IenW werkt aan een veilige en duurzame luchtvaart die Nederland goed verbindt met de rest van de wereld en waarbij de kwaliteit van de leefomgeving rond de luchthavens wordt gewaarborgd.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2022 | 2022 | |
Verplichtingen | 20.877 | 37.066 | 167.781 | 188.754 | 60.046 | 87.413 | ‒ 27.367 |
Uitgaven | 21.913 | 28.695 | 33.366 | 26.662 | 22.536 | 27.366 | ‒ 4.830 |
1 Luchtvaart | 21.913 | 28.695 | 33.366 | 26.662 | 22.533 | 27.366 | ‒ 4.833 |
Ontvangsten | 1.611 | 1.631 | 1.086 | 2.104 | 3.256 | 4.257 | ‒ 1.001 |
Regisseren
De Minister is verantwoordelijk voor de vormgeving van de kaders en voor het binnen deze kaders (doen) realiseren van de gewenste ontwikkeling van de Nederlandse luchtvaart.
De rol «regisseren» heeft betrekking op de volgende taken:
– De kaders voor de veiligheid van de burgerluchtvaart komen grotendeels internationaal tot stand bij de internationale burgerluchtvaartorganisatie van de Verenigde Naties (ICAO). De implementatie vindt veelal plaats via regels die rechtstreeks van toepassing zijn in de lidstaten. De Minister levert een actieve bijdrage aan de totstandkoming van de kaders op mondiaal en Europees niveau. Nederland zet in op een hoge compliance met deze kaders. De Minister neemt de regie om het Nederlandse luchtvaartveiligheidssysteem verder te versterken.
– De ontwikkeling van drones en onbemande luchtvaartuigen gaat snel. Deze ontwikkeling biedt economische kansen voor bedrijven en leidt tot nuttige maatschappelijke toepassingen. De Minister wil deze kansen benutten en de luchtvaartuigen veilig in het luchtruim integreren. Aandachtspunten zijn geluidshinder en privacy. De komende jaren komen er stapsgewijs meer Europese regels gericht op een veilige operatie van drones en een veilige integratie in het luchtruim.
– Om de internationale verbondenheid voor Schiphol en de regionale luchthavens van nationale betekenis te beoordelen, ontwikkelt de Minister een beleidskader netwerkkwaliteit. Waar nodig en mogelijk zet de Minister in op vergroting van de beleidsruimte door EU-kaders aan te passen.
– Het instellen van beperkingen voor het aantal nachtvluchten op Schiphol via het luchthavenverkeerbesluit (LVB) en het opstellen van regels voor openingstijden en extensieregelingen voor regionale luchthavens bij de betreffende luchthavenbesluiten.
– In het kader van de Europese Green Deal zet de Minister actief in op de invoering van een Europese bijmengverplichting van duurzame luchtvaartbrandstoffen, waaronder duurzame biobrandstoffen en synthetische kerosine. Als een Europese verplichting niet (tijdig) wordt ingevoerd, streeft Nederland ernaar om per 2023 een nationale bijmengverplichting in te voeren.
– Het uitwerken van een CO2-plafond voor de internationale luchtvaart vertrekkend uit Nederland.
– Regie voeren op verbetering van de samenwerking tussen Schiphol en de regionale luchthavens op de publieke belangen veiligheid, duurzaamheid, kwaliteit van de leefomgeving en verbondenheid.
– De Minister richt zich nationaal en internationaal op het veiligstellen en verbeteren van de inrichting, het beheer en het gebruik van het luchtruim en op de verbetering van de prestaties van Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) en het Maastricht Upper Area Control Centre (MUAC), een intensievere samenwerking tussen civiele en militaire luchtverkeersleidingsorganisaties (co-locatie) en een betere samenwerking van internationale luchtverkeersleidingsorganisaties binnen het Functional Airspace Block Europe Central (FABEC).
– De Minister richt zich op het veilig stellen van voldoende nationale luchthavencapaciteit en geeft invulling aan de wettelijke taken en verplichtingen ten aanzien van inrichting en gebruik van luchthavens en de omgeving.
– Voorts zet de Minister in op een intensivering en stroomlijning van de inspanningen van alle overheden, belangenorganisaties en sectorpartijen betrokken bij bovenstaande beleidsopgaven.
– Ten slotte is de Minister verantwoordelijk voor het toezicht op en de handhaving van (een deel van) de wet- en regelgeving door de ILT op dit beleidsterrein (zie beleidsartikel 24 Handhaving en Toezicht).
Stimuleren
– Het mogelijk maken van proefprojecten om geluidshinder te verminderen door middel van stedenbouwkundige, landschappelijke en bouwtechnische maatregelen.
– Het faciliteren van de samenwerking tussen sectorpartijen, kennisinstellingen, brancheorganisaties en maatschappelijke organisaties aan de Duurzame Luchtvaarttafel.
– Het stimuleren van de ontwikkeling van schonere en stillere vliegtuigen, vliegtuigmotoren en brandstoffen.
(Doen) uitvoeren
– Het uitvoeren van het Nederlandse luchtvaartveiligheidsprogramma 2020-2024.
– Het samen met de sectorpartijen op Schiphol, uitvoeren van de maatregelen die zijn aangekondigd naar aanleiding van het OVV-rapport over de veiligheid van Schiphol.
– Het uitvoeren van de zeven aanbevelingen uit het rapport Vliegtuiggeluid: meten, rekenen en beleven dat in het kader van de Programmatische aanpak meten vliegtuiggeluid is verschenen.
– Het door de burgerluchthavens van nationale betekenis laten opstellen van actieplannen om de uitstoot van geluid en stoffen (ultrafijnstof (UFS) en stikstofoxide (NOx)) te verminderen.
– Het uitvoeren van het programma Luchtruimherziening.
Ten slotte is de Minister verantwoordelijk voor het toezicht op en de handhaving van (een deel van) de wet- en regelgeving door de ILT op dit beleidsterrein (zie beleidsartikel 24 Handhaving en Toezicht).
Veilige luchtvaart
Voor veiligheid is het handelen van het ministerie of de veiligheid in al zijn facetten, niet in één overkoepelende indicator te vatten. Daarom verschijnt vanaf 2021 jaarlijks een systeemmonitor luchtvaartveiligheid, die vanuit de regierol van het ministerie in beeld brengt hoe het systeem functioneert. De ILT brengt jaarlijks de Staat van Schiphol uit, waarin naar de operationele veiligheid wordt gekeken.
Gezonde en aantrekkelijke leefomgeving
Periode | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | Grenswaarde TVG |
---|---|---|---|---|---|
Gedurende het gehele etmaal (Lden) | 62,57 | 62,53 | 60,23 | 60,14 | 63.46 dB(A) |
Gedurende de periode van 23.00 tot 7.00 uur (Lnight) | 51,68 | 51,72 | 49,39 | 49,74 | 54.44 dB(A) |
Toelichting
In het Luchthavenverkeerbesluit Schiphol zijn voor de luchthaven grenzen gesteld aan het totale volume van de geluidbelasting (TVG) en aan het totale risicogewicht (TRG), beiden als gevolg van vliegverkeer van en naar de luchthaven (luchthavenluchtverkeer). De eisen gelden voor een heel gebruiksjaar dat loopt van 1 november tot 31 oktober van het daarop volgende jaar. De TVG mag in een etmaal (de Lden) niet meer dan 63,46 dB(A) en voor de nacht (de Lnight) niet meer dan 54,44 dB(A) bedragen. Het totale risicogewicht (TRG) mag niet meer bedragen dan 9,724 ton. Bij (dreigende) overschrijding wordt door de ILT handhavend opgetreden.
Ten tijde van het opstellen van de begroting 2022 en verantwoording 2021 waren de waardes over het jaar 2021 nog niet beschikbaar en worden derhalve in voorliggend jaarverslag gepubliceerd. Dit kengetal is niet meer in de begroting 2023 opgenomen, zie hiertoe de leeswijzer.
Voor de gegevens over 2022 wordt verwezen naar de medio maart door de ILT gepubliceerde ‘Staat van Schiphol 2022’ en bijbehorende ‘Handhavingsrapportage Schiphol, 1 november 2021 ‒ 31 oktober 2022’.
Luchthaven | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
---|---|---|---|---|---|---|
Amsterdam | 266 | 272 | 277 | 271 | 265 | 280 |
Frankfurt | 309 | 322 | 319 | 295 | 285 | 309 |
London Heathrow | 203 | 210 | 220 | 249 | 219 | 239 |
Parijs Charles de Gaulle | 294 | 316 | 330 | 294 | 264 | 283 |
Brussel | 200 | 204 | 203 | 191 | 181 | 185 |
Toelichting
In deze tabel is het aantal passagiersbestemmingen per luchthaven opgenomen waarvoor geldt dat deze meer dan twee keer per jaar worden aangevlogen. In 2022 biedt Frankfurt de meeste passagiersbestemmingen aan. Schiphol staat op een derde positie, net iets onder Parijs Charles de Gaulle. Ten opzichte van 2021 is het aantal bestemmingen op alle luchthavens toegenomen. Opvallend is dat alleen Schiphol en Londen Heathrow weer boven het niveau van 2019 (pre-COVID) zijn gekomen.
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|
Taakstelling vanaf 2000 met herijking voor 2002-2006 | 0,5 | 0,5 | 0,5 | 0,9 | 0,9 |
Gerealiseerd | 0,94 | 1,83 | 1,67 | 0,36 | 0,47 |
Toelichting
Het Rijk heeft geen directe invloed op het aantal minuten vertraging in het Europese luchtruim. Dit kengetal is een internationaal gemiddelde en wordt bepaald door operationele factoren, zoals capaciteitsplanning, human resource management, weersomstandigheden en stakingen. Dit kengetal geeft bij gebruikelijke verkeersvolumes wel een beeld van de efficiëntie van het luchtvaartbestel.
Ten tijde van het opstellen van de begroting 2022 en verantwoording 2021 waren de waardes over het jaar 2021 nog niet beschikbaar en worden derhalve in voorliggend jaarverslag gepubliceerd. Dit kengetal is niet meer in de begroting 2023 opgenomen, zie hiertoe de leeswijzer.
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | ||
---|---|---|---|---|---|---|
Grenswaarde | ||||||
Gemiddelde ATFM-vertraging (en route en airport) per vlucht in minuten per vlucht gerealiseerd | 2 | 2 | 2 | 2 | 1,46 | |
Gerealiseerd | ||||||
Gemiddelde ATFM-vertraging (airport) per vlucht in minuten per aankomende vlucht volgens de PRB methode | 3,22 | 2,19 | 3,88 | 1,3 | 0,56 |
Toelichting
Dit kengetal heeft betrekking op de gemiddelde vertraging op Nederlandse luchthavens. Het merendeel van de vertragingen treedt op in de terminalfase van een vlucht en wordt veroorzaakt door weersomstandigheden (storm, mist, sneeuw) die een direct negatief effect hebben op de afhandeling van de starts en landingen in de vluchtfase beneden een hoogte van een kilometer.
LVNL hanteert met ingang van 2015 dezelfde systematiek als de Performance Review Body om vertragingen te meten. Verder heeft LVNL in 2015 de vertragingswaarden vanaf 2010 herberekend volgens de PRB-systematiek om de effecten van de wijziging van de meetsystematiek transparant weer te geven. Er is uitsluitend sprake van een technische wijziging in de meetsystematiek zonder een beleidsmatige impact.
Ten tijde van het opstellen van de begroting 2022 en verantwoording 2021 waren de waardes over het jaar 2021 nog niet beschikbaar en worden derhalve in voorliggend jaarverslag gepubliceerd. Dit kengetal is niet meer in de begroting 2023 opgenomen, zie hiertoe de leeswijzer. Met betrekking tot de gegevens over 2021 was het verkeersaanbod van aankomende vluchten op Schiphol in dat jaar significant lager dan in 2019 en 2020. Overaanbod of piekvorming zijn in 2021 minder vaak voorgekomen, waardoor er minder regulaties nodig waren. Dit leidde tot minder airport-ATFM-vertraging.
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | |
---|---|---|---|---|---|---|
CO2-uitstoot (Mton) | 12,2 | 12,3 | 12 | 6,7 | 7,4 | n.n.b. |
Toelichting
De CO2-uitstoot van vluchten (internationale luchtvaart) vertrekkend vanuit Nederland is berekend aan de hand van de CBS-cijfers over gebunkerde kerosine voor luchtvaart. Op basis van een emissiefactor kun je kg brandstof omrekenen naar kg CO2. Conform het EU ETS wordt de emissiefactor 3,15 kg CO2 per kilogram kerosine gehanteerd. In het Akkoord Duurzame Luchtvaart is afgesproken om in 2030 de CO2-uitstoot terug te brengen tot het niveau van 2005 (11,1 Mton) en in 2050 tot 50% t.o.v. 2005 (5,5 Mton). De cijfers over 2022 zijn door CBS niet gepubliceerd ten tijde van het opstellen van dit jaarverslag.
De cijfers voor de jaren 2017 t/m 2020 zijn aangepast ten opzichte van de begroting 2022. Daar waar in de begroting 2022 de afzet voor finaal gebruik (binnenlands gebruik) is meegerekend, zijn de cijfers bij de berekening voor dit jaarverslag uitsluitend gebaseerd op afzet voor bunkers (internationaal gebruik).
Eind 2020 is de Luchtvaartnota 2020-2050 (Kamerstukken II 2020-2021, 31 936, nr. 820) vastgesteld. In deze luchtvaartnota staat een omslag van kwantiteit naar kwaliteit centraal op basis van vier publieke belangen. Veiligheid, internationale bereikbaarheid, duurzaamheid en leefomgevingskwaliteit zijn bepalend voor de toekomst van de luchtvaart.
Het op artikel 17 uitgevoerde beleid is in hoge mate conform hetgeen in de begroting 2022 is opgenomen. Dit wordt hieronder nader toegelicht.
Veilige luchtvaart
Het Rijk streeft naar een continue verbetering van de veiligheid in de luchtvaart. In 2022 is hier invulling aan gegeven door een start te maken met het versterken van de Luchtvaartautoriteit en door een verdere vervolg te geven aan de implementatie van de aanbevelingen van het OVV (Onderzoeksraad voor Veiligheid) rapport uit 2017 (Bijlage bij Kamerstukken II 2017-2018, 29 665, nr. 242). Daarnaast is verdere invulling gegeven aan het Nederlands Luchtvaartveiligheidsprogramma (Kamerstukken II 2021-2022, 24 804, nr. 193) en de tot totstandkoming van de kaders voor veiligheid op mondiaal en Europees niveau.
Nederland goed verbonden
In 2022 is het Beleidskader Netwerkkwaliteit vastgesteld (Kamerstukken II 2022-2023, 31 936, nr. 1021). Het beleidskader is om het publieke belang van goede verbondenheid objectief en eenduidig meetbaar te maken. De verschillende publieke belangen in de luchtvaart en hun (soms) conflicterende doelstellingen vereisen bij besluitvorming een zorgvuldige integrale afweging. Deze afweging is gebaat bij objectieve gegevens per publiek belang. Het beleidskader is een nieuwe manier om netwerkkwaliteit op luchthavens objectief en eenduidig te meten. Hierbij staat de kwaliteit van de verbindingen centraal in plaats van de kwantiteit.
Een gezonde en aantrekkelijke leefomgeving
In de Schipholregio spelen veel maatschappelijke opgaven en wensen waaronder op het gebied van woningbouw, verduurzaming van industrie en versterking van het energienet. In 2022 is gestart met de uitwerking van een gebiedsagenda waarmee Rijk en regio samen invulling gaan geven aan maatregelen om de leefomgevingskwaliteit in de Schipholregio te verbeteren, in het kader van de NOVEX-aanpak. In de afgelopen periode is intensief gewerkt aan het maken van samenwerkingsafspraken tussen Rijk en regio. Deze afspraken zijn vastgelegd in een bestuursovereenkomst ‘intenties samenwerking NOVEX Schipholregio’, die op 10 oktober jl. officieel is vastgesteld door middel van ondertekening door de betrokken partijen. In deze bestuursovereenkomst hebben Rijk en regio zich gecommitteerd aan het gezamenlijk uitwerken van verschillende nationale en regionale opgaven in het gebied. Bij deze gezamenlijke uitwerking staat centraal dat de partijen tot een integrale afweging van de verschillende opgaven komen, ten behoeve van het verbeteren van de leefomgevingskwaliteit.
Eind 2022 is de concretiseringsfase gestart, waarin de afspraken uit de bestuursovereenkomst in samenspraak met de stakeholders nader worden uitgewerkt. Dit moet ertoe leiden dat inzichtelijk is welke concrete keuzes en prioriteringen noodzakelijk zijn om gezamenlijk de leefomgevingskwaliteit te verbeteren (Kamerstukken II 2022-2023, 29 665, nr. 450).
Duurzame luchtvaart
Op mondiaal niveau heeft het milieucomité van ICAO de haalbaarheidsstudie naar een langetermijndoel voor CO2-emissiereductie vastgesteld en besloten tot het ontwikkelen van een gecombineerde CO2-geluidstandaard. Op basis van de haalbaarheidsstudie heeft de Algemene Vergadering van ICAO, mede dankzij de inzet van Nederland, een resolutie aangenomen met betrekking tot klimaat met daarin een langetermijndoel van netto-nul CO2-emissies in 2050 voor alle internationale luchtvaart (Kamerstukken II 2022-2023, 31 936, nr. 996). In EU-verband heeft Nederland zich ingezet voor de totstandkoming van een ambitieuze Europese bijmengverplichting (de triloogonderhandelingen lopen nog door in 2023) en voor een principeakkoord op het emissiehandelsysteem (ETS) voor de luchtvaart.
Het Nationaal Groeifondsvoorstel ‘Luchtvaart in Transitie’ is grotendeels gehonoreerd. De kern van de toekenning richt zich op doorbraaktechnologieën voor ultra-efficiënte vliegtuigontwikkeling. Om innovaties in de luchtvaart verder te stimuleren, is met input van de sector gestart met het opstellen van een innovatiestrategie. Er is een update opgeleverd (Kamerstukken II 2022-2023, 31 936, nr. 1001) over het Actieprogramma hybride elektrisch vliegen (AHEV). Hiervoor is ook een analyse uitgevoerd naar de haalbaarheid van vluchten binnen 500 km vanuit Nederland met waterstof-elektrische vliegtuigen. Hiervan zijn de uitkomsten positief. Ook is er, tijdens een succesvol event op Aruba over elektrisch vliegen, een Memorandum of Understanding (MoU) ondertekend door de verschillende (luchtvaart)partijen in het Koninkrijk, om verdere kennisontwikkeling en implementatie van elektrisch vliegen in het Caribische deel van het Koninkrijk te ondersteunen.
Verder is er gewerkt aan het uitwerken van een plafond voor de CO2-uitstoot van uit Nederland vertrekkende internationale vluchten (Kamerstukken II 2022-2023, 31 936, nr. 1027). Hiervoor zijn een effectenstudie en juridische analyse uitgevoerd naar drie opties voor de inrichting. De effectenstudie is naar aanleiding van het Hoofdlijnenbesluit Schiphol uitgebreid. Er is onderzoek gedaan naar de waterstofbehoefte van de luchtvaart (in het kader van de energietransitie naar duurzame energie), dat als input zal dienen voor het Nationaal Plan Energiesysteem van het ministerie van EZK. Daarnaast heeft de Duurzame Luchtvaarttafel een nieuwe organisatiestructuur geïmplementeerd en is er onder andere gewerkt aan de verdere uitvoering van het Akkoord Duurzame Luchtvaart.
Programma Omgeving Luchtvaart Schiphol
In 2022 is het Programma Omgeving Luchthaven Schiphol (hierna: het Programma) opgezet om de verschillende opgaven in de Schipholregio in samenhang met elkaar te bezien en tot de beste oplossingen te kunnen komen voor de luchthaven en het gebied waarin deze luchthaven ligt. Binnen het Programma wordt langs twee hoofdsporen gewerkt: het vaststellen van een Luchthavenverkeerbesluit (LVB), zodat daarmee het rechtsvacuüm voor bewoners wordt opgeheven, en het verbeteren van de leefomgevingskwaliteit voor de inwoners van de Schipholregio, door conform de NOVEX-aanpak gebiedsgericht te kijken naar de nationale en regionale opgaven die in dit gebied stapelen en daar in gezamenlijkheid keuzes in te maken en oplossingsrichtingen af te spreken (Kamerstukken II 2021-2022, 29 665, nr. 426).
Met het kabinetsbesluit van 24 juni jl. is een belangrijke stap gezet om een nieuwe balans te vinden tussen het belang van een internationale luchthaven voor Nederland en de kwaliteit van de leefomgeving, specifiek voor omwonenden. Op basis van een zorgvuldige belangenafweging, zoals toegelicht in de Hoofdlijnenbrief Schiphol, is ervoor gekozen het aantal vliegtuigbewegingen op Schiphol te verminderen tot 440.000 per jaar (Kamerstukken II 2022-2023, 29 665, nr. 440). In 2022 is volgens een drietal sporen gewerkt aan de effectuering van dit Kabinetsbesluit:
• Het beëindigen van anticiperend handhaven in combinatie met het voortzetten van strikt preferentieel baangebruik;
• De verankering van het maximaal aantal vliegtuigbewegingen in het LVB;
• De ontwikkeling van een nieuw normenstelsel voor milieugebruiksruimte.
Daarnaast worden er binnen het Programma andere werkzaamheden verricht die bijdragen aan de twee hoofdsporen. Zo is er in 2022 onder andere gewerkt aan:
• Het beter vindbaar, aanspreekbaar en toegankelijk zijn voor de verschillende partijen in de omgeving van Schiphol, mede door het organiseren van een informatiebijeenkomst op 15 november 2022.
• Vanuit de verantwoordelijkheid voor het beleid inzake luchtvaart, Schiphol en het LVB werken aan diverse acties omtrent stikstof, waaronder het inzichtelijk maken van de impact van beleidsopties, mogelijke scenario’s en besluiten. Daarnaast contact houden met het bevoegd gezag over het proces van de natuurvergunning van Schiphol, waarvoor Schiphol zelf verantwoordelijk is.
• Het bijdragen aan de afhandeling van het advies van de Commissie Te Rijdt, inzake nadeelcompensatie grenswaarden geluid.
• De uitwerking van een isolatieregeling om woningen in de Schipholregio te voorzien van geluidwerende maatregelen en een onderzoek naar innovatiegerichte maatregelen.
• Het uitzetten van onderzoek naar het beperken van het aantal afhandelaren op Schiphol, gericht op het vergroten van de stabiliteit van de luchthavenoperatie.
• Voorbereiding besluitvorming ruimtelijke reservering Parallelle Kaagbaan ten behoeve van een optimale benutting van het banenstelsel van Schiphol.
• Het opstellen van een ontwikkelperspectief conform de NOVEX-aanpak Schipholregio.
• Het betrekken van emissies bij de te ontwikkelen normstelling voor negatieve externe effecten van de luchtvaart.
Bestuur en samenwerking
In 2022 is gewerkt aan het versterken van de samenwerking en het integraal gebiedsgericht kijken naar de nationale en regionale opgaven die in de Schipholregio stapelen om daar in gezamenlijkheid keuzes in te maken en oplossingsrichtingen af te spreken. Met de in oktober 2022 door Rijk en regio vastgestelde bestuursovereenkomst ‘intenties samenwerking NOVEX Schipholregio' committeren Rijk en regio zich aan het gezamenlijk uitwerken van verschillende nationale en regionale opgaven in de Schipholregio. Bij deze gezamenlijke uitwerking staat centraal dat de partijen tot een integrale afweging van de verschillende opgaven komen, ten behoeve van het verbeteren van de leefomgevingskwaliteit.
Daarnaast is er naar aanleiding van het advies Van Geel in het rapport ‘Vernieuwd Verbinden’ gewerkt aan de omvorming van de Omgevingsraad Schiphol (ORS) naar de Maatschappelijke Raad Schiphol (MRS) (Kamerstukken II 2022-2023, 29 665, nr. 443). Na een zorgvuldige procedure is eind december jl. dhr. Van Hijum als voorzitter voorgedragen. Deze voordracht is in het Regioforum van de ORS bevestigd en gepubliceerd in de Staatscourant.
Lelystad Airport
De eventuele openstelling van Lelystad Airport als overloopluchthaven van Schiphol wordt bezien. De luchthaven moet beschikken over een stikstofvergunning in de zin van de Wet natuurbescherming en de laagvliegroutes moeten kunnen worden opgelost. Deze zaken zullen naar verwachting enige tijd in beslag nemen. Besluitvorming kan daarom niet eerder dan medio 2024 plaatsvinden.
Regionale Luchthavens
In 2022 zijn regionale verkenningen voor Rotterdam The Hague Airport en Maastricht Aachen Airport afgerond. De procedures voor de luchthavenbesluiten van de regionale luchthavens zullen vanaf 2023 worden opgestart (Kamerstukken II 2021-2022, 31 936, nr. 939).
Onbemande Luchtvaart
In 2022 is het actieplan Onbemande Luchtvaart aan de Tweede Kamer gestuurd samen met de onderzoeken naar de maatschappelijke kosten en baten, de veiligheidsketen en het opzetten van een publiek-privaat-maatschappelijk samenwerkingsgremium (Kamerstukken II 2021-2022, 30 806, nr. 55).
Een belangrijk onderdeel van het actieplan is het inbedden van de (nieuwe) Europese regelgeving gericht op een veilige operatie van onbemande luchtvaarttuigen en een veilige integratie in het luchtruim. Op basis hiervan zijn de vliegerbevoegdheden van de staatsoperaties omgezet. Verder zijn wet- en regelgevingstrajecten gestart voor vliegen in Caribisch Nederland, markttoezicht, modelvliegen en zonering.
Andere onderdelen van het actieplan richten zich op integratie in het luchtruim, het ontwikkelen van innovatiekracht, het verbreden van kennis en stimuleren van ontwikkeling, en het versterken van (inter)nationale samenwerking. Hiervoor zijn onderzoeken uitgezet naar het realiseren van U-Space (=luchtverkeersleidingsdiensten voor onbemande luchtvaart), is een beleids- en monitoringskader voor innovatie opgesteld, zijn verkenningen gestart naar vertiports en urban air mobility, en is de Drone Council Nederland (=publiek-privaat-maatschappelijk samenwerkingsgremium) opgericht.
Luchtruimherziening en civiel-militaire samenwerking
Het Kabinet heeft in oktober 2022 de Voorkeursbeslissing (VKB) Luchtruimherziening vastgesteld op grond van de resultaten van de Verkenningsfase, waaronder de effectbeoordeling in het plan-MER, de aanvulling daarop en de afgeronde zienswijzeprocedure (Kamerstukken II, 2022-2023, 31 936, nr. 997). Hiermee is de Verkenningsfase van het programma Luchtruimherziening afgerond. Het jaar 2023 staat in het teken van het zetten van zowel inhoudelijke stappen (onderzoek, ontwerp en simulaties) als het vaststellen van de Integrale Programmabeslissing.
Programmatische Aanpak Meten en Berekenen Vliegtuiggeluid
Het doel van de programmatische aanpak is het verbeteren van de berekeningen van vliegtuiggeluid en het daarvoor (ook) gebruiken van metingen. Het onderling versterken van beide methoden leidt tot betrouwbare en herkenbare gegevens, op basis waarvan burgers goed kunnen worden geïnformeerd en weloverwogen beleidskeuzes kunnen worden gemaakt. Daarnaast heeft het programma tot doel de kennis over hinderbeleving te vergroten, opdat er beter kan worden gestuurd op hinderbeperking. In 2022 is verder gewerkt aan de uitvoering van de Programmatische Aanpak Meten en Berekenen Vliegtuiggeluid, gericht op zeven onderwerpen meetstrategie, signaalfunctie, modelontwikkeling, publiekscommunicatie, hinder en gezondheid, citizen science en wetenschappelijke advisering. In 2022 is het GGD-rapport opgeleverd over geluidhinder en slaapverstoring rondom luchthavens en heeft het RIVM onderzoek gedaan naar de relatie tussen blootstelling aan de geluidbelasting en de geluidhinder/slaapverstoring (hindercurves) die daarvan het gevolg is (Kamerstukken II 2021-2022, 31 936, nr. 984). Het rapport over hindercurves wordt begin 2023 gepubliceerd. Daarnaast zijn stappen gezet in het valideren van het rekenmodel en het toepassingsbereik van de reken- en meetmethode waarmee de geluidbelasting worden bepaald (en waarmee wordt gevalideerd). Diverse adviezen van de expertgroep zijn verschenen over onder andere validatie, hindercurves, publieksvoorlichting en betrokkenheid van burgers. Deze adviezen worden gepubliceerd begin 2023, gelijktijdig met het onderwerp waarop het betrekking heeft.
Realisatie | Vastgestelde Begroting | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2022 | 2022 | ||
Verplichtingen | 20.877 | 37.066 | 167.781 | 188.754 | 60.046 | 87.413 | ‒ 27.367 | 1 |
Uitgaven | 21.913 | 28.695 | 33.366 | 26.662 | 22.536 | 27.366 | ‒ 4.830 | |
1 Luchtvaart | 21.913 | 28.695 | 33.366 | 26.662 | 22.533 | 27.366 | ‒ 4.833 | |
Opdrachten | 12.458 | 12.223 | 11.672 | 9.925 | 9.254 | 13.492 | ‒ 4.238 | 2 |
Opdrachten GIS | 2.436 | 909 | 50 | 965 | 918 | 765 | 153 | |
Caribisch Nederland | 0 | 1.397 | 1.364 | 940 | 287 | 599 | ‒ 312 | |
Overige Opdrachten | 10.022 | 9.917 | 10.258 | 8.020 | 8.049 | 12.128 | ‒ 4.079 | |
Subsidies | 3.214 | 3.953 | 3.080 | 3.417 | 3.250 | 5.680 | ‒ 2.430 | 3 |
Subsidies klimaatbeleid | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 2.508 | ‒ 2.508 | |
Leefbaarheidsfonds | 0 | 1.000 | 400 | 400 | 0 | 0 | ||
Subsidie tarieven Bonaire | 805 | 649 | 691 | 425 | 420 | 431 | ‒ 11 | |
Subsidie omploegen graan | 1.510 | 1.441 | 1.361 | 1.444 | 1.436 | 1.863 | ‒ 427 | |
Overige Subsidies | 899 | 863 | 628 | 1.148 | 1.394 | 878 | 516 | |
Bijdragen aan agentschappen | 4244 | 4.649 | 6.809 | 6.443 | 6.568 | 5.434 | 1.134 | |
Waarvan bijdrage aan KNMI | 14 | 14 | 14 | 14 | 14 | 14 | 0 | |
Waarvan bijdrage aan RWS | 148 | 213 | 336 | 518 | 285 | 63 | 222 | |
Waarvan bijdrage aan RWS (Caribisch Nederland) | 4082 | 4.422 | 6.411 | 5.806 | 5.058 | 5.058 | 0 | |
Waarvan bijdrage aan RVO | 0 | 0 | 48 | 105 | 383 | 0 | 383 | |
Overige bijdrage aan agentschappen | 0 | 0 | 0 | 0 | 828 | 299 | 529 | |
Bijdragen aan medeoverheden | 779 | 6356 | 9.552 | 0 | 500 | 0 | 500 | |
Bijdrage Caribisch Nederland | 779 | 6356 | 9.049 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Overige bijdrage aan medeoverheden | 0 | 0 | 503 | 0 | 500 | 0 | 500 | |
Bijdragen aan internationale organisaties | 1.141 | 1.255 | 1.058 | 1.563 | 2.399 | 1.481 | 918 | |
Waarvan bijdrage International Civil Aviation Organization | 1.014 | 1.120 | 938 | 1.454 | 1.900 | 1.311 | 589 | |
Waarvan overige bijdrage aan (inter-) nationale organisaties | 127 | 135 | 120 | 109 | 499 | 170 | 329 | |
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s | 77 | 259 | 1195 | 1.540 | 565 | 100 | 465 | |
Leningen | 0 | 0 | 0 | 3.774 | 0 | 1179 | ‒ 1.179 | |
Ontvangsten | 1.611 | 1.631 | 1.086 | 2.104 | 3.256 | 4.257 | ‒ 1.001 | |
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2022 | 2022 | |
Verplichtingen | 20.877 | 37.066 | 167.781 | 188.745 | 60.046 | 87.413 | ‒ 27.367 |
Waarvan garantieverplichtingen | 0 | 0 | 140.700 | 166.100 | 34.700 | 59.600 | ‒ 24.900 |
Waarvan overige verplichtingen | 20.877 | 37.066 | 27.081 | 22.354 | 25.346 | 27.813 | ‒ 2.467 |
Onderstaand wordt op het niveau van financieel instrument en de verplichtingen een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.
1. De lagere verplichtingenrealisatie (€ 27,4 miljoen) betreft met name de garantstelling door IenW voor de Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL). LVNL heeft minder leningen afgesloten dan aanvankelijk verwacht.
2. De lagere realisatie van € 4,2 miljoen wordt met name veroorzaakt door een diverse vertragingen die zijn opgetreden onder andere als gevolg van het uitstellen van het besluit over de opening van Lelystad Airport,het programma onbemande luchtvaart en het programma luchtruimherziening.
3. De lagere realisatie op het subsidiebudget van € -2,4 miljoen wordt veroorzaakt door een procedurele vertraging. Om de subsidie klimaatbeleid te kunnen verstrekken moet de staatssteuntoets zijn afgerond, dit was niet meer haalbaar in 2022, waardoor de subsidie niet meer in 2022 verstrekt kon worden.
1 Luchtvaart
Opdrachten
Opdrachten Geluidsisolatie Schiphol (GIS)
Doel van het project Geluidsisolatie Schiphol fase 3 (GIS-3) is het verminderen van geluidshinder voor omwonenden van Schiphol door middel van geluidsisolatie. De uitgaven die in 2022 zijn gedaan, hebben betrekking op aankopen van huizen in de geluidssloopzones en klachtenafhandeling.
Opdrachten Caribisch Nederland
Het betreft de aanschaf van apparatuur en installaties ter bevordering van het veilig gebruik van de luchthavens en ter verbetering van de bedrijfsvoering. Tevens betreft het de financiering van diverse onderzoeken (Search and Rescue en elektrisch vliegen), opleidingen, workshops en de jaarlijks terugkerende kosten voor de continuering van de luchtvaartpublicaties.
Overige opdrachten
Programma Omgeving Luchthaven Schiphol
In 2022 is het Programma Omgeving Luchthaven Schiphol opgezet om de verschillende opgaven in de Schipholregio in samenhang met elkaar te bezien en tot de beste oplossingen te kunnen komen voor de luchthaven en het gebied waarin deze luchthaven ligt. Een belangrijk aspect hiervan is het verankeren van politiek-bestuurlijke en juridische afspraken in regelgeving, hierbij gaat het in elk geval om het vaststellen van een LVB. In wetgeving en politiek bestuurlijke afspraken is opgenomen dat de ontwikkeling van Schiphol en de regionale luchthavens via juridische besluiten vastgelegd moet worden. In 2022 is onder meer een impactanalyse uitgevoerd.
Normen en handhavingsstelsel
De ontwikkeling van Schiphol vindt plaats binnen kaders van het regeerakkoord en de Kamerbrief van 5 juli 2019 over de Ontwikkeling Schiphol (Kamerstukken II, 2018-2019, 31 936, nr. 646). Het budget is besteed aan opdrachten ten behoeve van de implementatie van het nieuwe normen- en handhavingsstelsel voor Schiphol en aanpassing van de wet- en regelgeving, zoals de Wet luchtvaart en het LVB.
OVV follow-up
In 2022 is vervolg gegeven aan de implementatie van de aanbevelingen van het de OVV (Onderzoeksraad voor Veiligheid) rapport uit 2017 conform de aanpak zoals beschreven in de brief van het ministerie aan de OVV van 11 oktober 2017 (Bijlage bij Kamerstukken II 2017-2018, 29 665, nr. 242) en daarop volgende voortgangsrapportages.
Lelystad
Besluitvorming over de eventuele openstelling van Lelystad Airport als overloopluchtvaarthaven van Schiphol kan niet eerder dan medio 2024 plaatsvinden. De luchthaven moet beschikken over een stikstofvergunning in de zin van de Wet natuurbescherming en de laagvliegroutes moeten kunnen worden opgelost. Deze zaken zullen naar verwachting enige tijd in beslag nemen.
Luchtruimherziening en civiel-militaire samenwerking
Begin 2018 is het programma Luchtruimherziening van start gegaan. Het programma is gericht op het bereiken van drie samenhangende doelen: efficiënter gebruik en beheer van het luchtruim, beperking van klimaateffect en hinder in de omgeving, en verruiming van de civiele capaciteit en militaire missie effectiviteit. Het programma wordt gezamenlijk uitgevoerd door het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, het Ministerie van Defensie, het Commando Luchtstrijdkrachten (CLSK), Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL) en Maastricht Upper Area Control Centre (MUAC). Het programma volgt een op Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) geïnspireerde aanpak, waarin participatie en internationale samenwerking centraal staan. Het Kabinet heeft in oktober 2022 de Voorkeursbeslissing (VKB) Luchtruimherziening vastgesteld op grond van de resultaten van de Verkenningsfase, waaronder de effectbeoordeling in het plan-MER, de aanvulling daarop en de afgeronde zienswijzeprocedure (Kamerstukken II, 2022-2023, 31 936, nr. 997). Hiermee is de Verkenningsfase van het programma Luchtruimherziening afgerond. Het jaar 2023 staat in het teken van het zetten van zowel inhoudelijke stappen (onderzoek, ontwerp en simulaties) als het vaststellen van de Integrale Programmabeslissing.
Omgevingsmanagement en Projectbeheer
Om de realisatiekracht van de uitvoering in het luchtvaartbeleid te versterken worden o.a. de uitvoering van de Luchtvaartnota, de herziening van het luchtruim, de aanpak van drones, de ontwikkeling van de luchthavens in hun omgeving en het veiligheidsprogramma projectmatig opgezet. De middelen voor projectbeheer en omgevingsmanagement zijn ingezet om expertise aan te trekken en het afhandelen van zienswijzen.
Nederlands luchtvaartveiligheidsprogramma (NLVP)
In 2022 is uitvoering gegeven aan het Nederlands Luchtvaartveiligheidsprogramma 2020-2024. Uitvoering van het NLVP is opgenomen in de uitvoeringsagenda bij de Luchtvaartnota en geeft invulling aan het publieke belang om Nederland veilig te houden in de lucht en op de grond. Hierbij kan gedacht worden aan het uitvoeren van de Nationale veiligheidheidsanalyses waarbij de belangrijkste veiligheidsrisico’s op nationaal niveau in beeld worden gebracht en het formuleren van maatregelen om deze risico’s te beheersen.
Verminderen risico op vogelaanvaringen
Uit de evaluatie van het vorige convenant over het verminderen van het vogelaanvaringsrisico op en rond Schiphol bleek dat de huidige genomen maatregelen om het risico van aanvaringen met vogels en met name ganzen te verminderen, effectief zijn en met enige aanpassing of aanvulling moeten worden gecontinueerd. Om die reden wordt het sinds 2012 toegepaste viersporenbeleid, met daaraan toegevoegd een gedegen monitoring, voortgezet. De vier sporen in dit beleid zijn de volgende:
• Het technisch spoor: de inzet van en onderzoek naar technische middelen om vogels te detecteren en/of te verjagen.
• Het ruimtelijk spoor: het voorkomen van nieuwe vogelaantrekkende bestemmingen rondom de luchthaven.
• Het foerageer spoor: het beperken van het voedselaanbod voor vogels op en rondom de luchthaven.
• Het populatie spoor: het beperken van de populatie en het aantal aanwezige overzomerende ganzen rondom Schiphol.
KDC
Er vindt opdrachtverlening plaats aan de Stichting Knowledge & Development Center (KDC) die kennis levert om innovatieve oplossingen te vinden voor de duurzame ontwikkeling van de Mainport Schiphol.
Onderzoeken Luchtvaartnota
De actualisatie van de Luchtvaartnota is in 2022 gestart. De resultaten van de deze actualisatie zijn voorzien in Q1 van 2023.
Cybersecurity
Het vergroten van de cyberweerbaarheid bij luchtvaartorganisaties is een continu aandachtspunt. De primaire verantwoordelijkheid voor de continuïteit en weerbaarheid van netwerk- en informatiesystemen ligt bij de organisaties zelf. Het ministerie van IenW draagt vanuit zijn systeemverantwoordelijkheid hieraan bij via algemene kaders (in beleid of in wet- en regelgeving, al dan niet voortvloeiend uit EU/internationaal verband) en initieert projecten/trajecten om de cyberweerbaarheid te verhogen.
Opdrachten elektrisch vliegen
Omdat veel innovaties op het gebied van hybride elektrisch vliegen nog niet klaar zijn voor de markt, is een financiële impuls vanuit de overheid van groot belang. De overheid stimuleert de ontwikkeling op het gebied van hybride elektrisch vliegen door middel van het verlenen van (onderzoeks)opdrachten en subsidies. Denk hierbij aan een analyse naar de haalbaarheid van vluchten binnen 500 km vanuit Nederland met waterstof-elektrische vliegtuigen.
Opdrachten versterking omgevingskwaliteit regionale luchthavens
Voor de regionale luchthavens Rotterdam The Hague Airport, Groningen Airport Eelde, Maastricht Aachen Airport en de militaire luchthaven Eindhoven met civiel medegebruik worden de komende jaren nieuwe of gewijzigde gebruiksvergunningen (Luchthavenbesluiten) vastgesteld. In 2022 zijn regionale verkenningen voor Rotterdam The Hague Airport en Maastricht Aachen Airport afgerond. Het Rijk vindt het van belang dat deze luchthavens zich ontwikkelen voor de regio’s waarin ze liggen.
Onbemande luchtvaart (drones)
Het gebruik van onbemande luchtvaart (drones) neemt sterk toe. Deze ontwikkeling biedt nieuwe kansen voor bedrijven en leidt tot nuttige toepassingen. Het Rijk wil deze ontwikkeling de ruimte geven en innovatie in technologie en diensten mogelijk maken. De komst van drones in het lagere luchtruim zorgt naast kansen, ook voor nieuwe uitdagingen. Bij de ontwikkeling moet onder andere rekening gehouden worden met veiligheid, duurzaamheid en maatschappelijke acceptatie. De komende jaren komen er stapsgewijs meer Europese regels. In 2022 zijn er met de beschikbare middelen conform het actieplan Onbemande Luchtvaart (Kamerstukken II 2021-2022, 30 806, nr. 55) diverse activiteiten uitgevoerd die bijdragen aan het realiseren van de programmadoelen. Voorbeelden hiervan zijn het omzetten van de vliegerbevoegdheden van de staatsoperaties en het uitzetten van onderzoeken naar het realiseren van U-Space.
Opdrachten klimaatbeleid
De overheid beoogt de duurzame ontwikkeling van de luchtvaart te versterken. Opdrachten die in dit kader zijn uitgevoerd, betreffen effectenstudies en juridische analyses voor het verder uitwerken van een plafond voor de CO2-uitstoot van uit Nederland vertrekkende internationale vluchten (Kamerstukken II 2022-2023, 31 936, nr. 1027), een onderzoek naar de waterstofbehoefte voor de luchtvaart, als ook het opstellen van een innovatiestrategie.
Subsidies
Klimaatbeleid
De overheid beoogt de duurzame ontwikkeling van de luchtvaart te versterken. Met investeringen in schone energie en o.a. technologische innovaties wordt een impuls gegeven aan de transitie naar een toekomstbestendige duurzame petrochemische- en maakindustrie en luchthaven-infrastructuur in Nederland. De subsidies zijn in 2022 nog niet verstrekt.
Tarieven Bonaire
Om een onaanvaardbare stijging in de tarieven voor het gebruik van luchtverkeersdienstverlening op en rond Bonaire International Airport voor de periode 2020-2022 te voorkomen, heeft IenW een deel van de kosten voor het leveren van de dienst door Dutch Caribbean Air Navigation Service Provider (dc-ANSP) gedekt via subsidiering. Zonder deze bijdrage zouden de tarieven dusdanig sterk stijgen dat een mogelijke verstoring van de markt zal optreden, met bijbehorend negatief effect op de lokale gemeenschap.
Versneld onderwerken graanresten voor het reduceren risico vogelaanvaringen Schiphol
Eén van de sporen in de aanpak om het risico van vogelaanvaringen op Schiphol te reduceren is het beperken van voedselaanbod in de omgeving van de luchthaven. Sinds 2012 is er een subsidieregeling voor het versneld onderwerken van de graanresten na de oogst in een deel van de Haarlemmermeerpolder. Agrarische ondernemers kunnen hieraan op vrijwillige basis deelnemen. Met de deelnemers zijn overeenkomsten gesloten waarin is opgenomen dat zij een vergoeding ontvangen als zij de geoogste graanakkers binnen 48 uur zodanig onderwerken dat het perceel niet meer aantrekkelijk is voor op graanresten foeragerende ganzen. Nagenoeg alle agrariërs in het werkingsgebied nemen deel aan de regeling.
Omgevingsraad Schiphol en Commissies Regionaal Overleg (CRO)
IenW draagt financieel bij aan de activiteiten van de Omgevingsraad Schiphol (ORS). Dit onafhankelijke overleg- en adviesorgaan verenigt bewoners, regionale en lokale overheden, luchtvaartpartijen en brancheorganisaties met als doel om de hinder van Schiphol zoveel mogelijk te beperken en een optimaal gebruik van de luchthaven te bevorderen. Daarnaast is een subsidie verleend ten behoeve van de omvorming van Omgevingsraad Schiphol (ORS) naar Maatschappelijke Raad Schiphol (MRS) en het opzetten van een Omgevingshuis.
IenW investeert in lijn met de Luchtvaartnota in de verdere versterking en professionalisering van de overlegorganen bij de regionale burgerluchthavens van nationale betekenis (Commissies regionaal overleg bij de luchthavens van Eelde, Lelystad, Maastricht en Rotterdam), de oprichting en instandhouding van het nieuwe Luchthaven Eindhoven Overleg (LEO) en het opleiden van de deelnemers aan deze overleggen (kennis/expertise).
Subsidie Klachtentelefoon Luchtverkeer Limburg
IenW stelt een subsidie beschikbaar aan de Stichting Klachtentelefoon Luchtverkeer Limburg voor de behandeling van klachten over de vliegbasis Geilenkirchen (AWACS) en de andere buitenlandse luchthavens in de grensregio met Limburg (Weeze-Niederrhein, Luik-Bierset). Aangezien het hier gaat om buitenlandse luchthavens die milieueffecten hebben op Nederlands grondgebied is hiertoe besloten in het belang van de informatievoorziening aan de omgeving.
Verbeteren luchtvaartveiligheid Zuidoost Afrika
In de periode tot en met 2022 wordt jaarlijks maximaal € 50.000 beschikbaar gesteld aan de stichting AviAssist ten behoeve van veiligheidspromotie die zich richt op bewustwording, kennisoverdracht en gedragsverandering, zowel binnen als buiten de overheid in de Afrikaanse luchtvaartindustrie.
Leefbaarheidsfonds Eindhoven
In 2022 is een subsidie van € 50.000 verstrekt aan de Stichting Leefbaarheid Luchthaven Eindhoven. De subsidie is bedoeld als financiële ondersteuning van milieugerelateerde activiteiten ter bevordering van de leefbaarheid in de omgeving van de luchthaven Eindhoven.
Subsidie Stichting Advisering Bewonersvertegenwoordiging Regionale Luchthavens ABReL
IenW vindt het van belang dat bewonersorganisaties die zitting hebben in de Commissies regionaal overleg (CRO’s) en het Luchthaven Eindhoven Overleg (LEO) een bijdrage kunnen leveren aan de uitwerking van (beleids-)vraagstukken uit de Luchtvaartnota. Dat is de reden dat een subsidie van maximaal € 50.000 per jaar beschikbaar wordt gesteld aan de Stichting Advisering Bewonersvertegenwoordigers Regionale Luchthavens (ABReL). Concreet ziet de subsidie op de bijdrage van ABReL aan de regionale verkenningen rond de regionale luchthavens, de bijdrage aan landelijke (beleids-)vraagstukken en deelname aan de nationale luchtvaarttafel (als uitwerking van de Luchtvaartnota).
Subsidie luchthaven Twente
Area Development Twente (ADT) heeft van IenW een subsidie ontvangen voor het doen van luchtzijdige investeringen voor de ontwikkeling van luchthaven Twente (onder de voorwaarde dat de bijdrage voldoet aan de regels voor staatssteun) en voor het laten uitvoeren van een onderzoek naar de mogelijkheden voor een remote tower concept voor luchtverkeersdienst-verlening. Deze subsidie vloeit voort uit het amendement Koopmans (Kamerstukken II 2007-2008, 31200 XII, nr. 60) en geeft invulling aan de afspraken uit de Bestuursovereenkomst Gebiedsontwikkeling Vliegveld Twente (Bijlage bij Kamerstukken II 2009-2010, 31 936, nr. 17). Het subsidiedeel voor het onderzoek naar remote control werd in voorschot verstrekt en is in 2019 vastgesteld.
Subsidies hybride elektrisch vliegen
Omdat veel innovaties op het gebied van hybride elektrisch vliegen nog niet klaar zijn voor de markt, is een financiële impuls vanuit de overheid van groot belang. De overheid kan de ontwikkeling op het gebied van hybride elektrisch vliegen stimuleren en versnellen door middel van het verlenen van subsidies. In 2022 is deze subsidie niet meer verleend.
Bijdragen aan agentschappen
Dit betreft voornamelijk de bijdrage die aan RWS ter beschikking wordt gesteld voor de uitvoering van de masterplannen luchthavens Caribisch Nederland gericht op het wegwerken van de tekortkomingen ten aanzien van de internationale regelgeving voor de vliegveiligheid en voor de wederopbouw van de Bovenwindse Eilanden als gevolg van de geleden schade door de orkanen Irma en Maria in september 2017.
Daarnaast betreft het investeringen voor de aanleg van platformen Bonaire. Deze investeringen zijn nodig om te kunnen voldoen aan internationale ICAO veiligheidsstandaarden.
Bijdragen aan medeoverheden
Voor Lelystad Airport is in 2022 een Incidentele specifieke uitkering ter beperking van overlast en (geluid)hinder Lelystad Airport aan de Provincie Flevoland verstrekt. Het doel van de uitkering is een vergoeding voor het aanbrengen van gevelisolatiemaatregelen voor circa 20 woningen rondom Lelystad Airport die buiten de reikwijdte van het Luchthavenfonds vallen en hinder ondervinden van het VFR circuit.
Bijdragen aan internationale organisaties
De bijdrage internationale organisaties was voor de jaarlijkse contributie aan de International Civil Aviation Organization, aan het hiertoe opgezette samenwerkingsverband binnen ABIS (de ABIS-groep vertegenwoordigt de burgerlijke luchtvaartautoriteiten van Oostenrijk, België, Kroatië, Nederland, Luxemburg, Ierland, Zwitserland en Portugal), en aan de European Civil Aviation Conference (ECAC).
Bijdragen aan ZBO's/ RWT's
Voortvloeiend uit de afspraken die gemaakt zijn in de ‘Overeenkomst betreffende de operationaliteit voor civiel medegebruik van de militaire radar bij Soesterberg’ wordt ten behoeve van het operationeel houden van de Soesterbergradar voor de vliegveiligheid op en rond de luchthaven Schiphol, een bijdrage verstrekt aan Luchtverkeersleiding Nederland (LVNL).
Leningen
De hypothecaire lening aan Winair heeft eind 2021 al plaatsgevonden en niet in 2022.
Ontvangsten
Door het verlengen van de looptijd van de hypothecaire lening Winair vond de geplande aflossing niet volledig in 2022 plaats.