Base description which applies to whole site

3.6 Artikel 6 Sport en bewegen

Een sportieve samenleving waarbij plezier in sport en bewegen belangrijk is, waarin voor iedereen passende en veilige sport- en beweegmogelijkheden aanwezig zijn en topsport mensen inspireert en samenbrengt.

De minister is verantwoordelijk voor het landelijke sportbeleid. Sport en bewegen dragen in belangrijke mate bij aan een betere gezondheid, aan het verbeteren van leefbaarheid en veiligheid, sociale samenhang en integratie, aan het verbeteren van de schoolprestaties en het verminderen van schooluitval. Daarnaast erkent de minister de intrinsieke waarde van sport en het belang van sportevenementen. Vanuit die verantwoordelijkheid vervult de minister de volgende rollen:

Stimuleren: van samenwerking tussen relevante partijen om op lokaal niveau sportmogelijkheden te bewerkstelligen, van bevorderen van innovatie, kennisontwikkeling en kennisdeling.

Financieren: van programma’s die bijdragen aan voor iedereen passende en veilige sport- en beweeginfrastructuur, van internationaal aansprekende sportevenementen, van topsport vanuit een gezamenlijke strategie met betrekking tot het zichtbaar maken en vergroten van de maatschappelijke waarde van topsport, van innovatie, kennisontwikkeling en kennisdeling.

Regisseren: het bijeenbrengen van gemeenten, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en provincies om tot een gezamenlijke beleidsagenda te komen.

Het motto van Sportakkoord II is: 'Sport versterkt'. Met de drie ambities in het Sportakkoord wordt de sport de komende jaren versterkt. Tegelijkertijd versterkt de sport ook de Nederlandse samenleving. Dat is hetgeen de partners met Sportakkoord II willen bereiken. De drie ambities zijn:

  • 1. Het versterken van het fundament van de sport

  • 2. Het vergroten van het bereik

  • 3. Het vergroten van de zichtbaarheid en betekenis van sport.

In de verzamelbrief Sport en bewegen van 5 februari 202431 is het totale werkplan Sportakkoord II aan de Tweede Kamer gestuurd. De financiering van Sportakkoord II loopt tot en met 2026. Dit betekent dat in 2025 de uitvoering op volle toeren draait. Via de Brede Specifieke Uitkering is voor het Sportakkoord II een uitvoeringsbudget voor gemeenten beschikbaar van € 12,9 miljoen in 2025.

Voor Sociaal veilige sport worden vier basiseisen bij meer sportaanbieders geïmplementeerd namelijk:

  • Bij Vitale aanbieders worden meer Sport- en beweegloketten opgericht om de clubs te ondersteunen;

  • De Inclusie en Diversiteit strategie om sport en bewegen voor mensen met een handicap vanzelfsprekend te maken wordt in 2030 in uitvoering gebracht;

  • Er wordt ingezet op de samenwerking met het programma Leefbaarheid en Veiligheid;

  • Alle lokale regelingen om mensen die in armoede leven te ondersteunen zijn inzichtelijk gemaakt.

Veel Nederlands bewegen te weinig. Daarom is het actieplan ‘Nederland beweegt’ opgezet32. Dit actieplan informeert over het belang van bewegen en een gezonde beweegvriendelijke leefomgeving. De primaire focus van het actieplan is gericht op gezondheidswinst, specifiek voor mensen die nu niet of weinig bewegen. Het actieplan loopt eind 2025 af. Dat maakt dat in 2025, met hulp van de tussentijdse uitkomsten van de monitoring, bezien wordt welke werkzame elementen een vervolg kunnen krijgen en hoe resultaten geborgd worden.

De verduurzaming van de sportinfrastructuur is van groot belang. Het kan een kostenbesparing voor verenigingen opleveren en daarmee indirect bijdragen aan het betaalbaar houden van de sport. Een belangrijke voorwaarde hiervoor is de verduurzamingsopgave. Het rapport Amateursport fit voor de toekomst laat knelpunten zien en geeft mogelijke oplossingen voor de verduurzaming van de amateursport. Hiervoor werken we in 2025 samen met de ministeries van EZ en BZK om de genoemde adviezen op het gebied van ontzorging, financiering en gebiedsgerichte aanpak gezamenlijk verder te verkennen. Hierbij wordt ook onderzocht in welke mate de sport kan profiteren van andere subsidiemogelijkheden dan de subsidieregeling Bouw en Onderhoud Sportaccommodaties (BOSA), zoals de Subsidieregeling duurzaam maatschappelijk vastgoed (DUMAVA). Met de brief «Verduurzaming sportsector»33 is de Tweede Kamer hierover geïnformeerd.

Daarnaast wordt er aan een wetsvoorstel gewerkt voor de oprichting van een onafhankelijk Integriteitscentrum.

Tabel 50 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 6 (bedragen x € 1.000)
  

2023

2024

2025

2026

2027

2028

2029

Art.

Verplichtingen

731.363

387.699

387.213

368.993

457.373

459.252

459.083

         
 

Uitgaven

617.544

479.659

429.253

381.293

457.373

459.252

459.083

         

6.40

Sport verenigt Nederland

617.544

479.659

429.253

381.293

457.373

459.252

459.083

 

Subsidies (regelingen)

231.029

242.265

208.655

174.548

184.556

187.499

187.236

 

Sportakkoord

139.159

113.857

119.679

91.232

97.743

95.857

96.023

 

Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties

79.384

113.678

74.272

71.493

69.344

73.213

72.855

 

Kennis en innovatie

12.486

14.730

14.704

11.823

17.469

18.429

18.358

 

Inkomensoverdrachten

18.691

20.440

18.375

18.294

18.382

18.379

18.451

 

Financiële voorziening topsporters

18.691

20.440

18.375

18.294

18.382

18.379

18.451

 

Opdrachten

5.912

6.663

5.452

5.411

5.375

4.316

4.320

 

Sportakkoord

5.700

6.316

5.202

5.162

5.125

4.066

4.069

 

Kennis en innovatie

212

247

250

249

250

250

251

 

Overige

0

100

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

3.221

4.790

4.723

4.730

4.729

4.728

4.739

 

Dopingautoriteit

3.221

4.790

4.723

4.730

4.729

4.728

4.739

 

Bijdrage aan medeoverheden

358.198

204.929

191.475

177.737

178.653

178.652

178.650

 

Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties

358.129

204.929

191.475

177.737

178.653

178.652

178.650

 

Sportakkoord

69

0

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

484

500

500

500

500

500

500

 

Dopingbestrijding

484

500

500

500

500

500

500

 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

9

72

73

73

65.178

65.178

65.187

 

Sportakkoord

9

72

73

73

65.178

65.178

65.187

         
 

Ontvangsten

72.491

55.945

48.427

23.668

23.432

22.630

22.532

         

In de ontwerpbegroting 2025 is de subsidietaakstelling vanuit het Hoofdlijnenakkoord voor 2025 verwerkt. Voor wat betreft de subsidietaakstelling voor de jaren 2026 en verder worden hier nog keuzes in gemaakt. Daarom is voor de jaren 2026 en verder voor nu de taakstelling generiek over alle subsidies verwerkt. Dit is een technische maatregel en zeg niets over de uiteindelijke invulling van de subsidietaakstelling op artikelniveau. Er kunnen hier dan dus ook geen conclusies aan ontleend worden, omdat voor de jaren 2026 en verder hier nog besluitvorming over plaats moet vinden. Na besluitvorming volgt een Nota van Wijziging om de juiste invulling van de subsidietaakstelling zichtbaar te presenteren en daarmee tot een beleidsmatige invulling van de taakstelling​​ te komen.

Extracomptabele fiscale regelingen

Naast de in dit begrotingsartikel genoemde instrumenten, is er een fiscale regeling die betrekking heeft op dit beleidsterrein. Het betreft de Btw-vrijstelling voor sportclubs. De minister van Financiën is hoofdverantwoordelijk voor de wetgeving en uitvoering van deze regeling en voor de budgettaire middelen. Voor een beschrijving van de regeling, de doelstelling, de ramingsgrond, een verwijzing naar de laatst uitgevoerde evaluatie en het beoogde jaar van afronding van de volgende evaluatie, wordt verwezen naar de bijlage bij de Miljoenennota ‘Toelichting op de Fiscale regelingen’.

Budgetflexibiliteit

Tabel 51 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2025

juridisch verplicht

95,6%

bestuurlijk gebonden

0,7%

beleidsmatig gereserveerd

3,1%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,6%

Subsidies

Van het beschikbare budget voor 2025 van € 208,7 miljoen is 93,7% juridisch verplicht of bestuurlijk gebonden in verband met de aangegane verplichtingen voor instellingssubsidies en (meerjarige) projectsubsidies. Het betreft onder meer de instellingssubsidies aan NOC*NSF, het Instituut Sportrechtspraak, het Kenniscentrum sport en Mulier Instituut. Bij de projectsubsidies betreft het onder meer de subsidieregeling stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties, topsportevenementen, de uitwerking van de deelakkoorden van het Sportakkoord en de beweegalliantie.

Opdrachten

Van het beschikbare budget voor 2025 van € 5,5 miljoen is 14,3% juridisch verplicht. Het betreft de inzet op duurzame en toegankelijke accommodaties en de vervoersregeling voor sporters met een beperking.

Inkomensoverdrachten

Van het beschikbare budget voor 2025 van € 18,4 miljoen is 100% juridisch verplicht in verband met de Stipendiumregeling en kostenvergoeding voor topsporters.

Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s

Van het beschikbare budget voor 2025 van € 4,7 miljoen is 100% juridisch verplicht in verband met de bijdrage aan de Dopingautoriteit.

Bijdragen aan medeoverheden

Van het beschikbare budget voor 2025 van € 191,5 miljoen is 100% juridisch verplicht in verband met de Regeling specifieke uitkering stimulering sport en een uitkering aan de Provincie Fryslân voor het verbeteren van een duurzame exploitatie van Thialf.

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

Van het beschikbare budget voor 2025 van € 0,5 miljoen is 100% bestuurlijk gebonden in verband met een bijdrage aan de World Anti-Doping Agency (WADA) en UNESCO.

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

Van het beschikbare budget voor 2025 van € 0,1 miljoen is 100% bestuurlijk gebonden in verband met een bijdrage voortvloeiend uit de European Partial Agreement in Sports (EPAS).

4. Sport verenigt Nederland

Subsidies en opdrachten

De SportakkoordenIn het Sportakkoord II heeft de Rijksoverheid samen met gemeenten (VNG/VSG), de georganiseerde sport (NOC*NSF) en de commerciële sport (POS) afspraken gemaakt over de thema's inclusie en diversiteit, veiligheid en vaardig in bewegen, aandacht voor vitale sportaanbieders, een duurzame sportinfrastructuur en de maatschappelijke waarde van topsport. Regelmatige sturing op basis van monitoring heeft een belangrijke plaats ingenomen. Ook is in het akkoord afgesproken dat gemeenten hun lokale akkoorden gaan herijken. Als addendum van Sportakkoord II zijn de bestuurlijke afspraken Brede Regeling Combinatiefuncties vastgelegd. De akkoorden geven ruimte aan lokaal initiatief en zetten de verschillende overheden in een positie waarin zij meewerken aan het behalen van ambities samen met relevante partijen.

Voor het uitvoeren van de lokale sportakkoorden en de Brede Regeling Combinatiefuncties wordt aan de gemeenten budget beschikbaar gesteld. De financiering loopt via één lokale regeling voor gemeenten (specifieke uitkering via artikel 1 op de VWS-begroting) waarin een aantal programma’s gebundeld wordt op het gebied van sport- en beweegstimulering, gezondheidsbevordering en het bevorderen van cultuurparticipatie.

Sport- en beweegstimuleringIn 2025 zet VWS via subsidies (€ 119,7 miljoen) en opdrachten (€ 1 miljoen) verder in op de ambities om de sport- en beweegsector te versterken, de kansengelijkheid om mee te doen met sport te vergroten en daarnaast het bewegen in het dagelijks leven te bevorderen. Het gaat hierbij om:

Nationale programma's en projecten op professionalisering, (financiële) toegankelijkheid en veilige en integere sportDe voorwaarden om te sporten en daar plezier aan te beleven, moeten beter. Dat gaat over de kwaliteit van mensen, organisaties, cultuur (waarden en normen) en materiële voorzieningen in de sport. Een belangrijk punt de komende jaren is het investeren in kwalitatief sterke sportaanbieders die toegankelijk en sociaal veilig voor iedereen zijn. De kwaliteit van de mensen die actief zijn in de sport (kader) moet flink omhoog. Dat doen we door club(kader)ondersteuning aan alle sportaanbieders, het versterken van het menselijk kapitaal en het vergroten van uitvoeringskracht bij koepelorganisaties waaronder de sportbonden en Platform Ondernemende Sport (POS).

Toegankelijk sporten en bewegen betekent dat er voor iedereen passend aanbod en begeleiding is. De sport- en beweegsector wordt nu door een grote groep mensen als niet toegankelijk ervaren. De rol van sport- en beweegaanbieders, aandacht voor de ontwikkeling van motorische vaardigheden bij kinderen, (sport)accommodaties en duurzaamheid zijn hierbij belangrijk. Er wordt ingezet op verschillende projecten via subsidie, challenge of opdracht die erop gericht zijn om de ervaren belemmeringen van mensen weg te nemen en kansengelijkheid te bevorderen. Hierbij gaat het om financiële en praktische belemmeringen. Om dit te bereiken wordt samengewerkt met onder andere maatschappelijke organisaties in de sport- en beweegsector zoals het Fonds Gehandicaptensport, Special Heroes en het Jeugdsportfonds.

Een veilige en integere sport is een sport waar iedereen die dat wil zich thuis voelt en met plezier, veilig, eerlijk en zorgeloos kan sporten. Het realiseren van een sociaal veilige sport en het zo veel als mogelijk voorkomen en aanpakken van grensoverschrijdend gedrag, waaronder racisme en discriminatie, seksueel, emotioneel en fysiek geweld vraagt om aandacht van iedereen. Daar hoort ondersteuning van bestuurders, sportclubs, trainers, ouders, arbitrage en verzorgers bij. Zo wordt er bijvoorbeeld ingezet op een goede basisinfrastructuur via organisaties als het Instituut Sport Rechtspraak (ISR). Daarnaast wordt een start gemaakt voor de oprichting van het onafhankelijk integriteitscentrum als meldpunt voor grensoverschrijdend gedrag (momenteel belegd bij CVSN vanuit NOC*NSF). Ook wordt via het Sportakkoord II gestimuleerd dat het merendeel van alle sportaanbieders gaat werken met de basiseisen sociale veiligheid en wordt de aanpak tegen racisme en discriminatie in het voetbal (OVIVI) uitgebreid naar meerdere sportbonden.

BewegenHet bevorderen van bewegen vraagt om een brede aanpak. De factoren die ten grondslag liggen aan weinig bewegen zijn divers. Denk aan persoonlijke motivatie en belemmeringen, maar ook de leefomgeving die niet uitnodigt tot bewegen. We zetten in op de volgende actielijnen:

  • 1. het vergroten van de aandacht en bewustwording en een beweegvriendelijke omgeving door samenwerking met andere beleidsterreinen en departementen, een publiekscampagne, bijeenkomsten en het verdiepen en verspreiden van kennis over zit- en beweeggedrag;

  • 2. het creëren van meer maatschappelijk initiatief voor bewegen via de Beweegalliantie waarbij de Beweegalliantie partijen stimuleert, faciliteert en beïnvloedt om te zorgen voor overzicht, verbinding, het wegnemen van obstakels en het aanjagen van wat werkt om meer mensen (meer) te laten bewegen; en

  • 3. het vergroten van de inzet op een lokale/regionale aanpak van bewegen door middel van ondersteuning van gemeenten bij de integrale inzet op gezondheid en preventie, waaronder de fysieke leefomgeving.

Tabel 52 Zitgedrag1, bewegingsrichtlijn2 en wekelijks sporten3
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Zitgedrag (uren)

        

Geslacht: mannen

9,2

9

9,3

9,3.

Geslacht: vrouwen

8,8

8,8

8,9

9,0

         

Voldoet aan de beweegrichtlijn (%)

        

Geslacht: mannen

43,4

48

49,2

51,1

55,1

49,2

45,8

47,7

Geslacht: vrouwen

42,6

45

44,5

47

50,4

45,2

45,2

42,5

         

Sport wekelijks

        

Geslacht: mannen

52,4

56,2

54,3

54,7

56

56

54,6

57,0.

Geslacht: vrouwen

49,6

53,3

52,6

52,9

53,5

52,1

50,8

54,3.

1

| Sport en bewegen in cijfers, geraadpleegd op 3 juli 2024

2

| Sport en bewegen in cijfers, geraadpleegd op 3 juli 2024

3

| Sport en bewegen in cijfers, geraadpleegd op 3 juli 2024

Maatschappelijke waarde van topsportTopsport kan vele Nederlanders op veel manieren inspireren. Topsport en topsportprestaties zijn van waarde voor de samenleving en deze waarde wordt in het landelijke topsportbeleid het centrale uitgangspunt. Met de sport, gemeenten en overheid wordt vanuit een gezamenlijke strategie gewerkt aan het zichtbaar maken en vergroten van de maatschappelijke waarde van topsport. VWS stelt in 2025 middelen beschikbaar om de topsport in Nederland toekomstbestendig te houden, waarbij topsport op verantwoorde wijze wordt georganiseerd, we een breed palet aan waardevolle prestaties stimuleren en meer mensen bereiken met de waarde van topsport.

Tabel 53 Sporten via bezoek12
 

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

Sportfan via bezoek (maandelijks of vaker %)

       

Geslacht: mannen

23

23

12

20

Geslacht: vrouwen

16

18

10

13

1

2

De Rijksoverheid wil meer maatschappelijke waarde uit topsportevenementen halen door onder meer het bereik te vergroten en de evenementen verantwoord te organiseren (Kamerstukken II 2020/21, 30234 nr. 257). Daarvoor werken we nauw samen met sportbonden, provincies en gemeenten. We zetten daarbij een aantal concrete beleidsinstrumenten in: het Coördinatie- en Informatiepunt Topsportevenementen, een onderzoeks- en innovatieprogramma, een Maatschappelijk activatieprogramma en een subsidieregeling voor de organisatie van topsportevenementen.

Duurzame en toegankelijke sportaccommodatiesHet Rijk zet zich met gemeenten in om sportaccommodaties te verduurzamen en beter toegankelijk te maken. De subsidieregeling Stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties is in 2024 vernieuwd en aangescherpt. Amateur sportorganisaties kunnen een subsidie aanvragen voor de bouw of het onderhoud van sportaccommodaties of voor de aanschaf of het onderhoud van sportmaterialen. Hierbij is er een mogelijkheid tot een aanvullende subsidie voor verduurzaming van sportaccommodaties. Hiervoor is in 2025 een bedrag van maximaal € 74,3 miljoen beschikbaar.

Daarnaast zetten we in op het toegankelijk maken van verduurzaming. Via de ontzorgingstrajecten krijgen eigenaren van sportaccommodaties de mogelijkheid voor begeleiding om kennis- en capaciteitsdrempels weg te nemen. Hiervoor is in 2025 een bedrag van € 4,2 miljoen beschikbaar.

Kennis en innovatie sportbeleidVWS investeert in ‘missie gedreven onderzoek en innovatie in sport en bewegen’. De VWS middelen worden ingezet in partnerschap met ZonMw en NOC*NSF. Er wordt binnen het programma geïnvesteerd in zowel inhoudelijk onderzoek, implementatie en in de (bestaande) kennisinfrastructuur. Ook investeren we in het bevorderen van sportinnovatie via het programma Sportinnovator. Inmiddels is er een sterk stelsel van sportinnovatie in Nederland. In de komende jaren is de ambitie om dit stelsel meer te benutten om sport voor iedereen toegankelijk te maken.  

Daarnaast wordt ingezet op het valideren van kansrijke sport- en beweeg interventies en op het borgen en verspreiden van beschikbare kennis via het Kenniscentrum en Kennisportal sport.

Het Mulier Instituut, het RIVM en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) krijgen subsidie om de monitoring van indicatoren in de sport uit te voeren. Het Mulier Instituut en het RIVM zijn verantwoordelijk voor het monitoren van Sportakkoord II. Het Kenniscentrum Sport en Bewegen is de kennispartner die de resultaten van die monitoring breed ontsluit onder relevante partijen.

In totaal is voor kennissubsidies en -opdrachten € 15 miljoen beschikbaar in 2025.

Inkomensoverdrachten

Financiële voorziening topsportersHet Fonds voor de Topsporter verzorgt het uitkeren van een stipendium aan A- en High Potential topsporters die financieel gezien niet - via hun sport, dan wel op een andere manier - in hun levensonderhoud kunnen voorzien. Zo kunnen zij zich volledig richten op hun sportcarrière. Het Fonds voor de Topsporter zorgt daarnaast voor het uitkeren van kostenvergoedingen aan topsporters. VWS stelt hiervoor in totaal € 18,4 miljoen beschikbaar.

Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s

DopingautoriteitVoor het tegengaan van dopinggebruik wordt aan de Dopingautoriteit een bijdrage beschikbaar gesteld. Hiervoor is € 4,7 miljoen beschikbaar.

Bijdragen aan medeoverheden

Duurzame en toegankelijke sportaccommodatiesOnder voorwaarden konden gemeenten, sportverenigingen en sportstichtingen tot 2019 de BTW die aan hen in rekening werd gebracht bij investeringen in sportaccommodaties en sportmaterialen in aftrek brengen. Door een uitspraak van het Europese Hof van Justitie is bovenstaande mogelijkheid tot aftrek aangepast. Via de ‘Regeling specifieke uitkering stimulering sport’ is de afgelopen jaren beoogd om de ontwikkeling en instandhouding van sportaccommodaties en de aanschaf van sportmaterialen door gemeenten te stimuleren, daar waar de mogelijkheid tot btw-aftrek is vervallen. In 2024 is een aangescherpte regeling gestart, gestoeld op de uitgangswaarden van de mogelijkheden die er tot 1 januari 2019 waren om de btw af te trekken. In totaal is in 2025 hiervoor maximaal € 189,6 miljoen beschikbaar.

Ook investeren we in topsportaccommodaties. De maatschappelijke betekenis van topsport gaat veranderen door de prestaties van topsporters vaker en dichter bij de burgers te brengen. Daarmee wordt de zichtbaarheid en inspirerende waarde van de topsporters vergroot. Daarvoor kunnen moderne sportaccommodaties beter worden benut die door alle sporters (amateur en top) kunnen worden gebruikt. In 2025 vindt financiering van de Provincie Fryslân voor het verbeteren van een duurzame exploitatie van Thialf plaats. Hiervoor is in 2025 een bedrag van € 1,9 miljoen beschikbaar.

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

Jaarlijks wordt een bijdrage beschikbaar gesteld voor de kosten die de WADA aan de deelnemende landen doorberekend. Daarnaast vindt een contributie aan het «Anti-doping Fund» van UNESCO plaats. In totaal is € 0,5 miljoen beschikbaar.

Ontvangsten

De ontvangsten in 2025 betreffen terugbetalingen door gemeenten als gevolg van de vaststellingen op de ‘Regeling specifieke uitkering stimulering sport’ 2023. Daarnaast is de ontvangstenraming voor 2025 opgehoogd met € 20 miljoen in verband met verwachte terugontvangsten uit de SPUK Meerkosten Energie Openbare Zwembaden (MEOZ). De voornaamste verklaring hiervoor is dat gasprijzen gedurende de regeling lager uitvielen dan de op voorhand geschatte gasprijzen. Ten slotte worden ontvangsten verwacht van niet volledig uitgeputte subsidies. In totaal worden de ontvangsten geraamd op € 48,4 miljoen.

31

Kamerstukken II 2023/24 30234, nr 386

32

Kamerstukken II 2022/23 32793, nr. 694

33

Kamerstuk 30234, nr. 384

Licence