Base description which applies to whole site

Artikel 1. Openbaar bestuur en democratie

A Algemene doelstelling

Een bijdrage leveren aan een goed functionerend openbaar bestuur en democratie.

B Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor het functioneren van het stelsel van het openbaar bestuur, zowel op centraal als op decentraal niveau en binnen de kaders van de regelgeving van de Europese Unie. De minister is verantwoordelijk voor de bestuurlijke organisatie (de Grondwet, de Gemeente- en Provinciewet, de Financiële verhoudingswet en de Wet gemeenschappelijke regelingen), maar ook voor goede bestuurlijke en financiële verhoudingen. Daarmee schept de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties randvoorwaarden voor voldoende bestuurskrachtige gemeenten en provincies, die in staat zijn hun taken – zowel in autonomie als in medebewind – goed te kunnen uitvoeren. Dat draagt bij aan de legitimatie van ons bestuurlijke stelsel.

Een tweede pijler van de legitimatie van het Nederlandse openbaar bestuur betreft het democratische en rechtsstatelijke gehalte van de publieke besluitvorming en beleidsvoering. In dat kader waarborgt de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het functioneren van het constitutionele bestel, daaronder begrepen het stelsel van de representatieve democratie. Daarbij gaat het in de eerste plaats om de verkiezingen (de Kieswet) voor vertegenwoordigende lichamen op de verschillende bestuurlijke niveaus. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zorgt tevens voor zodanige toerusting van de Kiesraad dat deze zijn wettelijke taken adequaat kan vervullen.

C Beleidswijzigingen

Decentralisaties

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties blijft nauw betrokken bij de decentralisatie-operaties die door kabinet-Rutte in gang zijn gezet, zoals de decentralisaties Jeugdzorg, Ruimte, Natuur en Economie en Water. De uitgangspunten van deze decentralisaties zijn vastgelegd in de bestuursafspraken 2011–2015, tussen Rijk, Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), Interprovinciaal Overleg (IPO) en Unie van Waterschappen (UvW). De uitgangspunten van de bestuursafspraken zijn:

  • decentraliseren is loslaten;

  • uitvoeringsruimte voor decentrale overheden wordt vergroot;

  • pilots en experimenten hebben geen precedentwerking;

  • financiering verloopt via de algemene fondsen;

  • er wordt geen specifiek interbestuurlijk toezicht ingesteld;

  • er wordt door het Rijk alleen strikt noodzakelijke informatie opgevraagd.

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor de voortgang en de naleving van de gemaakte afspraken.

D1. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 1.1 Openbaar bestuur en democratie

(x € 1 000)

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Verplichtingen

30 323

25 102

27 247

27 069

26 634

26 616

               

Uitgaven:

30 323

25 102

27 247

27 069

26 634

26 616

 

Waarvan juridisch verplicht

 

78%

       
               

1.1

Bestuurlijke en financiële verhoudingen

10 003

7 999

10 156

10 049

9 731

9 713

               
 

Subsidies

4 227

3 349

3 224

3 025

3 025

3 017

 

Diverse subsidies

1 581

854

729

530

530

528

 

Oorlogsgravenstichting (OGS)

2 646

2 495

2 495

2 495

2 495

2 489

 

Opdrachten

5 776

4 650

6 932

7 024

6 706

6 696

 

Communicatie, kennisdeling en onderzoek

5 776

4 650

6 932

7 024

6 706

6 696

               

1.2

Participatie

20 320

17 103

17 091

17 020

16 903

16 903

               
 

Subsidies

15 394

16 033

16 021

16 034

16 034

16 034

 

Politieke partijen

15 394

16 033

16 021

16 034

16 034

16 034

 

Opdrachten

4 926

1 070

1 070

986

869

869

 

Kiesraad

304

420

420

336

219

219

 

Verkiezingen

4 622

650

650

650

650

650

               

Ontvangsten

21 965

49 465

24 865

21 965

21 965

21 965

D2 Budgetflexibiliteit

De budgetflexibiliteit van de uitgaven is beperkt. Over de uitgaven bestaan bestuurlijke afspraken of de uitgaven zijn verplicht op grond van wetgeving, bijvoorbeeld de subsidies aan de politieke partijen en de Oorlogsgravenstichting.

E Toelichting op de instrumenten
1.1 Bestuurlijke en financiële verhoudingen

Subsidies

Diverse subsidies

Onder deze categorie vallen een aantal belangrijke bijdragen van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties aan verschillende Europese kenniscentra. Zo draagt BZK bij aan het European Urban Knowledge Network (EUKN) dat zorgt voor ontwikkeling en verspreiding van kennis over stedelijke vraagstukken tussen zestien deelnemende lidstaten. Hetzelfde geldt voor het Programma URBACT II dat zich richt op de ontwikkeling van netwerken van Europese steden en zich in het bijzonder concentreert op duurzame stedelijke ontwikkeling. Het Kenniscentrum Europa Decentraal is een gezamenlijk initiatief van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, het IPO, de VNG en de UvW. Het initiatief richt zich op de toepassing en verspreiding van kennis en expertise over Europees recht bij de decentrale overheden. Met ingang van maart 2012 voert het Kenniscentrum Europa decentraal een aantal taken uit van het Coördinatiepunt Staatssteun Decentrale overheden. Het gaat om het voorbereiden van de jaarlijkse staatssteunrapportage en de coördinatie en begeleiding van kennisgevingen (staatssteun die van melding is vrijgesteld). De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is en blijft voor deze taken verantwoordelijk.

Teneinde het lokaal bestuur te versterken en het samenspel tussen alle actoren te stimuleren draagt het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties bij aan het Actieprogramma Lokaal Bestuur. Het betreft een platform voor kennis- en ervaringsuitwisseling tussen gemeenten. Het is een gezamenlijk project van de VNG en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. In het werkprogramma staan de thema’s professionalisering, bestuurscultuur en vertrouwen tussen burgers en lokaal bestuur centraal. Doelgroepen zijn raadsleden, wethouders, griffiers, burgemeesters, gemeentesecretarissen en ambtenaren. Het Actieprogramma richt zich ook op Caribisch Nederland.

Oorlogsgravenstichting (OGS)

Namens de Nederlandse overheid onderhoudt de Oorlogsgravenstichting wereldwijd ongeveer 50 000 graven van Nederlandse oorlogsslachtoffers. Deze graven liggen in meer dan 50 landen, verspreid over vijf continenten. Het zwaartepunt ligt daarbij in Indonesië. Tevens verzorgt de Stichting ruim 10 000 graven van militairen van de geallieerde strijdkrachten in Nederland.

Opdrachten

Communicatie, kennisdeling en onderzoek

Een belangrijk deel van de middelen op het terrein van de bestuurlijke en financiële verhoudingen zet het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in voor initiatieven op het terrein van kennisdeling en kennisvermeerdering. Met deze middelen worden verschillende publicaties, congressen en onderzoeken op het terrein van het functioneren van het openbaar bestuur gefinancierd. Ook financiert het ministerie onderzoeken door derden, zoals het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden (COELO).

1.2 Participatie

Politieke participatie door burgers komt met name tot stand bij verkiezingen voor vertegenwoordigende lichamen. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zorgt voor een toegankelijk verkiezingsproces, faciliteert de Kiesraad en subsidieert politieke partijen.

Subsidies

Politieke partijen

Politieke partijen krijgen subsidie op grond van de Wet subsidiëring politieke partijen. Voor subsidie komen alleen partijen in aanmerking die hebben deelgenomen aan de voorgaande Kamerverkiezingen en daarbij in één van beide Kamers minimaal 1 zetel behaalden.

Tabel 1.2 Subsidies op grond van de Wet subsidiering politieke partijen

Partij

(x € 1)

Waarde 2009

Waarde 2010

Waarde 20111

Waarde 20121 (indicatief)

CDA

3 689 447

3 455 182

2 298 892

 2 324 237

PvdA

3 123 645

3 084 084

2 897 348

 2 952 659

SP

2 394 179

2 334 912

1 777 099

 1 822 135

VVD

2 204 470

2 323 101

2 859 367

 2 919 558

GL

967 414

1 003 867

1 185 831

 1 204 404

CU

986 719

971 370

894 054

 905 537

D66

684 230

872 433

1 331 481

 1 337 659

SGP

816 707

800 842

759 937

 766 189

PvdD

540 977

558 401

557 826

 576 534

OSF

375 589

374 426

396 043

403 002

50+

 

 

230 763

403 745

1

Definitieve vaststelling van de bedragen moet nog plaatsvinden.

Opdrachten

Kiesraad

De Kiesraad fungeert als centraal stembureau voor de verkiezingen van de Tweede Kamer, de Eerste Kamer en het Europese Parlement en stelt de officiële verkiezingsuitslagen voor deze verkiezingen vast. De Kiesraad is het adviesorgaan voor regering en parlement op het terrein van het kiesrecht en de organisatie en uitvoering van verkiezingen. Nieuwe politieke partijen kunnen zich laten registreren voordat ze als partij (onder die aanduiding) kunnen deelnemen aan verkiezingen. Verder verschaft de Kiesraad desgevraagd informatie aan gemeenten, provincies, politieke partijen, burgers en media. Tijdens verkiezingen wordt hiertoe in samenwerking met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties het Informatiepunt Verkiezingen ingericht om specifieke informatievragen te beantwoorden.

Verkiezingen

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is verantwoordelijk voor de inrichting van het verkiezingsproces en voor de daarbij behorende wet- en regelgeving. Dit heeft betrekking op de verkiezingen die in Nederland worden gehouden (dit is inclusief de verkiezingen in Caribisch Nederland). De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zal de komende periode met name op twee sporen werken aan veranderingen in de inrichting van het verkiezingsproces. Dat betreft allereerst de ontwikkeling van een nieuw stembiljet dat sneller en betrouwbaarder kan worden geteld, mogelijk met inzet van elektronische hulpmiddelen. Het nieuwe stembiljet moet bovendien beter geschikt zijn voor gebruik door laaggeletterde of anderstalige kiezers en voor zelfstandig gebruik door blinden en slechtzienden. Ook moet het nieuwe model geschikt zijn om eerder of via de mail aan kiezers buiten Nederland toegezonden te worden. Ten tweede betreft het de vereenvoudiging van de procedures voor deelname van kiezers die vanuit het buitenland mogen stemmen, voor de verkiezingen van de leden van de Tweede Kamer en het Europees Parlement. De inspanningen daarbij richten zich met name op de verplichte registratie voor elke verkiezing af te schaffen.

Ook zal het voor kiezers in Aruba, Curaçao en Sint Maarten mogelijk worden zich ter plekke te registeren voor deelname aan verkiezingen (nu moeten zij zich bij de Gemeente Den Haag registeren). Alle maatregelen zijn bedoeld om enerzijds het bepalen van de uitslag van de verkiezing zo betrouwbaar mogelijk te laten verlopen en anderzijds om de participatie van kiezers aan de verkiezingen te vergroten.

Licence