Base description which applies to whole site

3.12 Artikel 12 Rijksbijdragen

De overheid borgt voldoende dekking in sociale fondsen.

De uitgaven die worden gedaan vanuit de sociale fondsen worden hoofdzakelijk gefinancierd via premies. In een aantal gevallen vindt de overheid het heffen van premies niet wenselijk, bijvoorbeeld om te voorkomen dat premiepercentages blijvend toenemen en daarmee een evenwichtige koopkrachtontwikkeling in de weg staan. In andere gevallen vindt de overheid financiering van een regeling vanuit de algemene middelen passend, maar wordt de regeling wel betaald uit een van de sociale fondsen. In beide gevallen worden de inkomsten van de sociale fondsen aangevuld via een of meerdere rijksbijdragen.

De Minister financiert de sociale fondsen uit de rijksbegroting, al dan niet in aanvulling op premieheffing. Hij is in deze rol verantwoordelijk voor:

  • de vaststelling van de hoogte van de rijksbijdragen aan de desbetreffende sociale fondsen;

  • het betalen van de rijksbijdragen aan de sociale fondsen.

Voor 2025 worden er geen beleidswijzigingen verwacht.

Tabel 116 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 12 (bedragen x € 1.000)
  

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Art.

Verplichtingen

20.635.874

31.186.182

28.508.852

31.776.356

34.184.789

36.139.545

38.273.845

         
 

Uitgaven

20.635.874

31.186.182

28.508.852

31.776.356

34.184.789

36.139.545

38.273.845

         

12.0

Rijksbijdragen

20.635.874

31.186.182

28.508.852

31.776.356

34.184.789

36.139.545

38.273.845

 

Bijdrage aan sociale fondsen

20.635.874

31.186.182

28.508.852

31.776.356

34.184.789

36.139.545

38.273.845

 

Kosten heffingskortingen AOW

2.802.100

3.066.400

3.876.800

4.233.400

4.447.600

4.690.600

4.808.700

 

Vermogenstekort Ouderdomsfonds

17.543.400

27.828.000

24.334.800

27.242.400

29.433.500

31.141.000

33.157.200

 

Tegemoetkoming arbeidsongeschikten

180.798

182.923

185.081

186.563

188.266

191.077

191.077

 

Zwangere zelfstandigen

109.576

108.859

112.171

113.993

115.423

116.868

116.868

         
 

Ontvangsten

21

0

0

0

0

0

0

         

Geschatte budgetflexibiliteit

Tabel 117 Geschatte budgetflexibiliteit artikel 12
 

2025

juridisch verplicht

100%

bestuurlijk gebonden

0%

beleidsmatig gereserveerd

0%

nog niet ingevuld / vrij te besteden

0%

De uitgaven op artikel 12 Rijksbijdragen zijn voor 100% juridisch verplicht voor het jaar 2025. Per financieel instrument wordt dit onderstaand toegelicht.

Bijdrage aan sociale fondsen

De bijdragen aan sociale fondsen zijn 100% juridisch verplicht. De rijksbijdrage in de kosten van heffingskortingen AOW en het vermogenstekort Ouderdomsfonds zijn juridisch verplicht volgens de Wet financiering sociale verzekeringen. De rijksbijdrage tegemoetkoming arbeidsongeschikten is juridisch verplicht volgens de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). De rijksbijdrage zwangere zelfstandigen is juridisch verplicht volgens de Wet arbeid en zorg. Hoofdstuk 5.1 Sociale fondsen SZW, gaat nader in op de financiering van de sociale fondsen.

Bijdrage aan sociale fondsen

Rijksbijdrage in de kosten van heffingskortingen AOW

Deze rijksbijdrage compenseert de gewijzigde premieopbrengst die het gevolg is van de invoering van de Wet inkomstenbelasting 2001. De hoogte van deze rijksbijdrage wordt jaarlijks aangepast aan de geraamde omvang van de heffingskortingen en aan de verdeling van de heffingskortingen over de verschillende premies volksverzekeringen en de inkomstenbelasting.

Budgettaire ontwikkelingen

De BIKK AOW is in 2025 hoger dan in 2024. De totale omvang van de heffingskortingen neemt in 2025 af, met name doordat de algemene heffingskorting wordt verlaagd. Hierdoor daalt ook de BIKK, die de gederfde opbrengst door de heffingskortingen deels moet compenseren. Daar staat tegenover dat in 2025 ook het tarief van de eerste schijf van de inkomstenbelasting daalt. Hierdoor wordt juist een groter deel van de kosten van de heffingskortingen toegerekend aan de volksverzekeringen. De BIKK AOW neemt hierdoor per saldo toe in 2025.

Rijksbijdrage vermogenstekort Ouderdomsfonds

De uitgaven uit het Ouderdomsfonds worden grotendeels gedekt door de premie-inkomsten. De hoogte van de AOW-premie is echter wettelijk gemaximeerd om te voorkomen dat de groeiende AOW-uitgaven leiden tot een alsmaar stijgende AOW-premie en een onevenwichtige koopkrachtontwikkeling. Dit leidt tot een jaarlijks exploitatietekort in het Ouderdomsfonds. De rijksbijdrage Ouderdomsfonds is bedoeld om het exploitatietekort in het Ouderdomsfonds aan te vullen zodat dat fonds gemiddeld genomen een neutrale vermogenspositie heeft.

Budgettaire ontwikkelingen

De rijksbijdrage voor het Ouderdomsfonds is in 2025 lager dan in 2024. Dat heeft twee oorzaken. Ten eerste is de rijksbijdrage in 2024 eenmalig € 1,5 miljard hoger om het in 2023 gerealiseerde negatieve fondsvermogen aan te vullen. Ten tweede worden voor 2025 meer premie-ontvangsten geraamd dan voor 2024. De inkomsten van het Ouderdomsfonds nemen daardoor in 2025 meer toe dan de uitgaven aan AOW-uitkeringen stijgen. Via een lagere bijdrage vanuit het Rijk wordt dat in 2025 gecompenseerd, zodat het Ouderdomsfonds naar verwachting eind 2025 geen vermogensoverschot of -tekort heeft.

Rijksbijdrage tegemoetkoming arbeidsongeschikten

De tegemoetkoming voor arbeidsongeschikten is onderdeel van de WIA, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong), de WAZ en WAO. De tegemoetkomingen voor de categorieën WAO, WAZ, IVA en WGA worden gefinancierd uit een rijksbijdrage die in het Toeslagenfonds wordt gestort. Daarnaast financiert deze rijksbijdrage de uitvoeringskosten van UWV aan de tegemoetkoming. De tegemoetkomingen voor arbeidsongeschikten worden verantwoord op de beleidsartikelen 3 en 4.

Budgettaire ontwikkelingen

De rijksbijdrage stijgt mee met het aantal ontvangers van de betreffende uitkeringen. Daarnaast wordt de hoogte van de tegemoetkoming jaarlijks geïndexeerd.

Rijksbijdrage zwangere zelfstandigen

De regeling Zelfstandig en Zwanger (ZEZ) voorziet in een uitkering aan zelfstandigen voorafgaand aan en volgend op de bevalling (zie ook beleidsartikel 6). Deze regeling wordt gefinancierd via een rijksbijdrage aan het Arbeidsongeschiktheidsfonds. Ook de uitkeringen voor zwangere alfahulpen worden via deze rijksbijdrage gefinancierd. In deze rijksbijdrage zijn daarnaast de uitvoeringskosten van UWV opgenomen.

Budgettaire ontwikkelingen

De rijksbijdrage ZEZ stijgt omdat de uitgaven aan de regeling ZEZ iets toenemen.

Licence