A. Algemene doelstelling
Het voortgezet onderwijs zorgt dat leerlingen in deze fase van de doorlopende leerlijn hun talenten maximaal kunnen ontplooien en vervolgonderwijs kunnen volgen dat het beste past bij hun talenten. Het bereidt hen voor op volwaardige deelname aan de samenleving en een bij hun talenten passende (toekomstige) positie op de arbeidsmarkt.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De Minister is verantwoordelijk voor een voortgezet onderwijsstelsel dat zodanig functioneert, dat het onderwijs aansluit bij de talenten en de ambities van individuele leerlingen en bij de behoeftes van de maatschappij.
Financieren
De Minister is verantwoordelijk voor de financiering van het voortgezet onderwijs door lumpsumbekostiging van de onderwijsinstellingen. Hierdoor wordt de toegankelijkheid van het onderwijs gewaarborgd.
Stimuleren
De Minister stimuleert specifieke onderwerpen door het verstrekken van (aanvullende) bekostiging, subsidies en de inzet van andere instrumenten zoals overleg, voorlichting, (prestatie)afspraken en wet- en regelgeving.
Regisseren
De Minister vult zijn verantwoordelijkheid voor de onderwijskwaliteit van het onderwijs in via een regisserende rol. De normeisen van kwaliteit zijn vastgelegd in wet- en regelgeving; de Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de naleving.
Indicatoren/kengetallen
Indicatoren voor het stelsel voortgezet onderwijs worden beschreven in Trends in Beeld en in het Onderwijsverslag 2016–2017.
Doelstelling/indicator | Basiswaarde (jaartal) | Realisatie (jaartal) | Realisatie (jaartal) | Streefwaarde | Bron | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | Ambitieus onderwijs dat alle leerlingen en studenten uitdaagt | ||||||||
a) | Alle leerlingen en studenten worden uitgedaagd | ||||||||
• | Aandeel toptalentleerlingen dat zich vaak of bijna altijd verveelt omdat de lesstof te makkelijk is of omdat hij/zij eerder klaar is dan de rest1 | 56%2 (2014) | 24% (2015) | 20% (2017) | 41% (2016) 25% (2018) | ||||
• | Aandeel scholen dat aandacht heeft voor toptalenten in de vorm van uitdagend aanbod of talentprogramma’s | 82% (2015) | 82% (2015) | 84% (2017) | 100% (2018) | ||||
• | Aandeel thuiszittende leerlingen dat drie of meer maanden thuis zit zonder passend onderwijsaanbod3 | 0,17% (2014–2015) | 0,19% (2015–2016) | 0,14% (2016–2017) | 0,10% (2017) 0% (2020) | Leerplicht-telling 2015–2016 | |||
b) | Vergroten studiesucces | ||||||||
• | Aandeel zittenblijvers4 | 5,9% (2013) | 5,7% (2015–2016) | 5,7% (2016–2017) | 4,7% (2017) 3,9% (2020) | DUO | |||
2 | Scholen en instellingen werken met goed opgeleide en professionele leraren en schoolleiders die samen zorgen voor een veilig en ambitieus leerklimaat | ||||||||
a) | Vergroten kwaliteit leraren en schoolleiders | ||||||||
• | Aandeel lessen dat wordt gegeven door daartoe bevoegde en benoembare leraren5 | 83,5% (2011) | 94,8% (2015) | 95,2% (2016)6 | 96% (2016) 100% (2020) | IPTO | |||
• | Aandeel leraren met een afgeronde hbo of wo master-opleiding7 | vo | 33% (2013) | 37% (2015) | 38%(2016)6 | 40% (2017) 50% (2020) | Onderwijs werkt!; Regioplan en IPTO | ||
Boven-bouw vo8 | 53% (2013) | 63% (2015) | 63%(2016)6 | Hoger (2017) 80–85% (2020) | Onderwijs Werkt!; Regioplan en IPTO | ||||
• | Aandeel leraren met ten minste drie jaar ervaring dat de algemeen didactische vaardigheden beheerst9 | 76% (2013) | 64% (2015) | 67% (2016) | 90% (2017) 100% (2020) | Inspectie van het Onderwijs | |||
• | Aandeel leraren met ten minste tien jaar ervaring dat de differentiatie vaardigheden beheerst10 | 34% (2013) | 34% (2015) | 33% (2016) | 40% (2017) 100% (2020) | Inspectie van het Onderwijs | |||
b) | Verbetercultuur | ||||||||
• | Aandeel leraren dat deelneemt aan peer review | 63% (2014) | 63% (2015) | 68% (2016)11 | 81% (2017) 100% (2020) | Onderwijs werkt!; Regioplan | |||
c) | Veilig leerklimaat | ||||||||
• | Aandeel leerlingen dat zich veilig voelt | 93% (2012) | 94% (2014) | 95% (2016)11 | Stabiel of hoger (2017, 2020) | ||||
3 | Scholen en instellingen maken resultaten inzichtelijk en worden aangesproken op hun prestaties | ||||||||
• | Aandeel scholen dat Vensters volledig heeft ingevuld | 94% (2014) | 92% (2016) | 92% (2017) | Hoger (2016) 100% (2017) | VO-raad | |||
• | Aandeel scholen dat opbrengstgericht werkt | 47%12 (2012–2013) | 61% (2014–2015) | 64% (2015–2016)3 | 77% (2017) 100% (2020) | Onderwijs-verslag; Inspectie van het Onderwijs | |||
• | Aandeel (zeer) zwakke afdelingen dat zich binnen de gestelde termijn verbetert13 | 72% (2011–2012) | 67% (2013–2014) | 73% (2015–2016)3 | 90% (2016) 100% (2017–2018) | Onderwijs-verslag; Inspectie van het Onderwijs | |||
• | Aantal voortijdig schoolverlaters (vo/mbo) | 41.800 (2009) | 22.948 (2015–2016) | 23.793 (2016–2017) | 20.000 (2019/2020) | DUO | |||
4 | Aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt verbeteren | ||||||||
• | Aandeel leerlingen in de beroepsgerichte leerweg van het vmbo dat kiest voor techniek | 23% (2012) | 26% (2016) | 24% (2017) | 30% (2017) | DUO |
De indicator «Aandeel leerlingen dat zich uitgedaagd voelt in het onderwijs» is gewijzigd. Deze indicator en streefwaarde sluit beter aan bij de vraagstelling uit de peiling in 2014.
Basis-, en streefwaarde zijn veranderd t.o.v. begroting/jaarverslag 2016 ten gevolge van een andere meetmethode (zie ook jaarverslag 2015).
Om eenduidigheid te creëren tussen de afspraken in het sectorakkoord vo en de begroting, is de indicator aangepast. De waardes zijn gelijk gebleven aan de voorgaande begroting.
Gegevens over 2017 zijn pas beschikbaar na vaststelling van dit jaarverslag en daarom zijn hier de cijfers voor 2016 opgenomen.
Dit betreft het aandeel afdelingen dat adequaat fase 1 doorloopt (meten en analyseren van behaalde resultaten van leerlingen).
Deze indicator is gewijzigd ten opzichte van de begroting 2016. Hiermee is het een samengestelde indicator geworden van de indicatoren «aandeel zwakke afdelingen dat zich binnen twee jaar verbetert» en de indicator «aandeel zeer zwakke afdelingen dat zich binnen een jaar verbetert». Op deze manier kunnen cohorten zwakke en zeer zwakke afdelingen vergeleken worden. Hiermee wordt afgeweken van de meetmethode in de Staat van het Onderwijs van de Inspectie van het Onderwijs. Bij de meetmethode van de inspectie is er immers het risico dat de uitkomsten teveel door toeval beïnvloed worden.
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|
1. | Totaal aantal ingeschreven leerlingen1 Nader te verdelen in: | 946.500 | 956.600 | 966.200 | 970.100 | 961.000 | |
• | Vmbo, excl. lwoo (excl. «groen onderwijs») | 319.800 | 324.400 | 326.300 | 310.000 | 306.400 | |
• | Lwoo (excl. «groen onderwijs») | 90.700 | 90.400 | 89.900 | 82.600 | 71.700 | |
• | Havo | 249.900 | 252.700 | 256.200 | 259.000 | 261.300 | |
• | Vwo | 251.700 | 254.000 | 258.500 | 282.700 | 286.000 | |
• | Pro | 28.300 | 28.900 | 29.400 | 29.400 | 29.200 | |
• | Vavo | 6.100 | 6.200 | 6.100 | 6.400 | 6.600 | |
2. | Uitgaven per leerling (x €)2 | 7.901 | 7.690 | 7.978 | 8.198 | 8.360 | |
3. | Totaal aantal scholen | 646 | 643 | 641 | 640 | 644 | |
4. | Gemiddeld aantal leerlingen per school | 1.451 | 1.465 | 1.488 | 1.516 | 1.492 |
Op de teldatum. Ten behoeve van de nadere verdeling in de diverse schoolsoorten zijn de leerlingen uit de brugklassen toebedeeld. Vanwege een wijziging in deze toedeling is er vanaf 2016 een verschil te zien in de leerlingenaantallen in de verschillende schoolsoorten ten opzichte van de jaren ervoor.
Bron: DUO
C. Beleidsconclusies
Het op dit artikel uitgevoerde beleid en de bijbehorende resultaten waren het afgelopen jaar conform de verwachtingen zoals opgenomen in de begroting. Er zijn geen grote afwijkingen of noodzaak tot bijstelling aan het licht gekomen. Voor het behalen van de beleidsdoelen zijn indicatoren opgenomen. De meeste indicatoren laten een lichte of een duidelijke vooruitgang zien. Deze indicatoren zijn begin 2014 vastgesteld in het kader van het Sectorakkoord VO 2014–2017. Een Kamerbrief (Kamerstuk 31 293-383) over de tussenevaluatie van het sectorakkoord VO is eind december naar uw Kamer gestuurd. De evaluatie laat een gevarieerd beeld zien. Bij onderwerpen als uitdagend onderwijs, burgerschapsonderwijs en opbrengstgericht werken is vooruitgang te zien. Andere onderwerpen, zoals het aantal masteropgeleide leraren en gedifferentieerd onderwijs vergen een langere adem. Verder zijn er met de VO-raad afspraken gemaakt om duurzame onderwijsverbeteringen te stimuleren. Op alle doelstellingen met meetbare indicatoren is vooruitgang geboekt. Ook op het gebied van kansengelijkheid zijn stappen gezet. Zo is de Gelijke Kansen Alliantie gelanceerd. Gemeenten, scholen en maatschappelijke organisaties hebben de handen ineen geslagen om gelijke kansen in het onderwijs een sterke impuls te geven. Daarnaast zijn de doorstroomprogramma’s po-vo en vmbo-mbo/havo gestart in 2017. Deze doorstroomprogramma’s helpen de overgang voor leerlingen tussen verschillende scholen of niveaus te versoepelen, wat bijdraagt aan gelijke kansen.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2017 | 2017 | |||
Verplichtingen | 7.829.613 | 7.486.937 | 8.024.207 | 7.942.036 | 8.326.918 | 7.893.559 | 433.359 | ||
Waarvan garantieverplichtingen | 137.811 | 39.139 | 21.057 | 39.487 | 45.105 | 45.105 | |||
Uitgaven | 7.436.116 | 7.315.883 | 7.662.616 | 7.951.000 | 8.143.906 | 7.927.940 | 215.966 | ||
Bekostiging | 7.285.370 | 7.157.951 | 7.503.239 | 7.800.337 | 7.992.965 | 7.791.583 | 201.382 | ||
• | Hoofdbekostiging | 6.912.985 | 6.855.763 | 7.165.499 | 7.359.766 | 7.545.671 | 7.322.812 | 222.859 | |
– | Bekostiging Voortgezet Onderwijs lumpsum | 6.899.921 | 6.276.935 | 6.557.349 | 6.723.308 | 6.890.750 | 6.692.878 | 197.872 | |
– | Bekostiging lichte ondersteuning lwoo/pro | 566.334 | 592.409 | 621.677 | 639.339 | 617.333 | 22.006 | ||
– | Bekostiging Caribisch Nederland | 13.064 | 12.494 | 15.741 | 14.781 | 15.582 | 12.601 | 2.981 | |
• | Prestatiebox | 148.770 | 149.854 | 176.884 | 200.850 | 259.356 | 257.824 | 1.532 | |
– | Regeling prestatiebox Voortgezet Onderwijs | 148.770 | 149.854 | 176.884 | 200.850 | 259.356 | 257.824 | 1.532 | |
• | Aanvullende bekostiging | 223.615 | 152.334 | 160.856 | 239.721 | 187.938 | 210.947 | –23.009 | |
– | Regeling aanvullende bekostiging maatschappelijke stage in het vo | 47.924 | 48.425 | 0 | |||||
– | Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang vmbo-mbo2 | 27.366 | 18.600 | 0 | |||||
– | Regeling IGVO (Internationaal Georiënteerd Voortgezet Onderwijs) | 3.746 | 3.505 | 3.120 | 3.515 | 3.906 | 3.562 | 344 | |
– | Regeling leerplusarrangement en eerste opvang nieuwkomers | 76.085 | 80.382 | 96.578 | 161.929 | 109.922 | 128.649 | –18.727 | |
– | Regeling regionaal zorgbudget en reboundvoorzieningen | 66.972 | 0 | ||||||
– | Regeling visueel gehandicapten | 1.317 | 1.300 | 0 | |||||
– | Regeling bekostiging kenniscentra voor leerwerktrajecten vmbo | 205 | 122 | 250 | –250 | ||||
– | Regeling functiemix VO Randstadregio's | 61.158 | 61.197 | 61.214 | 61.386 | –172 | |||
– | Resultaatafhankelijke bekostiging vroegtijdig schoolverlaters voor VO-scholen | 13.080 | 12.896 | 17.100 | –4.204 | ||||
Subsidies | 52.725 | 51.025 | 57.773 | 51.513 | 54.473 | 53.065 | 1.408 | ||
– | Stichting Kennisnet (basissubsidie) po, vo, mbo | 19.500 | 17.500 | 12.000 | 12.300 | 12.280 | 12.000 | 280 | |
– | ICT-projecten (incl. Transparantie) | 570 | 1.390 | 700 | 3.293 | 6.172 | 7.400 | –1.228 | |
– | Beter presteren (Scholen aan Zet en Platform Beta en Techniek) | 57 | 0 | ||||||
– | Onderwijs Bewijs | 2.910 | 1.468 | 942 | 656 | 0 | |||
Regionale verwijzingscommissies VO | 6.985 | 6.867 | 7.103 | 0 | |||||
– | Pilots zomerscholen | 4.501 | 8.750 | 8.276 | 9.000 | –724 | |||
– | Overige projecten | 22.703 | 23.800 | 32.527 | 26.514 | 27.745 | 24.665 | 3.080 | |
Opdrachten | 1.393 | 2.513 | 2.360 | 3.730 | 4.981 | 1.991 | 2.990 | ||
– | In- en uitbesteding | 1.393 | 2.513 | 2.360 | 3.730 | 4.981 | 1.991 | 2.990 | |
Bijdrage aan agentschappen | 31.195 | 37.072 | 31.192 | 30.311 | 32.310 | 27.401 | 4.909 | ||
– | Dienst Uitvoering Onderwijs | 31.195 | 37.072 | 31.192 | 30.311 | 32.310 | 27.401 | 4.909 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 65.000 | 67.126 | 67.961 | 64.768 | 58.969 | 45.649 | 13.320 | ||
– | ZBO: College voor Toetsen en Examens | 11.153 | 10.785 | 11.052 | 11.733 | 12.718 | 6.248 | 6.470 | |
– | SLOA: onderwijs ondersteunende instellingen po/vo/mbo (incl. examens) | 53.847 | 56.341 | 56.909 | 53.035 | 46.251 | 39.401 | 6.850 | |
Bijdragen aan medeoverheden | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 8.000 | – 8.000 | ||
– | Uitwerkingsakkoord VNG | 0 | 8.000 | –8.000 | |||||
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | 433 | 196 | 91 | 157 | 208 | 251 | – 43 | ||
– | GRAZ (ECML) en PISA | 433 | 196 | 91 | 157 | 208 | 251 | –43 | |
Garantie-uitgaven | 184 | 0 | 0 | 0 | |||||
– | Garantie-uitgaven | 184 | 0 | ||||||
Ontvangsten | 20.143 | 8.588 | 8.795 | 7.936 | 9.173 | 7.361 | 1.812 |
E. Toelichting op de instrumenten
De realisatie van de uitgaven 2017 is € 216,0 miljoen hoger dan oorspronkelijk begroot. De realisatie van de ontvangsten is € 1,8 miljoen hoger dan oorspronkelijk begroot.
De ophoging van de garantieverplichtingen ter grootte van € 45,1 miljoen is het gevolg van leningen/rekening-courantkredieten aan onderwijsinstellingen. Deze leningen worden door middel van schatkistbankieren verstrekt. Het Ministerie van OCW staat voor deze leningen garant. Deze verplichtingen worden niet geraamd.
Bekostiging
Hoofdbekostiging
Bekostiging voortgezet onderwijs lumpsum
Schoolbesturen in het voortgezet onderwijs ontvangen bekostiging van het Rijk via de lumpsum. De realisatie op de bekostiging Voortgezet Onderwijs lumpsum is € 197,9 miljoen hoger dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. De belangrijkste oorzaak is het toekennen van de loon- en prijsbijstelling voor 2017 van € 176,5 miljoen. Dit was niet opgenomen in de oorspronkelijk vastgestelde begroting. Daarnaast wordt de hogere realisatie veroorzaakt doordat in de regeling eerste opvang nieuwkomers ook een deel voor reguliere bekostiging is inbegrepen (€ 20,2 miljoen). De realisatie op het reguliere deel is in dit bedrag opgenomen. Daarnaast zijn er hiervoor middelen overgeboekt vanuit de eerste opvang nieuwkomers.
Bekostiging lichte ondersteuning lwoo/pro
Vanaf 1 januari 2016 is de bekostiging voor de lichte ondersteuning voor het leerwegondersteunend en praktijkonderwijs (lwoo/pro) geïntegreerd in het kader van passend onderwijs. Deze bekostiging is opgesplitst in een deel basisbekostiging en een deel ondersteuningsbekostiging lwoo/pro. De realisatie op de bekostiging lichte ondersteuning lwoo/pro is € 22,0 miljoen hoger dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. De verklaring hiervoor is het toekennen van de loon- en prijsbijstelling voor een bedrag van € 14,8 miljoen en een hoger aantal leerlingen dan oorspronkelijk was voorzien bij de raming van het budget (€ 7,2 miljoen).
Bekostiging Caribisch Nederland
Het Rijk verstrekt bekostiging ten behoeve van scholen in Caribisch Nederland. Het betreft schoolbesturen op de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba. De realisatie op de bekostiging van Caribisch Nederland is € 3,0 miljoen hoger dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. De duurdere dollar is de belangrijkste oorzaak (€ 2,8 miljoen).
Prestatiebox
Regeling Prestatiebox Voortgezet Onderwijs
Voor het realiseren van de afspraken in het sectorakkoord met de VO-raad ontvangen schoolbesturen extra middelen via de prestatiebox. De realisatie op de regeling Prestatiebox Voortgezet Onderwijs is € 1,5 miljoen hoger dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting.
Aanvullende bekostiging
Regeling IGVO (Internationaal Georiënteerd Voortgezet Onderwijs)
De realisatie op de Regeling IGVO (bekostiging van het internationaal georiënteerd voortgezet onderwijs) is € 0,3 miljoen hoger dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting.
Regeling leerplusarrangement en eerste opvang nieuwkomers
De realisatie op de Regeling leerplusarrangement en eerste opvang nieuwkomers is € 18,7 miljoen lager dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. De bekostiging van nieuwkomers eerste categorie (nieuwkomer op 1 oktober 2015 nog niet in Nederland) is opgedeeld in een regulier en in een aanvullend deel. Het budget voor het reguliere deel van de bekostiging van nieuwkomers eerste categorie staat, samen met het aanvullende deel, op de begroting onder de aanvullende bekostiging. Het budget voor het reguliere deel is overgeboekt naar de hoofdbekostiging in 2017. Deze overboeking zorgt ervoor dat de realisatie op de eerste opvang nieuwkomers lager uitvalt (€ 20,2 miljoen).
Regeling functiemix VO Randstadregio’s
In het Aktieplan LeerKracht van Nederland zijn afspraken gemaakt over de versterking van de functiemix in de zogenoemde Randstadregio’s. De realisatie op de Regeling functiemix VO Randstadregio’s is € 0,2 miljoen lager dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting.
Resultaat afhankelijke bekostiging vroegtijdig schoolverlaters (vsv) VO
Voor het aanpakken van schooluitval ontvangen schoolbesturen resultaatafhankelijke bekostiging De realisatie op de regeling Resultaatafhankelijke bekostiging vroegtijdig schoolverlaters (vsv) VO is € 4,2 miljoen lager dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. De oorzaak ligt in een verschuiving in de regeling tussen de beschikbare budgetten voor vaste en resultaatafhankelijke delen. Deze delen kennen een verschillend betaalritme waardoor tussen de schooljaren 2016/2017 en 2017/2018 incidenteel minder wordt gerealiseerd.
Subsidies
Om de realisatie van verschillende beleidsdoelstellingen te bewerkstelligen worden subsidies verstrekt. De grootste hiervan zijn de subsidies voor Stichting Kennisnet en voor de pilots zomerscholen. Stichting Kennisnet ondersteunt onderwijsinstellingen in het primair-, voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs bij het benutten van ICT. De pilots zomerscholen hebben als doel om het zittenblijven tegen te gaan door middel van scholing in de mei- en zomervakanties. De realisatie op de subsidies is € 1,4 miljoen hoger dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting.
Opdrachten
Door middel van opdrachten worden beleidsgerichte activiteiten en onderzoeken uitgevoerd. Onder deze post vallen middelen voor diverse beleidsgerichte activiteiten en onderzoeken zoals de Nationale Schoolleiderstop, verkenning regionale samenwerking en vaststellen schoolvakanties.
Bijdragen aan agentschappen
Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO)
DUO is de uitvoeringsinstantie van het Ministerie van OCW en levert producten en diensten op het terrein van bekostiging van instellingen, financiering van studenten en informatievoorziening. Het betreft het aandeel in de uitvoeringskosten van DUO voor dit begrotingsartikel.
Bijdrage aan ZBO’s en RWT’s
ZBO: College voor Toetsen en Examens
Het College voor Toetsen en Examens (CvTE) zorgt voor uitvoerende werkzaamheden met betrekking tot de centrale examens in het reguliere voortgezet onderwijs, het middelbaar beroepsonderwijs, de volwasseneneducatie, de staatsexamens voor het voortgezet onderwijs en Nederlands als tweede taal (NT2). Het budget voor het CvTE is € 6,5 miljoen verhoogd door overboekingen voor het uitvoeren van diverse projecten (onder andere staatsexamens NT2 (MBO), taal en rekenen en toetsen (onder andere Eindtoets PO)) in 2017.
SLOA: onderwijs ondersteunende instellingen primair-, voortgezet- en beroepsonderwijs en volwasseneneducatie
Op 1 januari 2014 is de wet SLOA 2013 (Stb. 2013, 438) in werking getreden. De wet biedt de wettelijke grondslag voor subsidiëring van de wettelijke taken van Stichting Cito en SLO. Het budget is met € 6,9 miljoen verhoogd door overboekingen voor het uitvoeren van diverse projecten (onder andere voor de centraal ontwikkelde toetsen taal en rekenen po en mbo) in 2017.
Bijdrage aan medeoverheden
Het Ministerie van OCW draagt voor € 8 miljoen bij aan onderwijshuisvestingskosten van gemeenten, daarom is dit bedrag overgeboekt naar het Ministerie van BZK ten behoeve van het gemeentefonds. Deze bijdrage is afgesproken in het uitwerkingsakkoord over de verhoogde asielinstroom van april 2016.
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties
Het European Centre for Modern Languages (ECML) ontvangt een bijdrage voor onderzoek naar talenonderwijs. Het Organisation for Economic Co-operation and Development (OECD) ontvangt een bijdrage ten behoeve van PISA. De realisatie op de bijdragen aan (inter-) nationale organisaties is € 0,04 miljoen lager dan de oorspronkelijke begroting.
Ontvangsten
In 2017 is € 1,8 miljoen meer ontvangen dan begroot.