Base description which applies to whole site

4.3 Artikel 3 Langdurige zorg en ondersteuning

Een stelsel voor maatschappelijke ondersteuning en langdurige zorg dat 1. ieder mens in staat stelt om zijn leven zo lang mogelijk zelf in te vullen en 2. – wanneer dit nodig is - thuis of in een instelling kwalitatief goede ondersteuning en zorg biedt. Daarbij worden ondersteuning en zorg geboden aansluitend op informele vormen van hulp. De complexiteit van de zorgvraag en de weerbaarheid van de burger staan centraal bij het bieden van passende zorg. Er wordt gestreefd naar welbevinden en een afname van de afhankelijkheid van ondersteuning en zorg. Dit alles tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten.

De minister is verantwoordelijk voor een effectief en efficiënt werkend systeem van langdurige zorg en maatschappelijke ondersteuning in Nederland. Mensen die zorg en ondersteuning nodig hebben, dienen dit of thuis of in een instelling op maat en van een goede kwaliteit te krijgen. Gemeenten dragen zorg voor de ondersteuning via de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015).

Voor mensen met een blijvende behoefte aan permanent toezicht en die 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig hebben, is zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) beschikbaar. Zorgkantoren sluiten namens Wlz-uitvoerders overeenkomsten met zorgaanbieders voor het leveren van verzekerde zorg. Het kan onder andere gaan om verblijf in een instelling, persoonlijke verzorging en verpleging en/of geneeskundige zorg in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget.

De minister is verantwoordelijk voor:

Stimuleren:

  • en aanjagen van een adequate uitvoering van betreffende wetten en vernieuwing in de maatschappelijk ondersteuning en de langdurige zorg. Vernieuwing wordt hoofdzakelijk door burgers, cliëntenorganisaties, gemeenten, zorg- en welzijnsaanbieders en zorgverzekeraars vormgegeven.

  • van de ontwikkeling en verspreiding van kennis, waaronder goede voorbeelden en innovaties op het gebied van maatschappelijke ondersteuning en langdurige zorg en initiatieven om de kwaliteit en het innoverend vermogen van de ondersteuning en zorg te versterken.

Financieren:

  • van de Wmo 2015 en de Wlz.

  • van partijen die een belangrijke rol vervullen binnen het stelsel.

Regisseren:

  • vaststellen van de wettelijke kaders van de Wmo 2015 en de Wlz en sturen door het maken van bestuurlijke afspraken en door gebruik te maken van de bevoegdheid van interbestuurlijk toezicht.

  • monitoren en evalueren van de werking van de Wmo 2015 en de Wlz.

Opvolging commissie Dannenberg

Voor beschermd wonen lag de focus op de implementatie van het advies ‘Van beschermd wonen naar een beschermd thuis’. Hierbij is de wens dat meer kwalitatief goede, beschikbare en flexibele hulp dichtbij mensen georganiseerd wordt. Dus een verschuiving van intensieve ondersteuning intramuraal naar passende ambulante begeleiding gericht op herstel en participatie (sociale inclusie). Als onderdeel van deze gewenste beweging is vooral gewerkt aan voorbereidingen op de decentralisatie van de taak naar alle gemeenten, zoals het nieuwe verdeelmodel beschermd wonen en het wetsvoorstel woonplaatsbeginsel. Gemeenten zijn op diverse manieren ondersteund in het realiseren van de gewenste transitie. Het transitieteam Beschermd Thuis bestaat uit adviseurs die ingezet kunnen worden bij ondersteuningsvragen op het gebied van bijvoorbeeld samenwerkingsafspraken, (gezamenlijke) inkoop en spreiding en ambulantisering van voorzieningen. Het Expertteam Weer Thuis ondersteunt gemeenten, corporaties en instellingen bij het maken van (prestatie)afspraken over huisvestingsvraagstukken. 

Aanpak dakloosheid

Voor de aanpak van dakloosheid was de inzet erop gericht om dakloosheid zoveel mogelijk te voorkomen, de kwaliteit van de opvang te verbeteren en – met name – passende woonplekken met begeleiding te realiseren. De inzet concentreerde zich binnen twee programma’s: het Actieprogramma dak- en thuisloze jongeren (2019) en Een (t)huis, een toekomst, de brede aanpak van dak- en thuisloosheid (2020). In 2021 is de dienstverlening aan (dreigend) dak- en thuisloze jongeren in 14 pilotgemeenten sterk verbeterd, onder andere door inzet van de jongerenregisseur. In het kader van de brede aanpak van dak- en thuisloosheid zijn alle centrumgemeenten door middel van extra middelen (€ 200 miljoen) ondersteund om de visie van ‘opvang naar wonen’ uit te voeren. Er zijn concrete handvatten ontwikkeld om doelstellingen rondom preventie, opvang en wonen te verwezenlijken. Deze inzet heeft onder andere tot de realisatie van ruim 5000 extra woonplekken en schaalverkleining in de opvang geleid. Daarnaast is in 2021 aandacht geweest voor de gevolgen van de door het kabinet afgekondigde maatregelen voor dak- en thuisloze mensen en de maatschappelijke opvang. Op de momenten dat sprake was van een landelijke lockdown met het advies ‘blijf zoveel mogelijk thuis’ is de opvang voor alle dakloze mensen opengesteld.

Actieagenda schadelijke praktijken

De actieagenda schadelijke praktijken is in 2021 volgens plan uitgevoerd. De doelen van de actieagenda waren het eerder in beter in beeld brengen, duurzaam stoppen en oplossen van deze vormen van geweld. Hierbij was het doel om dit te realiseren door onder andere het versterken van de samenwerking door veldpartijen, bewustwording creëren bij professionals, omstanders en slachtoffers en ondersteunen van gemeenten bij het ontwikkelen van een aanpak. Dankzij de inspanningen vanuit de actieagenda bestaat er meer samenwerking en samenhang tussen organisaties die zich inzetten om schadelijke praktijken tegen te gaan. Zo wordt er door verschillende partijen (onder andere kennisinstituten en kleinere zelforganisaties die deel uitmaken van de gemeenschappen) samengewerkt aan een voorlichtingscampagne voor slachtoffers, omstanders en hulpverleners. Voor professionals die onder de Wet verplichte meldcode vallen worden e-learnings ontwikkeld zodat zij beter signalen kunnen herkennen en hierop kunnen handelen. Daarnaast is een zogenaamde routekaart ontwikkeld voor gemeenten en Veilig Thuis-organisaties waarin is opgenomen welke hulp door wie kan worden geboden aan slachtoffers. In juli 2021 vond een zomercampagne plaats voor de preventie van huwelijksdwang, achterlating en vrouwelijke genitale verminking, vanwege het risico op uitreizen tijdens de vakantieperiode. Het was gericht op slachtoffers en omstanders, en vond plaats via sociale media, advertenties op Schiphol, en verspreiding van voorlichtingsmaterialen aan gezinnen via sleutelpersonen. Met een driejarige aan Federatie van Somalische Associaties in Nederland (FSAN) worden nieuwe sleutelpersonen opgeleid en krijgen bestaande sleutelpersonen bijscholing over de verschillende vormen van schadelijke praktijken. Jaarlijks worden middels deze subsidie 150 huiskamergesprekken gevoerd door sleutelpersonen en hiermee worden minimaal 900 ouders geïnformeerd over schadelijke praktijken.

Programma Onbeperkt Meedoen

Op 14 juni 2018 is het kabinet het programma Onbeperkt meedoen! gestart (Kamerstukken II 2017/18, 24 170, nr. 177). De ambitie van dit programma - gebaseerd op het VN-verdrag handicap - is dat mensen met een beperking meer naar eigen wens en vermogen kunnen meedoen aan de samenleving, net als ieder ander. Hoofddoel van het programma is dat mensen met een beperking merkbaar minder drempels gaan tegenkomen die het meedoen in de weg staan.

De Tweede Kamer heeft november 2021 de eindrapportage over de jaren 2018 ‒ 2021 en indicatorenmeting van het programma ontvangen met hierin een overzicht van activiteiten, resultaten en effecten (Kamerstukken II 2021/22, 24 170, nr. 251). De Tweede Kamer heeft september 2021 ook de evaluatie van het programma ontvangen, waarop in de eindrapportage wordt gereflecteerd (Kamerstukken II 2020/21, 24 170, nr. 246).

Algemeen beeld is dat er de afgelopen jaren geïnvesteerd is in de landelijke beweging naar toegankelijkheid en inclusie en deze beweging groeit door. Dat is in de eindrapportage 2018 ‒ 2021 terug te zien in de uiteenlopende initiatieven die gedurende het programma zijn opgestart en waarvan een groot aantal ook de komende jaren doorlopen, bijvoorbeeld op de terreinen arbeidsmarkt, onderwijs en openbaar vervoer.

De implementatie van het VN-verdrag handicap is nog zeker niet af. Mensen met een beperking ervaren immers nog steeds drempels in het dagelijks leven, waardoor mee kunnen doen niet altijd vanzelfsprekend is. Bij de start van het programma was reeds bekend dat het volledig realiseren van de ambitie uit het VN-verdrag handicap verder reikt dan de duur en reikwijdte van het programma Onbeperkt meedoen! De staatssecretaris van VWS werkt nu samen met betrokken partners, in lijn met de motie Westerveld/Werner (Kamerstukken II 2021/22, 35925 XVI, nr. 59), een plan van aanpak uit voor het vervolg van de implementatie.

Eén tegen eenzaamheid

De doelstelling van het programma Eén tegen eenzaamheid is eenzaamheid onder ouderen te signaleren, bespreekbaar te maken en duurzaam aan te pakken (Kamerstukken II 2021/22, 29538, nr. 330). Inmiddels zijn 263 aangesloten gemeenten in Nederland daar actief mee aan de slag en krijgen zij ondersteuning en advies bij het vormen van lokale coalities met o.a. lokale ondernemers, sportverenigingen en vrijwilligers. De Nationale Coalitie tegen eenzaamheid is in 2021 gegroeid tot 168 landelijke bedrijven en organisaties. Dit is een invloedrijk netwerk dat samenwerkt om dicht bij de leefwereld van ouderen het verschil te maken. Het programma heeft meerdere instrumenten ingezet. Met het ZonMw-programma ‘Versterking aanpak eenzaamheid’ wordt ingezet op financiering, begeleiding en ondersteuning van interventies en initiatieven tegen eenzaamheid. De kennis uit deze initiatieven en interventies komt de komende twee jaar beschikbaar. Een publiekscampagne deed de oproep ‘een klein gebaar kan het verschil maken’.

De eenzaamheid is, mede door de coronacrisis, licht toegenomen. Bij ouderen van 55% naar 56%. In de gehele bevolking van 18 jaar en ouder is het percentage toegenomen van 43% in 2016 naar 47% in 2020. De toename is het grootst in de jongste leeftijdsgroep van 18 tot en met 34 jaar94. Eenzaamheid is een hardnekkig en complex probleem. De initiële programmaperiode is afgerond, maar aandacht voor eenzaamheid in Nederland blijft hard nodig. Het programma Eén tegen eenzaamheid wordt daarom voortgezet.

Toegang tot de Wlz voor mensen met een psychische stoornis.

De Wlz is per 1 januari 2021 opengesteld voor mensen met een psychische stoornis. In aanloop naar 2021 zijn er, met name in de laatste maanden van 2020, meer ggz-aanvragen ingediend dan verwacht (Kamerstukken II, 2020/21, 34104, nr. 321, Kamerstukken II 2021/22, 34104, nr. 342) . Het beoordelingsproces van het CIZ is daardoor doorgelopen in 2021. Het CIZ heeft maatregelen getroffen om de toegenomen werkvoorraad terug te brengen naar de gebruikelijke omvang (Kamerstukken II 2021/22, 34104, nr. 350). Op 1 januari 2022 zijn er in totaal ca. 24.000 indicaties voor mensen met een psychische stoornis afgegeven. De hogere instroom heeft geleid tot bijstellingen van het Wlz-kader (zie ook Financieel Beeld Zorg). De openstelling van de Wlz voor mensen met een psychische stoornis is geëvalueerd (Kamerstukken II 2021/22, 34104, nr. 344). In het evaluatierapport wordt ingegaan op de oorzaken waardoor het aantal indicaties voor de volwassenen ggz hoger is uitgevallen. Het rapport is verder positief over de gekozen implementatiestrategie en de bijbehorende samenwerking met de verschillende veldpartijen. Cliënten en naasten blijken positief tegenover de gemaakte overstap naar de Wlz te staan. Daarnaast is na een intensieve verkenning geconcludeerd dat het niet verantwoord is om de Wlz open te stellen voor jeugdigen met een psychische stoornis (Kamerstukken II 2021/22, 34104, nr. 344). Dit betekent dat deze jongeren blijven aangewezen op de benodigde hulp op grond van de Jeugdwet.

Wachtlijsten langdurige zorg

In 2020 hebben de zorgkantoren aangegeven dat zij bij de zorgbemiddeling meer rekening gaan houden met de behoeften van de cliënt. Sindsdien gaan de zorgkantoren proactief na wat de behoefte van de cliënt is en heeft de NZa het toezicht op de uitvoering van de zorgplicht door zorgkantoren geïntensiveerd. Tevens is de wachtlijstregistratie zodanig aangepast, dat deze nu een meer realistisch beeld geeft van het aantal wachtenden en hun specifieke situatie. De categorieën actief wachtend en niet-actief wachtend zijn in de loop van 2021 uitgefaseerd, zoals toegezegd in mijn brief van 24 december 2020 (Kamerstukken II 2020/21, 31765, nr. 541).

De omvang van de wachtlijst is in 2021, ondanks de hogere instroom van cliënten met een psychische stoornis, afgenomen. Een groot deel van de cliënten wacht op een plek van voorkeur en geniet wel degelijk zorg. Het aantal actief te plaatsen cliënten op 1 december 2021 bedraagt 3.237 (EIND FEB VOLGT 31-12-2021). Waarschijnlijk hangt de afname van de wachtlijst ook samen met corona, waardoor mensen een verhuizing naar een instelling uitstellen.

Het merendeel van de gemeenten heeft inmiddels een woon-zorgvisie opgesteld. De volgende stap is te komen tot concrete prestatieafspraken over de uitbreiding van het aantal verpleegzorgplekken. In de bestuurlijke afspraken tussen de veldpartijen en de ministeries van BZK en VWS van 8 april 2021 zijn ambities uitgesproken. Dit gaat onder meer over de ambitie om te komen tot een uitbreiding van 25.000 verpleegzorgplekken in de komende 5 jaar en wat van de verschillende partijen wordt gevraagd om deze ambitie te realiseren (Kamerstukken II 2021/22, 31765, nr. 568).

Nationale Dementiestrategie

Het afgelopen jaar is een start gemaakt met de Nationale Dementiestrategie 2021-2030 (Kamerstukken II 2019/20, 25424, nr. 491). De programmastructuur is in de steigers gezet en langs de drie hoofdthema’s van de strategie is begonnen met de verdere uitwerking ervan.

Thema 1 ‘Dementie de wereld uit’ betreft een 10-jarig onderzoeksprogramma. De opdracht voor het uitzetten van de verschillende onderzoeken is aan ZonMw verleend. Inmiddels zijn enkele onderzoeken gestart. Verder zijn de voorbereidingen getroffen om begin 2022 aan enkele grote consortia onderzoeksopdrachten te verschaffen, van fundamenteel onderzoek tot aan de vertaling naar de (zorg)praktijk.

In het kader van Thema 2 ‘Mensen met dementie tellen mee’ is het programma Samen Dementievriendelijk van Alzheimer Nederland ondersteund. Dit programma richt zich op burgers, bedrijven en organisaties om meer aandacht te hebben voor mensen met dementie. Er is in 2021 ook ingezet op onderzoek naar het aanbod van zinvolle dagactiviteiten (Onderzoek dagactiviteiten mensen met dementie_0.pdf (movisie.nl)). Zinvolle dagactiviteiten kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het verbeteren van de kwaliteit van leven.

Thema 3 ‘Steun op maat bij leven met dementie’ richt zich op de verdere verbetering van de zorg aan en de ondersteuning van mensen met dementie en ook hun naasten. Het afgelopen jaar is via Dementie Netwerken Nederland (DNN) ingezet op versterking van de regionale dementienetwerken, waardoor de zorg en ondersteuning voor mensen met dementie verbeterd wordt. Ook is begonnen met de doorontwikkeling van het Register DementieZorg en Ondersteuning. Dit register biedt de regionale netwerken bruikbare handvatten om de zorg en ondersteuning binnen hun netwerkregio te verbeteren. Voor de implementatie van de Zorgstandaard Dementie, die uiterlijk in 2025 door alle zorgprofessionals gevolgd moet worden, is een leidraad ontwikkeld.

Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleidsartikel 3 (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie1

Vastgestelde begroting2

Verschil

 

2017

2018

2019

2020

2021

20213

2021

Verplichtingen

3.973.923

4.981.713

8.287.933

14.199.190

14.790.146

11.515.376

3.274.770

        

Uitgaven

3.818.357

3.908.966

6.110.787

10.062.532

12.186.970

11.391.316

795.654

        

1. Participatie en zelfredzaamheid van mensen met beperkingen

87.246

105.411

154.852

214.609

165.522

196.346

‒ 30.824

Subsidies

25.771

24.134

38.092

102.981

64.234

60.253

3.981

Toegang tot zorg en ondersteuning

1.367

3.436

2.915

4.440

9.286

13.780

‒ 4.494

Passende zorg en levensbrede ondersteuning

0

0

0

4.966

25.182

23.448

1.734

Inclusieve samenleving

0

0

0

70.834

14.734

10.236

4.498

Kennis en informatiebeleid

0

0

0

7.879

11.571

10.974

597

Overige

24.404

20.698

35.177

14.862

3.461

1.815

1.646

Opdrachten

61.475

81.277

80.829

73.166

57.504

91.771

‒ 34.267

Bovenregionaal gehandicaptenvervoer

56.908

57.187

63.678

62.153

48.948

61.204

‒ 12.256

Toegang tot zorg en ondersteuning

0

0

0

499

187

1.780

‒ 1.593

Passende zorg en levensbrede ondersteuning

0

0

0

2.287

2.933

3.005

‒ 72

Inclusiviteit

0

0

231

2.538

2.747

11.076

‒ 8.329

Kennis, informatie en innovatiebeleid

0

0

0

0

170

1.525

‒ 1.355

Aanbesteden Sociaal Domein

0

0

298

1.244

1.146

3.495

‒ 2.349

Overige

4.567

24.090

16.622

4.445

1.373

9.686

‒ 8.313

Bijdragen aan agentschappen

0

0

0

6.865

16.891

1.500

15.391

Overige

0

0

0

6.865

16.891

1.500

15.391

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

0

0

7.531

12.583

11.280

13.714

‒ 2.434

Overige

0

0

7.531

12.583

11.280

13.714

‒ 2.434

Bijdragen aan medeoverheden

0

0

0

4.714

8.313

0

8.313

Overige

0

0

0

4.714

8.313

0

8.313

Storting/onttrekking begrotingsreserve

0

0

28.400

14.300

7.300

29.108

‒ 21.808

Stimulerings regeling wonen en zorg

0

0

28.400

14.300

7.300

29.108

‒ 21.808

        

2. Zorgdragen voor langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten

3.731.111

3.803.555

5.955.935

9.847.923

12.021.448

11.194.970

826.478

Subsidies

97.606

88.693

129.876

110.281

159.281

163.589

‒ 4.308

Zorg merkbaar beter maken

70.952

57.106

89.563

53.910

77.359

84.254

‒ 6.895

Kennis, informatie en innovatiebeleid

2.391

1.159

2.167

14.349

37.129

36.013

1.116

Palliatieve zorg en ondersteuning

24.263

30.428

38.146

42.022

44.793

43.322

1.471

Overige

0

0

0

0

0

0

0

Bekostiging

3.516.700

3.602.000

5.660.000

9.566.500

11.681.043

10.889.200

791.843

Bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK)

3.516.700

3.602.000

3.710.000

3.666.500

4.101.700

4.039.200

62.500

Bijdrage Wlz

0

0

1.950.000

5.900.000

7.579.343

6.850.000

729.343

Inkomendoverdrachten

0

0

0

0

0

0

0

Overige

0

0

0

0

0

0

0

Opdrachten

4.733

7.064

35.051

36.216

31.566

18.132

13.434

Zorgdragen voor langdurige zorg

4.733

7.064

35.051

36.216

31.566

18.132

13.434

Overige

0

0

0

0

0

0

0

Bijdragen aan agentschappen

0

0

244

45

427

0

427

Overige

0

0

244

45

427

0

427

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

112.072

105.798

130.764

134.881

148.007

124.049

23.958

Uitvoeringskosten Sociale Verzekerings Bank

112.072

40.098

44.264

37.181

42.317

32.296

10.021

Uitvoeringskosten Centrum Indicatiestelling Zorg

0

65.700

86.500

97.700

105.690

91.753

13.937

Bijdragen aan medeoverheden

0

0

0

0

1.124

0

1.124

Overige

0

0

0

0

1.124

0

1.124

        

Ontvangsten

9.588

5.694

9.577

6.772

10.547

5.691

4.856

Overige

9588

5694

9577

6772

10547

5691

4.856

1

Door afronding kan de som van de delen afwijken van het totaal.

2

Stand inclusief amendementen, moties en NvW

3

NB de stand zoals gepresenteerd onder de stand vastgestelde begroting wijkt af van de stand vastgestelde begroting bij de eerste suppletoire begroting, tweede suppletoire begroting, incidentele suppletoire begroting(en) en de slotwet. De reden hiervoor is dat in het jaarverslag de ISB(s) die zijn ingediend tussen de vaststelling van de ontwerpbegroting en de vaststelling van de eerste suppletoire begroting zijn opgeteld bij realisatie.

1. Participatie en zelfredzaamheid van mensen met beperkingen

Figuur 3 Kengetal: De participatie van mensen met een lichamelijke beperking, lichte of matige verstandelijke beperking, ouderen (≥ 65 jaar) en de algemene bevolking in 2020 (percentages)123

1

*< 65 jaar. Bij mensen met een verstandelijke beperking gaat het om (on)betaald werk, zowel 65-plus als 65-min

2

Bron: Notitie NIVEL Participatiecijfers 2010 ‒ 2020

3

Bovenstaande kengetallen geven inzicht in de participatie van mensen met beperkingen, ouderen en de algemene bevolking op negen deelgebieden in 2020 op basis van de Notitie NIVEL Participatiecijfers 2010–2020.

Kernbevindingen participatie 2010-2020

Het jaar 2020 zorgt voor een afnemende trend van de totale participatie van mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking en de algemene bevolking op de lange en korte termijn en een afnemende trend bij ouderen op de korte termijn. Ook in de algemene bevolking zien we een afname van totale participatie.

De invloed van de beperkende maatregelen in 2020 is ook zichtbaar in deze kerncijfers: uitgaan en het gebruik van openbaar vervoer is tussen 2019 en 2020 bij mensen met een lichamelijke beperking, verstandelijke beperking en bij ouderen gedaald.

Door de afname van participatie in 2020 onder de algemene bevolking (met uitzondering van betaald werk) zijn de verschillen met andere groepen op sommige gebieden kleiner geworden, bijvoorbeeld bij gebruik van buurtvoorzieningen en dagelijks buitenshuis komen van mensen met een lichamelijke beperking. Ouderen hebben in 2020 meer gebruik gemaakt van het openbaar vervoer dan mensen in de algemene bevolking.

Andere verschillen zijn juist groter geworden, zo is er een groter verschil tussen de algemene bevolking en mensen met een verstandelijke beperking qua betaald werk en dagelijks buitenshuis komen.

Meer mensen met een lichamelijke beperking zijn betaald werk gaan doen in de periode 2017-2020. Een dergelijke toename is sinds 2010 ook aanwezig binnen de algemene bevolking.

Subsidies

Toegang tot zorg en ondersteuning

De neerwaartse bijstelling van het budget betreft met name de overboeking via het Gemeentefonds van ruim € 4,6 miljoen voor 18 koplopergemeenten cliëntondersteuning. Dit is reeds in de eerste suppletoire begroting toegelicht.

Inclusieve samenleving

De ophoging betreft met name extra uitgaven (€ 3,8 miljoen) voor de in 2020 toegekende subsidies van de regeling SET-COVID-19 2.0. Deze subsidieregeling is inmiddels gesloten. Daarnaast is circa € 1 miljoen op dit instrument verantwoord van subsidies voor de initiatieffase van de stimuleringsregeling Wonen en Zorg. Deze middelen zijn overgeheveld van het instrument begrotingsreserve.

Opdrachten

Bovenregionaal gehandicaptenvervoer

Door maatregelen in het kader van de bestrijding van corona is minder gebruik gemaakt van het bovenregionaal gehandicapten vervoer.

Inclusiviteit

De bijstelling betreft onder meer in de eerste suppletoire begroting verwerkte overboekingen naar andere artikelen van de VWS-begroting (social trials dementie bij ZonMw en voor publiekcampagnes mantelzorg en Een tegen Eenzaamheid). Daarnaast is € 6 miljoen van de beschikbare middelen voor de stimuleringsregeling Wonen en Zorg via een kasschuif doorgeschoven naar latere jaren.

Aanbesteden sociaal domein

De neerwaartse bijstelling betreft onder andere een overboeking van €1 miljoen naar subsidies Toegang tot zorg en ondersteuning t.b.v. een subsidie aan de VNG voor regioteams. Daarnaast is sprake van een onderbesteding van €1,3 miljoen doordat een aantal activiteiten waar onder opleidingen vanwege de covid-19 maatregelen niet uitgevoerd konden worden. Deze negatieve bijstelling van €1,3 miljoen is eerder in de 2e suppletoire begroting verwerkt.

Overige

De neerwaartse bijstelling bij overige opdrachten wordt onder andere veroorzaakt door een korting op het beleidsartikel per 1e Suppletoire Wet van € 1,5 miljoen. Daarnaast is bij 2e Suppletoire wet een budget van € 0,4 miljoen overgeboekt ter dekking van implementatiekosten van het CAK dit is per Slotwet aangevuld met € 0,5 miljoen voor aanvullende kosten van het CAK. Daarnaast is per Slotwet € 2 miljoen onderuitputting ingeleverd. Tevens zijn er diverse voorgenomen bestedingen niet of later tot besteding gekomen.

Bijdragen aan agentschappen

Overige

Het verschil van € 15,4 miljoen is onder andere ontstaan doordat uitvoeringskosten van de RVO van de stimuleringsregeling E-health (SET+SET Covid) en stimuleringsregeling Wonen en Zorg (W&Z) ad € 4,6 miljoen (1e en 2e suppletoire wet) en de uitgaven van de RVO voor de subsidies SET Covid ad € 9,7 miljoen (Slotwet) op dit instrument zijn geboekt.

Bijdrage een ZBO’s/RWT’s

Overige

De kosten voor de Doventolkvoorziening bij het UWV zijn in 2021 lager uitgevallen dan geraamd.

Bijdrage aan medeoverheden

Overige

In de eerste suppletoire begroting 2021 is naar dit instrument circa € 1 miljoen overgeboekt van passende zorg en levensbrede ondersteuning en € 7,7 miljoen vanuit het Gemeentefonds voor Specifieke Uitkeringen voor de opvang van slachtoffers van mensenhandel en eergerelateerd geweld en loverboysproblematiek.

Storting/onttrekking begrotingsreserve

Stimulerings regeling wonen en zorg

Deze mutatie betreft voornamelijk een kasschuif van de beschikbare middelen voor leningen voor de planontwikkelfase voor woonzorginitiatieven naar 2022 (€ 20,8 miljoen). Het resterende bedrag (€ 1 miljoen) betreft het verschil tussen een kasschuif van middelen uit 2020 bij eerste suppletoire begroting 2021 en een overboeking van deze middelen naar de juiste instrumenten (Bijdrage aan agentschappen en subsidies).

2. Zorgdragen voor langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten

Subsidies

Zorg merkbaar beter maken

In het kader van het rapport «Wind in de zeilen, advies compensatiepakket Vlissingen en Zeeland» zijn in 2021 middelen beschikbaar gesteld voor de realisatie van de gezondheidscentra Vlissingen en een toekomstbestendige zorginfrastructuur (€ 2,3 miljoen). Tevens zijn middelen overgeboekt naar andere artikelen van de VWS-begroting voor o.a. het programma «Samen Dementievriendelijk» (€ 1,0 miljoen) en het ZonMW onderzoeksprogramma Dementie 2021-2030 (€ 1,6 miljoen). Beide programma’s zijn onderdeel van de Nationale dementiestrategie 2021-2030. Verder zijn in verband met het programma Volwaardig leven, middelen overgeheveld naar Wlz beheerskosten (€ 0,8 miljoen). Met deze middelen kon een pilot worden gestart voor naasten met complexe problematiek.

Daarnaast zijn middelen (€ 3,9 miljoen) overgeheveld naar het budget Kennis, informatie en innovatiebeleid, zodat de kennisinfrastructuur van de verschillende programma’s uit structureel geborgd zijn. Het gaat hier voornamelijk om de programma’s Ontregel de Zorg en Waardigheid en Trots op locatie.

Het resterende saldo zijn mutaties naar andere instrumenten. Dit betreft de bijdrage aan medeoverheden in verband met de regeling specifieke uitkering domeinoverstijgend samenwerken (€ 1,1 miljoen) en per saldo enkele kleine mutaties (€ 0,8 miljoen).

Bekostiging

Bijdrage in de kosten van korting (BIKK)

De BIKK compenseert het Fonds langdurige zorg voor de derving aan Wlz-premie door heffingskortingen. Omdat de omvang van de heffingskortingen in de Macro-economische Verkenning (MEV) 2022 van het CPB harder groeit dan geraamd in de MEV 2021, is de BIKK € 62,5 miljoen hoger vastgesteld dan geraamd in de begroting 2021.

Rijksbijdrage WLZ

De rijksbijdrage Wlz is met € 700 miljoen verhoogd in verband met een opwaartse bijstelling van de raming van de Wlz uitgaven met circa € 750 miljoen, een neerwaartse bijstelling van de eigen bijdragen Wlz met circa € 50 miljoen en een opwaartse bijstelling van de Wlz premieontvangsten over de jaren 2019-2021 tussen de begroting 2021 en de begroting 2022. Samen leiden deze drie posten tot een verslechtering van het vermogen van het Fonds langdurige zorg met circa € 700 miljoen, die via een verhoging van de rijksbijdrage Wlz wordt opgevangen.Daarnaast is het Fonds langdurige zorg voor € 29,3 miljoen gecompenseerd. Deze compensatie heeft betrekking op de regeling niet-geleverde zorg Pgb.

Opdrachten

Zorgdragen voor langdurige zorgBetreft voornamelijk de extra inzet ontwikkelcapaciteit als gevolg van de doorontwikkeling en implementatie van het PGB 2.0-systeem.

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

Uitvoeringskosten Sociale Verzekerings Bank

Ten behoeve van de pgb-administratie is een nieuw PGB 2.0-systeem ontwikkeld. Dit systeem verzorgt de administratieve ondersteuning van budgethouders, zorgverleners, de verstrekkers (gemeente of zorgkantoor) en de SVB. Voor de doorontwikkeling en implementatie van dit PGB 2.0-systeem zijn extra middelen ingezet.

Uitvoeringskosten Centrum Indicatiestelling Zorg

Naar aanleiding van het wetsvoorstel ‘Toegang tot de Wlz voor mensen met een psychische stoornis’ is vanaf 2021 de Wlz opengesteld voor de groep 18+ binnen de GGZ. Met de VNG is in december 2020 bestuurlijk afgesproken dat alle in 2020 ingediende aanvragen vanuit gemeenten uiterlijk 1 april 2021 door het CIZ zouden zijn afgehandeld. In het laatste kwartaal van 2020 zijn er fors meer aanvragen binnengekomen dan verwacht waardoor een stuwmeer in 2021 is ontstaan. Daarnaast heeft een onverwacht hoog aantal zelfaanmelders een aanvraag gedaan. Dit heeft geleid tot problemen in de werkprocessen van het CIZ waardoor een verhoogde inzet van capaciteit en financiële middelen nodig was. Door deze extra inzet heeft het CIZ de doorlooptijd van de aanvragen kunnen beperken.

Ontvangsten

De meer ontvangsten kunnen voor € 3,5 miljoen worden verklaard door ontvangsten als gevolg van te hoog verstrekte voorschotten aan de UWV in 2019 en in 2020 voor de uitvoering van de Tolkvoorzieningen in het leefdomein. Daarnaast zijn er meer ontvangsten dan begroot binnengekomen doordat de realisatie van bevoorschotte subsidies en opdrachten (mede door COVID-19) achterbleef. Dit is circa € 1,4 miljoen.

Licence