische informatie. Ook is in de brief geconstateerd dat deze en andere essentiële functies onder druk staan door verkeerd gebruik van de bodem. Om de bodem te beschermen en herstellen, is beleid nodig dat breder is dan de aanpak van chemische verontreinigingen. Het bodembeleid komt hiermee in een nieuwe fase waarin de vitaliteit van de bodem het uitgangspunt is.

In 2021 heeft de Europese Commissie de Bodemstrategie voor 2030 aangenomen. Uit deze Bodemstrategie volgt de uitwerking van een bodemrichtlijn. Uitgangspunt van de richtlijn is dat de bodem dezelfde bescherming verdient als water en lucht. Schattingen geven aan dat 60-70% van de bodems in de EU niet gezond zijn. De inzet van de Europese Unie is dat in 2050 alle bodemecosystemen weer gezond zijn. De komende jaren zal gewerkt worden aan de uitwerking van deze richtlijn en aanpassing aan Nederlands beleid en lokale bodems en bodemgebruik.

Herijking bodemregelgeving

De komende jaren wordt aan de herijking van de bodemregelgeving gewerkt. De huidige bodemregelgeving is in 2008 voor het laatst grondig herzien. Het doel van de herijking is om tot een solide toekomstbestendig bodemstelsel te komen, waarin bodem en grondwater beschermd zijn, en waar een goede balans tussen beschermen en benutten bereikt wordt. Aanleiding hiertoe zijn onder andere diffuus verspreide stoffen, knelpunten in de praktijk bij toepassing van secundaire bouwstoffen en nieuwe beleidsuitgangspunten op het gebied van bodem, zoals de aansluiting van bodemregelgeving op de KRW. Het project is eind 2023 gestart met het oppakken van de knelpunten uit de uitvoeringspraktijk (fase 1). In 2025 wordt een voorstel tot wijziging regelgeving opgeleverd en gaat fase 2 van het project van start. Deze fase behelst een meer fundamentele aanpassing van de bodemregelgeving waarbij nieuw beleid wordt verankerd, zoals de beleidsontwikkelingen met betrekking tot vitale bodems en water en bodem sturend.

Tabel 24 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 13 (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Verplichtingen

127.442

206.770

48.702

100.847

100.637

101.308

106.561

        

Uitgaven

109.413

140.585

135.196

120.330

118.968

119.012

113.972

        

4 Ruimtegebruik bodem

109.413

140.585

135.196

120.330

118.968

119.012

113.972

Opdrachten

12.275

22.991

13.411

5.721

5.711

5.851

5.839

Bodem en STRONG

8.316

17.333

8.519

1.396

1.396

1.546

2.436

RWS Leefomgeving

2.082

2.740

2.535

2.535

2.535

2.535

2.535

Fysieke Leefomgeving Omgevingswet (FLOW)

76

157

495

437

427

417

410

Overige opdrachten

1.801

2.761

1.862

1.353

1.353

1.353

458

Subsidies

20.062

27.685

25.936

23.322

21.991

13.861

13.333

Bedrijvenregeling

7.012

16.000

17.380

15.333

15.181

7.704

7.411

Subsidie Caribisch Nederland

11.609

10.335

8.406

7.839

6.660

6.157

5.922

Overige subsidies

1.441

1.350

150

150

150

0

0

Bijdragen aan agentschappen

10.883

8.944

9.117

7.502

7.503

7.502

7.502

Waarvan bijdragen aan RWS

5.489

4.440

4.440

4.439

4.440

4.439

4.439

Waarvan bijdragen aan RIVM

5.394

4.504

4.677

3.063

3.063

3.063

3.063

Bijdragen aan medeoverheden

66.193

80.965

86.732

83.785

83.763

91.798

87.298

Meerjarenprogramma Bodem

66.193

79.501

86.732

83.785

83.763

91.798

87.298

Caribisch Nederland

0

1.464

0

0

0

0

0

        

Ontvangsten

107

1.500

0

0

0

0

0

Onderstaand is per artikelonderdeel, zoals opgenomen in de budgettaire tabel, voor het jaar 2025, een toelichting gegeven waarvoor de financiële instrumenten worden ingezet en wie de middelen ontvangt. In de budgettaire tabel is de taakstelling uit het hoofdlijnenakkoord van het kabinet-Schoof op het gebied van subsidies en specifieke uitkeringen verwerkt. In onderdeel 2.7 van deze begroting is een nadere toelichting op de budgettaire verwerking van het hoofdlijnenakkoord opgenomen.

4. Ruimtegebruik bodem (€ 135,2 miljoen)

De volgende financiële instrumenten worden ingezet:

1.Opdrachten (€ 13,4 miljoen).

  • Bodem en STRONG (€ 8,5 miljoen). De voorziene uitgaven voor opdrachten hebben met name betrekking op het onderdeel Bodem en STRONG (€ 8,5 miljoen), waarbinnen de sanering van het Stormpolderdijk terrein te Krimpen aan den IJssel is opgenomen en waarvoor het ministerie zelf opdrachtgever is.

  • RWS Leefomgeving (€ 2,5 miljoen). Er zijn middelen geraamd ter dekking van de opdrachten aan RWS waarbinnen de wettelijke taken en instrumenten bodem en ondergrond is opgenomen.

  • Fysieke Leefomgeving en de Omgevingswet (€ 0,5 miljoen).

  • Overige opdrachten (€ 1,9 miljoen).

    • RIVM bodem (€ 0,7 miljoen). Voor de ontwikkeling van kennis in het kader van bovengenoemde beleidswijzigingen onderzoeksopdrachten verstrekt aan kennisinstellingen zoals RIVM en Deltares.

    • Tenslotte worden opdrachten verleend (€ 1,2 miljoen) voor beleidsinhoudelijke onderzoeken en evaluaties aan derden op het gebied van bodem, ondergrond en bodemenergie

2. Subsidies (€ 25,9 miljoen).

  • Bedrijvenregeling (€ 17,4 miljoen). Op grond van de Wet bodembescherming en het Besluit financiële bepalingen bodemsanering worden subsidies ten behoeve van saneringsmaatregelen van bedrijven verstrekt.

  • Subsidies voor Caribisch Nederland (€ 8,4 miljoen).

    • De middelen zijn gereserveerd voor een betaalbare drinkwatervoorziening in Caribisch Nederland. De subsidies worden verleend aan de nutsbedrijven op Bonaire en Sint Eustatius, zodat zij de vaste drinkwatertarieven per maand kunnen verlagen t.o.v. de kostprijs.

    • Op Saba wordt de subsidie verleend aan het Openbaar Lichaam (dat zelf de drinkwatervoorziening beheert) ten einde de distributiekosten van Reverse Osmosis en de kosten van gebotteld drinkwater te verlagen en daarmee ook de tarieven voor de inwoners t.o.v. de kostprijs te verlagen.

    • Tevens zijn er subsidies begroot voor investeringen in de drinkwatervoorziening op Bonaire en Sint Eustatius en voor de afvalwatervoorziening op Bonaire (RWZI).

  • Overige subsidies (€ 0,2 miljoen). Dit betreft de kosten voor exploitatie van Kenniscentrum Bodemdaling en Funderingen (KBF) in Gouda.

3. Bijdragen aan agentschappen (€ 9,1 miljoen).

  • Rijkswaterstaat (€ 4,4 miljoen). Aan de Uitvoeringsorganisatie bodem en ondergrond van Rijkswaterstaat worden bijdragen verstrekt voor het verrichten van en ondersteuning van de beleidsontwikkeling op het gebied van bodem en ondergrond en voor de ondersteuning van de uitvoering van de bodemtaken onder de omgevingswet.

  • RIVM (€ 4,7 miljoen). De bijdrage aan het RIVM wordt ingezet voor opdrachten met betrekking tot Bodem en Ondergrond, waaronder onderzoeken naar zeer zorgwekkende stoffen zoals PFAS.

4. Bijdragen aan medeoverheden (€ 86,7 miljoen).

  • Tussen het Rijk en de andere overheden (Het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Unie van Waterschappen (UvW) ) zijn eind 2022 bestuurlijke afspraken gemaakt over een meerjarige aanpak voor de uit te voeren saneringen. De afspraken hebben betrekking op de afronding van de aanpak van de historische bodemverontreinigingen en op de aanpak van andere bodemverontreinigingen waarvan de problematiek niet door een lokale overheid alleen gedragen kan worden, waaronder ook PFAS en lood. Daarnaast heeft het Rijk in het verleden afspraken gemaakt met individuele lokale overheden over de financiering van enkele specifieke bodemsaneringslocaties, die ook in 2024 nog doorlopen.

  • Tevens worden er bijdragen verleend in het kader van de bestuurlijke afspraken bodem en ondergrond ten behoeve van kennisontwikkeling en -deling en een efficiencyimpuls in de dagelijkse uitvoering van bodemtaken door bevoegde gezagen en omgevingsdiensten.

In onderstaande tabel is van het totaal van de geraamde programma uitgaven inzicht gegeven in het geschatte aandeel juridisch verplicht, bestuurlijk gebonden, beleidsmatig gereser­veerd en nog niet ingevuld/vrij te besteden. In lijn met de Regeling rijksbegrotingsvoorschriften is voor de juridisch verplichte uitgaven op het niveau van een Financieel Instrument als geheel van het totale artikel een kwalitatieve toelichting opgenomen.

Tabel 25 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 13
 

2025

juridisch verplicht

97%

bestuurlijk gebonden

0%

beleidsmatig gereserveerd

3%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0%

Toelichting

Van de totale in 2025 beschikbare programma uitgaven (€ 135,2 miljoen) is 97% juridisch verplicht. Per financieel instrument wordt dit onderstaand toegelicht.

  • 1. Opdrachten. Het beschikbare budget in 2025 is voor 76% juridisch verplicht. Dit betreft de uitvoering van het bodembeleid met onder andere de sanering van het EMK-Stormpolderdijkterrein te Krimpen aan den IJssel, alsmede voor bodemonderzoeken op het vlak van opkomende stoffen, bodemkwaliteit, grondwater en drinkwater, kennisinfrastructuur en informatievoorziening.

  • 2. Subsidies. Het beschikbare budget is 100% juridisch verplicht. Het betreft subsidies voor de Bedrijvenregeling, drink- en afvalwater in Caribisch Nederlanden subsidies op grond van de Wet bodembescherming en het Besluit financiële bepalingen bodemsanering. Voor het volledige subsidieoverzicht wordt verwezen naar bijlage 5 van deze begroting.

  • 3. Bijdragen aan agentschappen. De uitgaven voor de agentschapsbijdragen RWS en RIVM zijn volledig juridisch verplicht en hebben een structureel karakter. De bijdrage aan RWS heeft betrekking op beleidsondersteuning en advies (BOA). RWS reserveert capaciteit voor het uitvoeren van studies of het leveren van bijdragen daaraan, adviezen met betrekking tot beleidsnota’s en de uitvoerbaarheid van beleid. De bijdrage aan het RIVM wordt ingezet voor opdrachten met betrekking tot Bodem en Ondergrond.

  • 4. Bijdragen aan medeoverheden. Het beschikbare budget in 2025 is voor 100% juridisch verplicht. Dit betreft de juridisch verplichte bijdragen aan lokale overheden voor uitvoering van het meerjarenprogramma bodem.

Licence