A. Algemene doelstelling
Het primair onderwijs zorgt dat leerlingen in de eerste fase van de doorlopende leerlijn hun talenten maximaal kunnen ontplooien en vervolgonderwijs kunnen volgen dat het beste past bij hun talenten. Het legt bovendien de basis voor de huidige en toekomstige deelname van deze leerlingen aan de samenleving.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De Minister is verantwoordelijk voor een stelsel van primair onderwijs dat zodanig functioneert dat het onderwijs aansluit bij de talenten van individuele leerlingen en bij de behoeftes van de maatschappij.
Financieren
De Minister is verantwoordelijk voor de financiering van het onderwijs door lumpsumbekostiging van de onderwijsinstellingen. Hierdoor wordt de toegankelijkheid van het onderwijs gewaarborgd.
Stimuleren
De Minister stimuleert specifieke beleidsonderwerpen door het verstrekken van (aanvullende) bekostiging, subsidies en de inzet van andere instrumenten zoals overleg, voorlichting, (prestatie)afspraken en wet- en regelgeving.
Regisseren
De Minister vult zijn verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs in via een regisserende rol. De normeisen van kwaliteit zijn vastgelegd in wet- en regelgeving; de Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de naleving.
Indicatoren/kengetallen
De indicatoren voor het stelsel van primair onderwijs worden beschreven in Trends in Beeld en in het Onderwijsverslag 2016–2017.
Doelstelling/indicator | Basiswaarde (jaartal) | Realisatie (jaartal) | Realisatie (jaartal) | Streefwaarde (jaartal) | Bron | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | Ambitieus onderwijs dat alle leerlingen en studenten uitdaagt | ||||||
a) | Alle leerlingen en studenten worden uitgedaagd | ||||||
• | Aandeel scholen dat leerlingen begeleidt in het ontdekken en ontwikkelen van hun talenten | 47% (2015) | 67% (2016) | 65% (2017) | 79% (2018) 100%(2020) | ||
• | Aandeel thuiszittende leerlingen dat drie of meer maanden thuis zit zonder passend onderwijsaanbod1 | 0,07% (2014–2015) | 0,08% (2015–2016) | 0,09% (2016–2017) | 0% (2020) | Leerplichttelling 2016–2017 | |
b) | Vergroten studiesucces | ||||||
• | Aandeel leerlingen dat het referentieniveau voor lezen behaalt | 99% (2015–2016) | – | 98% (2016–2017) | Niet benoemd | College voor Toetsen en Examens | |
• | Aandeel leerlingen dat het referentieniveau voor taalverzorging behaalt | 95% (2015–2016) | – | 96% (2016–2017) | Niet benoemd | College voor Toetsen en Examens | |
• | Aandeel leerlingen dat het referentieniveau voor rekenen behaalt | 87% (2015–2016) | – | 93% (2016–2017) | Niet benoemd | College voor Toetsen en Examens | |
• | Aandeel zittenblijvers2 | 2,2% (2013–2014) | 1,8% (2015–2016) | 1,7% (2016–2017) | 1,5% (2020) | DUO | |
2 | Scholen en instellingen werken met goed opgeleide en professionele leraren en schoolleiders die samen zorgen voor een veilig en ambitieus leerklimaat | ||||||
a) | Vergroten kwaliteit leraren en schoolleiders | ||||||
• | Aandeel leraren met een afgeronde wo-bachelor of hbo-/wo masteropleiding | 20% (2013) | 21% (2015) | 22% (2016)3 | 25% (2018) 30% (2020) | Onderwijs Werkt!; Regioplan en DUO | |
• | Aandeel leraren met ten minste drie jaar ervaring dat de algemeen didactische vaardigheden beheerst4 | 85% (2013) | 83% (2014) | 84% (2015)5 | 96% (2018) 100% (2020) | Onderwijsverslag; Inspectie van het Onderwijs | |
• | Aandeel leraren met ten minste tien jaar ervaring dat de differentiatie vaardigheden beheerst6 | 56% (2013) | 62% (2014) | 56% (2015)5 | 79% (2018) 100% (2020) | Onderwijsverslag; Inspectie van het Onderwijs | |
b) | Verbetercultuur | ||||||
• | Aandeel leraren dat deelneemt aan peer review | 62% (2014) | 57% (2015) | 74% (2016)7 | 87% (2018) 100% (2020) | Onderwijs werkt!; Regioplan (2014–2015) PoMo (BZK, 2016) | |
• | Aandeel leraren dat is geregistreerd in het lerarenregister (po/vo/mbo) | 8% (2014) | 28% (2016) | 35% (2017) | 100% (2019) | Lerarenregister | |
• | Aandeel schoolleiders dat is geregistreerd in het schoolleidersregister | 31% (2015) | 50% (2016) | 69% (2017) | 100% (2018) | Schoolleiders-register po | |
c) | Veilig leerklimaat | ||||||
• | Aandeel leerlingen dat zich veilig voelt | 95% (2012) | 97% (2014) | 97% (2016)7 | Stabiel of hoger (2017; 2020) | ||
3 | Scholen en instellingen maken resultaten inzichtelijk en worden aangesproken op hun prestaties | ||||||
• | Aandeel scholen dat Vensters volledig heeft ingevuld8 | 5,3% (2014) | 21% (2016) | 35% (2017)9 | 100% (2017) | PO-Raad | |
• | Aandeel scholen dat op alle indicatoren van kwaliteitszorg voldoende scoort | 38% (2012–2013) | 44% (2013–2014) | 41% (2014–2015)10 | Stabiel of hoger (2017); hoger (2020) | Onderwijsverslag; Inspectie van het Onderwijs | |
• | Aandeel (zeer) zwakke scholen dat zich binnen een jaar verbetert | 27% (2012–2013) | 36% (2014–2015) | 41% (2015–2016)11 | 60% (2016) 100% (2017–2018) | Onderwijsverslag; Inspectie van het Onderwijs | |
• | Oordeel ouders over betrokkenheid | Cijfer 7 (2012) | Cijfer 7 (2012) | Cijfer 7 (2014)12 | Stabiel of hoger (2017); hoger (2020) |
Basis-, tussen- en streefwaarde zijn veranderd t.o.v. begroting 2016 ten gevolge van een andere meetmethode (zie ook Jaarverslag 2015).
Gegevens over 2017 zijn pas beschikbaar na vaststelling van dit jaarverslag en daarom zijn hier de cijfers voor 2016 opgenomen.
De omvang van de steekproef is i.v.m. toezichtsplanning zodanig gereduceerd, dat er grote marges in de nauwkeurigheid zijn ontstaan. Op aanraden van de Inspectie worden de nieuwe cijfers van po niet vergeleken met de oude in de tabel. Is ook zo in voetnoot aangegeven in beleidsverslag 2016.
Voor het po gaat het om het aandeel scholen dat de decentrale indicatoren uit Vensters PO voor minimaal 80 procent ingevuld heeft. Alle po-scholen hebben in principe de centrale indicatoren ingevuld.
Dit betreft het aandeel leraren dat zich heeft aangemeld (dus niet perse geregistreerd) in het vrijwillige lerarenregister.
De Inspectie van het Onderwijs heeft de meetmethode tweemaal sterk aangepast. Op aanraden van de Inspectie worden de nieuwe waarden niet vergeleken met de oude.
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | Raming 2017 | Realisatie 2017 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Leerlingen basisonderwijs | |||||||
• | geen gewicht | 1.315,4 | 1.310,3 | 1.309,2 | 1.302,8 | 1.302,0 | 1.295,4 |
• | gewicht 0,3 | 87,4 | 78,5 | 70,2 | 64,5 | 63,4 | 60,7 |
• | gewicht 1,2 | 73,7 | 68,6 | 63,7 | 60,1 | 56,4 | 58,2 |
Subtotaal1 | 1.476,5 | 1.457,3 | 1.443,1 | 1.427,5 | 1.421,8 | 1.414,3 | |
Leerlingen trekkende bevolking2 | 0,5 | 0,5 | 0,4 | 0,4 | 0,2 | 0,4 | |
Totaal1 | 1.477,0 | 1.457,8 | 1.443,5 | 1.427,9 | 1.422,0 | 1.414,7 | |
Leerlingen in het speciaal basisonderwijs | 38,2 | 36,8 | 34,7 | 33,9 | 32,1 | 34,0 | |
Leerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs | 71,2 | 70,9 | 68,2 | 67,1 | 64,1 | 67,5 | |
Totaal PO | 1.586,4 | 1.565,5 | 1.546,4 | 1.528,9 | 1.518,2 | 1.516,2 |
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | Raming 2017 | Realisatie 2017 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Primair onderwijs1 | 6,4 | 6,2 | 6,4 | 6,6 | 6,7 | 6,9 |
C. Beleidsconclusies
Het op dit artikel uitgevoerde beleid en de bijbehorende resultaten waren het afgelopen jaar grotendeels conform de in de begroting gestelde doelen. In het beleidsverslag is al aangegeven dat op het gebied van het bevorderen van kansengelijkheid duidelijke stappen zijn gezet, dat de voorgenomen (gedeeltelijke) invoering van de Wet op het beroep van leraar en het lerarenregister is gerealiseerd en dat de voorbereidingen zijn afgerond voor de ontwikkelfase van het toekomstbestendig curriculum. Ook is een bijzondere bekostiging ingevoerd voor onderwijs aan asielzoekers gedurende het tweede jaar in Nederland. Weerbarstiger bleek het bereiken van onze ambities ten aanzien van de didactische vaardigheden van docenten (met name differentiatie) en ten aanzien van het aantal masteropgeleide docenten. Wel is de voorgenomen vooruitgang bij de begeleiding van startende leraren gerealiseerd. De deelname van scholen aan Vensters voor verantwoording is weliswaar gestegen, maar bleef sterk achter bij de verwachting; ook bleek de ambitie dat alle scholen hun jaarverslag 2016 op de website zouden publiceren te hoog.
D. Budgettaire gevolgen van beleid
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2017 | 2017 | |||
Verplichtingen | 10.254.006 | 9.558.272 | 10.342.863 | 10.216.767 | 10.632.968 | 10.245.604 | 387.364 | ||
Waarvan garantieverplichtingen | 14.795 | 3.000 | 3.700 | –194 | 19.065 | 0 | 19.065 | ||
Uitgaven | 10.166.848 | 9.674.957 | 10.032.762 | 10.212.474 | 10.494.756 | 10.245.604 | 249.152 | ||
Bekostiging | 9.622.129 | 9.168.073 | 9.508.229 | 9.702.789 | 9.986.309 | 9.707.888 | 278.421 | ||
• | Hoofdbekostiging | 9.408.686 | 8.979.272 | 9.362.138 | 9.532.349 | 9.742.879 | 9.486.866 | 256.013 | |
– | Bekostiging Primair Onderwijs | 9.396.737 | 8.967.791 | 9.347.550 | 9.515.642 | 9.725.580 | 9.473.978 | 251.602 | |
– | Bekostiging Caribisch Nederland | 11.949 | 11.481 | 14.588 | 16.707 | 17.299 | 12.888 | 4.411 | |
• | Prestatiebox | 156.673 | 161.987 | 128.675 | 156.230 | 228.085 | 220.822 | 7.263 | |
• | Aanvullende bekostiging | 56.770 | 26.814 | 17.416 | 14.210 | 15.345 | 200 | 15.145 | |
– | Conciërgeregeling | 19.573 | 19.539 | 11.378 | 0 | ||||
– | Subsidieregeling Passend Onderwijs | 25.628 | 0 | ||||||
– | Overig | 11.569 | 7.275 | 6.038 | 14.210 | 15.345 | 200 | 15.145 | |
Subsidies | 132.135 | 98.795 | 95.901 | 87.272 | 88.877 | 116.589 | – 27.712 | ||
– | Regeling Onderwijsvoorziening jonggehandicapten | 23.000 | 23.000 | 23.000 | 23.000 | 23.191 | 23.000 | 191 | |
– | Nederlands onderwijs buitenland | 17.940 | 13.400 | 13.369 | 13.486 | 10.724 | 10.394 | 330 | |
– | Herstart en Op de Rails | 19.143 | 7.098 | 0 | |||||
– | Basis voor Presteren (School aan Zet en Bèta Techniek) | 18.575 | 20.575 | 6.089 | 5.900 | 1.519 | 6.500 | –4.981 | |
– | Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs | 10.700 | 9.464 | 10.442 | 10.130 | 11.510 | 10.130 | 1.380 | |
– | Overig | 42.777 | 25.258 | 43.001 | 34.756 | 41.933 | 66.565 | –24.632 | |
Opdrachten | 9.189 | 6.354 | 8.100 | 9.982 | 6.915 | 11.867 | – 4.952 | ||
Bijdrage aan agentschappen | 33.453 | 32.699 | 33.902 | 25.538 | 26.207 | 23.951 | 2.256 | ||
– | Dienst Uitvoering Onderwijs | 33.453 | 32.699 | 33.902 | 25.538 | 26.207 | 23.951 | 2.256 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 8.700 | 8.327 | 25.180 | 25.443 | 19.997 | 7.636 | 12.361 | ||
– | Stichting Vervangingsfonds en Particpatiefonds | 6.416 | 6.127 | 15.229 | 24.358 | 18.412 | 5.275 | 13.137 | |
– | Stichting Vervangingsfonds/Bedrijfsgezondheid | 8.040 | 13 | 0 | |||||
– | UWV | 2.284 | 2.200 | 1.911 | 1.072 | 1.585 | 2.361 | –776 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 361.242 | 360.709 | 361.450 | 361.450 | 366.451 | 366.750 | – 299 | ||
– | Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid | 261.542 | 261.009 | 261.750 | 261.750 | 266.750 | 266.750 | 0 | |
– | Aanvulling GOA convenant G37 | 95.000 | 95.000 | 95.000 | 95.000 | 95.000 | 95.000 | 0 | |
– | Verhoging taalniveau pedagogisch medewerkers kleine gemeenten | 4.700 | 4.700 | 4.700 | 4.700 | 4.701 | 5.000 | –299 | |
Bijdrage aan sociale fondsen | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 10.923 | – 10.923 | ||
– | Brede Scholen | 10.923 | –10.923 | ||||||
Ontvangsten | 39.877 | 18.171 | 17.530 | 32.607 | 23.358 | 8.661 | 14.697 |
E. Toelichting op de instrumenten
De realisatie van de uitgaven 2017 is € 249,2 miljoen hoger dan oorspronkelijk begroot. De realisatie van de ontvangsten is € 14,7 miljoen hoger dan oorspronkelijk begroot.
De ophoging van de garantieverplichtingen ter grootte van € 19,1 miljoen is het gevolg van leningen/rekening-courantkredieten aan onderwijsinstellingen. De garantieverplichtingen worden in de begroting niet geraamd, dit verklaart het verschil tussen begroting en realisatie. Deze leningen worden door middel van schatkistbankieren verstrekt. Het Ministerie van OCW staat voor deze leningen garant.
Bekostiging
Hoofdbekostiging
Bekostiging Primair Onderwijs: Schoolbesturen in het primair onderwijs ontvangen bekostiging van het Rijk via de lumpsum. De realisatie op de bekostiging Primair Onderwijs is € 251,6 miljoen hoger dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. De belangrijkste oorzaak is het toekennen van de loon- en prijsbijstelling voor 2017 van € 241,8 miljoen. Dit was niet opgenomen in de oorspronkelijk vastgestelde begroting. Daarnaast was er een budgettair effect van € 16,2 miljoen, vanwege het hogere aantal leerlingen dan geraamd. Ook is er in 2017 € 7,5 miljoen overgeboekt van artikel 14 naar artikel 1 ten behoeve van cultuureducatie voor het schooljaar 2017–2018. Tot slot is € 8,8 miljoen teruggeboekt naar de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) als gevolg van minder plaatsen in justitiële inrichtingen.
Bekostiging Caribisch Nederland: Het Rijk verstrekt bekostiging ten behoeve van scholen in Caribisch Nederland. Het betreft schoolbesturen op de eilanden Bonaire, Sint-Eustatius en Saba. De realisatie op de bekostiging Caribisch Nederland is € 4,4 miljoen hoger dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. De dollar is duurder dan geraamd in de begroting, dit is de belangrijkste oorzaak van het verschil in realisatie en begroting.
Prestatiebox
Voor het realiseren van de afspraken in het sectorakkoord met de PO-Raad ontvangen schoolbesturen extra middelen via de prestatiebox. De realisatie op de prestatiebox is € 7,3 miljoen hoger dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. De reden is het toekennen van de loon- en prijsbijstelling voor 2017 van € 7,3 miljoen. Dit was niet opgenomen in de oorspronkelijk vastgestelde begroting.
Aanvullende bekostiging
Naast de reguliere bekostiging ontvangen scholen middelen voor specifieke doelen. De realisatie op de aanvullende bekostiging is € 15,1 miljoen hoger dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. Dit betreft grotendeels uitgaven voor de regelingen team- en schoolleidersbeurs van € 3 miljoen en de regeling lerarenontwikkelfonds van € 4,3 miljoen. Beide regelingen waren eerder begroot onder het instrument subsidies. Verder zijn er uitgaven voor georganiseerd overleg- en vakbondsfaciliteiten (GOVAK) en arbeidsmarkt- en kennisactiviteiten primair onderwijs ter grootte van € 7,1 miljoen, die eerder waren begroot onder het instrument bekostiging.
Subsidies
Om de realisatie van verschillende beleidsdoelstellingen te bewerkstelligen worden subsidies verstrekt. De belangrijkste subsidies zijn de regeling onderwijsvoorziening jonggehandicapten, de regeling Nederlands onderwijs in het buitenland, subsidies voor Basis voor Presteren (waaronder de projecten Bèta en Techniek en School aan Zet), Humanistisch vormend onderwijs en godsdienstonderwijs. Daarnaast is subsidie verstrekt voor de coaching en ondersteuning van besturen en schoolleiders van po- en vo-scholen ter verbetering van de kwaliteit in Caribisch Nederland. De realisatie op de subsidies is € 27,7 miljoen lager dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. Deels betreft dit onder het instrument subsidies begrote uitgaven die op andere begrotingsartikelen zijn gerealiseerd (€ 8,9 miljoen op artikel 3 en 9 voor de ontwikkeling van de (adaptieve) eindtoets en de Lerarenbeurs). Tevens hebben er uitgaven plaatsgevonden op een ander instrument (aanvullende bekostiging) voor de regelingen team- en schoolleidersbeurs (€ 3 miljoen). Daarnaast is voor € 13,8 miljoen aan begrote subsidies niet tot realisatie gekomen. Reden is o.a. dat de aanvraagperiode later is gestart dan gepland. Middelen voor de regelingen voor curriculum, begeleiding herintreders en team- en schoolleidersbeurs zijn niet in 2017 besteed. Tot slot is de begroting vanwege het verwachte kasritme in 2017 aangepast voor de regeling snel internet. De verwachting is dat € 2,8 miljoen in 2018 tot besteding komt.
Opdrachten
Door middel van opdrachten worden beleidsgerichte activiteiten en onderzoeken uitgevoerd. Het gaat hierbij onder andere om de uitvoering van de bovenwettelijke werkloosheidsregeling voor onderwijspersoneel. Het resterende deel van het budget betreft beleidsprioriteiten van het kabinet waaronder projecten in het kader van voor- en vroegschoolse educatie (VVE), onderwijsachterstanden, functiemix en transitieatlas primair onderwijs. De realisatie op de opdrachten is € 5,0 miljoen lager dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting.
Bijdrage aan agentschappen
Dienst Uitvoering Onderwijs: De bijdrage aan agentschappen betreft het aandeel in de uitvoeringskosten van Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) voor dit begrotingsartikel. DUO is de uitvoeringsorganisatie van het Ministerie van OCW en levert producten en diensten op het terrein van de bekostiging van instellingen, studiefinanciering en informatievoorziening. De realisatie op de bijdrage aan agentschappen is € 2,3 miljoen hoger dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting.
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s
De stichtingen Vervangingsfonds en Participatiefonds ontvangen middelen voor het beheren van de vervangings- en werkloosheidsuitgaven in het primair onderwijs. De kosten die het Vervangingsfonds en het Participatiefonds vergoeden, worden gedekt uit de premieopbrengsten van schoolbesturen. De realisatie op de bijdragen aan ZBO’s/RWT’s is € 12,4 miljoen hoger dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door een betaling van € 13,5 miljoen aan het Participatiefonds. Schoolbesturen hadden ten onrechte werkloosheidskosten ter grootte van dit bedrag bij het Participatiefonds gedeclareerd. Na negatieve toetsing van de declaraties, zijn deze middelen in 2017 door OCW bij de desbetreffende besturen teruggevorderd en vervolgens weer beschikbaar gesteld aan het Participatiefonds.
Bijdrage aan medeoverheden
Gemeenten ontvangen middelen van het Ministerie van OCW voor onderwijsachterstandenbeleid. Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid kent meerdere instrumenten, onder andere voorschoolse educatie, schakelklassen en zomerscholen. Voor gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid binnen de G37 zijn vanaf 2012 extra middelen beschikbaar gekomen die bij het instrument Convenant G37 zijn opgenomen. Met de G37 zijn afspraken gemaakt om de kwaliteit van met name de voorschoolse educatie te verbeteren en daarnaast het aantal kinderen dat deelneemt aan voorschoolse educatie, schakelklassen, kopklassen en zomerscholen van goede kwaliteit, aanzienlijk uit te breiden. In de Kamerbrief van 21 februari 2017 over de afronding van de bestuursafspraken met de G37 over VVE-beleid, zijn de behaalde resultaten beschreven. De kwaliteit van VVE is in de grote steden sterk gestegen. Verder blijkt dat een uitbreiding van het aantal zomerscholen en schakelklassen heeft plaatsgevonden. De realisatie op de bijdrage aan medeoverheden is € 0,3 miljoen lager dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting.
Bijdrage aan sociale fondsen
De realisatie op de bijdrage aan sociale fondsen is € 10,9 miljoen lager dan de oorspronkelijke begroting. Dit betreft de bijdrage aan het Gemeentefonds middels een overboeking ten behoeve van de Impuls brede scholen en Sport en cultuur (combinatiefuncties).
Ontvangsten
De ontvangsten zijn € 14,7 miljoen hoger dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. Deels is dit het gevolg van de terugvordering van negatief getoetste declaraties van schoolbesturen voor werkloosheidskosten van € 13,5 miljoen. Verder zijn er hogere ontvangsten door de afhandeling van jaarrekeningen van onderwijsinstellingen en de afrekening van diverse subsidies van € 1,2 miljoen.