Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op dit artikel worden de producten op het gebied van Spoorwegen verantwoord.
Het productartikel Spoorwegen is gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en beleidsinstrumenten zoals beschreven in de Begroting hoofdstuk XII over 2017 bij beleidsartikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor.
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 2.727.356 | 2.711.785 | 2.021.156 | 2.147.479 | 2.766.441 | 1.416.993 | 1.535.517 |
Uitgaven | 1.999.985 | 2.260.947 | 2.228.915 | 2.141.096 | 2.098.259 | 2.158.124 | 2.257.190 |
Waarvan juridisch verplicht: | 92% | ||||||
13.02 Beheer, onderhoud en vervanging | 1.225.522 | 1.221.082 | 1.245.661 | 1.226.826 | 1.192.105 | 1.213.190 | 1.215.680 |
13.03 Aanleg | 625.037 | 843.329 | 735.505 | 674.583 | 676.245 | 705.775 | 769.580 |
13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer | 540.437 | 597.379 | 556.087 | 438.210 | 403.545 | 317.993 | 209.317 |
13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer | 57.291 | 15.964 | 50.097 | 71.323 | 88.642 | 68.839 | 27.648 |
13.03.04 Verk. en planuitw. personenvervoer | 22.441 | 103.336 | 126.178 | 163.900 | 181.130 | 318.317 | 512.615 |
13.03.05 Verk. en planuitw. goederenvervoer | 4.868 | 126.650 | 3.143 | 1.150 | 2.928 | 626 | 20.000 |
13.04 Geintegreerde contractvormen/PPS | 132.285 | 169.512 | 158.806 | 159.508 | 162.083 | 169.070 | 169.882 |
13.07 Rente en aflossing | 17.141 | 17.021 | 48.362 | 16.597 | 16.597 | 16.597 | 16.597 |
13.08 Investeringsruimte | 0 | 10.003 | 40.581 | 63.582 | 51.229 | 53.492 | 85.451 |
13.08.01 Programmaruimte | 0 | 10.003 | 40.581 | 63.582 | 51.229 | 53.492 | 85.451 |
13.08.02 Beleidsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
13.09 Ontvangsten | 240.852 | 301.540 | 185.262 | 314.308 | 200.642 | 195.736 | 200.651 |
Budgetflexibiliteit
Met uitzondering van verkenning en planuitwerking, worden de budgetten in 2017 als juridisch verplicht beschouwd op de peildatum 1 januari 2017. Voor de mate van verplichting van het verkenningen en planuitwerkingsprogramma tot en met 2030 wordt verwezen naar het betreffende projectoverzicht.
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2030 per jaar gepresenteerd op het niveau van artikelonderdeel. In de verdiepingsbijlage bij de begroting zijn de mutaties op hetzelfde detailniveau toegelicht voor de periode tot en met 2030.
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
13 | Spoorwegen | Uitgaven | 2.260.947 | 2.228.915 | 2.141.096 | 2.098.259 | 2.158.124 | 2.257.190 | 1.955.805 | 1.817.813 |
13.02 | Beheer, onderhoud en vervanging | 1.221.082 | 1.245.661 | 1.226.826 | 1.192.105 | 1.213.190 | 1.215.680 | 1.207.073 | 1.209.904 | |
13.03 | Aanleg | 843.329 | 735.505 | 674.583 | 676.245 | 705.775 | 769.580 | 481.374 | 339.676 | |
13.04 | Geïntegreerde contractvormen/PPS | 169.512 | 158.806 | 159.508 | 162.083 | 169.070 | 169.882 | 169.803 | 171.057 | |
13.07 | Rente en aflossing | 17.021 | 48.362 | 16.597 | 16.597 | 16.597 | 16.597 | 16.597 | 16.597 | |
13.08 | Investeringsruimte | 10.003 | 40.581 | 63.582 | 51.229 | 53.492 | 85.451 | 80.958 | 80.579 | |
13.09 | Ontvangsten | Ontvangsten | 301.540 | 185.262 | 314.308 | 200.642 | 195.736 | 200.651 | 205.474 | 208.284 |
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2016–2030 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
13 | Spoorwegen | Uitgaven | 1.734.609 | 1.947.495 | 1.734.154 | 1.775.987 | 1.496.639 | 1.975.289 | 1.966.330 | 29.548.652 |
13.02 | Beheer, onderhoud en vervanging | 1.190.864 | 1.229.572 | 1.228.591 | 1.298.154 | 1.178.499 | 1.178.499 | 1.178.499 | 18.214.199 | |
13.03 | Aanleg | 304.448 | 469.912 | 262.030 | 237.502 | 83.743 | 229.463 | 290.173 | 7.103.338 | |
13.04 | Geïntegreerde contractvormen/PPS | 172.787 | 173.656 | 174.177 | 173.103 | 168.132 | 168.132 | 168.132 | 2.527.840 | |
13.07 | Rente en aflossing | 16.597 | 16.597 | 16.597 | 16.597 | 16.597 | 16.597 | 16.597 | 281.144 | |
13.08 | Investeringsruimte | 49.913 | 57.758 | 52.759 | 50.631 | 49.668 | 382.598 | 312.929 | 1.422.131 | |
13.09 | Ontvangsten | Ontvangsten | 194.705 | 319.852 | 201.398 | 201.419 | 201.440 | 200.224 | 200.224 | 3.331.159 |
13.02 Beheer, onderhoud en vervanging
Motivering
Op grond van richtlijn 91/440/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschap van 29 juli 1991 kan een beheerder voor de spoorweginfrastructuur worden aangewezen en kunnen lidstaten financiële middelen verstrekken aan de beheerder om te voldoen aan zijn taken. De Minister van IenM heeft op 14 december 2014 aan ProRail een concessie verleend voor het beheer van de hoofdspoorweginfrastructuur in de periode 2015 tot en met 2024. In de beheerconcessie staan de afspraken tussen de overheid en ProRail over het beheer van de hoofdspoorweginfrastructuur. Deze afspraken gaan onder meer over de beschikbaarheid, betrouwbaarheid en kwaliteit van de hoofdspoorweginfrastructuur en de daarmee samenhangende voorzieningen, maar ook over de kwaliteit van de informatievoorziening. Jaarlijks wordt aan ProRail subsidie verstrekt voor de instandhouding van de hoofdspoorweginfrastructuur, overeenkomstig het bepaalde in de Wet en het Besluit Infrastructuurfonds.
De beheerconcessie geeft invulling aan de beleidsambities uit de Lange Termijn Spooragenda deel 2 (LTSA 2), namelijk scherpere sturing door de concessieverlener en de positionering van ProRail als publieke dienstverlener. Hiertoe bevat de concessie instrumenten als prestatie-indicatoren, programma’s en maatregelen, audits en reviews, verplichtingen om informatie aan IenM te verstrekken en/of besluiten voor te leggen en verplichtingen met betrekking tot samenwerking en transparantie. De ruggengraat van de concessie is de jaarcyclus waarmee in het beheerplan jaarlijks afspraken worden gemaakt tussen de Minister van IenM en ProRail over de te bereiken prestaties en de te nemen maatregelen. De Minister van IenM geeft jaarlijks in de beleidsprioriteitenbrief aan welke prestaties het komende jaar van ProRail worden verwacht. ProRail stelt op basis van de beleidsprioriteitenbrief een beheerplan op. ProRail consulteert belanghebbenden over de hoofdlijnen van het ontwerp beheerplan.
Nadat de Minister van IenM heeft ingestemd met het beheerplan, wordt deze toegezonden aan de Tweede Kamer. Na afloop van het jaar legt ProRail verantwoording af in het jaarverslag en de jaarrekening. Zodra deze zijn vastgesteld door de aandeelhouder (Minister van IenM) worden ook deze aan de Tweede Kamer toegezonden.
Producten
De beheer-, onderhoud- en vervangingsactiviteiten zijn gericht op het realiseren van de in het beheerplan opgenomen prestaties per prestatiegebied zoals opgenomen in de beheerconcessie. Onderdeel hiervan zijn de activiteiten van ProRail die samenhangen met verkeersleiding en capaciteitsmanagement. In het beheerplan zelf wordt jaarlijks een uitgebreide beschrijving opgenomen van de belangrijkste activiteiten die voor dat jaar zijn gepland. ProRail ontvangt voor de uit te voeren activiteiten een bijdrage van het Rijk. Bij de vaststelling van de rijksbijdrage voor beheer, onderhoud en vervanging wordt rekening gehouden met de inkomsten van de gebruiksvergoeding die ProRail ontvangt van de vervoerders en eventuele bijdragen van andere partijen voor onderhoudsactiviteiten.
Het Beheerplan 2017 wordt in november 2016 door ProRail ingediend en wordt in december 2016 (na instemming door IenM) aan de Tweede Kamer toegezonden.
Uitgaven
ProRail ontvangt van IenM gemiddeld € 1,2 miljard subsidie per jaar (inclusief btw) ter dekking van de instandhoudingskosten van de hoofdspoorweginfrastructuur. Daarnaast ontvangt ProRail van vervoerders (gebruiksvergoeding) en andere derden (doorbelaste onderhoudskosten) gemiddeld € 0,4 miljard per jaar, waarmee het totale budget voor de jaarlijkse instandhoudingskosten voor ProRail uitkomt op € 1,6 miljard inclusief btw.
Uit een in 2015 door PwC uitgevoerde doorlichting van de financiële meerjarenreeksen van ProRail (Kamerstukken II 2015–2016 29 984, nr. 621) blijkt dat de reeksen in grote lijnen op orde zijn. Na doorvoering van enkele correcties naar aanleiding van het onderzoek op deze reeksen resteert een verschil tussen de meerjarenreeksen van ProRail en de beschikbare middelen op het Infrastructuurfonds van circa € 475 miljoen inclusief btw (prijspeil 2014) in de periode 2018 tot en met 2028. Hierbij is rekening gehouden met de herverdeling van de taakstelling apparaat tussen onderhoud en aanleg. Door PwC zijn kostenreducerende maatregelen geïdentificeerd om het verschil tussen de benodigde en beschikbare middelen op te lossen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het stimuleren van toetreding van nieuwe leveranciers, het reduceren van levensduurkosten, meer onderhoud overdag, langere trein vrije perioden en het aanpassen van de gebruiksvergoeding systematiek. Met de eerste twee genoemde maatregelen is ProRail reeds gestart. Vervolgens zullen gefaseerd de overige maatregelen worden uitgewerkt en ingevoerd. Dit gebeurt in overleg met diverse belanghebbenden. Met de brief van 16 juni 2016 (Kamerstukken II 2015–2016 29 984, nr. 669) is de Tweede Kamer nader geïnformeerd over de visie en aanpak toekomstbestendig en efficiënt spooronderhoud en de bijbehorende spoorbudgetten voor beheer, onderhoud en vervanging. Eind 2016 zal besluitvorming plaatsvinden over de te nemen kostenreducerende maatregelen.
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar Bijlage 4 Instandhouding en Bijlage 5 ProRail.
13.03 Aanleg Spoor
IenM is verantwoordelijk voor de uitbreiding van de hoofdspoorweginfrastructuur. Deze wordt in belangrijke mate gefinancierd met middelen uit de Rijksbegroting. Op dit artikelonderdeel worden alle uitgaven begroot die noodzakelijk zijn voor:
-
• door ProRail uit te voeren planuitwerkingen en verkenningen;
-
• door IenM uit te voeren planuitwerkingen en verkenningen;
-
• voorbereiding van de uitvoering van nieuwbouwprojecten Spoor;
-
• uitvoering van deze projecten.
13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer spoor
Afgesloten projecten
Onderstaande projecten zijn afgesloten en indien noodzakelijk zijn de resterende werkzaamheden toegevoegd aan het projectbudget Nazorg gereedgekomen lijnen en halten:
-
• NSP Den Haag
-
• Reistijdverbetering
-
• ERTMS-pilot Amsterdam-Utrecht (deel ProRail)
-
• Station Barneveld Zuid (onderdeel post Kleine Stations)
-
• Punctualiteits- en capaciteitsknelpunten: Spooruitbreiding Amersfoort
-
• Punctualiteits- en capaciteitsknelpunten: Sporen in Den Bosch
-
• Regionet: Maatregelen Westpoort- Westhavenweg
-
• Regionet: Station Halfweg
-
• MJPO 1e tranche
-
• Sporendriehoek Noord Nederland: Zwolle rijtijdverhoging 60/80
-
• MJPG: Gilze-Rijen geluidswerende voorzieningen
Nieuw opgenomen projecten
In het nota overleg MIRT van 23 november 2015 is besloten geld vrij te maken voor onderstaande projecten (zie ook bijlage 6 van Kamerstukken II 2015–2016 34 300 A, nr. 17):
Beter en Meer
Om de groei op het spoor te faciliteren wordt gewerkt naar hoogfrequent rijden op drukke trajecten in Nederland. Naar aanleiding van de winterproblematiek (2010–2012) en de treinbotsing in Amsterdam is geconcludeerd is dat de betrouwbaarheid van het spoor eerst omhoog moet voordat frequentieverhoging op de drukke corridors kan plaatsvinden. Dit wordt ondervangen in het verbeterprogramma Beter en Meer. Dit programma is opgedeeld in onderstaande deelprogramma’s en kent een gefaseerde aanpak. De eerste fase richt zich op het mogelijk maken van een frequentieverhoging op de A2 corridor.
A: Be- en Bijsturing toekomst
Be- en Bijsturing van de Toekomst heeft als doel het logistieke bijsturingproces tijdens verstoringen beter uit te voeren. Hiertoe wordt een Centraal Monitorings- en Beslisorgaan (CMBO) opgericht waar de besluitvorming met betrekking tot dienstregelingsaanpassingen wordt ondergebracht. Ook worden er vooraf gedefinieerde bijsturingmaatregelen (VGB’s) ontworpen. Deze maatregelen leggen vast welke stappen er qua bijsturing genomen moeten worden (in dienstregelingsoplossingen) in het geval van een (gedeeltelijke) versperring op een specifiek baanvak. Dit heeft tot doel de maatregelen bij een versperring vooraf goed te hebben afgewogen met alle partijen (ProRail en alle vervoerders, reizigersorganisaties, goederenvervoerders en aannemers) en de afhandeling op het moment van de versperring te versnellen. Het CMBO en de VGB’s worden continue getoetst op uitvoerbaarheid van het bijsturingplan en verbetering in de manier van werken.
B: Verbeteraanpak trein op corridor Amsterdam-Eindhoven
De Verbeteraanpak Trein heeft als doel de uitvoeringsbetrouwbaarheid op lastige plekken en tijdstippen structureel te verbeteren op de drukke trajecten zodat meer klanten snel, rechtstreeks en betrouwbaar kunnen reizen. De Verbeteraanpak Trein bestaat uit vijf onderdelen:
-
• Infrastructuur: Dit onderdeel richt zich op het verminderen van door infrastructuur veroorzaakte verstoringen op de A2-corridor. Het doel is om met het verbeteren van wissels en treindetectie een 20% reductie te bewerkstelligen in treinvertragingminuten veroorzaakt door infraverstoringen.
-
• Materieel: Dit onderdeel richt zich op het verminderen van door materieel veroorzaakte verstoringen op de A2-corridor. Het doel is 15% reductie treinvertragingminuten veroorzaakt door materieelverstoringen. De bijbehorende aanpak richt zich op twee onderdelen; enerzijds de verbetering van de betrouwbaarheid van het materieel, anderzijds op de bedieningsinterface tussen mens en machine
-
• Op tijd Reizen: Dit onderdeel richt zich op het meer laten rijden van treinen volgens de dienstregeling. Het doel is het realiseren van 40% spreiding in de uitvoering door:
-
– Het opleiden van personeel;
-
– Het nemen van maatregelen zoals hulpmiddelen om snellere instaptijden in treinen te realiseren (via Intelligent Platform Bars);
-
– Het beter informeren van de reiziger over het vertrekproces.
-
-
• Regioaanpak: Dit onderdeel richt zich op het op orde krijgen van de operationele basis in de regio’s waarbij ketenpartners er gezamenlijk in slagen om continu operationele problemen (sneller) op te lossen.
-
• Monitoring en Toetsing: Dit onderdeel richt zich op het valideren of de doelstellingen van het programma worden behaald. Om dit inzichtelijk te maken wordt een A2 prestatiedashboard opgesteld, het uitvoeren van deelbeproevingen van maatregelen en een integrale beproeving in 2017 van de frequentieverhoging.
C: Verbeteraanpak Stations
Stations vormen belangrijke schakels in het spoornetwerk. Ook zijn het belangrijke overstappunten voor al het openbaar vervoer in Nederland. Daarmee vormen stations een wezenlijk onderdeel van de deur tot deur reis van de reiziger en van de infrastructurele keten. Het groeiend aantal reizigers moet op stations voldoende gefaciliteerd kunnen worden. De Verbeteraanpak Stations is erop gericht de ervaring en waardering van de reiziger op en rondom het station blijvend te verbeteren en vervoerders in staat te stellen hun klanten beter van dienst te zijn door middel van beter informatievoorziening en wayfinding op stations
Toelichting op de gewijzigde bedragen Maatregelenpakket versus Begroting.
Het totale budget zoals nu opgenomen in het realisatieprogramma bedraagt € 85 miljoen in plaats van de in het maatregelenpakket opgenomen € 87 miljoen. Vooruitlopend op de besluitvorming is de tranche 2015 (studiekosten, analyses, etc.) gefinancierd via de in 2015 verstrekte subsidiebeschikking Beheer, onderhoud en vervanging.
Daarnaast is er sprake van een verschuiving tussen de benodigde middelen voor Be- en Bijsturing toekomst en Verbeteraanpak Trein. De bedragen die «Beter en Meer» begin 2015 heeft ingediend voor de herijking zijn een kosteninschatting geweest op basis van de toen beschikbare informatie, overeenkomend met de zogenaamde menukaart Beheer, onderhoud en vervanging 2015.
Eind 2015 bleek uit voorschrijdend inzicht dat de verdeling van de middelen tussen Be- en Bijsturing Toekomst en Verbeteraanpak Trein afweek van de bedragen zoals deze destijds ingediend zijn. De oorzaken zijn:
-
– De opgave voor Beter en Meer ten behoeve van de dienstregeling 2018 op corridor Amsterdam–Eindhoven (Verbeteraanpak Trein) in de herijking is gebaseerd op een gemiddelde investering per corridor. Voor alle corridors gezamenlijk was € 180 miljoen ingediend, gemiddeld komt dat per corridor uit op € 45 miljoen.
-
– De eerste corridor betreft een leertraject waarbij ervaringen opgedaan worden om te komen tot een succesvolle verbeteraanpak die landelijk uitgerold kan worden. Op basis van de planuitwerkingsfase zijn nu de benodigde verbetermaatregelen verder uitgewerkt en is gebleken dat voor het onderdeel Verbeteraanpak Trein meer benodigd is dan met de herijking is ingeschat.
-
– Voor Be- en Bijsturing Toekomst is na de planuitwerkingsfase gebleken dat er voor de periode tot en met 2018 minder financiële middelen benodigd zijn om de verandering in de Be- en Bijsturing te bewerkstelligen dan in de herijking geraamd.
De extra benodigde middelen voor Verbeteraanpak Trein worden opgevangen door het deel wat teveel was geraamd voor Be- en Bijsturing Toekomst.
Opstellen Reizigerstreinen: Korte termijn
Het materieelpark van de Nederlandse Spoorwegen groeit als gevolg van de toename van reizigers op het spoor. Als gevolg van instroom van extra materieel en hogere frequenties is er op korte termijn behoefte aan extra opstelcapaciteit. Doel is uiterlijk 2020 een adequate oplossing voor de meest urgente korte termijn opstelbehoefte gereed te hebben.
Vervolgfase Beter en Meer/Opstelcapaciteit
In het maatregelpakket herijking is na overleg met de sector en de regio een pakket investeringsmaatregelen genomen van € 32 miljoen voor de vervolgfase Beter en Meer en de vervolgfase opstelcapaciteit. Een onderverdeling hiervan is afhankelijk van de aangekondigde studies naar opstellen lange termijn en de studie en ervaringen met de eerste maatregelen van Beter en Meer en de ervaringen op de A2 corridor.
Overige wijzigingen
Kleine Stations
Het projectbudget zoals opgenomen in het Infrastructuurfonds 2016 (€ 78 miljoen) bestond voor € 32 miljoen uit gerealiseerde uitgaven voor opgeleverde stations, voor € 3,2 miljoen uit gerealiseerde en nog te realiseren uitgaven voor het Station Barneveld en voor € 42,8 miljoen als reservering voor bijdragen aan toekomstige nieuwe stations. Het station Barneveld is gereed. Het bij dit project behorende projectbudget, alsmede de projectbudgetten van eerder gerealiseerde stations, maken vanaf deze begroting geen onderdeel meer uit van het totale budget voor kleine stations.
Toegankelijkheid Stations
Uit het door Prorail opgestelde Actualisatierapport Toegankelijkheid 2015 blijkt een verwachte meevaller van € 31 miljoen. Tegelijk wordt door ProRail een voorstel tot scopeaanpassing gedaan van in totaal € 14 miljoen. Het gaat daarbij om onderstaande no-regretmaatregelen, die ervoor moeten zorgen dat de doelstelling «alle treinstations per 2030 toegankelijk» daadwerkelijk gehaald wordt:
-
• extra liften of hellingbanen als gevolg van te verwachten opheffing van overwegen in een stationsomgeving, bijvoorbeeld wanneer een nieuwe tunnel wordt aangelegd, waardoor loopstromen vanaf twee kanten van het station ontstaan (rekening is gehouden met opheffing van 20 overwegen tot 2030): € 6,1 miljoen.
-
• aanpassing van evenementenstations (liften op stations Thialf, PSV, Feyenoord): € 2,4 miljoen.
-
• maatregelen bij stations waarbij het perron alleen via niet-actief beveiligde overpaden bereikt kan worden (betreft 15 stations): € 3,6 miljoen.
-
• maatregelen voor bijzondere inpassingssituaties bij stations. Het betreft reservering om in te spelen op ruimtelijke- en mobiliteitsontwikkelingen: € 1,6 miljoen.
-
• mitigerende maatregelen binnen het deelprogramma «Kleine maatregelen» naar aanleiding van het niet obstakelvrij kunnen maken van smalle perrons (betreft objectmarkering op smalle perrons): € 0,5 miljoen.
De resterende meevaller komt hiermee op € 16,9 miljoen. Deze gelden zijn toegevoegd aan de investeringsruimte (artikelonderdeel 13.08).
Nazorg gereedgekomen lijnen en halten
Op basis van een inventarisatie van de nog te verwachten activiteiten, kosten en risico’s kan het budget voor deze post verlaagd worden met € 2 miljoen. Dit bedrag is toegevoegd aan de investeringsruimte (artikelonderdeel 13.08).
Meerjarenprogramma Ontsnippering
Als gevolg van onbenodigd onvoorzien is het budget van het deelproject Ontsnippering 1e tranche verlaagd met € 3,2 miljoen. Binnen het totale projectbudget Ontsnippering was nog een vrije ruimte van € 0,9 miljoen. Aangezien alle maatregelen zijn uitgevoerd is deze € 0,9 miljoen evenals de bovengenoemde € 3,2 miljoen toegevoegd aan de investeringsruimte (artikelonderdeel 13.08).
Programma Kleine functiewijzigingen
In het voorstel voor de Herijking (zie bijlage 6 van Kamerstukken II, 2015–2016 34 300 A, nr. 17), dat besproken is in het Notaoverleg MIRT van 23 november is er voor gekozen om vanuit dit programma:
-
• € 29,6 miljoen over te boeken naar het realisatieprogramma Goederenvervoer voor de realisatie van het project Venlo Multimodaal knooppunt;
-
• € 22,3 miljoen toe te voegen aan het planstudiebudget PHS gelet op de opgave om PHS op de corridor Den Haag–Rotterdam te realiseren;
-
• € 81 miljoen in te zetten voor de financiering van het maatregelenpakket pakket Herijking.
Kleine projecten personenvervoer
De aanleg van ERTMS op het grensbaanvak Maastricht-Visé maakt onderdeel uit van de post «kleine projecten personenvervoer». Mede als gevolg van de veranderingen in het regionale openbaar vervoer in Limburg, met een andere vervoerder, dienstregeling en materieeltype, is de aanleg van het systeem ATB-EG (Automatische TreinBeïnvloeding Eerste Generatie) op dit traject doelmatiger dan ERTMS (European Railway Traffic Management System). Aan ProRail is verzocht een subsidie-aanvraag in te dienen voor de aanleg van ATB-EG, in plaats van ERTMS, op dit traject.
De toename van het budget wordt veroorzaakt door de toevoeging van het project Schiphol maatregelen korte termijn aan deze post. Op Schiphol zijn een aantal kleine maatregelen noodzakelijk gebleken om veiligheid en comfort van reizigers op de perrons van station Schiphol te kunnen waarborgen. Deze maatregelen betreffen meer en betere reisinformatie en aanpassingen aan trappen en roltrappen. Een deel van de maatregelen die gericht zijn op betere reisinformatie worden bekostigd door NS. Dekking van het ProRail aandeel heeft plaatsgevonden vanuit de investeringsruimte (artikelonderdeel 13.08).
OV SAAL
Het realisatieproject OV SAAL KT bestaat uit de twee deelprojecten OV SAAL Cluster A Flevolijn en OV SAAL Cluster C Zuidtak. Binnen het deelproject OV SAAL Cluster A Flevolijn is sprake van een gerealiseerde aanbestedingsmeevaller alsmede een voorspoedig verlopen bouwproces met weinig tegenvallers. Op basis van een inschatting van de huidige risico’s is het mogelijk gebleken het projectbudget onvoorzien te verlagen met € 24,2 miljoen. Daarnaast is het op basis van een inschatting van de huidige risico’s binnen het deelproject OV SAAL Cluster C Zuidtak mogelijk om het projectbudget onvoorzien te verlagen met € 12,1 miljoen. Per saldo is € 36,3 miljoen toegevoegd aan de investeringsruimte (artikelonderdeel 13.08).
Amsterdam CS Fietsenstalling
Er is een overeenkomst gesloten tussen Rijk, stadsregio en gemeente voor de realisatie van 7.000 fietsparkeerplekken. Het hiervoor gereserveerde budget van € 23,6 miljoen is toegevoegd aan de BDU en het BCF. De nieuwe fietsenstalling vormt onderdeel van het project De Entree, waarvoor een integraal bouwcontract wordt aangegaan. De stalling wordt uiterlijk met de oplevering van het gehele project De Entree in 2023 geopend. De verwachting is dat dit eerder – in 2020 – het geval zal zijn. Medio 2017 wordt, na de gunning, de uitvoeringsplanning van het project De Entree bekend.
Rijswijk–Schiedam
De luchtdrukproblematiek die zich heeft voorgedaan bij de openstelling van de spoortunnel te Delft op 28 februari 2015 heeft geleid tot het opleggen van een tijdelijke snelheidsbeperking. Om deze tijdelijke snelheidsbeperking op te kunnen heffen zijn er op korte termijn maatregelen nodig voor een bedrag van € 3,4 miljoen. De maatregelen omvatten onder meer het versterken van de draaideuren, het plaatsen van extra vluchtdeuren en het aanbrengen van ontluchtingskleppen in de overstek van de bovengrondse stationshal. De snelheid van het treinverkeer wordt daarbij verhoogd van nu 80 naar 100 en later (in 2017) naar 120 kilometer per uur. Indien uit de effecten van deze korte termijn maatregelen blijkt dat deze ontoereikend zijn, worden er mogelijk openingen in de westelijke tunnelbuis gemaakt voor het aanbrengen van luchtschachten (geschatte kosten circa € 6 miljoen). Onderzoek moet uitwijzen of deze aanvullende maatregelen daadwerkelijk nodig zijn.
In het addendum bij de Bestuurlijke Uitvoeringsovereenkomst (BUOK) Spoorzone Delft van 9 juli 2008 is tussen gemeente Delft en het Rijk overeengekomen dat de gemeente zich zal inspannen om middels een treasurybeleid haar bijdrage van € 117 miljoen (exclusief btw, prijspeil 2008) aan de realisatie van het spoorse deel van het project Spoorzone Delft te verhogen tot een bedrag van € 129 miljoen. Inmiddels is duidelijk dat de verwachte opbrengst uit het treasurybeleid door de gemeente Delft uitblijft. Het Rijk is hierdoor genoodzaakt om € 11 miljoen extra bij te dragen aan de bouw van de spoortunnel Delft. Het optredend tekort op de dekking is hierbij overeenkomstig de afspraken in het addendum op de BUOK gedeeld naar rato van ieders bijdrage aan het spoorse deel van het project Spoorzone Delft. Zie ook Kamerstukken II 2015–2016 34 300 XII, nr. 66.
Tevens is een externe audit uitgevoerd op het project. De conclusie van de auditors is dat een budgetaanpassing van € 39,3 miljoen op het spoorse deel noodzakelijk is. De belangrijkste oorzaak is het harder stijgen van de prijzen in de markt ten opzichte van de gebruikelijke prijsindexatie (IBOI) die het Ministerie van IenM jaarlijks ontvangt en verstrekt aan ProRail (circa € 30,2 miljoen). Het projectbudget is in dit geval niet meegegroeid met de (exogene) prijsstijgingen. Daarnaast adviseren de auditors om een beperkte additionele risicoreservering in het projectbudget op te nemen (€ 9,1 miljoen). Dekking van de € 39,3 miljoen vindt plaats vanuit de investeringsruimte (artikelonderdeel 13.08).
Totaal | Oplevering | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | later | huidig | vorig |
Projecten Nationaal | ||||||||||||
Benutten, betrouwbaarheid en capaciteit | ||||||||||||
9 | 9 | 6 | 2 | 1 | 2012–2015 | 2012–2015 | ||||||
629 | 628 | 25 | 8 | 16 | 32 | 67 | 90 | 90 | 301 | divers | divers | |
29 | 29 | 12 | 0 | 5 | 8 | 4 | divers | divers | ||||
15 | 5 | 5 | 4 | 2 | 2019 | nvt | ||||||
54 | 10 | 21 | 19 | 5 | 2018–2019 | nvt | ||||||
13 | 6 | 5 | 1 | 1 | 2018 | nvt | ||||||
45 | 1 | 3 | 6 | 15 | 15 | 5 | 2020 | nvt | ||||
32 | 1 | 2 | 9 | 9 | 9 | 1 | divers | nvt | ||||
Programma Hoogfrequent Spoorvervoer | ||||||||||||
10 | 10 | 6 | 4 | 2017 | 2017 | |||||||
314 | 314 | 144 | 64 | 42 | 32 | 32 | 2017 | 2017 | ||||
9 | 9 | 0 | 0 | 1 | 1 | 4 | 2 | 1 | 2019 | 2019 | ||
9 | 9 | 9 | 2023 | 2023 | ||||||||
56 | 56 | 3 | 6 | 12 | 16 | 16 | 3 | 1 | 2021 | 2021 | ||
PHS Diezebrug | 2 | 2 | 2 | 2013 | 2013 | |||||||
Stations en stationsaanpassingen | ||||||||||||
13 | 13 | 1 | 10 | 3 | 2017 | 2017 | ||||||
17 | 73 | 0 | 0 | 7 | 6 | 4 | 1 | divers | divers | |||
488 | 504 | 131 | 35 | 37 | 42 | 43 | 40 | 25 | 134 | divers | divers | |
Overige projecten/programma’s /lijndelen etc. | ||||||||||||
392 | 392 | 340 | 9 | 30 | 4 | 4 | 4 | divers | divers | |||
10 | 10 | 2 | 4 | 4 | 2017 e.v. | nvt | ||||||
222 | 222 | 41 | 14 | 14 | 14 | 14 | 14 | 14 | 97 | divers | divers | |
Nazorg gereedgekomen lijnen/halten | 36 | 38 | 10 | 7 | 7 | 7 | 5 | divers | divers | |||
79 | 82 | 28 | 9 | 14 | 11 | 6 | 4 | 4 | 4 | divers | divers | |
374 | 507 | 110 | 32 | 35 | 24 | 22 | 25 | 30 | 97 | divers | divers | |
179 | 183 | 157 | 13 | 5 | 4 | 1 | divers | divers | ||||
20 | 19 | 0 | 6 | 10 | 2 | 1 | 2017 | 2017 | ||||
Kleine projecten personenvervoer | 24 | 18 | 6 | 4 | 8 | 4 | 1 | divers | divers | |||
Projecten Noordwest-Nederland | ||||||||||||
Amsterdam-Almere-Lelystad | ||||||||||||
742 | 777 | 462 | 116 | 50 | 51 | 37 | 26 | 2016 | 2016 | |||
24 | 1 | 1 | 2 | 15 | 4 | 2 | 2019 | 2019 | ||||
Stations en stationsaanpassingen | ||||||||||||
26 | 26 | 15 | 2 | 5 | 2 | 2 | 2014–2018 | 2014–2016 | ||||
11 | 35 | 5 | 6 | 1 | 2016–2019 | 2016–2019 | ||||||
411 | 411 | 315 | 34 | 50 | 12 | 1 | 2016 | 2016 | ||||
Overige projecten/lijndelen etc. | ||||||||||||
189 | 189 | 163 | 10 | 4 | 4 | 4 | 4 | divers | divers | |||
30 | 31 | 30 | 0 | 2013–2015 | 2013–2015 | |||||||
930 | 930 | 782 | 65 | 42 | 22 | 10 | 9 | 2005 e.v. | 2005 e.v. | |||
Projecten Zuidwest-Nederland | ||||||||||||
Stations en stationsaanpassingen | ||||||||||||
38 | 38 | 7 | 2 | 1 | 1 | 11 | 11 | 6 | 2020–2022 | 2020–2021 | ||
Overige projecten/lijndelen etc. | ||||||||||||
606 | 553 | 553 | 31 | 22 | 2015–2017 | 2015–2017 | ||||||
Projecten Zuid-Nederland | ||||||||||||
Stations en stationsaanpassingen | ||||||||||||
88 | 88 | 77 | 9 | 2 | 2016–2017 | 2016–2017 | ||||||
Projecten Oost Nederland | ||||||||||||
Utrecht-Arnhem-Zevenaar | ||||||||||||
Arnhem Centraal (t.b.v. NSP) | 108 | 108 | 104 | 2 | 2 | 2011–2015 | 2011–2015 | |||||
234 | 233 | 50 | 17 | 35 | 35 | 30 | 25 | 21 | 20 | divers | divers | |
Overige projecten/lijndelen etc. | ||||||||||||
Regionale lijnen Gelderland | 17 | 17 | 10 | 5 | 1 | 1 | divers | divers | ||||
Projecten Noord Nederland | ||||||||||||
49 | 49 | 12 | 11 | 18 | 7 | divers | divers | |||||
135 | 135 | 44 | 9 | 17 | 26 | 27 | 12 | divers | divers | |||
Afrondingen | – 2 | – 2 | 1 | 2 | – 1 | |||||||
Totaal ProRail projecten | 6.718 | 3.627 | 578 | 523 | 421 | 390 | 317 | 209 | 656 | |||
Overige (niet ProRail) projecten | ||||||||||||
244 | 244 | 205 | 16 | 15 | 9 | |||||||
Spoorzone Ede | 42 | 42 | 11 | 24 | 7 | |||||||
Totaal overige (niet ProRail) Projecten | 286 | 216 | 40 | 22 | 9 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||
Totaal uitvoeringsprogramma | 7.004 | 3.843 | 618 | 545 | 430 | 390 | 317 | 209 | 656 | |||
Realisatieuitgaven op IF 13.03.01 mbt planuitwerking | 7 | 1 | 2 | 2 | 1 | |||||||
Programma Realisatie (IF 13.03.01) | 625 | 546 | 432 | 392 | 318 | 209 | 656 | |||||
Budget Realisatie (IF 13.03.01) | 597 | 556 | 438 | 404 | 318 | 209 | 656 | |||||
Overprogrammering (–) | – 28 | 10 | 6 | 12 |
13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer spoor
Afgesloten projecten
Onderstaande projecten zijn afgesloten en indien noodzakelijk zijn de resterende werkzaamheden toegevoegd aan het projectbudget Nazorg gereedgekomen projecten:
-
• Emplacement Maasvlakte West (onderdeel Spooraansluiting 2e Maasvlakte)
-
• D4 aslasten cluster III: Realisatie duikers
Nieuw opgenomen projecten
Venlo Logistiek multimodaal knooppunt
In de oksel van de snelwegen A67 en A73 bij Venlo wordt Trade Port Noord (TPN) ontwikkeld, een logistiek bedrijventerrein met multimodale aansluitingen. Onderdeel van TPN is een nieuwe railterminal die door ProRail wordt aangesloten op de hoofdsporen van de spoorlijn Eindhoven–Venlo. De spooraansluiting van de railterminal zal bestaan uit een tweezijdige ontsluiting, Venlo en Eindhoven. In het Bestuurlijk overleg MIRT, najaar 2015 is vastgesteld dat IenM 50% van de investeringskosten financiert met een maximum van € 30 miljoen. De bijdrage van IenM wordt ter beschikking gesteld aan de Provincie Limburg.
Programma emplacementen op Orde
Op spooremplacementen zijn op dit moment verschillende soorten veiligheidsmaatregelen en middelen aanwezig die bij een incident kunnen worden ingezet. Dit leidt in de praktijk tot onduidelijkheden bij veiligheidsdiensten over de voorzieningen die ze concreet op een emplacement mogen verwachten. In een landelijk project bepalen vertegenwoordigers van gemeenten, veiligheidsregio’s, omgevingsdiensten, ProRail en IenM uniforme normen voor veiligheidsmaatregelen op spooremplacementen. Deze normen zijn onder andere gebaseerd op maatgevende scenario’s van mogelijke soorten incidenten en op de bevolkingsdichtheid in de omgeving. Daarnaast worden op emplacementen voorzieningen aangebracht en verbeterd waardoor treinpersoneel zich op een veilige manier van en naar de trein kan begeven. ProRail heeft hiervoor een plan opgesteld dat de komende vier jaar uitgevoerd moet gaan worden.
Totaal | Oplevering | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | later | huidig | vorig |
ProRail Projecten | ||||||||||||
Projecten nationaal | ||||||||||||
19 | 18 | 8 | 0 | 2 | 3 | 2 | 3 | divers | divers | |||
174 | 173 | 100 | 12 | 9 | 20 | 10 | 3 | 6 | 14 | 2014 e.v. | 2014 e.v. | |
58 | 6 | 6 | 8 | 8 | 4 | 27 | 2020 | nvt | ||||
Kleine projecten goederenvervoer | 4 | 1 | 2 | 1 | divers | divers | ||||||
Projecten Zuidwest-Nederland | ||||||||||||
27 | 27 | 11 | 1 | 6 | 5 | 4 | 2014–2017 | 2014–2017 | ||||
218 | 217 | 70 | 3 | 3 | 12 | 36 | 39 | 16 | 39 | 2014 e.v. | 2014 e.v. | |
Projecten Zuid-Nederland | ||||||||||||
30 | 6 | 8 | 11 | 2 | 0 | 2 | 2019 | 2019 | ||||
Projecten Oost Nederland | ||||||||||||
138 | 138 | 65 | 10 | 18 | 13 | 17 | 14 | 2 | 2020 | 2018 | ||
Overige projecten | ||||||||||||
Nazorg gereedgekomen projecten | 1 | 2 | 1 | 0 | 0 | 0 | divers | divers | ||||
Afrondingen | 1 | |||||||||||
Totaal ProRail Projecten | 669 | 255 | 27 | 51 | 69 | 89 | 69 | 28 | 82 | |||
Overige (niet ProRail) Projecten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||||
Totaal uitvoeringsprogramma | 669 | 255 | 27 | 51 | 69 | 89 | 69 | 28 | 82 | |||
Uitgaven mbt planuitwerking op IF 13.03.05 | – 7 | – 2 | ||||||||||
Programma Realisatie (IF 13.03.02) | 20 | 49 | 69 | 89 | 69 | 28 | 82 | |||||
Budget Realisatie (IF 13.03.02) | 16 | 50 | 71 | 89 | 69 | 28 | 82 | |||||
Overprogrammering (–) | – 4 | 1 | 2 |
13.03.04 Planuitwerking personenvervoer spoor
Nieuw opgenomen projecten
Reizigersfonds
Volgens artikel 24 van de vervoerconcessie moet NS een geldsom (boete) voldoen indien een of meer bodemwaarden of streefwaarden die in de concessie zijn opgenomen niet worden gehaald, tenzij voor het niet halen van de bodem- of streefwaarde een rechtvaardigheidsgrond bestond. De hoogte van deze geldsom volgt uit de vervoerconcessie en is direct opeisbaar.
De vervoerconcessie bepaalt verder dat de geldsom die NS betaalt, in samenspraak met de consumentenorganisaties, door concessieverlener zal worden bestemd en worden ingezet voor de reizigers op het hoofdrailnet in lijn met de doelen van de Lange Termijn Spooragenda.
Op 7 april 2016 heeft IenM in het Landelijk Overleg Consumentenbelangen Openbaar Vervoer (Locov) met de consumentenorganisaties afgesproken dat het beschikbare bedrag niet per se meteen besteed hoeft te worden. Het zou ook opgenomen kunnen worden in een «spaarpot», een reizigersfonds. Boetes kunnen daarin in de loop der jaren opgespaard worden, zodat er mogelijkheden ontstaan om – in overleg met consumentenorganisaties – op enig moment grotere bedragen uit te geven aan nuttige zaken voor de reizigers.
De consumentenorganisaties kunnen op elk moment een voorstel kunnen doen voor een besteding van de beschikbare middelen. In deze begroting is de boete van 2015 opgenomen (€ 0,5 miljoen).
Overige wijzigingen
Grensoverschrijdend Spoorvervoer
Met de provincie Limburg is overeenstemming bereikt over de vaststelling van twee no regret-maatregelen op het traject Heerlen-grens, waardoor het mogelijk wordt een extra treindienst van Heerlen naar Duitsland te bieden. Het gaat om dubbelspoor tussen Heerlen en Landgraaf en om seinverdichting van Landgraaf tot de grens. De maatregelen worden gecofinancierd door IenM vanuit het resterend budget voor de optimalisering van de verbinding van Heerlen naar de grens (Aken; € 10,4 miljoen) en het bij IenM gereserveerde budget voor de aanleg van de Avantislijn (€ 9 miljoen). Het gezamenlijke budget van IenM en provincie Limburg, aan te vullen met een TEN-T-subsidie voor de realisatie, maakt de start van de planuitwerking mogelijk.
Kleine spoorgerelateerde uitgaven
In het Notaoverleg MIRT van 23 november is besloten om € 2,6 miljoen vrij te maken voor een aantal specifiek benoemde studies. Daarnaast is het budget opgehoogd met € 3,8 miljoen ter dekking van overige spoorgerelateerde studieopdrachten voor de komende jaren.
Zwolle–Herfte
De regionale bijdrage van Overijssel voor de aanleg van een 2e perronspoor te Zwolle is aan het projectbudget toegevoegd.
Programma Hoogfrequent Spoor (PHS)
In het voorstel voor de Herijking, dat besproken is in het Notaoverleg MIRT van 23 november, is er voor gekozen om vanuit het programma kleine functiewijzigingen € 22,3 miljoen toe te voegen aan het planstudiebudget PHS gelet op de opgave om PHS op de corridor Den Haag–Rotterdam te realiseren. Daarnaast is het projectbudget opgehoogd met € 3,5 miljoen naar aanleiding van de in de op 17 februari 2016 gesloten Bestuurovereenkomst Spooromgeving Geldermalsen opgenomen bijdrage van de gemeente Geldermalsen.
OV SAAL
Vanuit de binnen dit projectbudget opgenomen reservering voor beheer, onderhoud en vervanging voor OV SAAL KT is € 29 miljoen overgeboekt naar Beheer, Onderhoud en Vervanging (IF 13.02).
Quick scan decentraal spoor Oost-Nederland
Het projectbudget is opgehoogd met € 2,2 miljoen naar aanleiding van de financiële bijdrage van de provincie Gelderland ten behoeve van het deelproject Valleilijn (RVM 1).
Budget | Planning | |||
---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | PB of TB | Indienststelling |
Verplicht | ||||
Realisatieuitgaven op IF13.03.01 mbt planuitwerkingsprojecten | – 14 | – 31 | ||
Projecten Nationaal | ||||
Kleine projecten Personenvervoer | 8 | 5 | divers | |
Reservering opbouw compensatie NS | 159 | 158 | divers | |
Reizigersfonds | 1 | nvt | ||
Projecten Oost-Nederland | ||||
18 | 16 | 2011–2018 | ||
197 | 193 | 2016 | 2017–2021 | |
Gebonden | ||||
Projecten Nationaal | ||||
61 | 60 | divers | ||
Beter Benutten Decentraal Spoor (Decentraal Spoor, fase 2 (NMCA)) | 64 | 64 | divers | |
2.440 | 2.410 | divers | ||
193 | 193 | divers | ||
Projecten Noordwest-Nederland | ||||
352 | 404 | divers | ||
Projecten Oost-Nederland | ||||
Bestemd | 24 | 10 | ||
Projecten in voorbereding | ||||
Projecten Nationaal | ||||
Overige projecten in voorbereiding | ||||
Gesignaleerde risico’s | ||||
Totaal planuitwerkingsprogramma | 3.503 | |||
Begroting (IF 13.03.04) | 3.503 |
Legenda:
PB = Projectbesluit
TB = Tracébesluit
Onderstaand is de budgetflexibiliteit voor de periode 2016–2030 weergegeven voor aanleg planuitwerkingen en verkenningen door inzicht te verstrekken in de opbouw van de MIRT-budgetten tot en met 2030.
13.03.05 Planuitwerkingsprogramma Goederenvervoer
Budget | Planning | |||
---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | PB of TB | Indienststelling |
Verplicht | ||||
Planuitwerkingskosten op realisatieprogramma IF 13.03.02 | 9 | 9 | ||
Projecten Nationaal | ||||
Kleine projecten Goederenvervoer | 12 | 17 | divers | |
Gebonden | ||||
Projecten Zuidwest-Nederland | ||||
159 | 158 | 2020 | ||
Bestemd | ||||
Projecten in voorbereiding | ||||
Overige projecten in voorbereiding | ||||
Gesignaleerde Risico’s | ||||
Totaal planuitwerkingsprogramma | 180 | |||
Begroting (IF 13.03.05) | 180 |
Legenda:
PB = Projectbesluit
TB = Tracébesluit
Onderstaand is de budgetflexibiliteit voor de periode 2016–2030 weergegeven voor aanleg planuitwerkingen en verkenningen door inzicht te verstrekken in de opbouw van de MIRT-budgetten tot en met 2030.
13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS
Motivering
De Staat betaalt voor de beschikbaarheid van de HSL-infrastructuur, zoals deze door het consortium Infraspeed is ontworpen, gebouwd (enkel de bovenbouw) en wordt onderhouden (onder- en bovenbouw) tot en met 2031, volgens de contractuele overeenkomst tussen beide partijen. Het contractbeheer wordt uitgevoerd door ProRail, onder regie van IenM.
huidig | vorig | t/m 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | later | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Beschikbaarheidsvergoeding1 | 3.626 | 3.626 | 1.339 | 150 | 150 | 151 | 154 | 161 | 164 | 1.357 |
Rente- en belastingaanpassingen2 | – 56 | – 56 | – 108 | 15 | 3 | 3 | 3 | 3 | 3 | 22 |
Overgedragen restwerkzaamheden3 | 13 | 13 | 10 | 2 | 1 | |||||
Diverse afrekeningen etc.4 | 53 | 55 | 11 | 2 | 5 | 5 | 5 | 5 | 3 | 17 |
Afrondingen | 1 | 1 | ||||||||
Totaal | 3.636 | 1.252 | 170 | 159 | 160 | 162 | 169 | 170 | 1.396 | |
Begroting (IF 13.04) | 170 | 159 | 160 | 162 | 169 | 170 | 1.396 |
Rente wordt halfjaarlijks verrekend op basis van de werkelijke Euribor-stand; de belastingwijziging is een technische, voor de Staat budgetneutrale, correctie die bij de Belastingdienst leidt tot even grote ontvangsten.
13.07 Rente en Aflossing
Motivering
Onder deze categorie uitgaven vallen de rente en aflossing van de bij ProRail uitstaande leningen, waarmee in het verleden spoorinfrastructuur gefinancierd is.
Producten
Het uitstaand saldo van de leningen per eind 2016 bedraagt nog € 313 miljoen. Hiervan moet ProRail in 2017 € 166 miljoen aflossen, in 2020 € 75 miljoen en in 2027 € 72 miljoen. Er is nog niet besloten of tot herfinanciering of schuldreductie wordt overgegaan. Om deze reden zijn voor deze leningen de rentekosten structureel in de begroting opgenomen.
Voor de aflossing per eind 2012 was € 32 miljoen vrijgemaakt op de begroting, maar is uiteindelijk gedekt binnen de reeds bij ProRail beschikbare middelen. Deze € 32 miljoen blijft vooralsnog beschikbaar voor toekomstige aflossingen.
Uitgaven
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Rente leningen | 17 | 17 | 17 | 17 | 17 | 17 |
Aflossing leningen | 166 | 75 | ||||
Herfinanciering leningen | – 135 | – 75 | ||||
Totaal | 17 | 48 | 17 | 17 | 17 | 17 |
13.08 Investeringsruimte
Motivering
Op dit artikelonderdeel wordt de voor dit artikel beschikbare investeringsruimte tot en met 2030 verantwoord. De investeringsruimte betreft de budgettaire ruimte waarvoor nog geen bestuurlijke of juridische verplichtingen zijn aangegaan. Deze ruimte is onder meer beschikbaar voor het kunnen opvangen van (toekomstige) risico’s en kan deels ingezet worden voor het financieren van prioritaire ambities.
Zoals nader toegelicht in de begroting op hoofdlijnen wordt in deze begroting binnen de investeringsruimte onderscheid gemaakt tussen programmaruimte en beleidsruimte. De programmaruimte betreft ruimte die reeds in de huidige kabinetsperiode ingezet kan worden voor ambities en risico’s. De beleidsruimte betreft ruimte waarover de besluitvorming wordt overgelaten aan een volgend kabinet. Op artikelonderdeel 18.11 wordt nader ingegaan op de totale beleidsruimte op de begroting van het Infrastructuurfonds.
Programmaruimte
De in de begroting 2016 opgenomen stand van de beschikbare programmaruimte tot en met 2028 bedroeg € 906 miljoen. Door de hieronder vermelde belangrijkste (budgettaire) aanpassingen bedraagt deze ruimte in de ontwerpbegroting 2017 nu € 1.022 miljoen tot en met 2030.
-
– Om de flexibiliteit binnen het Infrastructuurfonds te garanderen, heeft het kabinet besloten dat gedurende de huidige kabinetsperiode van de investeringsruimte die met de verlenging tot en met 2030 ontstaat nog maximaal € 1,4 miljard mag worden bestemd voor (nieuwe) ambities en risico’s. Hiervan is € 553 miljoen toebedeeld aan Spoor.
-
– Opvangen van de ramingsbijstelling Infrastructuurfonds (– € 384 miljoen).
-
– Bijdrage aan de rijksbrede taakstelling Veiligheid en Justitie en Migratie (– € 4 miljoen).
-
– Bijdrage aan Eenvoudig Beter (– € 59 mijloen).
-
– Bijdrage aan de Topsector Logistiek (– € 13 miljoen).
-
– Saldo prijsbijstelling 2016 (+ € 15 miljoen).
-
– Toevoeging investeringsruimte Regionaal/Lokaal (deel OV) zoals genoemd in het Maatregelenpakket Herijking (+ € 118 miljoen).
-
– Toevoeging verlaging programma Kleine functiewijzigingen en programma kleine stations zoals genoemd in Maatregelenpakket Herijking (+ € 100 miljoen).
-
– Toevoeging vanuit Begroting hoofdstuk XII van de gereserveerde middelen naar aanleiding van het coalitieakkoord Balkenende IV in verband met de afloop van het Actieprogramma Regionaal Openbaar Vervoer (+ € 250 miljoen).
-
– Vrijval BOV naar aanleiding van de subsidievaststelling 2014/2015 (+ € 74, miljoen), programma Toegankelijkheid (+ € 17 miljoen), OV SAAL (+ € 36 miljoen), NSP Utrecht (+ € 1 miljoen), Sporen in Den Bosch (+ € 6 miljoen), Ontsnippering (+ € 3 miljoen), Nazorg (+ € 2 miljoen).
-
– Compensatie NS Geluideis ICNG (+ € 10 miljoen).
-
– Dekking maatregelen zoals opgenomen in maatregelenpakket Herijking (Beter en Meer, emplacementen op orde, etc.) (– € 211 miljoen).
-
– Meerkosten Breda (– € 5 miljoen).
-
– Nazorg Betuweroute in verband met trillingen (– € 3 miljoen).
-
– Naar productartikel 17 Zuidas (– € 4 miljoen).
-
– Naar 13.03.04 dekking studies en opdrachten (– € 4 miljoen).
-
– Rijswijk-Schiedam: dekking treasuryresultaat Delft (– € 11 miljoen) en luchtdrukproblematiek Spoortunnel (– € 3 miljoen) en ophoging projectbudget naar aanleiding van conclusie externe audit (– € 39 miljoen).
-
– Naar productartikel 14 dekking actieplan P+R (– € 5 miljoen).
-
– Toevoegen reservering indexatie 2014/2015 aan de BOV middelen (– € 291 miljoen).
-
– Schiphol maatregelen korte termijn (– € 6 miljoen).
De genoemde mee- en tegenvallers op de specifieke projecten zijn eveneens toegelicht bij het betreffende artikelonderdeel van waaruit het project gefinancierd wordt.
Beleidsruimte
In de ontwerpbegroting 2016 was op dit artikel geen beleidsruimte opgenomen. In de ontwerpbegroting 2017 is de beleidsruimte nieuw en bedraagt € 400 miljoen. Dit betreft investeringsruimte die ontstaat als gevolg van het ramen van doorlopende concessieontvangsten (HRN/HSL) voor de verlengde jaren (2029 en 2030). Omdat dit kabinet niet meer dan € 1,4 miljard wenst te bestemmen voor ambities en risico’s wordt de ruimte die door deze concessieontvangsten ontstaat apart gehouden voor toekomstige kabinetten. Op artikelonderdeel 18.11 wordt nader ingegaan op de totale beleidsruimte op de begroting van het Infrastructuurfonds.
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Programmaruimte | 10.003 | 40.581 | 63.582 | 51.229 | 53.492 | 85.451 | 80.958 | 80.579 |
Beleidsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 10.003 | 40.581 | 63.582 | 51.229 | 53.492 | 85.451 | 80.958 | 80.579 |
2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2016–2030 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Programmaruimte | 49.913 | 57.758 | 52.759 | 50.631 | 49.668 | 182.374 | 112.705 | 1.021.683 |
Beleidsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 200.224 | 200.224 | 400.448 |
Totaal | 49.913 | 57.758 | 52.759 | 50.631 | 49.668 | 382.598 | 312.929 | 1.422.131 |
13.09 Ontvangsten
Motivering
Dit artikelonderdeel bevat de verantwoording van de bijdragen van derde partijen rechtstreeks aan IenM voor spooruitgaven. ProRail int de gebruiksvergoeding van vervoerders en het grootste deel van de onderhoudsbijdragen van derde partijen, deze zijn daarom gesaldeerd met de uitgaven opgenomen in de begroting onder artikelonderdeel 13.02 Verrekeningen (subsidievaststellingen) met ProRail die betrekking hebben op afgesloten jaren zijn niet gesaldeerd met de uitgaven voor het lopende jaar, maar zijn gedesaldeerd opgenomen in de ontvangsten en uitgaven.
Concessievergoedingen
Producten
Deze zijn de Concessieprijs die NS betaalt voor de vervoerconcessie hoofdrailnet (artikel 66 van de Concessie HRN 2015–2025) en de HSL-heffing die NS betaalt ter dekking van de uitgaven voor de aanleg van de HSL-Zuid infrastructuur (Besluit HSL-heffing 2015), alsmede de betaling van de uitgestelde concessievergoeding HSL-Zuid 2009–2014 (Onderhandelakkoord IenM/NS 2011).
Projectbijdragen decentrale overheden
Deze betreffen de bijdragen van decentrale overheden aan (MIRT-)projecten.
Afrekeningen ProRail/Havenbedrijf
Deze betreffen de afrekeningen van subsidies voor aanlegprojecten en beheer, onderhoud en vervanging over afgesloten begrotingsjaren en de aan het Havenbedrijf doorbelaste onderhoudskosten Tweede Maasvlakte.
Ontvangsten
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Concessieprijs HRN 2015–2024 | 80 | 86 | 86 | 86 | 86 | 86 |
Verrekening beheervergoeding reisinformatie | – 8 | – 8 | – 8 | – 8 | – 8 | – 8 |
Verrekening compensatie treindiensten België | – 3 | – 3 | – 3 | – 3 | – 3 | – 3 |
HSL-heffing 2015–2024 | 57 | 59 | 68 | 76 | 82 | 88 |
Uitgestelde betalingen HSA 2009–2014 | 41 | 40 | 39 | 39 | 38 | 37 |
Compensatie geluidseis ICNG | 10 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Boetes prestaties NS | 1 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Concessievergoedingen | 178 | 174 | 182 | 190 | 195 | 200 |
Bijdragen decentrale overheden | 2 | 10 | 131 | 10 | 0 | 0 |
Afrekening subsidies ProRail/Havenbedrijf | 121 | 1 | 1 | 1 | 1 | 1 |
Totaal | 301 | 185 | 314 | 201 | 196 | 201 |