Op dit artikel worden de producten op het gebied van rijksvaarwegen verantwoord. Dit betreffen de onderdelen verkeersmanagement, beheer, onderhoud en vervanging, aanleg, geïntegreerde contractvormen/PPS, netwerkgebonden kosten en de investeringsruimte.
De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting Hoofdstuk XII en vinden hun oorsprong in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) en de Nota Mobiliteit (NoMo) (Kamerstukken II 2004-2005, 29 644, nr. 6).
Het artikel Hoofdvaarwegennet op het Infrastructuurfonds is gerelateerd aan beleidsartikel 18 Scheepvaart en havens op de begroting Hoofdstuk XII.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2021 | 2021 | ||
Verplichtingen | 1.632.806 | 724.468 | 821.049 | 1.034.388 | 1.035.582 | 883.918 | 151.664 | 1 |
Uitgaven | 899.296 | 845.570 | 940.693 | 1.042.935 | 1.385.294 | 1.315.532 | 69.762 | |
15.01 Verkeersmanagement | 8.525 | 8.655 | 8.830 | 11.010 | 11.158 | 10.501 | 657 | |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 8.525 | 8.655 | 8.830 | 11.010 | 11.158 | 10.501 | 657 | |
15.02 Beheer onderhoud en vervanging | 322.961 | 334.496 | 353.574 | 391.031 | 463.177 | 380.629 | 82.548 | |
15.02.01 Beheer en onderhoud | 287.799 | 288.844 | 313.815 | 339.381 | 414.571 | 283.760 | 130.811 | 2 |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 282.128 | 283.007 | 309.713 | 335.809 | 364.617 | 279.633 | 84.984 | |
15.02.04 Vervanging | 35.162 | 45.652 | 39.759 | 51.650 | 48.606 | 96.869 | ‒ 48.263 | 3 |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 0 | 0 | 0 | 0 | 1 | 1 | 0 | |
15.03 Aanleg | 218.819 | 159.164 | 195.446 | 226.735 | 277.290 | 296.156 | ‒ 18.866 | |
15.03.01 Realisatieprogramma | 199.287 | 157.949 | 194.340 | 223.697 | 271.446 | 239.686 | 31.760 | 4 |
15.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen | 19.532 | 1.215 | 1.106 | 3.038 | 5.844 | 56.470 | ‒ 50.626 | 5 |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 1.609 | 444 | 343 | 1.843 | 4.255 | 339 | 3.916 | |
15.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS | 39.105 | 28.867 | 51.994 | 56.765 | 250.652 | 267.985 | ‒ 17.333 | 6 |
15.06 Netwerkgebonden kosten HVWN | 309.886 | 314.388 | 330.849 | 357.394 | 383.017 | 360.261 | 22.756 | |
15.06.01 Apparaatskosten RWS | 281.666 | 285.741 | 297.755 | 320.780 | 338.582 | 325.724 | 12.858 | 7 |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 281.666 | 285.741 | 297.755 | 320.780 | 338.582 | 325.724 | 12.858 | |
15.06.02 Overige netwerkgebonden kosten | 28.220 | 28.647 | 33.094 | 36.614 | 44.435 | 34.537 | 9.898 | 8 |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 28.220 | 28.647 | 33.094 | 36.614 | 44.435 | 34.537 | 9.898 | |
15.09 Ontvangsten | 97.115 | 81.365 | 130.509 | 112.206 | 97.621 | 90.877 | 6.744 | 9 |
1. De hogere verplichtingenrealisatie van € 151,7 miljoen betreft een saldo van hogere en lagere verplichtingen.
De hogere verplichtingen (€ 282,9 miljoen) zijn veroorzaakt door:
– Aanvullende opdrachten (€ 49,6 miljoen):
De voornaamste daarvan zijn 1) herstel van de schade/opruimwerkzaamheden van het hoog water Limburg in juli 2021 waarvoor aanvullende middelen beschikbaar zijn gesteld; 2) het Maritiem Informatievoorziening Servicepunt. In opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat verzamelt Rijkswaterstaat data over water, wind, neerslag en fauna bij diverse windparken op zee.
– Beheer en onderhoud (€ 43,9 miljoen):
De hogere verplichtingen zijn met name het gevolg van de hogere BenO productie in combinatie met tegenvallers in de uitvoeringsperiode 2018-2021 en extra budget in verband met herstelwerkzaamheden aan de haven van IJmuiden (de storm in april heeft onder andere de havenhoofden beschadigd)
– Nieuwe sluis Terneuzen (€ 36,2 miljoen):
De hogere verplichtingen hangen onder andere samen met een betaling voor werkzaamheden in 2021 welke aanvankelijk was gepland voor 2022. Verder zijn door de aanpassing van de scope verplichtingen doorgeschoven van 2020 naar 2021.
– Waal toekomstvisie (€ 14 miljoen):
Vanwege de vertragingen bij de aanbesteding, doorCOVID-19 en stikstofproblematiek zijn er extra kosten in 2021.
– Zeetoegang IJmond (€ 111,3 miljoen):
De hogere verplichtingenstand 2021 laat zich met name verklaren door vertraging in de aanbesteding van de selectieve zoutonttrekking waardoor verplichtingen niet in 2020, maar in 2021 zijn aangegaan en door de ontwerpvergoeding, de design & constructreeks, de maatregelen windpark Spuisluis en een verplichtingenschuif. Daarnaast waren er in 2021 meer contractuele wijzigingen dan verwacht vanwege de realisatie van de zeesluis.
– Netwerkgebonden kosten (€ 22,8 miljoen):
Verplichtingen in 2021 zijn vooral hoger vanwege het pakket aan maatregelen met betrekking tot cyber security die tot doel hebben om de netwerken die in beheer zijn van RWS beter te beschermen en in verband met het Maritiem Informatie Systeem.
– Tot slot leiden diverse kleinere mutaties tot per saldo hogere verplichtingen (€ 5,1 miljoen).
De lagere verplichtingen (€131,2 miljoen) zijn veroorzaakt door:
– Vervanging en renovatie projecten (- € 30,6 miljoen): De belangrijkste factoren in de per saldo lagere verplichtingen zijn: de gunning van de opdracht voor brug Itteren schuift van 2021 naar 2022, de verplichtingen voor Kelperbrug, Bergse Diepsluis zijn in 2021 aangegaan en vanwege een sluitende programmering is een budgetneutrale verplichtingenschuif doorgevoerd.
– Brokx-Nat (- € 13 miljoen): Betreft met name de afwikkeling van de afkoop van een oude verplichting met betrekking tot de beheer- en onderhoudsvergoeding vanwege de overdracht Haven Oudeschild en wegen en paden Texel.
– Reservering Vervanging en Renovatie(- € 29,9 miljoen): door actualisatie van het programma Vervanging en Renovatie projecten schuift de reservering door naar latere jaren.
– Planstudie en Verkenning (- € 57,7 miljoen): De per saldo lagere realisatie wordt veroorzaakt door:
• een overboeking naar het ministerie van Defensie (- € 6,5 miljoen) voor noodsleephulp op de Noordzee om de veiligheid ten behoeve van Windenergie op Zee te waarborgen.
• een overboeking naar het artikelonderdeel realisatie voor project Lichteren buitenhaven IJmuiden (- € 21,5 miljoen) in verband met het genomen uitvoeringsbesluit en opdrachtverlening ontmanteling baggerspeciedepot Averijhaven.
• Reservering scheepvaartveiligheid Wind Op Zee (- € 4,3 miljoen): Door vertraging schuift deze post door naar 2022.
• Reservering verbreding sluiscomplex Kornwerderzand (- € 8,9 miljoen): Door vertraging in de totstandkoming van de bestuursovereenkomst wordt dit bedrag doorgeschoven naar 2022.
• Reservering Kustwacht ETV (- € 3,2 miljoen): Door vertraging schuift dit bedrag door naar 2022.
• Reservering Digitale Transport Strategie (- € 1,3 miljoen): overboeking naar HXII voor een deelaanbesteding van project Digitale Transport Strategie.
• Reservering Topsector Logistiek (- € 6,4 miljoen): overboeking naar HXII voor het vervolg programma Topsector Logistiek 2021 t/m 2023.
• Reservering Topsector Logistiek (- € 2,8 miljoen): Vanuit de reservering Topsector Logistiek wordt dit bedrag doorgeschoven naar 2022 vanwege vertraging in de totstandkoming van een subsidieregeling voor onderzoek.
• Tot slot leiden diverse kleinere overboekingen tot per saldo een verlaging (-€ 2,8 miljoen).
2. De hogere uitgaven van € 130,8 miljoen zijn veroorzaakt door:
– Een overboeking van het Ministerie van Economische zaken naar het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor het Maritiem Informatievoorziening Servicepunt (€ 26,2 miljoen): In opdracht van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat verzamelt Rijkswaterstaat data over water, wind, neerslag en fauna bij diverse windparken op zee.
– Het hoogwater in Limburg (€ 12,4 miljoen) en het herstel van de stormschade IJmuiden (€ 7,1 miljoen).
– De hogere BenO productie in combinatie met tegenvallers in de uitvoeringsperiode 2018-2021 heeft ertoe geleid dat meer is uitgegeven dan het budgettaire kader toestaat (€ 27,5 miljoen). Zie - Tweede Kamer, vergaderjaar 2020–2021, 35 570 A, nr. 61 en - Vergaderjaar 2020–2021 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 3142 Vragen van het lid Stoffer (SGP) voor de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over de budgetstop voor beheer en onderhoud projecten (ingezonden 25 mei 2021). Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 10 juni 2021).
– Brokx-Nat (€ 45,9 miljoen): Afkoop in verband met overdracht Haven Oudeschild en wegen en paden Texel.
– De prijsbijstelling (€ 7,2 miljoen) is toegevoegd.
– Tot slot leiden diverse kleinere mutaties tot per saldo hogere uitgaven (€ 4,5 miljoen).
3. De lagere uitgaven van € 48,3 miljoen is het saldo van hogere en lagere uitgaven.
De hogere realisatie wordt veroorzaakt door:
• Het budget voor een aantal tranche 4 planfase projecten is doorgeschoven van 2020 naar 2021 omdat deze planfases later zijn gestart (€ 4,8 miljoen).
De lagere realisatie wordt veroorzaakt door:
• De uitgaven voor de Waalbrug zijn in 2021 € 7,6 miljoen lager. Dit is het saldo van het niet aangewende budget als gevolg van het ontbinden van het contract met de aannemer voor fase 2 en aan de aannemer betaalde afkoopsom voor het niet uitvoeren van fase 2.
• De renovatie van de Stuw Linne Gronst is vanwege een beschadiging door twee losgeslagen duwbakken naar voren gehaald en al uitgevoerd in 2020. (- € 7,3 miljoen).
• Het project Damwanden Eemskanaal is vertraagd vanwege een ontwerpfout in de damwandberekening en door nadere bepaling van het type grondverankering van de damwanden (- € 3,9 miljoen).
• Actualisatie programma Vervanging en Renovatie: de reservering Vervanging en Renovatie voor VenR-projecten schuift door naar latere jaren (- € 29,9 miljoen).
• Overige kleinere per saldo lagere mutaties (- € 4,4 miljoen).
4. De per saldo hogere realisatie van € 31,8 miljoen wordt veroorzaakt door:
– Lichteren buitenhaven IJmuiden (€ 11 miljoen): De hogere realisatie is het saldo van vertraging in de uitvoering vanwege de inzet van ander materieel waardoor meer vaarbewegingen nodig waren, de in de loop van 2020 verstrekte opdracht voor de ontmanteling van het baggerspeciedepot Averijhaven 2021,) en de eind 2021 opgelopen vertraging vanwege een onverwachts grote hoeveelheid zwaar materiaal middenin het depot waardoor werkzaamheden moesten worden stilgelegd en betalingen doorschuiven naar 2022.
– Verruiming Twentekanalen fase 2 (- € 14 miljoen): De lagere realisatie is vrijwel volledig veroorzaakt door vertraging bij het ontwerpproces, doorgevoerde wijzigingen en opgetreden areaalrisico’s. Daardoor is de start van de uitvoering vertraagd. Het budget schuift door naar 2023. Daarnaast minder uitgaven omdat de kosten van aankoop stalen damwanden lager waren.
– Correctie overprogrammering ontwerpbegroting 2021 (€ 43,4 miljoen:): Per einde 2021 is deze nihil en zijn programmering en begroting aan elkaar gelijk.
– Tot slot leiden diverse kleinere mutaties tot per saldo lagere uitgaven (- € 8,6 miljoen).
5. De per saldo lagere realisatie van € 50,6 miljoen wordt veroorzaakt door:
– Een overboeking naar het ministerie van Defensie (- € 6,5 miljoen) voor noodsleephulp op de Noordzee om de veiligheid ten behoeve van Windenergie op Zee te waarborgen.
– Een overboeking naar het artikelonderdeel realisatie voor project Lichteren buitenhaven IJmuiden (- € 21,5 miljoen) in verband met het genomen uitvoeringsbesluit en opdrachtverlening ontmanteling baggerspeciedepot Averijhaven.
– Reservering scheepvaartveiligheid Wind Op Zee (- € 4,3 miljoen): Door vertraging schuift deze post door naar 2022.
– Reservering verbreding sluiscomplex Kornwerderzand (- € 8,9 miljoen): Door vertraging in de totstandkoming van de bestuursovereenkomst wordt dit bedrag doorgeschoven naar 2022.
– Reservering Kustwacht ETV (- € 3,1 miljoen): Door vertraging schuift dit bedrag door naar 2022.
– Reservering Digitale Transport Strategie (- € 1,3 miljoen): overboeking naar HXII voor een deelaanbesteding van project Digitale Transport Strategie.
– Reservering Topsector Logistiek (- € 6,4 miljoen): overboeking naar HXII voor het vervolg programma Topsector Logistiek 2021 t/m 2023.
– Topsector Logistiek (- € 2,8 miljoen): Vanuit de reservering Topsector Logistiek wordt dit bedrag doorgeschoven naar 2022 vanwege vertraging in de totstandkoming van een subsidieregeling voor onderzoek.
– Correctie overprogrammering ontwerpbegroting 2021 (€ 7,4 miljoen:): Per einde 2021 is deze nihil en zijn programmering en begroting aan elkaar gelijk.
– Tot slot leiden diverse kleinere overboekingen tot per saldo een verlaging (-€ 3,2 miljoen).
6. De per saldo lagere realisatie van € 17,3 miljoen wordt veroorzaakt door:
– Zeetoegang IJmond (- € 24 miljoen): Lagere uitgaven wegens aanpassingen in het contract en omdat geplande uitgaven reeds in 2020 zijn gedaan. Daarnaast lagere uitgaven in verband met latere start realisatie selectieve zoutonttrekking door vertraging in de aanbesteding.
– Capaciteitsuitbreiding sluis Eefde (€ 7,2 miljoen): De realisatie in 2021 is het saldo van hogere en lagere uitgaven. Hoger omdat het budget in 2021 is verhoogd vanwege met name COVID-19, PFAS en een budgetverschuiving van 2020 naar 2021 in verband met contractwijzigingen. Lager door de verschuiving van budget van 2021 naar 2022 omdat de kosten voor PFAS lager uitvallen dan geraamd. Ook de risico's met betrekking tot de afronding van het project hebben zich minder voorgedaan dan verwacht.
– Tot slot leiden diverse kleinere mutaties tot per saldo lagere uitgaven (- € 0,5 miljoen).
7. De hogere realisatie op de apparaatskosten RWS (€ 12,9 miljoen) wordt veroorzaakt door de loon- en prijsbijstelling 2021 (€ 7,2 miljoen), de bijdrage van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor het Maritiem Informatievoorziening Servicepunt en diverse overige mutaties (€ 0,4 miljoen).
8. De hogere realisatie op de overige netwerkgebonden uitgaven (€ 9,9 miljoen) wordt veroorzaakt door de middelen voor de verdere versterking van de Cyber Security van RWS (€ 8,4 miljoen) en budget voor het programma IA Sourcing (€ 2,0 miljoen). Hier tegenover staat een lagere realisatie als gevolg van het saldo van diverse overige mutaties (- € 0,5 miljoen).
9. De ontvangsten in 2021 waren per saldo € 7,5 miljoen hoger dan begroot.
Deze hogere realisatie laat zich met name verklaren door:
– VBS tarief (€ 5,3 miljoen): Het verkeersbegeleiding (VBS-tarief) was in de begroting 2021 niet geraamd, waardoor de ontvangsten hoger was dan verwacht.
– Verruiming Twentekanalen (€ 1,3 miljoen): Er zijn meer ontvangsten gerealiseerd door het eerder ontvangen van de CEF-subsidie.
– NST (- € 1,3 miljoen): De lagere ontvangst is het saldo van twee posten:
• De aanvullende bijdrage van Vlaanderen ten behoeve van de risicoreservering.
• Enige vertraging met betrekking tot CEF subsidiabele zaken waardoor de realisatie van de subsidie (middels declaratie van factuur van het betreffende verlate werk) later zal plaatsvinden.
– Tot slot leiden diverse kleinere ontvangsten tot per saldo een verhoging (€ 0,9 miljoen).
15.01 Verkeersmanagement
Motivering
De activiteiten binnen verkeersmanagement worden uitgevoerd om een vlot, betrouwbaar en veilig scheepvaartverkeer op het hoofdvaarwegennet te realiseren. Er zijn met RWS ten behoeve van het verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud prestatieafspraken gemaakt en er zijn indicatoren opgesteld om aan te sluiten op de beleidsdoelen.
Bij verkeersmanagement gaat het voornamelijk om de volgende activiteiten:
– Verkeersbegeleiding, bediening van objecten en vaarwegmarkering;
– Monitoring en informatieverstrekking;
– Vergunningverlening en handhaving;
– Crisisbeheersing en preventie.
In het goederenvervoer over water is een groei voorzien (Kamerstuk 31305, nr. 229), die deels met verkeersmanagement wordt gefaciliteerd. Daarnaast dient de betrouwbaarheid en reistijd op orde te worden gebracht. Beleidsdoelstellingen op het gebied van verkeersmanagement zijn:
• Het zoveel mogelijk beperken van de gemiddelde structurele wachttijd bij sluizen in de hoofdvaarwegen;
• Het afstemmen van de bediening van bruggen en sluizen op de vraag vanuit de markt.
Vanaf 2014 wordt in overleg met de sector gewerkt aan het zo goed mogelijk vormgeven van de bediening van sluizen en beweegbare bruggen. De Kamer is geïnformeerd over de wijze waarop RWS en haar collega vaarwegbeheerders dit vormgeven, via het stuk «vergezicht bediening sluizen en bruggen» (Kamerstuk 34300-A, nr. 56).
In 2019 is de Kamer geïnformeerd welke maatregelen Rijkswaterstaat samen met de sector heeft geselecteerd om de betrouwbaarheid van reistijden te verbeteren in het kader van Beter Bediend (Kamerstukken, 2018–2019, 409, nr. 219).
De Tweede kamer is meermaals geïnformeerd over de voortgang van dit programma, voor het laatst in de verzamelbrief Maritiem van 23 november 2021(Kamerstuk 31409-338).
Met het toezicht op het water dat door RWS (onder andere samen met de Politie) wordt uitgevoerd, wordt beoogd de veiligheid voor de gebruikers te borgen. Dit toezicht heeft ook een preventieve werking. Met de inwerkingtreding van de nieuwe Binnenvaartwet is meer nadruk komen te liggen op bestuursrechtelijke handhaving door IenW (in plaats van strafrechtelijke handhaving door de Politie). In geval van calamiteiten, zoals schade en verontreinigingen, wordt hierover bericht en adequaat opgetreden. Hiervoor is een calamiteitenorganisatie operationeel.
Areaalomschrijving | Eenheid | Realisatie 2017 | Realisatie 2018 | Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Begroting 2021 | Toelichting |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Begeleide vaarweg | km | 592 | 592 | 592 | 592 | 592 | 592 | 1 |
Bediende objecten | stuks | 245 | 242 | 242 | 244 | 243 | 244 | 2 |
Bron: Rijkswaterstaat, 2021
Toelichting
1. Alleen de vaarwegen die vanuit vaste verkeersposten worden begeleid, zijn in het hierboven opgenomen areaal meegeteld. De vaarwegen in beheer bij RWS die met patrouillevaartuigen worden bestreken zijn derhalve niet meegerekend.
2. In 2021 is de Middensluis in Terneuzen buiten gebruik gesteld i.v.m. de vervanging door de Nieuwe Sluis in Terneuzen in 2023. De sloop van de Middensluis was bij de begroting 2021 voorzien in 2022.
15.02 Beheer, Onderhoud en Vervanging
Motivering
Beheer, onderhoud en vervanging wordt uitgevoerd om het hoofdvaarwegennet in een staat te houden, die noodzakelijk is voor het faciliteren van vlot, veilig en duurzaam vervoer van goederen. Met de Kamerbrief Financiële instandhouding en Rijksinfrastructuur (Kamerstukken II 2021/22, 35 925 A, nr. 14) bent u geïnformeerd over de dilemma’s waar dit ministerie voor staat bij het instandhouden van de Rijksinfrastructuur, waaronder ook het hoofdvaarwegennet
Producten
Het regulier beheer en onderhoud van rijksvaarwegen omvat maatregelen aan bodems, oevers, kunstwerken zoals sluizen en bruggen, verkeersvoorzieningen, landschap en milieu en voorzieningen voor verkeersmanagement, zoals verkeerscentrales.
Vervanging en renovatie (VenR) betreft het tijdig programmeren en nemen van maatregelen aan kunstwerken en vaarwegen waarbij het einde van de levensduur nadert. Voornamelijk in de eerste helft van de vorige eeuw zijn er kunstwerken gerealiseerd die, mede door het intensieve gebruik, nu of in de komende decennia het moment van einde levensduur naderen. Op basis van onderzoek wordt concreet gemaakt voor welke kunstwerken wanneer vervanging of renovatie aan de orde is.
In bijlage 2 ‘Instandhouding’ wordt uitgebreid ingegaan op de werking van de instandhouding van de netwerken die onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vallen.
15.02.01 Beheer en Onderhoud
Een voorwaarde voor het optimaal gebruiken van het vaarwegennet is de bedrijfszekerheid van de infrastructuur van de vaarwegen.
De activiteiten zijn erop gericht, om de scheepvaart (beroeps- en recreatievaart) zo goed mogelijk te faciliteren. Het betreft maatregelen om de breedte en diepte van de vaarweg te handhaven. Daarnaast betreft het maatregelen om de kunstwerken (sluizen en bruggen) en verkeersvoorzieningen te laten functioneren.
Binnen beheer en onderhoud vallen zowel het preventief als het correctief onderhoud.
Kustwacht
De Kustwacht Nederland is een organisatie met eigen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. De directeur Kustwacht maakt jaarlijks een Activiteitenplan en Begroting (APB) en legt dit voor aan de raad voor de kustwacht. De ministerraad stelt het APB vervolgens vast. De directeur Kustwacht beschikt over een informatiecentrum, schepen, surveillancevliegtuigen en helikopters.
De Minister van IenW is als coördinerend minister voor Noordzee-aangelegenheden verantwoordelijk voor totstandkoming van geïntegreerd beleid voor de Noordzee en het Gecombineerd Jaarplan voor de uitvoeringtaken door de Kustwacht. De Minister van Defensie is beheerder van de Kustwacht. De overzichtsconstructie Kustwacht is als bijlage 3 'Overzichtsconstructie Kustwacht' aan deze begroting toegevoegd.
Overdracht Brokx-Nat
De nog over te dragen vaarwegen in het kader van Brokx-Nat zijn in beeld gebracht in een eindbalans, op basis waarvan de Tweede Kamer in 2002 is geïnformeerd (Kamerstukken II 2002–2003, 28 600 XII, nr. 17). Op dit artikel wordt o.a. de betaling aan provincies en gemeenten voor het onderhoud aan kanalen in Drenthe en wegen en paden Texel verantwoord. Er vindt overleg plaats over het precieze overdrachtsmoment, de overdracht heeft in 2021 nog niet plaats kunnen vinden.
Uitgesteld en achterstallig onderhoud
Conform toezegging aan de Tweede Kamer wordt in het jaarverslag aangeven wat de omvang van het uitgesteld en (eventueel) achterstallig onderhoud aan het einde van het jaar was. Er is sprake van achterstallig onderhoud als de assets niet meer voldoen aan de geldende veiligheidsnormen en/of prestatieafspraken. Achterstallig onderhoud wordt direct aangepakt indien dit noodzakelijk is voor het veilig functioneren van de netwerken.
Conform toezegging aan de Tweede Kamer wordt in het jaarverslag aangeven wat de omvang van het uitgesteld en (eventueel) achterstallig onderhoud aan het einde van het jaar was.
Voor het Hoofdvaarwegennet beliep het uitgesteld onderhoud per 31 december 2021 € 494 miljoen, daarvan was € 3 miljoen achterstallig. Ten opzichte van 2020 is het uitgestelde onderhoud met € 7 miljoen toegenomen en het achterstallig onderhoud met € 6 miljoen afgenomen.
Voor een overzicht van het uitgesteld en achterstallig onderhoud op alle RWS-netwerken, wordt u verwezen naar bijlage 2 bij dit jaarverslag.
Realisatie uitgesteld onderhoud (bedragen x € 1 miljoen) | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | ||||||
Volume uitgesteld onderhoud | Waarvan achterstallig | Volume uitgesteld onderhoud | Waarvan achterstallig | Volume uitgesteld onderhoud | Waarvan achterstallig | Volume uitgesteld onderhoud | Waarvan achterstallig | Volume uitgesteld onderhoud | Waarvan achterstallig | |
Hoofdvaarwegen | 350 | 36 | 414 | 37 | 493 | 3 | 487 | 9 | 494 | 3 |
Bron: Rijkswaterstaat, 2021
Meetbare gegevens
Eenheid | Realisatie 2018 | Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Begroting 2021 | Realisatie x € 1.000 2021 | Begroting x € 1.000 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Vaarwegen | km | 7.082 | 7.082 | 7.071 | 7.071 | 7.071 | 414.570 | 283.760 |
Bron: Rijkswaterstaat, 2021
Toelichting
Het totale areaal is een optelling van zowel hoofdtransportassen, hoofdvaarwegen en overige vaarwegen van in totaal afgerond 3.426 kilometer als zeecorridors en zeetoegangsgeulen van in totaal afgerond 3.646 kilometer. Tezamen is dit afgerond 7.071 kilometer.
Indicator | Realisatie 2017 | Realisatie 2018 | Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Realisatie 2021 | Streefwaarde 2021 | Toelichting |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Geplande stremmingen (gehele areaal) | 0,5% | 0,8% | Niet beschikbaar | 0,3% | 2,0% | 0,8% | 1 |
Ongeplande stremmingen (gehele areaal) | 0,2% | 0,4% | Niet beschikbaar | 0,4% | 1,0% | 0,2% | 2 |
Bron: Rijkswaterstaat, 2021
Toelichting
De kwaliteit van de gegevens over de geplande en ongeplande stremmingen is verbeterd, maar de datakwaliteit blijft een aandachtspunt. De lopende acties ter verdere verbetering van de juistheid en volledigheid van de registratiegraad zijn korte en lange termijn acties.
De geplande en ongeplande stremmingen geven een beeld van de betrouwbaarheid en beschikbaarheid van sluizen en bruggen op de vaarwegen. De percentages zijn berekend door de gestremde uren af te zetten tegen de toale bedientijd van de objecten.
Met 2,0% ligt de score van de geplande stremmingen boven de norm (1). Ook de ongeplande stremmingen voldoen met 1,0% niet aan de norm (2). De hoge scores worden veroorzaakt door uitgesteld onderhoud, ouderdom en intensiever gebruik dan bij het ontwerp was voorzien. De kans op ongeplande uitval neemt toe, maar ook de geplande stremmingen nemen toe vanwege renovatie- en vervangingswerkzaamheden die zijn uitgevoerd.
15.02.04 Vervanging
Het is van belang dat de veiligheid en de beschikbaarheid van het Hoofdwegennet in stand worden gehouden tegen de achtergrond van een beperkte technische levensduur van kunstwerken. Het einde van de levensduur kan ontstaan door de ouderdom van het kunstwerk of door intensiever gebruik dan bij het ontwerp is voorzien. Door het intensieve gebruik vanaf de jaren '60 van de vorige eeuw valt te verwachten dat deze problematiek geleidelijk toeneemt. Op basis van onderzoek wordt een analyse gemaakt voor welke kunstwerken wanneer vervanging of renovatie aan de orde is.
Op dit artikel staat het merendeel van de beschikbare budgetten voor Vervanging en Renovatie van het Hoofdwegennet. Op begrotingsartikel 18 staan de VenR middelen voor 2031 t/m 2034, die nog moeten worden toebedeeld. In het MIRT projectenoverzicht3 worden onderliggende projecten inzichtelijk gemaakt. RWS bekijkt via inspecties waar maatregelen nodig zijn. Voor een zichtperiode van ongeveer 7 jaar is dit vooruit te plannen in concrete projecten. Voor de periode daarna zijn budgetten beschikbaar, maar wordt de invulling van het programma in latere jaren concreet.
Deze werkwijze staat verder toegelicht in bijlage 2 Instandhouding.
15.03 Aanleg
Motivering
Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn voor de aanleg- en planuitwerking activiteiten bij het hoofdvaarwegennet.
15.03.01 Realisatie
Producten
In 2021 heeft IenW de volgende mijlpalen gerealiseerd:
Mijlpaal | Project | |
---|---|---|
Start realisatie | ‒ | Twentekanalen, verruiming (fase 2) |
‒ | Verwijderen baggerspecie Averijhaven (onderdeel van Lichteren Buitenhaven IJmuiden) |
Bron: Rijkswaterstaat, 2021
Toelichting
De in 2021 gerealiseerde mijlpalen wijken op onderdelen af van hetgeen in de begroting 2021 aan verwachtingen is gepresenteerd:
– De openstelling van de ligplaatsen Merwedes was voorzien voor 2021, maar is al eerder in 2020 gerealiseerd.
– Met name vanwege stikstofproblematiek is de realisatie van het project Wilhelminakanaal Sluis II niet in 2021 gestart.
Kasbudget 2021 | Projectbudget | Openstelling | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
begroting | realisatie | verschil | begroting | huidig | begroting | huidig | ||
Projectomschrijving | 2021 | 2021 | 2021 | |||||
Nationaal | ||||||||
Beter Benutten | 0 | 0 | 16 | 16 | ‒ | |||
Impuls Dynamisch Verkeersmanagement | 0 | 0 | 101 | 101 | 2018 | |||
Vaarwegen Walradarsystemen | 0 | 0 | 26 | 26 | divers | divers | ||
Noordwest-Nederland | ||||||||
De Zaan (Wilhelminasluis) | 0 | 0 | 13 | 13 | 2020 | |||
Lichteren buitenhaven IJmuiden | 0 | 11 | 11 | 0 | 39 | 2023 | 1 | |
Zuidwest-Nederland | ||||||||
Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Beneden-Lek | 1 | 4 | 3 | 13 | 14 | 2022 | 2022 | |
Capaciteitsuitbreiding overnachtingsplaatsen Merwedes | 2 | 1 | ‒ 1 | 9 | 10 | 2021 | 2020 | |
Nieuwe Sluis Terneuzen | 168 | 170 | 2 | 987 | 1038 | 2023 | 2023 | 2 |
Zuid-Willemsvaart: aanleg Maximakanaal en opwaarderen tot Veghel | 0 | 0 | 0 | 431 | 431 | 2015 | ||
Zuid-Nederland | ||||||||
Maasroute modernisering fase 2 | 13 | 9 | ‒ 4 | 642 | 657 | 2023 | 2023 | 3 |
Wilhelminakanaal Tilburg | 1 | 0 | ‒ 1 | 99 | 98 | 2019 | ||
Herbouw Sluis II Wilhelminakanaal | 2 | 1 | ‒ 1 | 5 | 6 | |||
Oost-Nederland | ||||||||
Toekomstvisie Waal | 30 | 27 | ‒ 3 | 134 | 138 | 2022 | 2024 | |
Vaarweg Meppel-Ramspol (keersluis Zwartsluis) | 59 | 59 | 2017 | |||||
Verruiming Twentekanalen fase 2 | 61 | 47 | ‒ 14 | 172 | 176 | 2023 | 2023 | 4 |
Noord-Nederland | ||||||||
Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 1: verbetering tot klasse Va | 4 | 2 | ‒ 2 | 284 | 293 | 2019 | 5 | |
Verruiming vaarweg Eemshaven-Noordzee | 39 | 39 | 2017 | |||||
Overig | ||||||||
Kleine projecten / Afronding projecten | 1 | 1 | ||||||
afrondingen | ‒ 1 | 2 | ||||||
Totaal uitvoeringsprogramma | 282 | 271 | ‒ 10 | 3.034 | 3.155 | |||
Realisatieuitgaven op IF 15.03.01 mbt planuitwerking | 1 | 0 | ||||||
Programma realisatie | 283 | 271 | ||||||
Budget realisatie (IF 15.03.01) | 240 | 271 | ||||||
Overprogrammering (-) | ‒ 43 |
Toelichting
3. Lichteren buitenhaven IJmuiden
Kasbudget 2021 (€ 11 miljoen) en projectbudget (€ 39 miljoen): Door het genomen uitvoeringsbesluit en opdrachtverlening ontmanteling baggerspeciedepot Averijhaven is € 37 miljoen overgeboekt vanuit het artikelonderdeel planuitwerkin en verkenningen. Op dit project is € 11 miljoen gerealiseerd in 2021.
4. Nieuwe Sluis Terneuzen
Projectbudget (€ 51 miljoen): Het hogere projectbudget is het gevolg van verschillende toevoegingen waaronder: huuropbrengsten dienstensteiger; prijsontwikkeling; correctie risicoreservering; en ten slotte ontvangen bijdragen van Vlaanderen en derden.
5. Maasroute fase 2
Projectbudget (€ 15 miljoen): Het hogere projectbudget is gevolg van de verruiming van het Julianakanaal ter hoogte van de Berghaven. Daar ontbreekt een waterremmende kleilaag in de bodem. Uit onderzoek is gebleken dat de verruiming daardoor in een bouwkuip uitgevoerd dient te worden. Door het verdiepen binnen bouwkuipen wordt het risico op vernatting van de omgeving en een mogelijke instabiliteit van de kanaaldijken tijdens en na de uitvoering aanzienlijk verkleind.
6. Verruiming Twentekanalen fase 2
Kasbudget 2021 (- € 14 miljoen): De lagere realisatie is vrijwel volledig veroorzaakt door vertraging bij het ontwerpproces, doorgevoerde wijzigingen en opgetreden areaalrisico’s. Daardoor is de start van de uitvoering vertraagd Het budget schuift door naar 2023. Daarnaast minder uitgaven omdat de kosten van aankoop stalen damwanden lager waren.
7. Vaarweg Lemmer Delfzijl fase 1
Projectbudget (€ 9 miljoen): De hogere uitgaven hebben betrekking op de BTW naheffing aan de provincie Groningen.
15.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen
Projectbudget | TB | Openstelling | Toelichting | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
begroting | huidig | begroting | huidig | begroting | huidig | ||
Projectomschrijving | 2021 | 2021 | 2021 | ||||
Realisatieuitgaven op IF 15.03.01 mbt planuitwerkingsprojecten | ‒ 34 | ‒ 36 | nvt | nvt | nvt | nvt | |
Planuitwerkingsuitgaven op IF 15.03.02 mbt het realisatieprogramma | 14 | nvt | nvt | nvt | nvt | ||
Projecten Nationaal | |||||||
Bijdrage aan agentschap tbv externe kosten planuitwerkingen | 16 | 23 | nvt | nvt | nvt | nvt | 1 |
Reservering voor LCC | 276 | 306 | nvt | nvt | nvt | nvt | 2 |
Projecten Noordwest-Nederland | |||||||
Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Amsterdam-Lemmer | 6 | 6 | 2025-2027 | 2025-2027 | |||
Lichteren buitenhaven IJmuiden en Energiehaven | 66 | nnb | 3 | ||||
Vaarweg IJsselmeer-Meppel | 27 | 28 | 2023 | 2023 | |||
Projecten Zuidwest-Nederland | |||||||
Capaciteit Volkeraksluizen | 154 | 157 | 2025-2027 | 2025-2027 | |||
Verkeerssituatie splitsing Hollandsch Diep-Dordtsche Kil | 10 | 10 | 2016 | 2016 | 2025-2027 | 2025-2027 | |
Projecten Oost-Nederland | |||||||
Bovenloop IJssel (IJsselkop tot Zutphen) | 37 | 38 | 2026-2028 | 2026-2028 | |||
Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen IJssel | 28 | 29 | 2019 | 2019 | 2023-2024 | 2023-2024 | |
Projecten Noord-Nederland | |||||||
Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2 | 105 | 234 | 2017 | 2017 | 2024-2028 | 2024-2028 | 4 |
Verbreding sluiscomplex Kornwerderzand | 95 | 97 | 2025-2028 | 2025-2028 | |||
Overige projecten en reserveringen | 956 | 883 | 5 | ||||
Projecten in voorbereiding | |||||||
Projecten Noordwest-Nederland | |||||||
Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2; reservering verkenning bruggen (AP) | |||||||
Projecten Zuidwest-Nederland | |||||||
Kreekraksluizen | |||||||
Projecten Oost-Nederland | |||||||
Verkenning IJssel fase 2 | |||||||
Overige projecten in voorbereiding | |||||||
Gesignaleerde risico's | |||||||
afrondingen | ‒ 1 | 1 | |||||
Totaal programma planuitwerking en verkenning | 1.741 | 1.790 | |||||
begroting (IF 15.03.02) | 1.741 | 1.790 |
Toelichting
1. Voor de planfase voor het vervangen van de industriële automatisering op de Vaarweg Lemmer-Delfzijl is € 3 miljoen overgeboekt van project Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2. Door de extrapolatie naar 2035 en prijsbijstelling over 2021 is de bijdrage aan agentschap t.b.v. externe kosten planuitwerkingen met € 4 miljoen toegenomen.
2. Door de extrapolatie naar 2035 en prijsbijstelling over 2021 is de reservering voor Life Cycle Costs (LCC) met € 30 miljoen toegenomen.
3. Door het genomen uitvoeringsbesluit en opdrachtverlening ontmanteling baggerspeciedepot Averijhaven is € 37 miljoen overgeboekt naar het artikelonderdeel realisatie project Lichteren buitenhaven IJmuiden. Tevens is € 28 miljoen overgeboekt naar artikel 18 op HXII voor een specifieke uitkering aan de provincie Noord-Holland voor het realiseren van de Energiehaven IJmuiden.
4. Het projectbudget van de Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2 is opgehoogd met € 129 miljoen. Bij het BO-MIRT in het najaar 2020 is er € 118 miljoen vrijgemaakt voor IA-sourcing op de hoofdvaarweg Lemmer-Delfzijl en € 9 miljoen voor de Paddepoelsterbrug, door de prijsbijstelling over 2021 is het projectbudget met € 5 miljoen toegenomen en voor de planfase voor het vervangen van de industriële automatisering op de Vaarweg Lemmer-Delfzijl is € 3 miljoen overgeboekt naar Bijdrage aan agentschap (Rijkswaterstaat), ten behoeve van externe kosten planuitwerkingen.
5. Bij het BO-MIRT in het najaar 2020 is er € 160 miljoen vrijgemaakt voor het programma Goederenvervoercorridors. Hiervan is een deel (€ 52 miljoen) overgeboekt van de Generieke Investeringsruimte naar artikel 15.03.02. De reservering voor Search and Rescue-helikopters (SAR) is met € 143 miljoen verlaagd door een overboeking naar Defensie als IenW bijdrage aan de aanbesteding van een nieuw 10-jarig SAR contract. Door prijsbijstelling over 2021 is er een toename van € 17 miljoen.
15.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS
Motivering
Bij infrastructuurprojecten boven het drempelbedrag van € 60 miljoen wordt middels een Publiek Private Comparator (PPC) getoetst of een DBFM-contract meerwaarde op kan leveren. Infrastructuurprojecten die via een DBFM (Design, Build, Finance en Maintain) contract worden aanbesteed, hebben als kenmerk dat sprake is van de overdracht van de integrale onderdelen van een bouwproject (ontwerp, bouw, financiering en onderhoud) aan een private opdrachtnemer. In plaats van een product wordt een dienst uitgevraagd, te weten de beschikbaarheid van de infrastructuur. De betaling voor deze dienst vindt plaats aan de hand van de overeengekomen prestatie die wordt afgezet tegen de daadwerkelijk geleverde prestatie, de beschikbaarheid. De beschikbaarheidsvergoeding wordt pas uitgekeerd na oplevering van het project; tijdens de bouw dient de DBFM-Opdrachtnemer daarom zelf de financiering te regelen. Omdat het project gefinancierd is door banken en/of institutionele beleggers, is sprake van een sterke druk vanuit de financiers op de private opdrachtnemer om de afgesproken prestatie ook te leveren: op tijd en binnen de geraamde kosten. Een lager prestatieniveau leidt tot lagere betalingen, die op hun beurt de terugbetaling van de financiering moeten zekerstellen. In de bouwfase is doorgaans wel sprake van een gedeeltelijke betaling (de partiële beschikbaarheidsvergoeding), als sprake is van de uitbreiding van een bestaande sluis die ook tijdens de verbouwing beschikbaar moet blijven voor de scheepvaart. Bij openstelling van de sluis wordt overgegaan naar een volledige beschikbaarheidsvergoeding. Het afronden van een aanbesteding resulteert in een meerjarige verplichting, van zowel aanleg als ook beheer en onderhoud op het desbetreffende project. Op dit begrotingsartikel bestaat daarmee geen enkele budgetflexibiliteit. Slechts bij onderpresteren van de opdrachtnemer kunnen boetes en kortingen worden aangebracht. De verplichting aan de DBFM-Opdrachtnemer vervalt aan het einde van de looptijd van het contract waarna het beheer en onderhoud van deze vaarwegdelen en/of objecten terugkomen bij RWS en de bijbehorende budgetten gaan vallen onder het reguliere onderhoudsartikel (artikelonderdeel 15.02 Beheer, Onderhoud en Vervanging).
Producten
De projecten Sluis Limmel, 3e Kolk Beatrixsluis en sluis Eefde zijn opengesteld. Er is sprake van een volledige beschikbaarheidsvergoeding. De bouwfase van de Zeetoegang IJmond is in 2021 afgerond. Het project wordt in 2022 opengesteld. Ook hier is sprake van een volledige beschikbaarheidsvergoeding. De looptijd van deze contracten varieert; in onderstaand projectenoverzicht is zichtbaar wanneer de contracten eindigen.
Kasbudget 2021 | Projectbudget | Openstelling | Toelichting | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
begroting | realisatie | verschil | begroting | huidig | begroting | huidig | ||
Projectomschrijving | 2021 | 2021 | 2021 | |||||
Projecten Noordwest-Nederland | ||||||||
Lekkanaal: 3e kolk Beatrixsluis en verbreding kanaalzijde/uitbreiding ligplaatsen | 15 | 15 | 0 | 436 | 400 | 2019 | 2019 | 1 |
Zeetoegang IJmond | 241 | 217 | ‒ 24 | 1.039 | 1.105 | 2022 | 2022 | 2 |
Projecten Zuid-Nederland | 0 | |||||||
Capaciteitsuitbreiding sluis Eefde | 9 | 16 | 7 | 161 | 155 | 2020 | 2020 | 3 |
Keersluis Limmel | 3 | 3 | 0 | 90 | 91 | 2018 | 2018 | |
Afrondingen | 0 | ‒ 1 | ||||||
Totaal uitvoeringsprogramma | 268 | 251 | ‒ 17 | 1.725 | 1.751 | |||
begroting (IF 15.04) | 268 | 251 | ‒ 17 |
Toelichting
1. Lekkanaal 3e kolk Beatrixsluis en verbreding kanaalzijde/uitbreiding ligplaatsen (-€ 36 miljoen): De bijstelling van het budget is voornamelijk het gevolg van een meevaller op het niet-DBFM deel (vrijval van de risicoreservering) en de prijsbijstelling.
2. Zeetoegang IJmond (- € 24 miljoen):
Kasbudget: De lagere uitgaven laten zich met name verklaren uit de volgende ontwikkelingen: contractwijzigingen die niet in 2021 tot een uitgave geleid hebben; voor 2021 geplande uitgaven zijn al in 2020 gedaan; voorts lagere uitgaven vanwege latere startdatum realisatie contract selectieve zoutonttrekking door vertraging in de aanbesteding en vertraging in betaling van mitigerende maatregelen aan Windpark Spuisluis.
Projectbudget: Het projectbudget is toegenomen met € 104 miljoen als gevolg van een tegenvaller van € 11 miljoen, aanbesteding selectieve zoutonttrekking van € 66,9 miljoen, extra kosten als gevolg van COVID-19 voor € 5,7 miljoen en de prijsbijstelling van € 18,5 miljoen.
3. Capaciteitsuitbreiding sluis Eefde (€ 7 miljoen):
Kasbudget: De realisatie in 2021 is het saldo van hogere en lagere uitgaven. Hoger omdat het budget in 2021 is verhoogd vanwege met name COVID-19, PFAS en een budgetverschuiving van 2020 naar 2021 in verband met contractwijzigingen. Lager door de verschuiving van : budget van 2021 naar 2022 omdat de kosten voor PFAS lager uitvallen dan geraamd. Ook de risico's met betrekking tot de afronding van het project hebben zich minder voorgedaan dan verwacht.
Projectbudget: Het projectbudget is verhoogd met € 6 miljoen vanwege meerkosten COVID-19, prijsbijstelling 2020 en een tegenvaller van € 3,5 miljoen.
15.06 Netwerkgebonden kosten Hoofdvaarwegennet
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden de aan het netwerk te relateren apparaatskosten (inclusief afschrijving en rente) van RWS en de overige netwerkgebonden kosten geraamd. De overige netwerkgebonden kosten komen ten goede aan verkeersmanagement, beheer, onderhoud, vervanging, aanleg en DBFM, en betreffen taken die gecentraliseerd binnen RWS worden opgepakt. Het gaat bij deze zogeheten landelijke taken onder meer om het verzamelen van basisinformatie, onderhouden van ICT-systemen, het inspecteren van het areaal en de ontwikkeling van kennis en innovatie. Er is gekozen voor centrale uitvoering met het oog op enerzijds uniformiteit in werkwijze en anderzijds kostenbesparing.
15.09 Ontvangsten
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derden aan de producten op het gebied van Rijksvaarwegen, die rechtstreeks aan IenW worden betaald, verantwoord.