Base description which applies to whole site

3.6 Artikel 6 Sport en bewegen

Een sportieve samenleving waarbij plezier in sport en bewegen belangrijk is, waarin voor iedereen passende en veilige sport- en beweegmogelijkheden aanwezig zijn en topsport mensen inspireert en samenbrengt.

De minister is verantwoordelijk voor het landelijke sportbeleid. Sport en bewegen dragen in belangrijke mate bij aan een betere gezondheid, aan het verbeteren van leefbaarheid en veiligheid, sociale samenhang en integratie, aan het verbeteren van de schoolprestaties en het verminderen van schooluitval. Daarnaast erkent de minister de intrinsieke waarde van sport en het belang van sportevenementen. Vanuit die verantwoordelijkheid vervult de minister de volgende rollen:

Stimuleren: van samenwerking tussen relevante partijen om op lokaal niveau sportmogelijkheden te bewerkstelligen, van bevorderen van innovatie, kennisontwikkeling en kennisdeling.

Financieren: van programma’s die bijdragen aan voor iedereen passende en veilige sport- en beweeginfrastructuur, van internationaal aansprekende sportevenementen, van topsport vanuit een gezamenlijke strategie met betrekking tot het zichtbaar maken en vergroten van de maatschappelijke waarde van topsport, van innovatie, kennisontwikkeling en kennisdeling.

Regisseren: het bijeenbrengen van gemeenten, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en provincies om tot een gezamenlijke beleidsagenda te komen.

Met de brief «Stand van zaken met betrekking tot de energieprijzen en sport» (Kamerstukken II 2022/23 30234, nr. 363) is de Tweede Kamer geïnformeerd over de opzet om via een verkenning, samen met gemeenten, de sport en andere relevante partijen, te komen tot een versnellingsaanpak met betrekking tot de verduurzamingsopgave in de sportsector. Verduurzaming in de sport kan worden versneld, maar daarvoor is een gezamenlijke aanpak nodig waarin verschillende partijen – zoals in ieder geval overheid, sport, bedrijfsleven en financiers – een rol spelen. Pijlers voor een aanpak op verduurzaming in de sport zijn: (1) het optimaal inzetten van beschikbaar gestelde generieke instrumenten, (2) financieringsvormen die aansluiten bij de sport, en (3) passende ondersteuning, en duidelijkheid hierin over rolverdeling en coördinatie. In 2024 verwachten we het plan van aanpak verder uit te werken.

De Tweede Kamer is met het actieplan ‘Nederland beweegt’ (Kamerstukken II 2022/23 32793, nr. 694) geïnformeerd over de aanpak van bewegen. Veel Nederlanders bewegen te weinig. Het actieplan ‘Nederland beweegt’ zet in op het creëren van de juiste randvoorwaarden om bewegen gedurende de dag te stimuleren, het breed op de agenda krijgen van bewegen en op het stimuleren van initiatieven om meer Nederlanders in beweging te krijgen.

In de brief «Uitwerking hoofdlijnen Sportakkoord II, Sport versterkt» (Kamerstukken II 2022/23 30234, nr. 364) is het werkplan Sportakkoord en de relatie met het Strategisch kader topsport beschreven.

In het werkplan wordt beschreven op welke wijze we invulling geven aan de afspraken en daarmee aan het sportbeleid op het gebied van Sportparticipatie en Topsport de komende jaren. Inhoudelijk gaan de partners daarbij uit van zes thema’s zoals vastgesteld in het Hoofdlijnen Sportakkoord II.

VWS, NOC*NSF en VSG hebben een gezamenlijke topsportstrategie ontwikkeld (Strategisch Kader Topsport 2032). Deze strategie is onderdeel van het werkplan Sportakkoord II, maar kent een eigen opzet, looptijd, dynamiek en partners doordat het topsportsysteem anders werkt dan de breedtesport.

Tabel 50 Tabel Budgettaire gevolgen van beleid artikel 6 (bedragen x € 1.000)
  

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Art.

Verplichtingen

438.868

713.212

414.147

421.316

409.888

505.474

506.307

         
 

Uitgaven

469.573

708.771

439.557

437.906

420.688

505.474

506.307

         

6.40

Sport verenigt Nederland

469.573

708.771

439.557

437.906

420.688

505.474

506.307

 

Subsidies (regelingen)

190.003

259.140

221.089

221.891

194.913

208.390

210.233

 

Sportakkoord

114.645

160.115

124.161

124.851

100.972

108.421

108.421

 

Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties

64.146

81.874

81.607

81.576

81.588

81.578

81.578

 

Kennis en innovatie

11.212

17.151

15.321

15.464

12.353

18.391

20.234

 

Inkomensoverdrachten

15.732

19.604

19.604

17.397

17.402

17.399

17.399

 

Financiële voorziening topsporters

15.732

19.604

19.604

17.397

17.402

17.399

17.399

 

Opdrachten

1.197

9.572

5.343

5.169

5.169

5.129

4.119

 

Sportakkoord

571

9.333

5.104

4.930

4.930

4.890

3.880

 

Kennis en innovatie

413

239

239

239

239

239

239

 

Overige

213

0

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

3.043

3.314

3.188

3.185

3.193

3.193

3.193

 

Dopingautoriteit

3.043

3.314

3.188

3.185

3.193

3.193

3.193

 

Bijdrage aan medeoverheden

259.204

416.571

189.763

189.694

199.441

198.457

198.457

 

Duurzame en toegankelijke sportaccommodaties

192.170

416.571

189.763

189.694

199.441

198.457

198.457

 

Sportakkoord

67.034

0

0

0

0

0

0

 

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

332

500

500

500

500

500

500

 

Dopingbestrijding

332

500

500

500

500

500

500

 

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

62

70

70

70

70

72.406

72.406

 

Sportakkoord

62

70

70

70

70

72.406

72.406

         
 

Ontvangsten

75.054

52.024

31.924

19.924

19.924

19.924

19.924

         

Extracomptabele fiscale regelingen

Naast de in dit begrotingsartikel genoemde instrumenten, is er een fiscale regeling die betrekking heeft op dit beleidsterrein. Het betreft de Btw-vrijstelling voor sportclubs. De Minister van Financiën is hoofdverantwoordelijk voor de wetgeving en uitvoering van deze regeling en voor de budgettaire middelen. Voor een beschrijving van de regeling, de doelstelling, de ramingsgrond, een verwijzing naar de laatst uitgevoerde evaluatie en het beoogde jaar van afronding van de volgende evaluatie, wordt verwezen naar de bijlage bij de Miljoenennota ‘Toelichting op de Fiscale regelingen’.

Budgetflexibiliteit

Subsidies

Van het beschikbare budget voor 2024 van € 221,1 miljoen is 89,8% juridisch verplicht of bestuurlijk gebonden in verband met de aangegane verplichtingen voor instellingssubsidies en (meerjarige) projectsubsidies. Het betreft onder meer de instellingssubsidies aan NOC*NSF, het Instituut Sportrechtspraak, het Kenniscentrum sport en Mulier Instituut. Bij de projectsubsidies betreft het onder meer de subsidieregeling stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties, topsportevenementen, de uitwerking van de deelakkoorden van het Sportakkoord en de beweegalliantie.

Opdrachten

Van het beschikbare budget voor 2024 van € 5,3 miljoen is 90,6% juridisch verplicht. Het betreft de ontzorgingstrajecten en de vervoersregeling voor sporters met een beperking.

Inkomensoverdrachten

Van het beschikbare budget voor 2024 van € 19,6 miljoen is 100% juridisch verplicht in verband met de Stipendiumregeling en kostenvergoeding voor topsporters.

Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s

Van het beschikbare budget voor 2024 van € 3,2 miljoen is 100% juridisch verplicht in verband met de bijdrage aan de Dopingautoriteit.

Bijdragen aan medeoverheden

Van het beschikbare budget voor 2024 van € 189,8 miljoen is 100% juridisch verplicht in verband met de Regeling specifieke uitkering stimulering sport.

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

Van het beschikbare budget voor 2024 van € 0,5 miljoen is 100% bestuurlijk gebonden in verband met een bijdrage aan de World Anti-Doping Agency (WADA) en UNESCO.

Bijdragen aan andere begrotingshoofdstukken

Van het beschikbare budget voor 2024 van € 0,1 miljoen is 100% bestuurlijk gebonden in verband met een bijdrage voortvloeiend uit de European Partial Agreement in Sports (EPAS).

Tabel 51 Geschatte budgetflexibiliteit
 

2024

juridisch verplicht

94,2%

bestuurlijk gebonden

1,2%

beleidsmatig gereserveerd

3,8%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,8%

4. Sport verenigt Nederland

Subsidies en opdrachten

De SportakkoordenIn het Sportakkoord II heeft de Rijksoverheid samen met gemeenten (VNG/VSG), de georganiseerde sport (NOC*NSF) en de commerciële sport (POS) afspraken gemaakt over de thema's inclusie en diversiteit, veiligheid en vaardig in bewegen, aandacht voor vitale sportaanbieders, een duurzame sportinfrastructuur en de maatschappelijke waarde van topsport. Regelmatige sturing op basis van monitoring heeft een belangrijke plaats ingenomen. Ook is in het akkoord afgesproken dat gemeenten hun lokale akkoorden gaan herijken. Als addendum van Sportakkoord II zijn de bestuurlijke afspraken Brede Regeling Combinatiefuncties vastgelegd. De akkoorden geven ruimte aan lokaal initiatief en zetten de verschillende overheden in een positie waarin zij meewerken aan het behalen van ambities samen met relevante partijen.

Voor het uitvoeren van de lokale sportakkoorden en de Brede Regeling Combinatiefuncties wordt aan de gemeenten budget beschikbaar gesteld. De financiering loopt via één lokale regeling voor gemeenten (specifieke uitkering via artikel 1 op de VWS-begroting) waarin een aantal programma’s gebundeld wordt op het gebied van sport- en beweegstimulering, gezondheidsbevordering en het bevorderen van cultuurparticipatie.

Sport- en beweegstimuleringIn 2024 zetten we verder in op de ambities om de sport- en beweegsector te versterken, de kansengelijkheid om mee te doen met sport te vergroten en daarnaast het bewegen in het dagelijks leven te bevorderen. Om deze ambities te realiseren zetten we de beschikbare middelen voor 2024 (subsidies: € 124,2 miljoen en opdrachten € 0,9 miljoen) in voor:

Nationale programma's en projecten op professionalisering, (financiële) toegankelijkheid en veilige en integere sportDe voorwaarden om te sporten en daar plezier aan te beleven, moeten beter. Dat gaat over de kwaliteit van mensen, organisaties, cultuur (waarden en normen) en materiële voorzieningen in de sport. Een belangrijk punt de komende jaren is het investeren in kwalitatief sterke sportaanbieders die toegankelijk en sociaal veilig voor iedereen zijn. De kwaliteit van de mensen die actief zijn in de sport (kader) moet flink omhoog. Dat doen we door club(kader)ondersteuning aan alle sportaanbieders, het versterken van het menselijk kapitaal en het vergroten van uitvoeringskracht bij koepelorganisaties waaronder de sportbonden en Platform Ondernemende Sport (POS).Toegankelijk sporten en bewegen betekent dat er voor iedereen passend aanbod en begeleiding is. De sport- en beweegsector wordt nu door een grote groep mensen als niet toegankelijk ervaren. De rol van sport- en beweegaanbieders, aandacht voor de ontwikkeling van motorische vaardigheden bij kinderen, (sport)accommodaties en duurzaamheid zijn hierbij belangrijk. Er wordt ingezet op verschillende projecten via subsidie, challenge of opdracht die erop gericht zijn om de ervaren belemmeringen van mensen weg te nemen en kansengelijkheid te bevorderen. Hierbij gaat het om financiële en praktische belemmeringen. Om dit te bereiken wordt samengewerkt met onder andere maatschappelijke organisaties in de sport- en beweegsector zoals het Fonds Gehandicaptensport, Special Heroes en het Jeugdsportfonds. Een veilige en integere sport is een sport waar iedereen die dat wil zich thuis voelt en met plezier, veilig, eerlijk en zorgeloos kan sporten. Het realiseren van een sociaal veilige sport en het zo veel als mogelijk voorkomen en aanpakken van grensoverschrijdend gedrag, waaronder racisme en discriminatie, seksueel, emotioneel en fysiek geweld vraagt om aandacht van iedereen. Daar hoort ondersteuning van bestuurders, sportclubs, trainers, ouders, arbitrage en verzorgers bij. Zo wordt er bijvoorbeeld ingezet op een goede basisinfrastructuur via organisaties als het Instituut Sport Rechtspraak (ISR). Daarnaast wordt een start gemaakt voor de oprichting van het onafhankelijk integriteitscentrum als meldpunt voor grensoverschrijdend gedrag (momenteel belegd bij CVSN vanuit NOC*NSF). Ook wordt via het Sportakkoord II gestimuleerd dat het merendeel van alle sportaanbieders gaat werken met de basiseisen sociale veiligheid en wordt de aanpak tegen racisme en discriminatie in het voetbal (OVIVI) uitgebreid naar meerdere sportbonden. Tevens bieden we door middel van (financiële) ondersteuning in gezamenlijkheid met het veld en OCW opvolging aan de aanbevelingen uit het onderzoek naar de cultuur, aard en omvang van grensoverschrijdend gedrag in de danssector door Verinorm.

BewegenHet bevorderen van bewegen vraagt om een brede aanpak. De factoren die ten grondslag liggen aan weinig bewegen zijn divers. Denk aan persoonlijke motivatie en belemmeringen, maar ook de leefomgeving die niet uitnodigt tot bewegen. We zetten in op de volgende actielijnen: [1] het vergroten van de aandacht en bewustwording en een beweegvriendelijke omgeving door samenwerking met andere beleidsterreinen en departementen, een publiekscampagne, bijeenkomsten en het verdiepen en verspreiden van kennis over zit- en beweeggedrag; [2] het creëren van meer maatschappelijk initiatief voor bewegen via de Beweegalliantie waarbij de Beweegalliantie partijen stimuleert, faciliteert en beïnvloedt om te zorgen voor overzicht, verbinding, het wegnemen van obstakels en het aanjagen van wat werkt om meer mensen (meer) te laten bewegen; en [3] het vergroten van de inzet op een lokale/regionale aanpak van bewegen door middel van ondersteuning van gemeenten bij de integrale inzet op gezondheid en preventie, waaronder de fysieke leefomgeving.   

Tabel 52 Zitgedrag1, bewegingsrichtlijn2 3en wekelijks sporten4

Zitgedrag (uren)

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Geslacht: mannen

9,2

9

9,3

n.n.b.

Geslacht: vrouwen

8,8

8,8

8,9

n.n.b.

         

Leeftijd: 4 t/m 11 jaar

7,3

7

7,2

n.n.b.

Leeftijd: 12 t/m 17 jaar

10,1

9,6

9,7

n.n.b.

Leeftijd: 18 t/m 64 jaar

9,4

9,3

9,6

n.n.b.

Leeftijd: 65 jaar of ouder

8,1

8,2

8,4

n.n.b.

         

Voldoet aan de beweegrichtlijn (%)

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Geslacht: mannen

43,4

48

49,2

51,1

55,1

49,2

45,8

n.n.b.

Geslacht: vrouwen

42,6

45

44,5

47

50,4

45,2

45,2

n.n.b.

         

Leeftijd: 4 t/m 11 jaar

55,4

55,5

55,4

55,9

60,7

62,3

56,8

n.n.b.

Leeftijd: 12 t/m 17 jaar

28,3

31

33,9

40,5

41,2

36

33

n.n.b.

Leeftijd: 18 t/m 64 jaar

47,8

50

50,1

51,7

56,3

48

45,8

n.n.b.

Leeftijd: 65 jaar of ouder

32,8

36,6

37

40,3

41,9

42,3

38,2

n.n.b.

         

Migratieachtergrond: Nederland

44,8

47,6

48,1

50,7

54,2

48

45,1

n.n.b.

Migratieachtergrond: niet-westers

30,5

41,2

40,5

39,1

43,8

41,5

37,7

n.n.b.

Migratieachtergrond: westers

44,7

44,8

45

49,6

53,6

49,1

47,4

n.n.b.

         

Onderwijsniveau: 1 Laag

31,9

35,3

34,3

36,4

38,8

38,3

34,9

n.n.b.

Onderwijsniveau: 2 Middelbaar

44,7

45,7

45,5

47,8

52,1

44,3

43,3

n.n.b.

Onderwijsniveau: 3 Hoog

55,8

54,8

56,5

56,5

62

53,1

49

n.n.b.

         

Chronische aandoening en lichamelijke beperking

14,4

15,6

16,8

19,4

20,3

20,2

18,3

 

Alleen chronische aandoening

41,8

44

46,8

48,4

50,1

44,5

43,7

n.n.b.

Alleen lichamelijke beperking

28,4

30,5

26,8

34

33,4

41,7

31,5

n.n.b.

         

Sport wekelijks

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Geslacht: mannen

52,4

56,2

54,3

54,7

56

56

54,6

n.n.b.

Geslacht: vrouwen

49,6

53,3

52,6

52,9

53,5

52,1

50,8

n.n.b.

         

Leeftijd: 4 t/m 11 jaar

64,8

63,3

60

63,2

64,5

60,3

58,4

n.n.b.

Leeftijd: 12 t/m 17 jaar

70,9

75,3

75

71,3

69,9

74,3

72,1

n.n.b.

Leeftijd: 18 t/m 64 jaar

53,2

56

54,9

56

56,9

56,1

54,3

n.n.b.

Leeftijd: 65 jaar of ouder

35,2

38,1

36,7

35,4

37,8

37,3

38,5

n.n.b.

         

Migratieachtergrond: Nederland

54,3

56

55,4

55,3

56,3

55,3

54,6

n.n.b.

Migratieachtergrond: niet-westers

41,9

49,5

44,3

46,9

45,8

45,9

43,2

n.n.b.

Migratieachtergrond: westers

49,5

51,5

49,9

51,7

54,8

55,3

52,1

n.n.b.

         

Onderwijsniveau: 1 Laag

30,3

31,9

30,2

29,6

29,7

30,4

30

n.n.b.

Onderwijsniveau: 2 Middelbaar

46,7

48

47,6

48,4

48,7

46,4

45,4

n.n.b.

Onderwijsniveau: 3 Hoog

65,4

68,7

66,3

65,6

68,3

67

65,2

n.n.b.

         

Chronische aandoening en lichamelijke beperking

20,1

25,4

22,8

22,7

21,3

20,3

19,7

n.n.b.

Chronische aandoening

47,9

48,7

48,5

50

49,2

48,6

50,2

n.n.b.

Lichamelijke beperking

30,8

31,3

27,9

26,8

25,4

34,1

32,9

n.n.b.

1

Zitgedrag | Sport en bewegen in cijfers, geraadpleegd op 20 juli 2023

2

Beweegrichtlijnen | Sport en bewegen in cijfers, geraadpleegd op 20 juli 2023

3

Beweegrichtlijnen uitgesplitst naar achtergrondkenmerken 2001-2022 | Sport en bewegen in cijfers, geraadpleegd op 20 juli 2023

4

https://www.staatvenz.nl/kerncijfers/sporters-wekelijks en Sportdeelname wekelijks | Sport en bewegen in cijfers, geraadpleegd op 20 juli 2023

Maatschappelijke waarde van topsportTopsport kan vele Nederlanders op veel manieren inspireren. Topsport en topsportprestaties zijn van waarde voor de samenleving en deze waarde wordt in het landelijke topsportbeleid het centrale uitgangspunt. Met de sport, gemeenten en overheid wordt vanuit een gezamenlijke strategie gewerkt aan het zichtbaar maken en vergroten van de maatschappelijke waarde van topsport. VWS stelt in 2024 middelen beschikbaar om de topsport in Nederland toekomstbestendig te houden, waarbij topsport op verantwoorde wijze wordt georganiseerd, we een breed palet aan waardevolle prestaties stimuleren en meer mensen bereiken met de waarde van topsport.

Tabel 53 Sporten via bezoek12

Sportfan via bezoek (maandelijks of vaker %)

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Geslacht: mannen

23

23

12

n.n.b.

Geslacht: vrouwen

16

18

10

n.n.b.

         

Leeftijd 12-19 jaar

31

33

17

n.n.b.

Leeftijd 20-34 jaar

15

15

10

n.n.b.

Leeftijd 35-54 jaar

28

30

15

n.n.b.

Leeftijd 55-64 jaar

13

13

8

n.n.b.

Leeftijd 65-79 jaar

14

15

4

n.n.b.

         

Migratieachtergrond: Nederland

20

22

12

n.n.b.

Migratieachtergrond: niet-westers

19

17

8

n.n.b.

Migratieachtergrond: westers

17

18

8

n.n.b.

         

Onderwijsniveau: 1 Laag

16

14

6

n.n.b.

Onderwijsniveau: 2 Middelbaar

18

22

11

n.n.b.

Onderwijsniveau: 3 Hoog

22

21

12

n.n.b.

         

Chronische aandoening en lichamelijke beperking

15

13

1

n.n.b.

Alleen chronische aandoening

17

18

11

n.n.b.

Alleen lichamelijke beperking

19

16

7

n.n.b.

1

2

De Rijksoverheid wil meer maatschappelijke waarde uit topsportevenementen halen door onder meer het bereik te vergroten en de evenementen verantwoord te organiseren (Kamerstukken II 2020/21, 30234 nr. 257). Daarvoor werken we nauw samen met sportbonden, provincies en gemeenten. We zetten daarbij een aantal concrete beleidsinstrumenten in: het Coördinatie- en Informatiepunt Topsportevenementen, een onderzoeks- en innovatieprogramma, een Maatschappelijk activatieprogramma en een subsidieregeling voor de organisatie van topsportevenementen.

Duurzame en toegankelijke sportaccommodatiesHet rijk zet zich met gemeenten in om sportaccommodaties te verduurzamen en beter toegankelijk te maken. De subsidieregeling Stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties is in 2023 geëvalueerd. Op basis van die evaluatie start vanaf 2024 een aangescherpte regeling. Amateur sportorganisaties kunnen een subsidie aanvragen voor de bouw of het onderhoud van sportaccommodaties of voor de aanschaf of het onderhoud van sportmaterialen. Hierbij is er een mogelijkheid tot een aanvullende subsidie voor verduurzaming van sportaccommodaties. Hiervoor is in 2024 een bedrag van maximaal € 79,5 miljoen beschikbaar.

Daarnaast zetten we in op het toegankelijk maken van verduurzaming. Via de ontzorgingstrajecten krijgen eigenaren van sportaccommodaties de mogelijkheid voor begeleiding om kennis- en capaciteitsdrempels weg te nemen. Hiervoor is in 2024 een bedrag van € 4,2 miljoen beschikbaar.

Ook investeren we in topsportaccommodaties. De maatschappelijke betekenis van topsport gaat veranderen door de prestaties van topsporters vaker en dichter bij de burgers te brengen. Daarmee wordt de zichtbaarheid en inspirerende waarde van de topsporters vergroot. Daarvoor kunnen moderne sportaccommodaties beter worden benut die door alle sporters (amateur en top) kunnen worden gebruikt. In 2024 vindt financiering van de Provincie Fryslân voor het verbeteren van een duurzame exploitatie van Thialf (€ 0,5 miljoen), en de gemeente Eindhoven voor het (ver)bouwen van het zwembad de Tongelreep (€ 1,5 miljoen) plaats.

Kennis en innovatie sportbeleidVWS investeert in ‘missie gedreven onderzoek en innovatie in sport en bewegen’. De VWS middelen worden ingezet in partnerschap met ZonMw en NOC*NSF. Er wordt binnen het programma geïnvesteerd in zowel inhoudelijk onderzoek, implementatie en in de (bestaande) kennisinfrastructuur. Ook investeren we in het bevorderen van sportinnovatie via het programma Sportinnovator. Inmiddels is er een sterk stelsel van sportinnovatie in Nederland. In de komende jaren is de ambitie om dit stelsel meer te benutten om sport voor iedereen toegankelijk te maken.  

Daarnaast wordt ingezet op het valideren van kansrijke sport- en beweeg interventies en op het borgen en verspreiden van beschikbare kennis via het Kenniscentrum en Kennisportal sport.

Het Mulier Instituut, het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) krijgen subsidie om de monitoring van indicatoren in de sport uit te voeren. Het Mulier Instituut en het RIVM zijn verantwoordelijk voor het monitoren van Sportakkoord II. Het Kenniscentrum Sport en Bewegen is de kennispartner die de resultaten van die monitoring breed ontsluit onder relevante partijen.

In totaal is voor kennissubsidies en -opdrachten € 15,6 miljoen beschikbaar in 2024.

Inkomensoverdrachten

Financiële voorziening topsportersHet Fonds voor de Topsporter verzorgt het uitkeren van een stipendium aan A- en High Potential topsporters die financieel gezien niet - via zijn/haar sport, dan wel op een andere manier - in zijn/haar levensonderhoud kunnen voorzien. Zo kunnen zij zich volledig richten op hun sportcarrière. Het Fonds voor de Topsporter zorgt daarnaast voor het uitkeren van kostenvergoedingen aan topsporters. VWS stelt hiervoor in totaal € 19,6 miljoen beschikbaar.

Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s

DopingautoriteitVoor het tegengaan van dopinggebruik wordt aan de Dopingautoriteit een bijdrage beschikbaar gesteld. Hiervoor is € 3,2 miljoen beschikbaar.

Bijdragen aan medeoverheden

Duurzame en toegankelijke sportaccommodatiesOnder voorwaarden konden gemeenten, sportverenigingen en sportstichtingen tot 2019 de BTW die aan hen in rekening werd gebracht bij investeringen in sportaccommodaties en sportmaterialen in aftrek brengen. Door een uitspraak van het Europese Hof van Justitie is bovenstaande mogelijkheid tot aftrek aangepast. Via de ‘Regeling specifieke uitkering stimulering sport’ is de afgelopen jaren beoogd om de ontwikkeling en instandhouding van sportaccommodaties en de aanschaf van sportmaterialen door gemeenten te stimuleren, daar waar de mogelijkheid tot btw-aftrek is vervallen. In 2023 is de regeling geëvalueerd. Op basis van die evaluatie start vanaf 2024 een aangescherpte regeling, gestoeld op de uitgangswaarden van de mogelijkheden die er tot 1 januari 2019 waren om de btw af te trekken. In totaal is in 2024 hiervoor maximaal € 189,8 miljoen beschikbaar.

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

Jaarlijks wordt een bijdrage beschikbaar gesteld voor de kosten die de World Anti Doping Agency (WADA) aan de deelnemende landen doorberekend. Daarnaast vindt een contributie aan het «Anti-doping Fund» van UNESCO plaats. In totaal is € 0,5 miljoen beschikbaar.

Ontvangsten

De ontvangsten in 2024 betreffen voornamelijk terugbetalingen door gemeenten als gevolg van de vaststellingen op de ‘Regeling specifieke uitkering stimulering sport’ 2022. Daarnaast worden ontvangsten verwacht van niet volledig uitgeputte subsidies. In totaal worden de ontvangsten geraamd op € 31,9 miljoen.

Licence