Base description which applies to whole site

Artikel 15 Hoofdvaarwegennet

Omschrijving van de samenhang in het beleid

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Rijksvaarwegen verantwoord. Dit betreffen de onderdelen verkeersmanagement, beheer en onderhoud, aanleg en verkenningen en planstudie. De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de beleidsbegroting 2011 (XII) en vinden hun oorsprong in de Nota Mobiliteit (Kamerstukken II, 2004–2005, 29 644, nr. 6).

Het productartikel Hoofdvaarwegennet is gerelateerd aan de volgende beleidsartikelen:

  • artikel 33: Veiligheid gericht op de beheersing van veiligheidsrisico’s;

  • artikel 34: Betrouwbare netwerken, voorspelbare reistijden en een goede bereikbaarheid;

  • artikel 35: Mainports en logistiek;

  • artikel 36: Bewaken, waarborgen en verbeteren van kwaliteit leefomgeving, gegeven de toename van mobiliteit.

Tabel budgettaire gevolgen van de uitvoering

Overzicht budgettaire gevolgen van de uitvoering (x € 1 000)

15. Hoofdvaarwegennet

2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

Verplichtingen

874 005

1 168 483

1 105 352

683 170

724 405

660 970

794 743

Uitgaven

792 534

939 164

928 122

905 306

799 501

678 214

794 411

15.01 Verkeersmanagement

91 120

85 811

74 753

81 701

83 840

85 177

88 177

15.01.01 Basispakket Verkeersmanagement

84 827

84 762

74 753

81 701

83 840

85 177

88 177

15.01.02 Servicepakket Verkeersmanagement

6 293

1 049

     

15.02 Beheer en onderhoud

576 155

560 537

488 579

377 227

376 424

376 760

368 991

15.02.01 Basispakket B&O hoofdvaarwegen

427 840

375 851

402 108

299 183

317 220

314 323

298 545

15.02.02 Servicepakket B&O hoofdvaarwegen

27 059

36 189

29 060

22 313

22 736

22 736

22 746

15.02.04 Groot var. onderh.hoofdvaarwegen

121 256

148 497

57 411

55 731

36 468

39 701

47 700

15.03 Aanleg en planstudie na tracébesluit

102 733

278 257

344 707

399 104

275 517

154 268

162 243

15.03.01 Realisatieprogramma Hoofdvaarwegen

102 733

250 216

336 100

384 722

254 377

134 773

144 818

15.03.02 Planstudieprogramma na tracébesluit

 

28 041

8 607

14 382

21 140

19 495

17 425

15.05 Verkenning en planstudie voor tracébesluit

22 526

14 559

20 083

47 274

63 720

62 009

175 000

15.05.01 Verkenningen

7 988

7 995

8 475

8 758

8 998

9 240

9 509

15.05.02 Planstudieprogramma voor tracébesluit

14 538

6 564

11 608

38 516

54 722

52 769

165 491

Van totale uitgaven:

       

– Apparaatsuitgaven

       

– Agentschapsbijdrage

598 109

567 714

542 158

436 423

448 044

443 122

447 732

– Restant

194 425

371 447

385 964

468 883

351 457

235 092

346 679

15.09 Ontvangsten

12 627

67 610

56 874

65 770

21 769

7 841

0

Budgetflexibiliteit

Absolute budgetflexibiliteit in € x 1 000

15.01 en 15.02 Verkeersmanagement en Beheer en onderhoud

juridisch verplicht

 

complementair noodzakelijk

 

bestuurlijk gebonden

 

beleidsmatig nog niet ingevuld

 

beleidsmatig verplicht

70 765

  
    

15.03 Aanleg en planstudie na tracebesluit

juridisch verplicht

227 237

complementair noodzakelijk

 

bestuurlijk gebonden

79 840

beleidsmatig nog niet ingevuld

 

beleidsmatig verplicht

   
    

15.05 Verkenningen en planstudie voor tracebesluit

juridisch verplicht

 

complementair noodzakelijk

 

bestuurlijk gebonden

 

beleidsmatig nog niet ingevuld

 

beleidsmatig verplicht

8 122

  

15.01 en 15.02 Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud

De voor beheer en onderhoud opgenomen bedragen zijn volledig beleidsmatig verplicht en betreffen in hoofdzaak het groot variabel onderhoud aan vaarwegen.

15.03 Aanleg en planstudie na tracébesluit

Het beschikbare begrotingsbedrag is grotendeels juridisch verplicht. Voor het overige deel is het budget bestuurlijk gebonden.

15.05 Verkenning en planstudie voor tracébesluit

Alle verkenningen en planstudies zijn beleidsmatig verplicht.

15.01 Verkeersmanagement

Motivering

De activiteiten binnen het basispakket verkeersmanagement worden uitgevoerd om een vlotter en veiliger scheepvaartverkeer op het hoofdvaarwegennet te realiseren.

Basispakket Verkeersmanagement Hoofdvaarwegen

Producten

Bij verkeersmanagement gaat het met name om de volgende activiteiten:

  • verkeersbegeleiding, bediening van objecten en vaarwegmarkering;

  • monitoring en informatieverstrekking;

  • vergunningverlening en handhaving;

  • crisisbeheersing en preventie.

In het goederenvervoer over water is tot 2020 een groei voorzien die deels met verkeersmanagement wordt gefaciliteerd. Daarnaast moet de betrouwbaarheid en reistijd op orde worden gebracht. Operationele beleidsdoelstellingen op het gebied van verkeersmanagement zijn:

  • het zoveel mogelijk beperken van de gemiddelde structurele wachttijd bij sluizen in de hoofdvaarwegen;

  • het afstemmen van de bediening van bruggen en sluizen op de vraag vanuit de markt.

De bediening van sluizen en beweegbare bruggen zal conform het vigerende Beheerplan Rijkswateren (2010–2015) worden uitgevoerd. Waar mogelijk en zinvol wordt samen met de andere overheden naar centrale bediening op vaarroutes overgeschakeld. Vanzelfsprekend wordt getracht de bediening zodanig in te richten dat wachttijden en stremmingen zo veel mogelijk worden beperkt. Een goede informatievoorziening hierover aan gebruikers is daarbij van groot belang. Met het toezicht op het water dat door RWS (o.a. samen met KLPD) wordt uitgevoerd, wordt beoogd de veiligheid voor de gebruikers te borgen. Dit toezicht heeft ook een preventieve werking. Met de inwerkingtreding van de nieuwe Binnenvaartwet komt er meer nadruk op bestuursrechtelijke handhaving door VenW te liggen (i.p.v. strafrechtelijke handhaving door de KLPD). In geval van calamiteiten, zoals schade en verontreinigingen, wordt hierover bericht. Hiervoor is een calamiteitenorganisatie operationeel.

Servicepakket Verkeersmanagement Hoofdvaarwegen

De invoering van AIS (Automatic Identification System) transponders maakt deel uit van de implementatie van River Information Services (RIS) in Nederland. De invoering van RIS vloeit voort uit de EU RIS richtlijn (2005/44).

Schepen uitgerust met AIS-transponders worden automatisch aangemeld bij en kunnen gevolgd worden door de verkeerscentrales van RWS. Dit maakt het mogelijk om:

  • de veiligheid van het scheepvaartverkeer te verhogen;

  • de bestaande infrastructuur beter te benutten en daarmee de komende jaren de groei van het scheepvaartverkeer beter op te vangen;

  • efficiencywinst te realiseren bij de verkeersposten en bedieningscentrales van RWS.

In november 2006 heeft de minister van VenW een convenant afgesloten met vier brancheorganisaties uit de binnenvaart. In dit convenant is afgesproken dat de Staat bereid is om, gedurende de periode van vrijwillige invoering, een deel van de kosten van de aanschaf en installatie van AIS aan boord van binnenvaartschepen voor haar rekening te nemen. De uitvoering van de regeling vindt plaats tussen eind 2009 en eind 2012.

Meetbare gegevens basispakket verkeersmanagement

Specificatie areaal:

 

Areaaleenheid

Eenheid

2009

2010

2011

Verkeersmanagement

Begeleide vaarweg in km

km

608

608

608

 

Bediende objecten in aantallen

aantal

216

216

216

Toelichting

Alleen de vaarweg die vanuit vaste verkeersposten wordt begeleid is in het hierboven opgenomen areaal meegeteld. De vaarwegen in beheer bij RWS die met patrouille vaartuigen worden bestreken, zijn niet meegerekend.

Met ingang van de begroting 2010 worden afzonderlijke sluiskolken apart geteld in plaats van sluiscomplexen als geheel. In de begroting 2010 werd er nog uitgegaan van 220 bediende objecten. Bij de verantwoording over het jaar 2009 is dit aantal vastgesteld op 216 (als gevolg van de overdracht van enkele objecten). De stand 2011 is op dit aantal gebaseerd.

Basispakket

Indicator

Eenheid

Norm

Realisatie 2009

Streefwaarde 2010

Streefwaarde 2011

Verkeersmanagement

De passeertijd betreft de tijd die het kost voor schepen om sluizen en bruggen te passeren. Het IVS (Informatie en Volgsysteem voor de Scheepvaart) registreert deze tijd. De norm voor de passeertijd betreft een vastgesteld aantal minuten per sluis of brug

% waarop de passeertijd wordt gerealiseerd op een:

    

Hoofdtransportas;

99%

75%

80%

80%

Hoofdvaarweg

90%

85%

75%

75%

overige vaarweg

85%

90%

70%

70%

Toelichting

Bovenstaande indicatoren zijn gericht op de gebruiker en geven een indicatie van de passeertijden en dus ook over de wachttijden als gevolg van onderhoud. De norm voor de passeertijd wordt per object vastgesteld op basis van wachttijd en schuttijd. In de Nota Mobiliteit is aangegeven dat wordt gestreefd naar een gemiddelde wachttijd van maximaal 30 minuten. In 2009 lag de prioriteit bij een verbetering van de prestaties op de hoofdtransportassen. Dit is ook zichtbaar in de indicatoren. Door het bij de sluizen aanwezige achterstallig onderhoud worden de prestaties t.a.v. de passeertijden bij de hoofdvaarwegen en de overige vaarwegen, de komende paar jaren vooralsnog negatief beïnvloed. Enerzijds door het frequenter optreden van storingen, anderzijds door de tijdelijke stremmingen die noodzakelijk zijn voor de werkzaamheden om deze achterstanden in te lopen. In de periode tot en met 2016 worden de aanwezige achterstanden weggewerkt en zullen de prestaties verbeteren. Daarnaast kan de passeertijd ook negatief beïnvloed worden door een capaciteitstekort van een sluizencomplex.

15.02 Beheer en Onderhoud

Motivering

Beheer en onderhoud wordt uitgevoerd om het hoofdvaarwegennetwerk in een staat te houden die noodzakelijk is voor het faciliteren van vlot, veilig, duurzaam en comfortabel vervoer van goederen.

Producten

In de begroting 2010 is reeds opgemerkt dat de kosten van beheer en onderhoud toenemen en dat de budgetten onder druk komen te staan. Voortschrijdend inzicht heeft dit beeld bevestigd en er sprake is van voortdurende budgetspanning bij het beheer en onderhoud en het inlopen van achterstanden ten opzichte van de normen. De spanning doet zich voor binnen regulier beheer en onderhoud en bij renovatie en vervanging.

Mede aan de hand van de uitkomsten van de audits naar het beheer en onderhoud op de afzonderlijke netwerken (Hoofdwatersystemen, Hoofwegennet en Hoofdvaarwegennet) zal worden bezien welke beheersmaatregelen kunnen worden ingezet om budget en kosten meer met elkaar in overeenstemming te brengen.

Basispakket Beheer en onderhoud Hoofdvaarwegen

Een voorwaarde voor het optimaal gebruiken van het vaarwegennet is de bedrijfszekerheid van de infrastructuur van de vaarwegen. Deze kan alleen worden gegarandeerd indien de infrastructuur preventief beheerd en onderhouden wordt. Daarnaast vindt correctief onderhoud plaats, waarbij de beheerder geconfronteerd kan worden met onverwacht functieverlies en de gebruiker ongewild minder service kan worden geboden (stremmingen, beperkingen). Zowel het preventief als het correctief onderhoud valt onder het basispakket.

De activiteiten zijn erop gericht om de scheepvaart (beroeps- en recreatievaart) zo goed als mogelijk te faciliteren. Het betreft maatregelen om de breedte en diepte van de vaarweg te handhaven. Daarnaast betreft het maatregelen om de kunstwerken (sluizen en bruggen) en verkeersvoorzieningen te laten functioneren. Om verkeersoverlast tot een minimum te beperken, worden de werkzaamheden goed afgestemd, zowel onderling als met werkzaamheden die voortkomen uit het aanlegprogramma alsmede met werkzaamheden vanuit hoofdwatersystemen.

Vanwege de aard van de werkzaamheden horen de producten Rijksrederij en Kustwacht thuis op artikelonderdeel 15.02 (zwaartepuntprincipe). In de begroting 2010 stonden deze producten op artikelonderdeel 11.02.

Rijksrederij

De Rijksbrede Civiele Rijksrederij is een organisatie die nautische diensten levert aan andere overheden zoals LNV, Financiën (Douane), VenW en de Kustwacht. De Rijksrederij valt onder de verantwoordelijkheid van RWS. De kerntaken van de Rijksrederij zijn:

  • Het ter beschikking stellen van vaartuigen voor een bepaalde tijdsduur (al dan niet met nautische bemanning) met een door de opdrachtgever gespecificeerd dienstverleningsniveau.

  • Het leveren van kennisintensief advies aan overheidsinstellingen bij beheer, ontwerp en aanbesteding van vaartuigen.

  • Het leveren van kennisintensief advies op het gebied van eisen aan bemanningen, veiligheidsmanagement en scheepsuitrustingen.

Kustwacht

De Kustwacht Nederland is een organisatie met eigen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. De directeur Kustwacht maakt jaarlijks een Activiteitenplan en Begroting (APB) en legt dit voor aan de raad voor de kustwacht. De ministerraad stelt het APB vervolgens vast.

De directeur Kustwacht heeft onvoorwaardelijke zeggenschap over vier schepen die (vrijwel) full time kustwachttaken uitvoeren. Daarnaast heeft hij trekkingsrechten voor een aantal dagen per jaar op schepen van de Rijksrederij en schepen, vliegtuigen en helikopters van het ministerie van Defensie.

De minister van VenW is als coördinerend minister voor Noordzee aangelegenheden verantwoordelijk voor het proces van totstandkoming van geïntegreerd beleid en het activiteitenplan en begroting voor de Noordzee. De overzichtsconstructie Kustwacht nieuwe stijl is als bijlage aan deze begroting toegevoegd.

Servicepakket Beheer en onderhoud Hoofdvaarwegen

Overdracht Brokx-Nat

De nog over te dragen vaarwegen in het kader van Brokx-nat zijn in beeld gebracht in een eindbalans op basis waarvan de Tweede Kamer in 2002 is geïnformeerd (Kamerstukken II, 2002–2003, 28 600 XII, nr. 17). Behoudens de Fries-Groningse kanalen resteren er nog slechts een aantal kleinere over te dragen objecten, vaarwegen of delen daarvan.

Fries-Groningse kanalen

De Rijksbijdrage voor het onderhoud van de Fries-Groningse kanalen is in de negentiger jaren vastgelegd in een convenant dat gesloten is met de provincies Friesland en Groningen. De bijdrage betreft de vaarweg Lemmer–Delfzijl alsmede het Van Harinxmakanaal en het Winschoterdiep. Door de commissie Brinkman is in het rapport «anders gestuurd, beter bestuurd» in 2005 geadviseerd om de hoofdvaarweg Lemmer–Delfzijl van de provincies over te dragen aan het Rijk (VenW) en de jaarlijkse rijksbijdrage voor de zijkanalen Van Harinxmakanaal en Winschoterdiep onder te brengen in het Provinciefonds. Omdat de betrokken provincies zich niet konden vinden in het advies van de commissie Brinkman is er een politiek-bestuurlijk compromis opgesteld in de vorm van een Intentieverklaring (2007). Inmiddels is in het voorjaar van 2010 besloten om een eventuele afkoop geen doorgang te laten vinden. Wel wordt gewerkt aan nieuwe afspraken die in de plaats treden van de Intentieverklaring uit 2007.

Groot variabel onderhoud hoofdvaarwegen

Het groot variabel onderhoud is opgebouwd uit twee onderdelen. Het eerste onderdeel betreft het Plan van Aanpak Beheer en Onderhoud (Impuls). Het tweede onderdeel betreft het groot variabel onderhoud uit NOMO achterstallig onderhoud

Plan van Aanpak Beheer en onderhoud (impuls)

De ontwikkeling van de budgetten voor beheer en onderhoud heeft in het verleden geen gelijke tred gehouden met de kosten van beheer en onderhoud. Ongewild leidde dit tot een geleidelijke overgang van preventief naar correctief onderhoud, waarbij geprioriteerd is naar vaarwegklasse. In het hoofdlijnenakkoord is daarom bij de begroting 2004 besloten tot het geven van een impuls aan het Beheer en Onderhoud van Rijkswaterwegen in de periode tot en met 2010. Destijds is € 700 mln. beschikbaar gesteld om een deel van het achterstallig onderhoud op de belangrijkste hoofdtransportassen in te lopen, de zogenoemde Impuls. Voor een aantal projecten kent de uitvoeringsperiode een uitloop tot ná 2011.

 

Projecten (plan van aanpak Beheer en Onderhoud)

Uitvoeringsperiode

 

Amsterdam Rijnkanaal baggeren en renoveren sluizen en oevers

2005–2010

1

Amsterdam–Lemmer/IJsselmeer

2004–2012

 

Baggeren IJssel

2008–2010

 

Vervanging vaartuigen

2006–2009

2

Kanaal Gent–Terneuzen, baggeren en oevers

2004–2011

 

Maas: baggeren en kunstwerken

2004–2010/2012

3

Rotterdam–België/ Zeeland: renovatie o.a. Volkeraksluizen en baggeren

2005–2011

 

Rotterdam–Duitsland: baggeren en oevers

2005–2009

 

Wrakkenberging

2009–2010

4

Natte bruggen

2004–2010/2016

Toelichting

  • 1. Amsterdam–Lemmer/IJsselmeer: het groot onderhoud van de Houtribsluizen is gecombineerd met de werkzaamheden die voor ná 2010 aan de Houtribsluizen waren gepland. Dit deel van het project zal daarom pas in 2012 worden opgeleverd.

  • 2. Kanaal Gent–Terneuzen: om de hinder voor de scheepvaart als gevolg van de werkzaamheden aan de sluizen van Terneuzen tot een minimum te beperken zal dit deel van het project Kanaal Gent–Terneuzen pas in 2011 worden opgeleverd.

  • 3. Rotterdam–België/Zeeland: één deelproject, de renovatie van de besturings-, elektrische en overige installaties van de sluizencomplexen Hansweert en Kreekrak, wordt gezamenlijk uitgevoerd met de realisatie van bediening op afstand op deze complexen. Risico’s ten aanzien van afstemming tussen deze werkzaamheden en hinder voor de vaarweggebruiker worden hiermee geminimaliseerd. Hierdoor zal dit deelproject naar verwachting pas medio 2011 worden afgerond.

  • 4. Natte bruggen; de meeste bruggen zijn inmiddels opgeleverd. De Sint-Servaasbrug zal als gevolg van de vertraging door de tegenvallende aanbesteding naar verwachting pas in 2011 worden opgeleverd. De gecombineerde aanbesteding voor de bruggen over het Amsterdam–Rijnkanaal is in het najaar 2009 gestart. In overleg met gemeenten is een plan opgesteld om het gehele pakket aan bruggen over het Amsterdam–Rijnkanaal gefaseerd aan te pakken. Volledige oplevering zal uiterlijk in 2016 plaatsvinden.

Nota Mobiliteit achterstallig onderhoud vaarwegen (NOMO AOV)

In de aanloop naar de begroting 2009 is gewerkt aan een programma van onderhoudsactiviteiten ten behoeve van het inlopen van het achterstallig onderhoud aan de vaarwegen in de periode vanaf 2010 waarvoor in het kader van de Nota Mobiliteit ca. € 900 mln. is gereserveerd. Dit programma is opgebouwd uit de onderstaande projecten. Deze projecten vallen voor een deel onder de noemer Groot Variabel onderhoud. De middelen voor dat deel zijn dan ook ondergebracht onder artikel 15.02.04. De overige projecten worden geraamd en verantwoord onder het reguliere beheer en onderhoudsbudget (15.02.01). Met de in de begroting 2009 opgenomen versnelling zullen deze projecten al in 2016 zijn afgerond, conform de wens van Tweede Kamer en de sector. De voorbereiding en uitvoering van geplande projecten worden inmiddels voortvarend ter hand genomen. In onderstaande twee tabellen zijn de afzonderlijke projecten opgenomen en de periode van de verwachte uitvoering. Ook is de verdeling van de beschikbare NOMO-middelen voor achterstallig onderhoud vaarwegen per project indicatief aangegeven.

NOMO – Groot Variabel Onderhoud

Projecten

Uitvoeringsperiode

Indicatief budget (mln €)

Onderhoud damwanden en vaarwegen Zeeland

2010–2016

66

Oevers Amsterdam–Rijnkanaal (damwanden en meerplaatsen)

2008–2016

178

Renovatie Havenhoofden IJmuiden

2011–2014

60

Totaal

 

304

NOMO – Overig achterstallig onderhoud

Projecten

Uitvoeringsperiode

Indicatief budget (mln €)

Achterstallig basisonderhoud diverse regio’s

2007–2016

144

Onderhoud oevers en bodems Brabantse kanalen

2009–2015

45

Onderhoud Oevers en bodems vaarwegen Zuid-Holland

2007–2015

60

Renovatie kunstwerken Limburg en IJsselmeergebied

2007–2016

100

Onderhoud Oevers en bodems Maasroute

2008–2016

74

Aanpassing bodembescherming, sluizen en bruggen en overige kunstwerken i.v.m. hogere belasting Noord-Holland

2011–2015

50

Onderhoud vaargeulen NederRijn, IJssel, Twentekanalen/Meppelerdiep en Zwarte Water

2009–2016

90

Renovatie sluizen en in- en aflaatwerken Twentekanalen Delden/Hengelo en Spooldersluis

2009–2013

16

Renovatie stalen boogbruggen Utrecht

2011–2016

38

Totaal

 

617

Meetbare gegevens Beheer en onderhoud hoofdvaarwegen

In de kabinetsreactie op het IBO Beleid en Onderhoud (Kamerstukken 2006–2007, 30 800 XII, nr. 57) is toegezegd om extracomptabele informatie te verstrekken over de wijze waarop de middelen voor beheer en onderhoud worden aangewend. Ter invulling daarvan is hieronder een verdeling gegeven van de beheer- en onderhoudskosten over oevers, bodems, kunstwerken en verkeersvoorzieningen. Deze percentages zijn gebaseerd op het meerjarig gemiddeld benodigde budget: van jaar tot jaar kan het actueel uitgegeven percentage fluctueren.

Ten aanzien van beheer en onderhoud is er het volgende areaal:

Omvang Areaal
 

Areaal Eenheid

 

Omvang 2011

Beheer, onderhoud en ontwikkeling

Vaarweg (in km)

 

7 609

Toelichting

Het areaal bestaat enerzijds uit de hoofdtransportassen, hoofdvaarwegen en overige vaarwegen die ten behoeve van de binnenvaart in beheer zijn bij RWS, die in totaal 3 730 km meten en anderzijds het aantal km zeevaartweg van in totaal 3 879 km.

Voor het jaar 2011 geldt de volgende indicator:

Basispakket

Indicator

Eenheid

Norm

Realisatie 2009

Streefwaarde 2010

Streefwaarde 2011

Beheer en Onderhoud

De Vaarbak dient conform de norm uit het vaarwegplan qua vaarwegdiepte en -breedte, op basis van vaarwegmarkeringen, op orde te zijn.

% van de tijd dat vaarbak op orde is

    
 

Hoofdtransportas

95%

93%

80%

85%

 

Hoofdvaarweg

90%

82%

70%

70%

 

Overige vaarweg

80%

81%

70%

70%

Toelichting

Deze indicator geeft een beeld van achterstanden bij het beheer en onderhoud van de vaarwegen. In de afgelopen jaren zijn de gerealiseerde scores mede opgelopen als gevolg van het programma om de achterstanden in te lopen. Als eerste worden de achterstanden op de hoofdtransportassen weggewerkt. Dit programma zal in 2010 grotendeels worden afgerond. Het programma tot en met 2016 is erop gericht ook de achterstanden op de hoofd- en overige vaarwegen weg te werken. De streefwaardes 2011 zijn relatief laag. De hogere realisatie in 2009 wordt deels verklaard door de versneld beschikbaar gestelde middelen uit het aanvullend beleidsakkoord. Ook in 2010 kan de feitelijke realisatie hierdoor hoger uitvallen.

15.03 Aanleg en planstudie na tracébesluit

Motivering

Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn voor de aanleg- en planstudie activiteiten bij het hoofdvaarwegen netwerk nadat het tracébesluit genomen is.

Realisatieprogramma hoofdvaarwegen

Producten

In 2010 zullen naar verwachting de volgende projecten worden opgeleverd: Twentekanalen verruiming (fase 1) en de Renovatie sluizen 4, 5 en 6 van de Zuid-Willemsvaart.

Naar verwachting start in 2011 de realisatie van de volgende projecten:

  • Vaarweg Meppel–Ramspol (keersluis Zwartsluis);

  • Vaargeul De Boontjes.

Daarnaast zal VenW in 2011 een bijdrage leveren aan de bouw van de 4e sluiskolk Ternaaien, die naar verwachting in 2011 start.

Ten opzichte van de begroting 2010 is bij enkele projecten sprake van mutaties. Deze zijn per project opgenomen en toegelicht in het MIRTprojectenboek (www.mirtprojectenboek.nl).

In de beleidsbrief Duurzame Zeehavens (Kamerstukken II, 2008–2009, 29 862, nr. 10), is een subsidieregeling aangekondigd voor projecten die bijdragen aan de verduurzaming van de Nederlandse havens. Het betreffen bijvoorbeeld projecten voor duurzaam ruimtegebruik in havens. In 2010 is deze regeling gepubliceerd. Voor deze projecten is € 4,2 mln ter beschikking gesteld. De tender is in september 2010 gesloten.

Planstudieprogramma na tracébesluit

  • Het project bouw 4e sluiskolk Ternaaien (verantwoordelijkheid van België) gaat in 2011 naar de realisatiefase.

  • de Maasroute, modernisering fase 2 (verbreding Julianakanaal) gaat naar verwachting eind 2010 naar de realisatiefase;

  • verwacht wordt dat Vaarweg Meppel–Ramspol (keersluis Zwartsluis) begin 2011 naar de realisatiefase gaat;

  • verwacht wordt dat begin 2011 de planstudie Verruiming vaarweg Eemshaven–Noordzee naar de realisatiefase gaat.

Impuls infrastructuur vaarwegen

Quick-wins

Bij de eerste suppletore begroting 2008 is een bedrag van € 55 mln uit de FES enveloppe Infrastructuur en (vaar)wegen voor (quick win)maatregelen op het gebied van binnenhavens en vaarwegen aan de VenW-begroting toegevoegd. Met amendement Anker (Kamerstukken II, 2007–2008, 31 200 A, nr. 25) is daar € 7 mln. aan toegevoegd. Vanuit het Aanvullend Beleidsakkoord is tevens € 50 mln. beschikbaar gesteld.

Op verzoek van VenW hebben vrijwel alle regionale overheden een netwerkvisie op vaarwegen en binnenhavens ontwikkeld. Deze netwerkvisie dient de basis te vormen voor voorstellen die een duidelijke meerwaarde betekenen voor vervoer over water. Inmiddels zijn twee tranches uitgezet, hierbij zijn 68 projecten betrokken. De uitvoering van deze projecten vindt plaats in de periode 2009–2013.

Verruiming vaargeul Eemshaven–Noordzee

Uit de enveloppe Regionaal beleid/sterke regio’s is € 10,4 miljoen aan de begroting toegevoegd voor de periode 2011–2013 voor de verruiming van de vaargeul Eemshaven–Noordzee, zodat de Eemshaven bereikbaar wordt voor grotere zeeschepen.

Dynamisch verkeersmanagement

Uit de enveloppe Infrastructuur en (vaar)wegen is in 2010 een bedrag van € 102 mln. (prijspeil 2010) beschikbaar gesteld voor maatregelen op het gebied van dynamisch verkeersmanagement op vaarwegen. De middelen worden met name ingezet om de verbindingen vanuit de Maasvlakte naar het achterland beter te benutten.

Projectoverzicht behorende bij 15.03.01: Realisatieprogramma Hoofdvaarwegen

 

Totaal

Budget in € mln prijspeil 2010

Oplevering

Projectomschrijving

huidig

vorig

t/m 2009

2010

2011

2012

2013

2014

2015

later

huidig

vorig

CATEGORIE 0

            

Projecten Nationaal

            

Dynamisch verkeersmanagement

102

 

0

3

35

45

19

   

2013

 

Quick Wins Binnenhavens

112

112

6

35

20

33

17

   

2011/2013

2011/2013

Projecten Noordwest-Nederland

            

De Zaan (Wilhelminasluis)

13

pm

10

    

3

  

2014

2014

Renovatie Noordzeesluizen IJmuiden

234

234

234

1

      

2007

2007

Verbeteren vaargeul IJsselmeer Amsterdam-Lemmer

16

16

13

2

1

     

na 2011

na 2010

Walradar Noordzeekanaal

28

28

6

22

      

2012

2012

Projecten Utrecht

            

Lekkanaal, verbreding kanaalzijde en uitbreiding ligplaatsen

19

19

10

9

      

2013

2012

Projecten Zuidvleugel

            

Capaciteit Julianasluis Gouda

3

 

0

  

3

    

2013

 

Projecten Brabant

            

Burgemeester Delenkanaal Oss

2

2

0

2

      

2009

2009

Tweede Sluis Lith

57

57

56

1

      

2002

2002

Wilhelminakanaal Tilburg

84

83

6

17

23

37

    

2015

2015

Zuid-Willemsvaart; Maas-Veghel

470

469

36

29

48

126

108

68

54

 

2015

2015

Zuid-Willemsvaart; renovatie middendeel klasse II

59

59

53

6

      

2008

2008

Zuid-Willemsvaart; vervanging sluizen 4, 5 en 6

83

82

40

4

25

13

    

2011

2011

Projecten Limburg

            

Maasroute, modernisering fase 2

613

518

55

75

133

104

77

61

84

22

na 2012

na 2012

Projecten Oost-Nederland

            

Twentekanalen, verruiming (fase 1)

75

66

73

2

      

2010

2010

Projecten Noord-Nederland

            

Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 1; verbetering tot klasse Va

205

205

132

12

18

17

25

   

2013

2013

Verruiming vaarweg Eemshaven-Noordzee

41

31

0

20

17

3

1

   

2012

2012

Overige projecten

            

Duurzame havens

5

5

0

1

2

2

    

2012

2012

Kleine projecten

93

93

91

1

      

nvt

nvt

Ligplaatsvoorzieningen

4

4

3

1

      

2007

2007

Walradarsystemen

46

46

13

4

10

3

7

3

7

 

2013

2013

Afronding

   

3

4

–1

      

Totaal categorie 0

2 364

 

837

250

336

385

254

135

145

22

  

Begroting (IF 15.03.01)

   

250

336

385

254

135

145

   

Projectoverzicht behorende bij 15.03.02/15.05.02: Planstudieprogramma voor- en na tracébesluit/projectbesluit

Bedrag in € mln

Raming kosten

 

Budget

Planning

Uitvoering

Projectomschrijving

min.

max.

taakstellend

2010

2011

2012

2013

2014

2015

periode

CATEGORIE 1 (na tracébesluit/projectbesluit)

          

Maasroute, modernisering fase 2, verbreding Julianakanaal

  

79

uo

     

2010–2017

Vaarweg Meppel-Ramspol (keersluis Zwartsluis)

  

48

uo

     

2011–2015

Totaal categorie 1 na tracébesluit/projectbesluit (IF 15.03.02)

  

127

       
           

CATEGORIE 1 (voor tracébesluit/projectbesluit)

          

Projecten Noordwest-Nederland

          

Amsterdam-Rijnkanaal, verwijderen keersluis Zeeburg

  

17

      

2010–2012

Lichteren Buitenhaven IJmuiden

  

88

  

pn/pb

uo

  

2013–2015

Vaarweg IJsselmeer-Meppel

  

43

  

pn/pb

uo

  

2013–2015

Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Amsterdam-Lemmer

  

7

  

pb

   

na 2013

Zeetoegang IJmond

  

pm 1

  

pn

   

t/m 2016

Projecten Utrecht

          

Lekkanaal/3e kolk Beatrixsluis

  

206

 

tb

uo

   

2012–2015

Projecten Zuidvleugel

          

Capaciteitsuitbreiding overnachtingsplaatsen Merwedes

  

40

   

pn/pb

uo

 

2015–2017

Verkeerssituatie Splitsing Hollandsch Diep-Dordtsche Kil

  

10

pb

     

pm

Projecten Limburg

          

Bouw 4e sluiskolk Ternaaien

  

9

uo

     

2011–2013

Projecten Oost-Nederland

          

Bovenloop IJssel

  

43

      

na 2015

Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen IJssel

  

36

   

pb

uo

 

2014–2016

Toekomstvisie Waal

  

188

      

2006–2016

Verruiming Twentekanalen (fase 2) en capaciteitsuitbreiding sluis Eefde

  

120

 

pn

pb

uo

  

2013–2016

Projecten Noord-Nederland

          

Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2; verbetering tot klasse Va

  

pm

   

pn/pb

uo

 

2014–2020

Verdieping vaarweg Harlingen–Kornwerderzand (Boontjes)

  

5

pn

pb/uo

    

2011–2012

Totaal categorie 1 voor tracébesluit/projectbesluit (IF 15.05.02)

  

812

       

Totaal categorie 1

  

939

       

Legenda

pn projectnota

tb tracébesluit

pb projectbesluit

uo uitvoeringsopdracht (beschikking)

1

Het betreft een nog te realiseren DBFM-contract. De rijksbijdrage in het convenant is € 541,5 mld (prijspeil 2007). Het totaal aan bijdragen bedraagt maximaal € 800,5 mln (prijspeil 2007), inclusief regiobijdrage.

15.05 Verkenning en planstudie voor tracébesluit/projectbesluit

Motivering

Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn voor de verkenning- en planstudie activiteiten bij het hoofdvaarwegen netwerk voordat het tracébesluit genomen is.

Verkenningen

Producten

De verkenningen naar de Julianasluis Gouda, overnachtingshavens Merwedes, ligplaatsen Amsterdam–Rijnkanaal, ligplaatsen Rijn Schelde verbinding en verbreding Maasgeul zijn afgerond.

De Vlaams-Nederlandse verkenning maritieme toegankelijkheid kanaalzone Gent–Terneuzen is afgerond. Momenteel worden nog enkele onderzoeken uitgevoerd ter ondersteuning van besluitvorming voor een planstudie besluit.

Eind 2010 zal een verkenning naar de Volkeraksluizen starten.

Planstudieprogramma vóór tracé-/projectbesluit

Over de voortgang van het planstudieprogramma voor tracébesluit is het volgende te melden:

  • Naar verwachting wordt de planstudie naar de Vaargeul De Boontjes in 2011 afgerond en zal de uitvoering starten;

  • Met de ondertekening van de bestuursovereenkomst met de regio over de Wilhelminasluis in de Zaan is het projectbesluit genomen en zal de provincie de uitvoering starten;

  • De planfase voor het project Zeesluis IJmuiden is in 2010 gestart.

Het projectoverzicht van de planstudies vóór tracébesluit is opgenomen onder 15.03.

Projectoverzicht behorende bij 15.05 Lopende verkenningen

A. Lopende verkenningen

   

Locatie

Probleem

Referentiekader

Gereed

Noordwest-Nederland

   

Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Amsterdam Rijnkanaal

Capaciteit en veiligheid

Nota Mobiliteit

2010

Zuidvleugel

   

Verbreding Maasgeul

Capaciteit en toegankelijkheid

Havenmeesterconvenant 2003

2010

Zuidwestelijke Delta

   

Volkeraksluizen

Capaciteit en toegankelijkheid

Nota Mobiliteit

2012

Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Amsterdam Rijnkanaal

Capaciteit en veiligheid

Nota Mobiliteit

2010

Grensoverschijdende verkenning maritieme toegankelijkheid kanaalzone Gent-Terneuzen, waaronder capaciteit binnenvaartsluis Terneuzen

Capaciteit en toegankelijkheid

3e Memorandum van Overeenstemming Vlaanderen en Nederland

2010

Noord-Nederland

   

Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Lemmer-Delfzijl

Capaciteit en veiligheid

Nota Mobiliteit

2010

Licence