Base description which applies to whole site

Artikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector

Optimaal financieel resultaat bij de realisatie van publieke doelen; in het bijzonder bij het investeren in en verwerven, beheren en afstoten van de financiële en materiële activa van de Staat.

De minister van Financiën stimuleert en regisseert een verantwoorde en doelmatige besteding van overheidsmiddelen. Bedrijfseconomische expertise wordt ingezet bij staatsdeelnemingen, investeringsprojecten en transacties van de Rijksoverheid.

De minister van Financiën is verantwoordelijk voor:

  • een optimaal financieel resultaat bij het beheren, aangaan en afstoten van staatsdeelnemingen met inachtneming van de betrokken publieke belangen;

  • het toetsen en adviseren op bedrijfseconomische doelmatigheid bij het realiseren van grote publieke investeringsprojecten, zodat vakdepartementen hun projecten binnen budget, op tijd en met de gewenste kwaliteit kunnen realiseren. Voorbeelden van deze projecten zijn DBFM(O)54-projecten, bedrijfsvoerings- en duurzaamheidsprojecten, en veilingen waarbij exclusieve rechten in de markt worden gezet;

  • het overkoepelende DBFM(O)-beleid en de regie van het systeem dat ervoor moet zorgen dat DBFM(O) in Nederland structureel goed verankerd is en toegepast wordt;

  • het beheren en afwikkelen van de tijdelijke overheidsinvesteringen in de gesteunde financiële instellingen. In dit kader is de minister van Financiën verantwoordelijk voor zwaarwegende en/of principiële beslissingen (onder andere exitstrategie en beloningsbeleid van de financiële instellingen) van NL Financial Investments (NLFI). Voorts houdt de minister van Financiën toezicht op NLFI;

  • het toetsen van door vergunninghouders gestelde financiële zekerheid ter dekking van de kosten die voortvloeien uit het buiten gebruik stellen en de ontmanteling van instellingen vallend onder de Kernenergiewet.

De minister van Financiën heeft een aantal instrumenten tot zijn beschikking, die ingezet kunnen worden voor de invulling van zijn verantwoordelijkheid:

  • bevoegdheden die de minister van Financiën heeft op basis van de Comptabiliteitswet 2016;

  • de regeling financieel beheer van het Rijk, in het bijzonder artikel 2: huur-, huurkoop- en leaseovereenkomsten, zoals DBFM(O), mogen pas door de Staat worden gesloten na overeenstemming met de minister van Financiën;

  • bevoegdheden die de minister van Financiën heeft op basis van de Kernenergiewet;

  • bevoegdheden die de minister van Financiën heeft op basis van de Telecommunicatiewet;

  • de Wet stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen (NLFI);

  • bevoegdheden die de minister van Financiën heeft als aandeelhouder op basis van Boek 2 Burgerlijk Wetboek en de statuten van de ondernemingen;

  • de gedragsregels uit de Corporate Governance Code voor zijn rol als aandeelhouder in staatsdeelnemingen;

  • het kader voor het gebruik van businesscases binnen het Rijk (handleiding publieke businesscase);

  • PPS-code (publiek-private samenwerking): de beheercode voor goede bedrijfsvoering binnen de Rijksoverheid gericht op een doelmatige en rechtmatige inzet van het instrument van publiek-private samenwerking bij de realisatie en de exploitatie van (met name meerjarige) investeringsprojecten. Deze beheercode is nader uitgewerkt in een aantal specifieke toezichtsafspraken op het gebied van huisvesting en infrastructuur;

  • structureel en incidenteel overleg met bestuurders en commissarissen van de staatsdeelnemingen.

Bovenstaande instrumenten zijn verschillend van aard. De bevoegdheden die voortvloeien uit het Burgerlijk Wetboek, Comptabiliteitswet 2016, Wet stichting administratiekantoor beheer financiële instellingen en de Kernenergiewet vormen de basis van de (formele) zeggenschap. De overige instrumenten hebben een meer informeel karakter, zijn richtinggevend (zoals de Corporate Governance Code) of dienen als randvoorwaarde om invulling te kunnen geven aan de beleidsdoelstelling (zoals de beschikbaarheid over en/of toegang tot de benodigde kennis).

Beleidsinformatie

In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de staatsdeelnemingen waarvan het beheer van het aandeelhouderschap ligt bij het ministerie van Financiën. Hierbij staat aangegeven hoeveel procent van de aandelen in handen is van de Staat en op welke wijze deze aandelen worden gehouden. Daarnaast wordt aangegeven of het aandeelhouderschap permanent is, bij voorbaat tijdelijk (bij financiële instellingen), of dat de deelneming op termijn voor vervreemding in aanmerking zou kunnen komen (niet-permanent aandeelhouderschap). Tot slot is in deze tabel te zien wanneer de volgende evaluatie van het aandeelhouderschap zal plaatsvinden.

Tabel 22 Aandeelhouderschap ministerie van Financiën

Staatsdeelneming

Percentage aandelen (per 31/12/2021)

Wijze van aandeelhouderschap

Categorie aandeelhouderschap

Volgende evaluatie

ABN AMRO

56,3%

Indirect (via NLFI)

Bij voorbaat tijdelijk

n.v.t.

Air France-KLM

9,3%

Direct

Permanent

2024

BNG Bank

50%

Direct

Permanent

2026

COVRA

100%

Direct

Permanent

2023

FMO

51%

Direct

Permanent

2024

Gasunie

100%

Direct

Permanent

2025

Havenbedrijf Rotterdam

29,2%

Direct

Permanent

2027

Holland Casino

100%

Direct

Niet-permanent

n.v.t.

Invest-NL

100%

Direct

Permanent

2022

Invest International

51%

Direct

Permanent

2024

KLM

5,9%

Direct

Permanent

2024

Nederlandse Loterij

99%

Direct

Niet-permanent

n.v.t.

Nederlandse Spoorwegen

100%

Direct

Permanent

2023

NIO

100%

Direct

Permanent

n.v.t.

NWB Bank

17,2%

Direct

Permanent

2026

Schiphol

69,8%

Direct

Permanent

2024

SRH

100%

Direct

Bij voorbaat tijdelijk

n.v.t.

TenneT

100%

Direct

Permanent

2025

Thales Nederland

1%

Direct

Permanent

2022

UCN

100%

Direct

Niet-permanent

n.v.t.

De Volksbank

100%

Indirect (via NLFI)

Bij voorbaat tijdelijk

n.v.t.

Kengetallen

Onderstaande kengetallen zien op de implementatie en uitvoering van het staatsdeelnemingenbeleid. Hierbij wordt alleen gekeken naar deelnemingen met volwaardige bedrijfsactiviteiten, waar de Staat >15% van de aandelen heeft, en deze met direct aandeelhouderschap beheert.

Tabel 23 Kengetallen deelnemingenbeleid
 

Realisatie 2020

Streefwaarde 2021

Realisatie 2021

Percentage deelnemingen met >30% vrouwen in de raad van bestuur

70%

80%

73%

Percentage deelnemingen met >30% vrouwen in de raad van commissarissen

92%

100%

86%

Aantal deelnemingen waar een meerjarig dividendbeleid is herijkt

0

2

1

Aantal deelnemingen waarvan het aandeelhouderschap is geëvalueerd in het betreffende begrotingsjaar

1

0

0

Het percentage deelnemingen met meer dan 30% vrouwen in de raad van bestuur is tijdelijk lager uitgevallen, maar zal in 2022 weer omhoog gaan door enkele aanstaande benoemingen. Het percentage op het gebied van de Raad van Commissarissen is door recente wisselingen in raden van commissarissen tijdelijk teruggezakt, maar zal naar verwachting medio 2022 weer op 100% staan. Het aantal herijkingen op dividendbeleid van deelnemingen is met één herijking achtergebleven op de streefwaarde voor 2021. Voornaamste reden hiervoor is dat herijkingen in afwachting zijn van de nieuwe nota staatsdeelnemingenbeleid. Meer kengetallen over het deelnemingenbeleid (zoals de omvang van het balanstotaal van alle staatsdeelnemingen, de vermogenspositie van staatsdeelnemingen en het door staatsdeelnemingen gerealiseerde rendement) zijn te vinden in het meest recente Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen55.

Net als in 2020 stond voor veel staatsdeelnemingen 2021 in het teken van de coronacrisis en dit had ook wezenlijke invloed op de aandeelhouder. Onder andere FMO, Holland Casino, (Air France-)KLM, Schiphol en NS zijn hard geraakt en zullen de gevolgen van de crisis de komende tijd blijven merken. Om de continuïteit van activiteiten te ondersteunen is afgelopen jaar, net als in 2020, in bepaalde gevallen afgezien van dividend.

Naast de coronacrisis zijn de reguliere werkzaamheden rond het aandeelhouderschap van de staatsdeelnemingen ook in 2021 gewoon doorgegaan. De Nota Deelnemingenbeleid Rijksoverheid 2013 vormt de basis van het beleid rondom staatsdeelnemingen. In 2020 is een beleidsdoorlichting van het deelnemingenbeleid uitgevoerd56. De aandachtspunten en aanbevelingen uit de beleidsdoorlichting worden onderschreven door het kabinet. Het toenmalige kabinet zag in de aandachtspunten voldoende aanleiding voor een nieuwe nota Deelnemingenbeleid maar liet dit over aan een nieuw kabinet. In 2021 zijn ambtelijk al de nodige voorbereidingen getroffen voor een nieuwe nota, hier zal onder het huidige kabinet in 2022 vervolg aan worden gegeven.

Tabel 24 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 3 Financieringsactiviteiten publiek-private sector (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2017

2018

2019

2020

2021

2021

2021

        

Verplichtingen

220.501

‒ 5.612.568

1.414.354

2.994.510

571.098

692.928

‒ 121.830

        

Uitgaven

266.104

466.499

1.693.064

407.619

323.401

692.928

‒ 369.527

        

Garanties

0

6

18

6

0

20

‒ 20

Regeling Bijzondere Financiering

0

6

16

6

0

20

‒ 20

Overig

0

0

2

0

0

0

0

        

Storting/onttrekking begrotingsreserve

4.800

4.800

4.800

3.158

0

0

0

Dotatie begrotingsreserve TenneT

4.800

4.800

4.800

3.158

0

0

0

        

Lening

0

0

0

277.083

0

0

0

Lening KLM

0

0

0

277.083

0

0

0

        

Opdrachten

3.035

4.766

96.275

7.734

14.329

10.908

3.421

Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen

3.035

3.674

94.373

5.986

5.107

3.908

1.199

Opstart Invest-NL

0

1.092

1.901

1.748

0

7.000

‒ 7.000

Opstart Invest International

0

0

0

0

9.222

0

9.222

        

Vermogensverschaffing/-onttrekking

250.268

451.927

1.587.202

114.573

304.972

677.000

‒ 372.028

Kapitaalinjectie TenneT

150.000

350.000

690.000

0

0

0

0

Kapitaalinjectie Invest-NL

0

0

50.000

0

125.000

330.000

‒ 205.000

Kapitaalinjectie Invest International

0

0

0

0

69.163

247.000

‒ 177.837

Verwerving vermogenstitels

0

0

744.396

7.766

0

0

0

Afdrachten Staatsloterij

100.268

101.927

102.806

106.807

110.809

100.000

10.809

        

Bijdragen aan ZBO's en RWT's

8.000

5.000

4.770

5.065

4.100

5.000

‒ 900

NLFI

8.000

5.000

4.770

5.065

4.100

5.000

‒ 900

        

Ontvangsten

7.526.800

2.096.992

2.783.753

1.544.423

1.447.138

815.850

631.288

        

Garanties

9.334

4.846

4.819

51.158

12.000

18.000

‒ 6.000

Premieontvangsten garantie TenneT

4.800

4.800

4.800

51.156

0

0

0

Premieontvangsten garantie Propertize

4.053

0

0

0

0

0

0

Premieontvangsten garantie KLM

0

0

0

0

12.000

18.000

‒ 6.000

Overig

481

46

19

2

0

0

0

        

Leningen

161.000

0

0

0

17.318

58.350

‒ 41.032

Lening SRH

161.000

0

0

0

0

0

0

Renteontvangsten lening KLM

0

0

0

0

17.318

58.350

‒ 41.032

        

Vermogensverschaffing/-onttrekking

7.349.001

2.087.316

2.770.923

1.489.199

1.412.926

735.000

677.926

Opbrengst verkoop vermogenstitels

5.715.676

0

490.451

39.140

0

0

0

Dividenden en afdrachten staatsdeelnemingen

1.492.495

1.869.999

1.999.876

706.009

1.286.872

635.000

651.872

Afdrachten Staatsloterij

100.268

101.927

102.806

106.807

110.809

100.000

10.809

Winstafdracht DNB

40.561

115.391

177.790

637.243

15.244

0

15.244

        

waarvan: Griekse inkomsten SMP

57.950

51.300

47.000

10.000

0

0

0

waarvan: rente-inkomsten ESM

59.850

48.450

0

0

15.244

0

15.244

        

Bijdrage aan ZBO's en RWT's

7.457

4.403

6.864

3.734

4.895

4.500

395

Ontvangsten NLFI

7.457

4.403

6.864

3.734

4.895

4.500

395

        

Opdrachten

6

427

1.148

331

0

0

0

Terug te vorderen kosten staatsdeelnemingen

6

427

1.148

0

0

0

0

Uitvoeringskosten staatsdeelnemingen

0

0

0

331

0

0

0

Tabel 25 Uitsplitsing verplichtingen
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2017

2018

2019

2020

2021

2021

2021

Verplichtingen

220.501

‒ 5.612.568

1.414.354

2.994.510

571.098

692.928

‒ 121.830

Waarvan betalingsverplichtingen:

279.701

117.571

1.414.354

1.134.510

571.676

692.928

‒ 121.252

Verwerving vermogenstitels

0

0

744.396

7.766

0

0

0

Kapitaalinjectie Invest-NL

0

0

50.000

0

385.000

330.000

55.000

Kapitaalinjectie Invest International

0

0

0

0

69.163

247.000

‒ 177.837

Afdrachten Staatsloterij

100.268

101.927

102.806

106.807

110.809

100.000

10.809

Lening SRH

164.062

1.656

1.658

1.660

‒ 11.414

0

‒ 11.414

Lening KLM

0

0

0

1.000.000

0

0

0

Schikking Alawwal Bank

0

0

93.297

0

0

0

0

Kapitaalinjectie TenneT

0

0

410.000

0

0

0

0

Overige betalingsverplichtingen

15.371

13.998

12.198

18.277

18.118

15.928

2.190

        

Waarvan garantieverplichtingen:

‒ 59.200

‒ 5.730.139

0

1.860.000

‒ 578

0

‒ 578

Garantie DNB winstafdracht

0

‒ 5.700.000

0

0

0

0

0

Garanties en vrijwaringen staatsdeelnemingen

‒ 59.200

‒ 30.139

0

1.860.000

‒ 578

0

‒ 578

Verplichtingen

Kapitaalinjectie Invest-NL

De verplichting voor de kapitaalinjectie Invest-NL is in 2021 € 55,0 mln. hoger dan oorspronkelijk begroot. Bij de 2e suppletoire begroting is een schuif van het verplichtingenbudget van 2025 naar 2021 (€ 55,6 mln.) toegepast, om het verplichtingenbudget aan te sluiten op het tempo waarop de staat de verplichtingen met Invest-NL aangaat voor het storten van kapitaal. De omvang van de totaal beoogde kapitaalinjectie en de kasreeks van de kapitaalinjectie wijzigden niet.

Kapitaalinjectie Invest International

De begrotingsreeks voor de kapitaalinjectie Invest International werd getemporiseerd door vertraging in de oprichting van Invest International, per 1 oktober 2021. Het deel (€ 117 mln.) dat in 2021 niet nodig was, werd bij de 2e suppletoire begroting voor een deel doorgeschoven naar latere jaren. Daarnaast bleek dat Invest International bovenop de initiële aandelenstorting en de kapitaalstortingen van € 69 mln. geen aanvullende kapitaalbehoefte had in 2021.

Afdrachten Staatsloterij

Om te voldoen aan de Wet op de kansspelen wordt in de begroting en verantwoording een technische post opgenomen bij zowel de uitgaven, betalingsverplichtingen als de ontvangsten ter hoogte van de afdrachten van de Staatsloterij. Deze post is met € 10,8 mln. bijgesteld.

Lening SRH

Dit betreft de jaarlijkse verrekening van de rente aan de verplichting voor de lening SRH (- € 11,4 mln.). Conform afspraak wordt de nog door SRH aan de Staat verschuldigde rente verrekend met de lening.

Uitgaven

Opdrachten

Opstart Invest-NL

De opstartkosten voor Invest-NL vallen ten opzichte van de begroting € 7 mln. lager uit. In de 1e suppletoire begroting is een kasschuif verwerkt van € 2,6 mln. van 2021 naar 2022 (voor de bouw van een ICT-systeem), vanwege de vertraagde oprichting van Invest International. Bij de 2e suppletoire begroting is een nieuw subartikel gecreëerd specifiek voor de opstartkosten van Invest International, en zijn de opstartkosten voor Invest International overgeheveld naar dit nieuwe subartikel (€ 4,4 mln.).

Opstart Invest International

De opstartkosten voor Invest International vallen € 9,2 mln. hoger uit ten opzichte van de begroting. Vanuit het subartikel «Opstart Invest-NL» is € 4,4 mln. overgeheveld bij de 2e suppletoire begroting, zie ook de toelichting hierboven. Daarnaast zijn voor de nieuwe staatsdeelneming Invest International meer opstartkosten gemaakt (€ 4,7 mln.). De opstartkosten waren hoger doordat de oprichting meer tijd in beslag heeft genomen dan eerder werd verondersteld, onder andere vanwege het parlementaire traject voor de oprichting dat langer duurde dan voorzien.

Vermogensverschaffing/ - onttrekking

Kapitaalinjectie Invest-NL

In 2021 is € 125 mln. kapitaal gestort in Invest-NL, afgestemd op de kasbehoefte van Invest-NL voor investeringen. Het resterende begrote kapitaal van € 205 mln. zal door worden geschoven naar latere jaren en zal daarmee beschikbaar blijven voor Invest-NL.

Kapitaalinjectie Invest International

Zie toelichting onder 'verplichtingen'.

Afdrachten Staatsloterij

Zie toelichting onder 'verplichtingen'.

Ontvangsten

Garanties

Premieontvangsten garantie KLM

De premies voor de door de Staat verstrekte garantie aan de banken voor KLM, worden jaarlijks achteraf in augustus betaald op basis van een gebroken boekjaar. De premieontvangsten zijn € 6,0 mln. lager dan geraamd in de begroting, omdat de oorspronkelijke raming nog uit ging van uitbetaling per kalenderjaar.

Leningen

Renteontvangsten lening KLM

De rentevergoeding voor de door de Staat verstrekte lening aan KLM wordt ontvangen op basis van een gebroken boekjaar. KLM heeft in 2020 en 2021 minder getrokken uit de directe lening dan initieel voorzien. Daarom zijn de rente-ontvangsten op de lening van KLM € 41,0 mln. lager uitgevallen dan oorspronkelijk verwacht.

Vermogensverschaffing/ -onttrekking

Dividenden en afdrachten staatsdeelnemingen

In juli volgde een wijziging57 van de Europese Centrale Bank (ECB) op het eerdere ECB-advies aan financiële instellingen om naar aanleiding van de coronacrisis niet of zeer terughoudend te zijn met het doen van winstuitkeringen. Op basis hiervan is de dividendraming bij de 2e suppletoire begroting naar boven bijgesteld. Daarnaast daalde de onzekerheid als gevolg van de coronapandemie in de dividendramingen, wat eveneens tot hogere dividendontvangsten leidde.

Afdrachten Staatsloterij

Zie toelichting onder 'verplichtingen'.

Winstafdracht DNB

De meerjarenraming van de winstafdracht DNB is in de ontwerpbegroting 2021 op nul gesteld, vanwege verwachte verliezen en oplopende risico's als gevolg van (verwachte) ontwikkelingen in de rente en het ECB-beleid. In de 1e suppletoire begroting is de raming met € 15 mln. naar boven bijgesteld, als gevolg van de bijgewerkte rentecompensatie voor het Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM). De door het ESM afgedragen depositorente wordt ontvangen op artikel 3 (Financieringsactiviteiten publiek-private sector) als onderdeel van de DNB-winstafdracht en vervolgens budgetneutraal via artikel 4 (Internationale financiële betrekkingen) doorgegeven aan het ESM.

54

Design-Build-Finance-Maintain-(Operate).

55

Kamerstukken II 2019–2020, 28 165, nr. 326.

56

Kamerstukken II 2019/20, 31 935, nr. 67

Licence