Het realiseren van maatwerkoplossingen voor verkeers- en vervoersvraag-stukken door de twee krachtens artikel 20, derde lid, van de Wet personen-vervoer 2000 aangewezen openbare lichamen die verkeer- en vervoer-staken verrichten (vervoerregio’s). Dit betreffen thans de Vervoerregio Amsterdam en het samenwerkingsverband van gemeenten in de zuidelijke Randstad, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2022 | 2022 | |
Verplichtingen | 951.141 | 952.739 | 970.239 | 988.863 | 1.042.556 | 954.173 | 88.383 |
Uitgaven | 929.574 | 955.610 | 953.451 | 967.127 | 1.005.694 | 954.172 | 51.522 |
1 Brede doeluitkering | 929.574 | 955.610 | 953.451 | 967.127 | 1.005.694 | 954.172 | 51.522 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
De Minister is systeemverantwoordelijk voor de bijdrage aan de Brede Doeluitkering verkeer en vervoer (BDU), die het mogelijk maakt dat er in de gebieden waar de vervoerregio’s actief zijn maatwerkoplossingen kunnen worden geboden voor verkeers- en vervoervraagstukken. Dit artikel hangt samen met artikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid en artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor waarin het bredere beleidsveld wordt geschetst.
De samenwerkingsverbanden Vervoerregio Amsterdam en Metropool-regio Rotterdam Den Haag zijn verantwoordelijk voor de beleidsinhoude-lijke beslissingen over hun verkeer- en vervoeraangelegenheden.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2022 | 2022 | ||
Verplichtingen | 951.141 | 952.739 | 970.239 | 988.863 | 1.042.556 | 954.173 | 88.383 | 1 |
Uitgaven | 929.574 | 955.610 | 953.451 | 967.127 | 1.005.694 | 954.172 | 51.522 | |
1 Brede doeluitkering | 929.574 | 955.610 | 953.451 | 967.127 | 1.005.694 | 954.172 | 51.522 | |
Bijdrage BDU | 929.574 | 955.610 | 953.451 | 967.127 | 1.005.694 | 954.172 | 51.522 | 2 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Onderstaand wordt op het niveau van financieel instrument en de verplichtingen een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.
1. De hogere realisatie op het verplichtingenbudget wordt voornamelijk veroorzaakt door de tweede suppletoire begroting en in de decemberbrief gemelde ophogingen. Hieronder worden ze kort nogmaals benoemd:
• Een ophoging van het verplichtingenbudget bij de 2e suppletoire begroting met € 74,6 miljoen. Deze ophoging wordt voor € 37,3 miljoen verklaard door door het toevoegen van de loon- en prijsbijstelling 2021 en door een verplichtingenschuif voor het aangaan van verplichtingen voor de BDU beschikking (€ 37,3 miljoen).
• Een ophoging van het verplichtingenbudget van € 13,7 miljoen voor de bijdrage aan BDU-regio’s voor de Korte Termijn Aanpak in het programma Mobiliteit en Verstedelijking, waaronder het no regret-pakket Binckhorst (€ 3,8 miljoen), invulling van BO-MIRT-afspraken, waaronder bijdrage aan Zuid-Holland Bereikbaar (€ 3,2 miljoen), de bijdrage aan ontwikkeling Entreegebied in Zoetermeer (€ 1,1 miljoen) en overige regionale activiteiten.
2. De hogere realisatie op het kasbudget wordt voornamelijk veroorzaakt door de bij eerste en tweede suppletoire begroting gemelde ophogingen. Specifiek gaat het om overboekingen vanuit het Mobiliteitsfonds ten behoeve van:
• Dekking voor de onderdelen toegevoegd aan de BDU-beschikking 2022 (€ 16,4 miljoen). Dit is inclusief de afdrachten aan het Btw-compensatiefonds voor de BDU 2022 (- € 2,2 miljoen). In totaal is € 14,2 miljoen opgenomen in de BDU-beschikking 2022 die voornamelijk volgen uit gemaakte BO-MIRT afspraken uit voorgaande jaren. Het betreffen met name bijdragen aan MRDH voor de verkenning van de Oververbinding Rotterdam (€ 3 miljoen), no regret maatregelen in de Binckhorst te Den Haag die zich richten op op de realisatie van fietsinfrastructuur, versterking van de stationsgbieden em ruimte voor een ov-baan (€ 3,8 miljoen), exploitatiekosten 2022 Zuid-Holland bereikbaar (€ 2,5 miljoen) en ontwikkeling Entreegebied Zoetermeer (€ 2,3 miljoen).
• Het budget is eveneens opgehoogd door de uitkering van de loon- en prijsbijstelling 2022 (€ 37,3 miljoen).
Uitgaven
Conform de wet BDU wordt jaarlijks voorafgaand aan het uitkeringsjaar de brede doeluitkering ten behoeve van de voorbereiding en de uitvoering van het regionaal verkeer- en vervoersbeleid geheel als verplichting vastgelegd.
Ontvangsten
Jaarlijks wordt een beschikking verstrekt voor de BDU aan de stadsregio Amsterdam en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Deze beschikking wordt berekend op basis van de in de Wet BDU Verkeer en Vervoer opgenomen methodiek.De stadsregio Amsterdam en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag zijn vrij in de afweging aan welke verkeer- en vervoer taken zij de BDU-middelen besteden. Zij bepalen dat aan de hand van de doelen die zij willen bereiken op hun verkeer- en vervoersterrein. Daarbij hebben zij veel ruimte voor een eigen invulling, rekening houdend met de specifieke kenmerken van hun regio.