Base description which applies to whole site

3.3 Artikel 4. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

Het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie zorgen ervoor dat studenten hun talenten maximaal kunnen ontplooien en volwaardig kunnen deelnemen aan de samenleving. Studenten worden voorbereid op passend vervolgonderwijs en/of een positie op de arbeidsmarkt die optimaal aansluit bij hun talenten.

De minister is verantwoordelijk voor een stelsel van middelbaar onderwijs dat zodanig functioneert dat het onderwijs aansluit bij de talenten en de ambities van individuele studenten en bij de behoeftes van de maatschappij. De sector beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (bve) omvat het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) en de volwasseneneducatie. Het middelbaar beroepsonderwijs heeft een belangrijke maatschappelijke en economische functie. Het is een leverancier van werknemers voor de arbeidsmarkt. Ook is het een schakel tussen het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs en het hoger beroepsonderwijs.

Financieren

De minister is verantwoordelijk voor de financiering van het middelbaar beroepsonderwijs door lumpsumbekostiging van de onderwijsinstellingen. Hierdoor wordt de toegankelijkheid van het onderwijs gewaarborgd.

Stimuleren

De minister stimuleert specifieke beleidsonderwerpen door het verstrekken van aanvullende bekostiging, subsidies, en de inzet van andere instrumenten zoals overleg, voorlichting, kwaliteitsafspraken en wet- en regelgeving.

Regisseren

De minister vult zijn verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs in via een regisserende rol. De normeisen van kwaliteit zijn vastgelegd in wet- en regelgeving; de Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de naleving.

Kengetallen
Tabel 24 Studenten middelbaar beroepsonderwijs (aantallen x 1.000)1
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Aantal mbo-studenten (exclusief vavo)

476,8

468,8

468,3

469,1

469,1

467,0

462,6

Bol

339,3

333,9

344,0

352,3

358,4

362,9

363,7

Bbl

137,6

134,9

124,3

116,8

110,7

104,1

98,9

Vavo

7,5

8,2

8,3

7,9

7,7

7,7

7,7

1

Bron: Referentieraming 2024

Tabel 25 Uitgaven per student (bedragen x € 1.000)
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Onderwijsuitgaven per mbo-student (x € 1.000)

10,8

11,0

11,0

11,1

11,2

11,2

11,2

Toelichting

Vanuit kabinet Rutte IV zijn er middelen toegevoegd aan de bekostiging van het mbo met een oplopende reeks, hierdoor zijn de uitgaven per student gestegen vanaf 2023. Dit betekent dat er structureel circa € 300 miljoen beschikbaar is gesteld aan mbo-scholen voor de bekostiging van niveau 2 studenten, nazorg en Regionale Meld- en Coördinatiefunctie (RMC's), aansluiting op de arbeidsmarkt, het bevorderen van de doorstroom in de beroepskolom, professionaliseringsruimte en comeniusbeurzen/mbo-premie voor mbo-docenten, practoraten en krimp in het mbo.

In het onderdeel beleidsprioriteiten staan de belangrijkste wijzigingen op het terrein van beroeps- en volwasseneneducatie beschreven. Aanvullend zijn nog de onderstaande punten te melden.

Om uitwerking te geven aan de ambities uit het coalitieakkoord van kabinet Rutte IV, heeft het Ministerie van OCW samen met studenten, docenten, mbo-instellingen, werkgevers, gemeenten, onderwijskoepels en vakbonden de Werkagenda mbo en het Stagepact mbo afgesloten. Deze richten zich onder meer op een goede aansluiting tussen de arbeidsmarkt en het middelbaar beroepsonderwijs. De invulling voor de Werkagenda mbo en het Stagepact mbo wordt hier geschetst (Kamerstukken II 2022/23, 31524, nr. 549).

De prioriteiten van de Werkagenda mbo voor de komende jaren zijn:

  • 1. alle studenten krijgen gelijke kansen;

  • 2. een goede aansluiting tussen opleiding en arbeidsmarkt; en

  • 3. een goede kwaliteit van het onderwijs.

De prioriteiten van het Stagepact mbo voor de komende jaren zijn:

  • 1. verbeteren van stagebegeleiding;

  • 2. uitbannen van stagediscriminatie;

  • 3. realiseren van voldoende stageplaatsen; en

  • 4. bieden van een passende vergoeding.

Daarnaast wordt er vanuit het Nationaal Groeifonds geïnvesteerd in het mbo. Er wordt bijvoorbeeld ingezet op Leven Lang Ontwikkelen middels het leeroverzicht/skills en Collectief Laagopgeleiden & Laaggeletterden.

Tabel 26 Budgettaire gevolgen van beleid art. 4 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Begroting

 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Verplichtingen

5.451.235

6.989.521

6.157.220

5.830.948

5.721.630

5.684.448

5.684.361

        

Uitgaven

5.812.453

5.876.717

5.955.558

5.911.809

5.863.117

5.760.053

5.724.107

        

Bekostiging

5.192.137

5.235.870

5.246.611

5.271.708

5.289.840

5.244.601

5.211.371

Bekostiging mbo-instellingen

4.179.787

4.332.563

4.452.989

4.483.173

4.503.058

4.490.912

4.460.224

Aanvullende bekostiging Krimpregio's

0

0

30.000

30.000

30.000

0

0

Bekostiging Caribisch Nederland

10.405

12.119

12.120

12.242

12.242

12.242

12.242

Bekostiging vavo

80.204

91.720

91.720

91.720

91.826

91.826

91.826

Loopbaanoriëntatie

0

32.000

32.000

32.000

32.000

32.000

32.000

Kwaliteitsafspraken investeringsbudget

586.134

704.330

538.984

538.984

540.033

540.033

540.033

Regionaal Investeringsfonds

21.629

22.088

46.710

41.501

38.593

35.500

32.958

Regionaal Programma

30.550

30.550

42.088

42.088

42.088

42.088

42.088

Begeleidingsgesprekken jeugdwerkloosheid

10.500

10.500

0

0

0

0

0

Kwaliteitsafspraken resultaatafhankelijk budget

217.623

0

0

0

0

0

0

Salarismix Randstadregio's

55.279

0

0

0

0

0

0

Gelijke kansen

26

0

0

0

0

0

0

Subsidies (regelingen)

350.725

341.838

322.283

291.129

229.454

173.444

171.812

Praktijkleren

264.064

274.084

242.621

181.661

116.420

80.536

79.424

Actieplan Laaggeletterdheid/Tel mee met Taal

13.995

14.734

12.939

13.189

13.189

13.235

13.235

Loopbaanoriëntatie

34.624

2.082

1.818

1.407

717

0

0

Doorstroom beroepskolom

9.660

20.580

33.600

65.340

70.180

50.020

50.000

LLO Collectief Laagopgeleiden en Laaggeletterden (NGF)

1.241

4.384

683

0

0

0

0

Vakwedstrijden mbo

4.722

5.190

5.190

5.190

5.190

5.190

5.190

Leven Lang Ontwikkelen

1.985

0

0

0

0

0

0

Overige subsidies

20.434

20.784

25.432

24.342

23.758

24.463

23.963

Opdrachten

9.480

18.134

16.796

14.198

9.853

8.453

8.453

Opdrachten

9.381

18.134

16.796

14.198

9.853

8.453

8.453

Zelftesten

99

0

0

0

0

0

0

Bijdrage aan agentschappen

25.670

29.698

27.367

28.133

28.528

28.604

28.557

Dienst Uitvoering Onderwijs

22.566

25.859

23.967

24.733

25.128

25.204

25.157

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

3.104

3.839

3.400

3.400

3.400

3.400

3.400

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

84.789

92.496

104.255

98.265

97.425

96.934

95.897

College voor Toetsen en Examens

0

0

11.393

11.393

11.393

11.393

10.393

Wet SLOA

0

0

0

1.903

1.903

1.903

1.903

SBB

82.063

87.173

86.308

78.415

77.575

77.084

77.047

NWO Comenius

2.726

4.246

5.584

5.584

5.584

5.584

5.584

NCP NLQF

0

1.077

970

970

970

970

970

Bijdrage aan medeoverheden

149.652

158.681

238.246

208.376

208.017

208.017

208.017

RMC's

43.623

46.968

65.773

65.773

65.773

65.773

65.773

Educatie

85.462

92.013

100.466

81.826

81.467

81.467

81.467

Caribisch Nederland

1.367

0

0

0

0

0

0

Masterplan Campus Groningen

0

500

9.500

10.000

10.000

10.000

10.000

Regionaal Programma

19.200

19.200

62.507

50.777

50.777

50.777

50.777

Ontvangsten

5.866

4.700

4.700

4.700

4.700

4.700

4.700

Uitsplitsing verplichtingen
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Verplichtingen

5.451.235

6.989.521

6.157.220

5.830.948

5.721.630

5.684.448

5.684.361

waarvan garantieverplichtingen

34.669

12.411

0

0

0

0

0

waarvan overige verplichtingen

5.416.566

6.977.110

6.157.220

5.830.948

5.721.630

5.684.448

5.684.361

De garantieverplichtingen hebben betrekking op leningen/rekening-courantkredieten aan onderwijsinstellingen. Deze leningen worden door middel van schatkistbankieren verstrekt. Het Ministerie van OCW staat voor deze leningen garant. Deze verplichtingen worden niet geraamd.

Budgetflexibiliteit
Tabel 27 Geschatte budgetflexibiliteit
  
 

2025

juridisch verplicht

99,7%

bestuurlijk gebonden

0%

beleidsmatig gereserveerd

0,3%

Van het totale budget voor artikel 4 is in 2025 99,7 procent juridisch verplicht.

Bekostiging

Het beschikbare budget voor 2025 is 100 procent juridisch verplicht. De verplichtingen hebben betrekking op de betalingen aan mbo-instellingen (inclusief Caribisch Nederland). In de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB), het Uitvoeringsbesluit WEB (UWEB) en regelingen zijn de bepalingen, bedragen en percentages opgenomen op basis waarvan de rijksbijdrage en aanvullende bekostiging wordt berekend.

Subsidies

Van het beschikbare budget is in 2025 96,0 procent juridisch verplicht. Voor nadere toelichting wordt verwezen naar de subsidiebijlage.

Opdrachten

Van het beschikbare budget is in 2025 60,0 procent juridisch verplicht.

Bijdrage aan agentschappen

Het budget voor 2025 is 100 procent juridisch verplicht. Op basis van managementafspraken tussen bestuursdepartement en de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) zijn afspraken vastgelegd voor het komende jaar. In de subsidieregeling praktijkleren is geregeld dat deze regeling door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland wordt uitgevoerd.

Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s

Het budget voor 2025 is voor 100 procent juridisch verplicht. Deze middelen zijn bestemd voor de uitvoering van de wettelijke taken van de Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB), het Nationaal Coördinatiepunt Nederlands Kwalificatieraamwerk (NCP NLQF), (de ontwikkeling van) centrale examens Nederlandse taal, rekenen en Engels door het Centraal Instituut voor Toets Ontwikkeling (CITO), NWO NRO-programma’s mbo en het College voor Toetsen en Examens (CvTE).

Bijdrage aan medeoverheden

Van het beschikbare budget is in 2025 100 procent juridisch verplicht. Deze middelen zijn bestemd voor de gemeenten en worden in de vorm van specifieke uitkeringen verstrekt voor de uitvoering van de taken van de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie, het educatiebudget, het regionaal programma, Caribisch Nederland en het masterplan campus Groningen.

Bekostiging

Bekostiging mbo-instellingen

De rijksbijdrage die de mbo-instellingen ontvangen is gebaseerd op de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) en de nadere uitwerking in het Uitvoeringsbesluit WEB.

Het landelijk budget dat beschikbaar is voor het middelbaar beroepsonderwijs wordt verdeeld in een budget voor entreeopleidingen, een budget voor niveau 2 en een budget voor niveaus 3 en 4. Het budget voor de entreeopleidingen wordt verdeeld over de mbo-instellingen naar rato van het aantal ingeschreven studenten. Vanaf 2025 is er ook een apart niveau 2 budget, waaraan de aanvullende middelen uit het coalitieakkoord van Rutte IV zijn toegevoegd, ten behoeve van betere begeleiding van deze groep. Het budget voor niveau 2 en het budget voor niveau 3 en 4 wordt verdeeld naar rato van het aantal ingeschreven studenten en het aantal afgegeven diploma’s van elke instelling. De mate waarin een student meetelt voor de bekostiging, is afhankelijk van de leerweg (beroeps begeleidende leerweg (bbl) of beroeps opleidende leerweg (bol) en de opleiding (de prijsfactor van de opleiding).

Bij Voorjaarsnota 2024 is de bekostiging van mbo-instellingen op basis van de meest actuele referentieraming naar beneden bijgesteld. Daarnaast is er loon- en prijsbijstelling toegevoegd aan de bekostiging. Ook is € 30 miljoen van de krimpmiddelen doorgeschoven van 2024 naar 2027.

Met de subsidieregeling nazorg 2022/2025 wordt in 2025 € 10,5 miljoen ter beschikking gesteld aan mbo-instellingen voor het bieden van nazorg aan mbo-gediplomeerden. Daarbij kan gedacht worden aan een uitstroomgesprek bij diplomering en waar nodig coaching (in samenwerking met de gemeente). Vanaf 1 augustus 2025 is het voornemen om nazorg wettelijk te verankeren en toe te voegen aan de bekostiging van mbo-instellingen.

Mbo-instellingen ontvangen een compensatie vanwege de btw-verhoging uit het hoofdlijnenakkoord voor leermiddelen voor basisvaardigheden voor studenten onder de 18 jaar (structureel €1,5 miljoen vanaf 2026).

Aanvullende bekostiging Krimpregio's

Om de gevolgen van krimp binnen de mbo-sector op te vangen zijn er aanvullende middelen beschikbaar gesteld in de jaren 2025 tot en met 2027. In het najaar van 2024 zal daarvoor een regeling gepubliceerd worden. Instellingen uit de sterkst krimpende regio’s kunnen op basis van een regioplan aanspraak op deze middelen maken.

Bekostiging Caribisch Nederland

Deze middelen zijn bedoeld voor het verzorgen van middelbaar beroepsonderwijs in Caribisch Nederland. De onderwijsinstellingen in Caribisch Nederland ontvangen hiervoor lumpsumbekostiging. Ook de Raad Onderwijs Arbeidsmarkt in Caribisch Nederland wordt vanuit deze middelen bekostigd. Het aandeel voor Caribisch Nederland uit het coalitieakkoord van kabinet Rutte IV is toegevoegd aan de bekostiging.

Bekostiging voortgezet algemeen volwassenonderwijs (vavo)

Vavo-instellingen ontvangen bekostiging voor het onderwijs dat zij verzorgen. Voor de verdeling van de beschikbare middelen wordt gebruik gemaakt van drie maatstaven, namelijk: het aantal ingeschreven studenten, het aantal vakken dat door studenten met een voldoende is afgesloten en het aantal afgegeven diploma’s. Er wordt vanaf 2024 t/m 2026 € 6,4 miljoen en vanaf 2027 € 6,5 miljoen beschikbaar gesteld voor reiskostenvergoeding voor vavo-studenten.

Kwaliteitsafspraken investeringsbudget

Met de Regeling kwaliteitsafspraken mbo 2024-2027 kunnen bekostigde instellingen een aanvulling op hun reguliere bekostiging ontvangen om de doelstellingen van de werkagenda te helpen realiseren. De Regeling kwaliteitsafspraken bevat de opdracht aan de scholen om samen met hun interne partners (studenten en docenten) en externe partners (andere scholen, gemeenten, bedrijven) een regionale of sectorale (voor de beroepscolleges) invulling te geven aan de Werkagenda mbo en het Stagepact mbo. Iedere mbo-instelling gaat dat doen in een kwaliteitsagenda. Instellingen mogen de middelen inzetten om:

  • de doelstellingen uit de Werkagenda mbo op het gebied van kansengelijkheid, aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt en het versterken van de onderwijskwaliteit te realiseren;

  • de hiervoor benodigde samenwerking met de interne en externe samenwerkingspartners te verdiepen of verbreden; en

  • gezamenlijk hiervan te leren.

In 2024 is er € 704,3 miljoen beschikbaar gesteld voor de kwaliteitsafspraken. Deze plannen zijn bijna allemaal goedgekeurd. Voor 2025, 2026 en 2027 is er jaarlijks circa € 539 miljoen beschikbaar. Dit komt omdat vanaf 2025 de middelen voor niveau 2 en nazorg via de bekostiging mbo-instellingen worden uitgekeerd.

Regionaal Investeringsfonds

Met het Regionaal Investeringsfonds wordt geld beschikbaar gesteld voor duurzame publiek-private samenwerking van beroepsonderwijs, bedrijfsleven en regionale overheden. Mbo-instellingen kunnen een aanvraag doen voor bekostiging van een samenwerkingstraject dat leidt tot verbetering van de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt. De samenwerkingspartners dragen financieel voor 50 tot 67 procent bij.

Regionaal Programma

Scholen en gemeenten voeren gezamenlijk een regionaal programma uit om voortijdige schooluitval te voorkomen en tegen te gaan. In het Regionaal Programma stelt de regio een streefcijfer vast waarmee de landelijke ambitie uit de Werkagenda mbo van jaarlijks maximaal 18.000 nieuwe voortijdig schoolverlaters in 2026 wordt behaald. Ook nemen regio’s maatregelen om het aantal voortijdig schoolverlaters dat terug naar school dan wel aan het werk gaat, te vergroten.

Naar verwachting treedt vanaf 1 augustus 2025 het nieuwe wetsvoorstel van School naar duurzaam werk in werking, het voornemen is dat het Regionaal Programma ook gericht is op jongeren met startkwalificatie en op de begeleiding van jongeren naar werk. 2025 is een overgangsjaar waarin contactscholen en contactgemeenten op basis van de oude regeling Regionale aanpak vsv 2020-2025 en het nieuwe wetsvoorstel middelen krijgen uitgekeerd.  

Er is in 2025 in totaal € 104,6 miljoen beschikbaar voor scholen en gemeenten samen voor uitvoering van het Regionaal Programma. Hiervan wordt € 49,8 miljoen verstrekt op basis van de gewijzigde regeling Regionale aanpak vsv 2020-2025 en € 54,8 miljoen op basis van het nieuwe wetsvoorstel.

Contactscholen ontvangen via de bekostiging in 2025 totaal € 42,1 miljoen. Hiervan is € 30,6 miljoen voor de regeling Regionale aanpak vsv 2020-2025 en € 11,5 miljoen op basis van het nieuwe wetsvoorstel. Contactgemeenten krijgen de overige € 65,8 miljoen voor uitvoering van het Regionaal Programma via specifieke uitkeringen, zie Bijdrage aan medeoverheden.

Loopbaanoriëntatie (lob)

Met de Tijdelijke regeling aanvullende bekostiging lob mbo 2023 is jaarlijks (voor de jaren 2023 tot en met 2027) € 32 miljoen beschikbaar gesteld voor mbo-instellingen. Mbo-instellingen kunnen met deze regeling investeren in de intensivering van loopbaanoriëntatie en -begeleiding om studenten beter te begeleiden in hun studieloopbaan en beter te informeren en stimuleren om slimmere opleidings- en arbeidsmarktkeuzes te maken.

Subsidies

Praktijkleren

De Subsidieregeling praktijkleren is bedoeld om werkgevers te stimuleren praktijk- en werkleerplaatsen aan te bieden. Deze regeling maakt het mogelijk dat leerlingen, studenten of werknemers die een (beroeps)opleiding volgen, zich beter voorbereiden op de arbeidsmarkt, waardoor werkgevers kunnen beschikken over beter opgeleid personeel. Deze stimulering vindt plaats via een tegemoetkoming aan werkgevers voor de begeleidingskosten van leerlingen of studenten of het loon- of begeleidingskosten van een promovendus of technologisch ontwerper in opleiding (toio).

Afgelopen jaar is de subsidieregeling voor een periode van vijf jaar verlengd tot en met studiejaar 2027/2028. Additioneel is er € 7,0 miljoen beschikbaar in 2026 vanuit het Meerjarenprogramma 2025 Klimaatfonds voor studiejaar 2025/2026. Het is een toevoeging aan de bestaande Subsidieregeling praktijkleren voor een selectie van opleidingen die voorbereiden op beroepen die nodig zijn voor de klimaat- en energietransitie. Dit wordt bereikt door bovenop het reguliere subsidiebedrag van maximaal € 2.700 een aanvullende subsidie beschikbaar te stellen.

Daarnaast is het budget praktijkleren met € 58,3 miljoen in 2026 oplopend naar € 152,5 miljoen in 2029 verlaagd om de subsidietaakstelling op de OCW-begroting voorlopig te verwerken. De concrete invulling van de subsidietaakstelling vanaf 2026 wordt over de gehele OCW-begroting bezien en middels een Nota van Wijziging op de Ontwerpbegroting 2025 voorafgaand aan de begrotingsbehandeling van OCW aan uw Kamer voorgelegd. Zie de toelichting bij de belangrijkste beleidsmatige mutaties.

Actieplan laaggeletterdheid/Tel mee met taal

Ter ondersteuning van de aanpak van basisvaardigheden voor volwassenen is er in 2025 € 12,9 miljoen beschikbaar. Met deze middelen worden onder andere gemeenten, werkgevers, bibliotheken en maatschappelijke organisaties ondersteund om mensen met beperkte basisvaardigheden te herkennen, door te verwijzen en te scholen. De activiteiten worden door verschillende partijen uitgevoerd.

Loopbaanoriëntatie (lob)

De lob-middelen worden ingezet om de loopbaanbegeleiding en de studiekeuze- en arbeidsmarktvoorlichting van (aankomende) mbo-studenten te verbeteren via onder meer het Expertisepunt lob en de portal «Kies MBO» door de SBB. Deze middelen zullen ook ingezet worden ten behoeve van een betere voorbereiding en doorstroom van mbo naar hoger beroepsonderwijs.

Vakwedstrijden

De subsidie voor het jaarlijks organiseren van de nationale vakwedstrijden (v)mbo en het begeleiden van Team Netherlands naar de internationale finales is voor de periode april 2020 - april 2024 verleend aan WorldSkills Netherlands (WSNL).

Vanaf 2024 is jaarlijks € 5,1 miljoen beschikbaar gesteld voor de organisatie van de (internationale) vakwedstrijden mbo, conform motie 36200-VIII-100. Met deze motie is ook gevraagd een wettelijke basis te creëren voor WSNL en voor het uitvoeren van deze (internationale) vakwedstrijden (v)mbo. Momenteel worden de mogelijkheden verkend om voor de langere termijn een wettelijke basis te creëren voor WSNL voor de uitvoering van de vakwedstrijden. Binnenkort wordt besloten over de uitvoering van de vakwedstrijden in de tussenliggende periode.

Doorstroom beroepskolom

De subsidieregeling Versterking aansluiting beroepsonderwijskolom is bedoeld om de aansluiting tussen vo-mbo-hbo te versterken, en uitval en switch te verminderen. De subsidieregeling stimuleert regionale samenwerking van de drie onderwijssectoren, gericht op de totstandkoming van inhoudelijk afgestemde onderwijsprogramma’s. Door het bieden van de mogelijkheid aan instellingen om gezamenlijk doorlopende opleidingsroutes van vmbo naar mbo en van mbo naar hbo vorm te geven, inclusief een doorlopende loopbaanoriëntatie en begeleiding (lob) lijn, kan naast het verminderen van uitval en switch ook worden bijgedragen aan het opleiden van vakmensen voor tekortsectoren. Het gaat om een bijdrage aan de ontwikkelkosten van de drie sectoren van jaarlijks € 420.000 per traject. Een traject duurt drie jaar, per traject is € 1,26 miljoen beschikbaar. Het plafondbedrag in 2025 is circa € 39,0 miljoen. In 2025 is in totaal € 33,6 miljoen kasruimte beschikbaar.

De subsidietaakstelling uit het Hoofdlijnenakkoord is voor 2025 deels ingevuld met een verlaging van de Subsidieregeling versterking aansluiting beroepskolom van in totaal €25,6 miljoen over de jaren 2024 en 2025.

Leven Lang Ontwikkelen (LLO) Collectief Laagopgeleiden en Laaggeletterden (NGF)

Het project LLO Collectief Laagopgeleiden en Laaggeletterden, dat wordt bekostigd vanuit het Nationaal Groeifonds (NGF), richt zich op laagopgeleiden en laaggeletterden, waaronder zowel werknemers als mensen die langere tijd uit het arbeidsproces zijn geweest of zelfs nooit aan het werk zijn gekomen. Het voorstel heeft als doel om een nieuw duurzaam regionaal scholingsaanbod van educatie- en opleidingstrajecten voor laagopgeleiden en laaggeletterde inwoners te ontwikkelen, dat leidt tot een betere participatie, goede doorstroom naar beroepsonderwijs of de arbeidsmarkt. Het voorstel richt zich op het ontwikkelen van opleidingsprogramma’s waarin het verwerven van basisvaardigheden wordt gecombineerd met verwerven van beroepsvaardigheden. Voor de uitvoering van het project ontvangen de twee eerste pilotregio’s, Twente en Zuidoost-Brabant, subsidie. Het NGF heeft € 7,6 miljoen onvoorwaardelijk toegekend voor dit voorstel voor de periode 2022-2025 en € 42,6 miljoen voorwaardelijk voor de periode 2025-2027. Besluitvorming of de voorwaardelijke toekenning onvoorwaardelijk gemaakt kan worden, wordt begin 2025 verwacht.

Overige subsidies

Hieronder vallen subsidies voor vervolgopleidingen oriëntatieprogramma’s en veilig digitaal onderwijs (zie algemene toelichting). Daarnaast worden subsidies verstrekt aan onder andere kennispunten voor onderwijs & examinering, alumnibeleid, burgerschap, als ook voor het netwerk burgerschap, macrodoelmatigheid en digitalisering mbo.

De subsidietaakstelling uit het hoofdlijnenakkoord is voor 2025 deels ingevuld met een verlaging van het budget voor overige subsidies van in totaal € 0,3 miljoen.

Opdrachten

Dit betreffen middelen voor diverse beleidsgerichte activiteiten en onderzoeken en de uitvoeringskosten van Dienst Uitvoering Subsidies Instellingen (DUS-I). Daarnaast staan op dit budget middelen in het kader van de NGF voorstellen LLO Collectief Laagopgeleiden en Laaggeletterden en NGF Programma Leeroverzicht.

Bijdrage aan agentschappen

Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)

DUO is de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van OCW en levert producten en diensten op het terrein van bekostiging van instellingen, financiering van studenten en informatievoorziening. Het betreft het aandeel in de uitvoeringskosten van DUO voor dit begrotingsartikel. Hier zit ook de HLA taakstelling van 0,5% in.

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) worden middelen verstrekt voor het uitvoeren van de Subsidieregeling praktijkleren.

Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s

College voor Toetsen en Examens

Het College voor Toetsen en Examens (CvTE) is een ZBO dat verantwoordelijk is voor de centrale examens Nederlandse taal, rekenen en Engels in het mbo en de staatsexamens Nederlands als tweede taal. Het centrale examen voor rekenen wordt in 2025 voor de laatste keer aangeboden.

Wet Subsidiëring Landelijke Onderwijsondersteunende Activiteiten (SLOA)

Op basis van de Wet SLOA worden middelen toegekend aan Stichting CITO, voor het ontwikkelen van de centrale examens Nederlandse taal, rekenen en Engels in het mbo.

Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (SBB)

SBB ontvangt middelen om de wettelijke taken uit te voeren, waarmee wordt bijgedragen aan het primaire proces van het beroepsonderwijs. Hiertoe behoort het ontwikkelen en onderhouden van de kwalificatiestructuur. Tevens werft en accrediteert SBB leerbedrijven, zorgt zij voor voldoende leerwerkplekken en bevordert zij de kwaliteit van deze plaatsen en tevens het voorkomen van stagediscriminatie. De samenwerking van onderwijs en bedrijfsleven binnen één organisatie draagt bij aan kwalitatief goed beroepsonderwijs met opleidingen die up-to-date zijn en voldoende, goede stageplaatsen. Voor deze structurele wettelijke taken ontvangt SBB in 2025 totaal € 73,2 miljoen.

Daarnaast ontvangt SBB in 2025 tijdelijke aanvullende middelen ten behoeve van de uitvoering van het Stagepact mbo en de Werkagenda mbo. Zo ontvangen ze € 3,3 miljoen per jaar voor de versterking van de begeleiding door praktijkbegeleiders en is er € 1,7 miljoen per jaar beschikbaar voor inzet op extra certificaten en voor extra stages en leerbanen. Vanuit het Ministerie van SZW is een structurele bijdrage beschikbaar van € 1,0 miljoen per jaar voor de bijdrage van SBB voor inzet in de regionale werkcentra. Dit gebeurt in het kader van de nieuwe arbeidsmarktinfrastructuur, die bedoeld is om werkzoekenden en werkenden ook met scholing (Leven Lang Ontwikkelen) beter te ondersteunen bij het vinden en behouden van werk. Daarbovenop is voor de periode van 2022 tot en met 2031 in totaal circa € 21,5 miljoen aan SBB toegekend ten behoeve van de coalitieakkoord-enveloppe Werk aan Uitvoering (WaU) uit kabinet Rutte IV. Hier zit ook de HLA taakstelling van 0,5% in.

NWO: NRO-Programma's mbo

In het kader van het versterken van de onderwijskwaliteit en het bevorderen van innovatie en onderzoek binnen het mbo zijn er middelen beschikbaar voor de Nederlandse Onderwijspremie (tot 2023: Nederlandse Hogeronderwijspremie), de Comeniusbeurzen en het Comeniusnetwerk. Het betreft een pakket met stimulerende maatregelen met daarin een onderwijspremie als erkenning voor vernieuwing van het onderwijs en een stimulans voor docenten om te blijven werken aan onderwijsinnovatie en kennisdeling. Daarnaast bestaat dit pakket ook uit beurzen waarin excellent en bevlogen docentschap zichtbaar gewaardeerd wordt en uit een platform waar kennisdeling en –ontwikkeling gefaciliteerd en gestimuleerd wordt. Het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO) ontvangt hier in 2025 € 5,6 miljoen voor, waarvan € 2,5 miljoen voor de Onderwijspremie, welke wordt verdeeld over drie onderwijsteams. Voor de Comeniusbeurzen en het -netwerk is € 3,1 miljoen beschikbaar.

Nationaal Coördinatiepunt Nederlands Kwalificatieraamwerk (NCP NLQF)

De Tweede Kamer heeft april 2024 voor het wetsvoorstel NLQF gestemd. In het wetsvoorstel wordt aan de Stichting CINOP Publiek de ZBO-status toegekend voor de uitvoering van de wettelijke taken van het NCP NLQF. Het NCP NLQF voert de volgende taken uit: (1) het inschalen in het NLQF van non-formele opleidingen en het opnemen van deze opleidingen in een register; (2) het beheer het NLQF-register; (3) het onderhoud en beheer van (de niveaus van) het NLQF en het bijdragen aan de ontwikkeling van het European Qualification Framework (EQF); (4) het verzorgen van de informatievoorziening en communicatie over het NLQF en het EQF. Jaarlijks stelt het NCP NLQF in overleg met het Ministerie van OCW zijn werkprogramma vast. Voor het uitvoeren van dat programma vraagt het NCP NLQF jaarlijks subsidie aan en in 2025 is hier circa € 1 miljoen voor beschikbaar.

Bijdrage aan medeoverheden

Regionale Meld- en Coördinatiefunctie

De Doorstroompuntfunctie van de gemeente biedt ondersteuning aan jongeren zonder startkwalificatie om voortijdige uitval te voorkomen en begeleid jongeren bij terugkeer in het onderwijs of, als dat niet passend is, bij het vinden van werk. Hierin werkt de Doorstroompuntfunctie samen met partijen in het zorg-, onderwijs en arbeidsmarktdomein. De financiering voor de uitvoering van de Doorstroompuntfunctie vindt plaats via een specifieke uitkering.

Er is in 2025 € 65,8 miljoen beschikbaar voor de 40 regio’s die de Doorstroompuntfunctie uitvoeren. Hiervan wordt € 47,0 miljoen verstrekt op basis van de gewijzigde Regeling regionale aanpak vsv 2020-2025. Het voornemen is om de leeftijd van de Doorstroompunt-functie op te hogen van 23 naar 27 jaar. Dit is onderdeel van het Wetsvoorstel van school naar duurzaam werk, dat naar verwachting per 1 augustus 2025 inwerking treedt. Hiervoor is € 18,8 miljoen beschikbaar. Dit wordt verstrekt op basis van de nieuwe Regeling vsv en Van school naar duurzaam werk.

Educatie

Gemeenten ontvangen budget om cursussen voor het versterken van basisvaardigheden (taal, rekenen en digitale vaardigheden) aan te bieden aan hun inwoners. De doelgroep betreft volwassenen die Nederlands als eerste of tweede taal hebben, maar niet inburgeringsplichtig zijn. Sinds 1 januari 2015 wordt het educatiebudget per specifieke uitkering verstrekt aan samenwerkende gemeenten binnen een regio (via de 35 contactgemeenten). Gemeenten hebben voor de besteding van dit budget inkoop-en/of subsidievrijheid. Zij kiezen zelf aanbieders op basis van de vraag en behoefte van hun doelgroepen. Voor 2025 geldt dat er € 100,5 miljoen beschikbaar is. In lijn met het HLA is er een 10% SPUK korting doorgevoerd in 2025 van circa € 8,6 miljoen.

Regionaal Programma

Scholen en gemeenten voeren gezamenlijk een regionaal programma uit om voortijdige schooluitval te voorkomen en tegen te gaan. Zie het kopje Bekostiging voor nadere toelichting.

Er is in 2025 in totaal € 104,6 miljoen beschikbaar voor scholen en gemeenten samen voor uitvoering van het Regionaal Programma. Contactgemeenten ontvangen via specifieke uitkeringen in 2025 totaal € 62,5 miljoen. Hiervan is € 19,2 miljoen voor de regeling Regionale aanpak vsv 2020-2025 en € 43,3 miljoen op basis van het nieuwe wetsvoorstel. Contactscholen krijgen de overige € 42,1 miljoen voor uitvoering van het Regionaal Programma, zoals hierboven reeds is toegelicht onder de bekostiging. In lijn met het HLA is er een 10% SPUK korting doorgevoerd in 2025 van circa € 11,7 miljoen.

Masterplan Campus GroningenNaar aanleiding van de parlementaire enquête aardgaswinning Groningen is door het kabinet een meerjarig investeringspakket toegezegd ten behoeve van brede sociaal- economische ontwikkeling in Groningen. Onderdeel van dit pakket is het versterken van het kennis- en innovatie ecosysteem in Noord-Nederland. Focus ligt daarbij op maatschappelijke vraagstukken als energie, gezondheid en digitalisering. Hierbij werken mbo-, hbo- en wo-instellingen samen met provincie en gemeenten. Hiervoor is in totaal € 50,0 miljoen beschikbaar gesteld, waarvan € 9,5 miljoen voor 2025. Dit gebeurt onder de noemer van het Masterplan Campussen.

Extracomptabele fiscale regelingen

Naast de in dit begrotingsartikel genoemde instrumenten, is er een fiscale regeling die betrekking heeft op dit beleidsterrein. De Minister van Financiën is hoofdverantwoordelijk voor de wetgeving en uitvoering van deze regeling en voor de budgettaire middelen. In onderstaande tabel is ter informatie het budgettaire belang van deze regeling vermeld. De cijfers zijn ontleend aan de corresponderende bijlage ‘Fiscale regelingen’ in de Miljoenennota. Voor een beschrijving van de regeling, de doelstelling, verwijzing naar de wettekst, verwijzing naar de laatst uitgevoerde evaluatie en de ramingsgrond wordt verwezen naar de bijlage bij de Miljoenennota ‘Toelichting op de fiscale regelingen’.

Tabel 28 Fiscale regelingen 2023-2025, budgettair belang op transactiebasis in lopende prijzen (bedragen x € 1 miljoen)1
 

2023

2024

2025

Aftrek voor scholingsuitgaven (studiekosten)

29

18

3

1

[-] = regeling is in dat jaar niet van toepassing; [0] = budgettair belang van de regeling bedraagt in dat jaar afgerond nihil.

Licence