Base description which applies to whole site

3.2 Artikel 32. Rechtspleging en rechtsbijstand

Een doeltreffend en doelmatig rechtsbestel.

Als stelselverantwoordelijke schept de Minister voor Rechtsbescherming optimale voorwaarden voor het in stand houden en verbeteren van een goed en toegankelijk rechtsbestel. De Minister heeft:

  • Een financierende rol voor de rechtspraak. De Minister houdt toezicht op het beheer en is de werkgever voor de rechterlijke macht;

  • Een financierende rol voor de Raad voor Rechtsbijstand, het Bureau Financieel Toezicht en het Register beëdigde tolken en vertalers.7 Hij is verantwoordelijk voor het wettelijk kader waar binnen tolken, vertalers, advocaten, notarissen, gerechtsdeurwaarders en andere zelfstandige professionals binnen het justitiële domein opereren;

  • Een stimulerende rol voor alternatieve geschillenbeslechting en schuldsanering. Ten aanzien van de schuldsanering is hij verantwoordelijk voor het wettelijke traject van de schuldsaneringsregeling, de faillissementsrechters en de bewindvoerders.8

Digitalisering

Aan de digitalisering in het civiele recht en het bestuursrecht wordt verder invulling en uitvoering gegeven langs de lijnen van het in november 2018 gereedgekomen basisplan digitalisering dat in 2020 door het Bureau ICT-toetsing is getoetst. Met een wetsvoorstel worden de griffie­rechten voor vorderingen tot € 5.000,- verlaagd hetgeen budgetneutraal gebeurt door tarieven bij hogere vorderingen te verhogen. Met een ander wetsvoorstel wordt het de gerechten gemakkelijker gemaakt om onderling bijstand te verlenen. Beide wetsvoorstellen zijn in behandeling bij het parlement en kunnen naar verwachting in 2021 in werking treden. Om de rechtspraak maatschappelijk effectiever te maken, vinden bij de gerechten diverse experimenten plaats (buurt, schulden, multi-problematiek, echtscheidingen). Steeds duidelijker wordt wat daarbij wel of niet werkt. Op basis daarvan worden keuzes gemaakt over welke werkwijzen breder toegepast kunnen worden. Daarbij zal in 2021 naar verwachting ook gebruik kunnen worden gemaakt van de tijdelijke experimentenwet rechtspleging. Een eerste experiment is voorzien met een nabijheidsrechter.

Implementatie invoering intensivering rechtsbijstand bij ZSM

Er is in 2018 een business case opgesteld hoe de rechtsbijstand in ZSM- zaken te intensiveren. Dit houdt in dat in alle zaken die via ZSM worden gerouteerd, naast de reeds bestaande wettelijk verankerde vormen van rechtsbijstand (Salduz, bij politieverhoor en bij inverzekeringstelling), een vorm van consultatiebijstand en rechtsbijstand bij OM-afdoening zal worden verleend. Dit kan ook bij verdachten die in eerste instantie aangeven geen rechtsbijstand te willen. In 2020 is er een begin gemaakt met de intensivering van rechtsbijstand in ZSM-zaken door bij het opleggen van een OM-strafbeschikking bij aangehouden verdachten in misdrijfzaken voor bijstand van een advocaat te zorgen. In de loop van 2020 zal deze vorm van rechtsbijstand verder worden uitgebreid naar alle verdachten van misdrijfzaken. Er is in 2020 een kwartiermaker aangesteld die gaat zorgen voor verdere implementatie van intensivering van rechtsbijstand binnen het ZSM-proces. Deze acties lopen door in 2021. Voor de intensivering van rechtsbijstand in ZSM-zaken is jaarlijks € 10 mln. begroot binnen het totale budget voor gefinancierde rechtsbijstand.

Stelsel voor gesubsidieerde rechtsbijstand

In 2021 wordt de gefaseerde aanpak voor de herziening van het stelsel voor gesubsidieerde rechtsbijstand voortgezet. In de brief ‘contouren herziening stelsel gesubsidieerde rechtsbijstand’ zijn de contouren geschetst van het beoogde stelsel, dat volgens planning eind 2024 operationeel zal zijn. Samen met de professionals uit het veld worden de contouren verder geconcretiseerd, waarbij de volgende drie pijlers centraal staan: 1) laagdrempelige toegang, 2) verhogen kwaliteit en betere vergoedingen voor de professionals en 3) het voorkomen van onnodige geschillen tussen overheid en burger. Hierbij wordt een lerende aanpak gehanteerd waarbij stap voor stap en proefondervindelijk aan een nieuw stelsel wordt gebouwd. In 2021 loopt de pilotfase nog volop en wordt op verschillende locaties in het land, op verschillende rechtsgebieden en in samenwerking met betrokken partijen, waaronder gemeenten, aan diverse pilots en experimenten gewerkt. Zo werken we toe naar een stelsel waarin alle rechtzoekenden in Nederland met (juridische) vragen of problemen al dan niet met ondersteuning een route vinden naar een passend, kwalitatief hoogwaardig en duurzaam antwoord op de (juridische) kwestie waarvoor ze zich gesteld zien.

Wet bescherming koopvaardij

Het initiatiefvoorstel van Wet bescherming koopvaardij is begin 2019 door de Eerste Kamer aanvaard. Bij AMvB zal nader invulling worden gegeven aan het vergunningstelsel, toezicht etc. en bij AMvB zullen de financiële gevolgen verder in kaart worden gebracht. Wanneer alle lichten op groen staan kan mogelijk de inwerkingtreding van de wet en de nadere regelgeving in de loop van 2021 plaatsvinden.

Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (WPBR)

Eind 2019 is gestart met een wijzigingstraject van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (WPBR). Deze wet stamt uit 1997 en is aan aanpassing toe. Inmiddels hebben alle relevante ketenpartners en de branche hun wensen ten behoeve van de aanpassing van de WPBR kenbaar gemaakt. Door het uitbreken van coronacrisis heeft het proces enige vertraging opgelopen. Het voornemen is om in de loop van 2020 de aanpassingen te realiseren, zodat deze aan de Raad van State kan worden voorgelegd voor advies. De wet kan dan in 2021 worden ingediend bij Tweede Kamer.

Wetsvoorstel griffierechten

In maart 2020 is het wetsvoorstel wijziging Wet griffierechten burgerlijke zaken bij de Tweede Kamer ingediend. Het is de bedoeling dat de wet op 1 januari 2021 in werking treedt. In dit wetsvoorstel worden de tarieven voor de lagere vorderingen voor rechtspersonen en natuurlijke personen zo aangepast dat het griffierechttarief in een betere verhouding komt te staan tot de hoogte van de vordering. De tariefsaanpassingen zijn budgetneutraal.

Tabel 13 Tabel Budgettaire gevolgen van beleid artikel 32 (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

1.597.033

1.633.546

1.639.135

1.597.885

1.599.521

1.590.107

1.566.299

        

Apparaatsuitgaven

32.489

30.813

31.532

31.531

30.339

30.339

30.942

32.1 apparaatsuitgaven Hoge Raad

       

Personele uitgaven

27.668

27.611

28.319

28.318

27.806

27.803

28.406

waarvan eigen personeel

26.074

26.843

27.574

27.573

27.015

27.012

27.615

waarvan externe inhuur

1.594

768

745

745

791

791

791

Materiele uitgaven

4.821

3.202

3.213

3.213

2.533

2.536

2.536

waarvan ict

3.199

1.390

1.393

1.392

1.384

1.384

1.384

waarvan sso's

37

65

65

65

67

67

67

waarvan overig materieel

1.585

1.747

1.755

1.756

1.082

1.085

1.085

        

Programma-uitgaven

1.542.243

1.602.733

1.607.603

1.566.354

1.569.182

1.559.768

1.535.357

Waarvan juridisch verplicht

  

100%

    

32.2 Adequate toegang tot het rechtsbestel

       

Bijdrage ZBO's/RWT's

       

Raad voor Rechtsbijstand

51.743

27.201

27.595

27.595

27.595

27.595

27.595

Bureau Financieel Toezicht

6.956

7.865

7.789

7.789

7.789

7.789

7.789

Bijdrage medeoverheden

       

Overige Bijdrage medeoverheden

610

0

0

0

0

0

0

Subsidies

       

Stichting Geschillencommissies Consumentenzaken

508

525

544

552

552

552

552

Juridisch Loket

0

26.490

26.484

26.484

26.484

26.484

26.484

Overige Subsidies

183

136

136

136

136

136

136

Opdrachten

       

Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen

6.176

9.941

9.731

10.479

10.480

10.480

10.480

Toevoegingen rechtsbijstand

366.177

431.577

434.422

398.180

409.555

407.068

383.727

Mediation in Strafrecht

778

1.061

1.061

1.061

1.061

1.061

1.061

Overige Opdrachten

772

430

451

440

441

441

441

        

32.3 Optimale randvoorwaarden voor een doelmatig en doeltreffend rechtsbestel

       

Bijdrage ZBO's/RWT's

       

Autoriteit Persoonsgegevens

20.492

19.291

18.525

18.524

18.525

18.526

18.527

College voor de Rechten van de Mens

7.627

7.762

7.561

7.563

7.464

7.464

7.464

College Gerechtelijk Deskundigen

1.884

1.829

1.709

1.742

1.742

1.742

1.742

Stichting Advisering Bestuursrechtspraak

0

5.451

5.500

5.505

5.505

5.505

5.505

Overige Bijdrage ZBO's/RWT's

923

769

790

790

790

790

790

Bijdrage medeoverheden

       

Raad voor de rechtspraak

1.075.352

1.060.572

1.062.430

1.056.639

1.049.216

1.042.288

1.041.217

Overige Bijdrage medeoverheden

331

28

1.028

1.028

0

0

0

Subsidies

       

Rechtspleging

473

482

482

482

482

482

482

Wetgeving

1.193

1.256

1.256

1.256

1.256

1.256

1.256

Opdrachten

       

Opdrachten en onderzoeken rechtspleging

65

0

0

0

0

0

0

Overige Opdrachten

0

67

109

109

109

109

109

        

Ontvangsten

196.364

184.142

193.383

194.784

193.549

191.549

189.549

waarvan Griffierechten

165.259

171.753

175.857

177.258

176.023

174.023

172.023

waarvan Overig

31.105

12.389

17.526

17.526

17.526

17.526

17.526

Budgetflexibiliteit

Juridisch verplicht zijn de bijdragen aan ZBO’s en RWT’s. Dat geldt ook voor de bijdrage voor de kosten voor de rechtsbijstand in de vorm van toevoegingen en piketten (opdrachten) en de bijdrage aan de Raad voor de rechtspraak. Ook de opdrachten in het kader van de WSNP zijn volledig juridisch verplicht. Daarmee is 100% van de uitgaven die in de vorm van opdrachten worden gedaan juridisch verplicht.

De subsidies die op dit artikel worden verantwoord zijn geheel juridisch verplicht. Dit heeft in hoofdzaak betrekking op de subsidierelaties met de Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken (SGC), de Nederlandse Vereniging voor de rechtspraak (NVvR), de Academie voor Overheidsjuristen en de Academie voor Wetgeving.

32.1 Apparaatsuitgaven Hoge Raad

Hoge Raad (HR)

De Hoge Raad der Nederlanden is het hoogste rechtscollege in het Koninkrijk op het gebied van het civiele-, straf- en fiscale recht. De Hoge Raad bevordert de rechtseenheid en de rechtsontwikkeling. Ook kan hij rechtsbescherming bieden in de individuele zaken die aan hem worden voorgelegd. Hij doet dit door te beslissen op cassatieberoepen, die worden ingesteld om de raad te laten beoordelen of het gerechtshof — en in voorkomende gevallen de rechtbank — in zijn uitspraak het recht juist heeft toegepast en of de gegeven motivering deugdelijk is. Aan deze taken wordt tevens invulling gegeven door te beslissen op prejudiciële vragen in het civiele en fiscale recht en op vorderingen van de procureur-generaal bij de Hoge Raad tot cassatie in het belang der wet. De Hoge Raad en de procureur-generaal hebben daarnaast nog enkele bij wet opgedragen bijzondere taken.

32.2 Adequate toegang tot het rechtsbestel

Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s

Raad voor Rechtsbijstand (RvR)

Het betreft hier de financiering voor apparaatsuitgaven van de RvR. De RvR is belast met de uitvoering van de Wet op de rechtsbijstand, die er voor zorgt dat on- en mindervermogenden verzekerd zijn van toegang tot het rechtsbestel. Met ingang van begroting 2020 zijn de apparaatsuitgaven van de Raad voor Rechtsbijstand en het Juridisch Loket gesplitst weergegeven in de tabel Budgettaire gevolgen van beleid.

Bureau Financieel Toezicht (BFT)

Het Bureau Financieel Toezicht houdt financieel toezicht op notarissen en gerechtsdeurwaarders. Ook is het belast met het toezicht op de naleving van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (WWFT).

Subsidies

Stichting Geschillencommissies voor Consumentenzaken (SGC)

De SGC behandelt klachten van consumenten tegen ondernemers door middel van bindende adviezen. De SGC heeft op dit moment bijna 70 geschillencommissies die klachten in een groot aantal sectoren behandelen. De SGC ontvangt voor een deel van de kosten van de koepelorganisatie een subsidie van JenV. De geschillencommissies leveren met hun laagdrempelige werkwijze een belangrijke bijdrage aan duurzame geschil­ oplossing en vormen een alternatief voor de gang naar de rechter.

Stichting het Juridisch Loket (hJL)

Het betreft hier de financiering voor apparaatsuitgaven van het Juridisch loket. Het Juridisch Loket is een advies- en doorverwijsinstelling voor eerstelijns rechtshulp, die ervoor zorgt dat on- en mindervermogenden verzekerd zijn van toegang tot het rechtsbestel.Met ingang van begroting 2020 zijn de apparaatsuitgaven van de Raad voor Rechtsbijstand en het Juridisch Loket gesplitst weergegeven in de tabel Budgettaire gevolgen van beleid.

Overige subsidies

Dit betreft de subsidie die de SGC ontvangt voor de instandhouding van de commissie Algemeen (vangnetcommissie) ter uitvoering van de Implementatiewet buitengerechtelijke geschillenbeslechting consumenten.

Opdrachten

Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP)

Het bureau WSNP coördineert de uitvoering van de Wet schuldsanering en reguleert de kwaliteit van de bewindvoering, onder andere door het register WSNP en een helpdesk. Via het bureau WSNP wordt een bijdrage verstrekt aan de bewindvoerder die een schuldsaneringsprocedure naar behoren afwikkelt. Gespecialiseerde insolventierechters houden toezicht op de goede afwikkeling van de circa 9.700 nieuwe schuldsaneringen per jaar. De gemiddelde subsidie voor een schuldsaneringstraject bedraagt afgerond € 900 over een periode van gemiddeld 3 jaar.

Toevoegingen Raad voor Rechtsbijstand

De Raad voor Rechtsbijstand verstrekt toevoegingen aan een advocaat of mediator voor de verlening van rechtsbijstand aan rechtzoekenden met een laag inkomen en vermogen. In onderstaande tabel is een uitsplitsing in uitgaven en in aantallen weergegeven van de productiegegevens van de Raad over de verschillende onderdelen binnen de rechtsbijstand.

Tabel 14 Productiegegevens Raad voor Rechtsbijstand
 

20191

20202

2021

2022

2023

2024

2025

Strafzaken (ambtshalve)

       

Aantal afgegeven toevoegingen

38.189

36.046

36.028

35.921

35.845

35.806

35.806

Uitgaven (mln.)

63,4

65,3

65,3

62,2

62,1

62,0

62,0

        

Strafzaken (regulier)

       

Aantal afgegeven toevoegingen

75.672

76.312

76.057

75.835

75.597

75.464

75.464

Uitgaven (mln.)

49,8

56,8

56,7

50,4

50,2

50,1

50,1

        

Civiele zaken

       

Aantal afgegeven toevoegingen

179.054

202.228

202.851

203.616

202.664

201.462

201.184

Uitgaven (mln.)

119,3

153,3

153,8

138,0

137,3

136,5

136,3

        

Bestuur

       

Aantal afgegeven toevoegingen

63.807

57.296

57.821

56.306

56.006

55.388

55.388

Uitgaven (mln.)

42,2

43,2

43,6

37,9

37,7

37,3

37,3

        

Piketdiensten

       

Aantal afgegeven toevoegingen

112.659

114.407

114.428

113.982

113.836

113.646

113.646

Uitgaven (mln.)

38,9

43,9

43,9

41,3

41,2

41,1

41,1

        

Lichte adviestoevoeging

       

Aantal afgegeven toevoegingen

8.079

7.834

7.444

6.824

6.256

5.729

5.729

Uitgaven (mln.)

1,7

2,3

2,2

1,4

1,3

1,2

1,2

        

Asiel

       

Aantal afgegeven toevoegingen

34.234

30.097

30.097

30.097

30.097

30.097

30.097

Uitgaven (mln.)

45,7

44,7

44,7

42,3

42,3

42,3

42,3

        

Het Juridisch Loket

       

Aantal klantencontacten

734.000

761.910

761.910

761.910

761.910

761.910

761.910

Uitgaven (mln.)

25,7

26,5

26,5

26,5

26,5

26,5

26,5

        

Overige (mln.)3

€ 5,8

€ 22,5

€ 22,0

€ 22,1

€ 34,3

€ 32,0

€ 10,8

        

Uitvoeringslasten Rechtsbijstand

       

Raad voor Rechtsbijstand (mln.)

€ 25,2

€ 25,9

€ 26,3

€ 26,3

€ 26,3

€ 26,3

€ 26,3

        

Totaal uitgaven (mln.)

€ 417,8

€ 484,5

€ 484,9

€ 448,4

€ 459,2

€ 455,4

€ 434,0

1

De aantallen afgegeven toevoegingen in de tabel bij realisatie wijken af van de aantallen die vermeld worden in het Jaarverslag van de Raad voor Rechtsbijstand. Dit heeft te maken met het feit dat voor de financiering van de Raad voor Rechtsbijstand de aantallen over de periode 1 september t/m 31 augustus worden gehanteerd.

2

Het artikelonderdeel 32.2 met betrekking tot rechtsbijstand van de begroting van het Ministerie van Justitie en Veiligheid bestaat uit meerdere uitgaven. Naast de uitgaven aan het stelsel voor gesubsidieerde rechtsbijstand hebben de uitgaven betrekking op onder andere het Register beëdigde tolken en vertalers (Rbtv), ECC, ODR en uitgaven aan gerechtsdeurwaarders voor toevoegingszaken. In deze tabel zijn deze uitgaven aan Rbtv en gerechtsdeurwaarders voor toevoegingszaken buiten beschouwing gelaten.

3

Rogatoire commissie, inning en restitutie, investeringen/ implementatiekosten

32.3 Optimale randvoorwaarden voor een doelmatig en doeltreffend rechtsbestel

Bijdrage aan Raad voor de rechtspraak (Rvdr)

De Minister voor Rechtsbescherming bekostigt de rechtspraak via de Raad voor de rechtspraak. De Raad voor de rechtspraak is het landelijk orgaan van de Rechtspraak, die verder bestaat uit de rechtbanken, de gerechtshoven, de Centrale Raad van Beroep en het College van Beroep voor het Bedrijfsleven. De Raad bevordert de kwaliteit en eenheid van de rechtspraak, verzorgt de financiën, houdt toezicht en ondersteunt de bedrijfsvoering bij de gerechten. De Raad spreekt zelf geen recht. In dit artikelonderdeel wordt de totstandkoming van de bijdrage van de Minister voor Rechtsbescherming aan de Raad voor de rechtspraak toegelicht.

Prijsafspraken

In het besluit Financiering Rechtspraak 2005 is bepaald dat de prijzen voor de Rechtspraak voor een periode van drie jaar worden vastgesteld en opgenomen in de begroting van JenV. Er zijn in 2019 met de Rvdr prijzen overeengekomen voor de periode 2020-20229.

Instroom, financiering en productie

Conform de Wet op de rechterlijke organisatie heeft de Rvdr zijn begrotingsvoorstel ingediend bij de Minister voor Rechtsbescherming op basis van de in- en uitstroomramingen uit onder andere het Prognosemodel Justitiële ketens, op basis van de prijzen zoals zijn vastgelegd in het Prijsakkoord 2020-2022. Hieruit volgt dat de instroom naar boven is bijgesteld ten opzichte van de instroomprognose in de vorige begroting. Wel is er volgens de prognose een licht dalende instroom in de latere jaren.

Tabel 15 Instroomontwikkeling rechtspraak
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Instroom totaal aantal (x 1.000)

1.536

1.585

1.602

1.590

1.568

1.550

1.528

Jaarlijkse mutatie

1%

3%

1%

‒ 1%

‒ 1%

‒ 1%

‒ 1%

Tabel 16 Financiële bijdrage Raad voor de rechtspraak
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Begroting 2020 (x € 1.000)

 

1.023.674

1.030.369

1.030.988

1.021.586

1.009.974

1.004.974

Mutatie ( x € 1.000)

 

36.898

32.061

25.651

27.630

32.314

30.153

Begroting 2021 ( x € 1.000)

1.075.352

1.060.572

1.062.430

1.056.639

1.049.216

1.042.288

1.035.127

Met deze bijdrage is onderstaande productieafspraak met de Raad voor de rechtspraak gemaakt.

Tabel 17 Productieafspraak rechtspraak
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Productie totaal aantal (x 1.000)

1.536

1.530

1.537

1.531

1.508

1.496

1.460

Jaarlijkse mutatie

4%

0%

0%

0%

‒ 2%

‒ 1%

‒ 2%

Toelichting

In de mutatie in de bijdrage aan de Rechtspraak is onder meer compensatie voor loonontwikkeling (loonbijstelling) verwerkt, een verhoging vanwege geraamde groei van het aantal Vreemdelingenzaken (Meerjaren Productie Prognoses (MPP) Vreemdelingenketen) en een aanvulling in het kader van de versterking van de aanpak van ondermijning.

Bijdragen aan ZBO’s en RWT’s

Autoriteit Persoonsgegevens (AP)

De AP houdt toezicht op de naleving en toepassing van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), de Wet politiegegevens, de Wet basisregistratie personen en de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens. Met ingang van 25 mei 2018 is de AVG in werking getreden; deze vervangt de Wbp. JenV en de AP laten thans gezamenlijk extern onderzoek verrichten naar de grondslagen van de financiering van de AP.

College voor de Rechten van de Mens

Het College voor de Rechten van de Mens (hierna: het College) is het nationale mensenrechteninstituut van Nederland. Als onafhankelijke toezichthouder belicht, beschermt en bevordert het College de mensenrechten in zowel Europees als Caribisch Nederland. Daartoe voert het College de taken uit die bij de Wet College voor de rechten van de mens zijn opgedragen. Het College doet onderzoek, adviseert de regering en het parlement, rapporteert aan internationale comités, geeft voorlichting, bevordert mensenrechteneducatie en oordeelt in individuele gevallen over discriminatie. Het College is tevens toezichthouder voor het VN-verdrag handicap. Het rapporteert jaarlijks over de manier waarop dat verdrag in Nederland wordt uitgevoerd en nageleefd.

Nationaal Register Gerechtelijke Deskundigen (NRGD)

Het NRGD waarborgt en bevordert de kwaliteit van de inbreng van deskundigen in de rechtsgang. Indien een deskundige, zoals een psycholoog, toxicoloog of orthopedagoog, zich als gerechtelijk deskundige wil laten registreren, dient de aanmelding getoetst te worden door het NRGD. Het NRGD heeft een wettelijke basis (Wet deskundigen in strafzaken) en is onafhankelijk.

Stichting Advisering Bestuursrechtspraak (StAB)

De StAB adviseert, door middel van deskundigenberichten, op verzoek van de Raad van State en de rechtbanken over geschillen op het terrein van de fysieke leefomgeving zoals milieu, ruimtelijke ordening, water, bouw en schade. Met ingang van 2020 is de subsidiëring en ministeriële verantwoordelijkheid StAB overgegaan van het Ministerie van IenW naar het Ministerie van JenV.

Subsidies

Subsidie Rechtspleging

De subsidie Rechtspleging betreft met name een subsidie aan de Nederlandse Vereniging voor de Rechtspraak (NVvR).

Subsidie Wetgeving

De subsidie Wetgeving betreft een subsidie aan de Stichting Recht en Overheid (Academie voor Wetgeving en Academie voor Overheidsjuristen) en aan het Nederlandse Juristencomité voor de mensenrechten voor de bescherming van mensenrechten.

Ontvangsten

Griffierechten

Het Ministerie van JenV ontvangt griffierechten van burgers, overheden, bedrijven en ander rechtspersonen die civiele of bestuursrechtelijke procedures starten.

7

Zie: Wet op de rechtsbijstand, Wet op het notarisambt, Wet beëdigde tolken en vertalers

8

Zie: Wet op de schuldsanering natuurlijke personen

9

kamerstukken, 2019/20, 29 279, nr. 537

Licence