Base description which applies to whole site

Artikel 36. Contraterrorisme en Nationaal Veiligheidsbeleid

Realisatie begrotingsutigaven Veiligheid en Justitie € 12.383 miljoen Art. 36 Contraterrorisme en Nationaal Veiligheidsbeleid 1,7%

Realisatie begrotingsutigaven Veiligheid en Justitie € 12.383 miljoen Art. 36 Contraterrorisme en Nationaal Veiligheidsbeleid 1,7%

Algemene doelstelling

Bijdragen aan een veilig en stabiel Nederland door dreigingen te onderkennen, de weerbaarheid van burgers, bedrijfsleven en overheidsorganen te verhogen en de bescherming van vitale belangen te versterken. Doel is het voorkomen en beperken van maatschappelijke ontwrichting.

Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Veiligheid en Justitie heeft een regisserende rol op het gebied van nationale veiligheid en crisisbeheersing, terrorismebestrijding en cybersecurity. De taken worden namens de Minister uitgevoerd door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV). De NCTV heeft de volgende hoofdopdrachten:

  • identificeren en duiden van dreigingen en risico’s;

  • bewaken en beveiligen van personen, objecten, diensten en evenementen;

  • verhogen van cyber security;

  • verhogen van de weerbaarheid van overheden (waaronder veiligheidsregio’s), burgers en bedrijfsleven;

  • realiseren van optimale crisisbeheersing en crisiscommunicatie.

De verantwoordelijkheid van de Minister is gebaseerd op de Wet veiligheidsregio’s (verantwoordelijkheid voor het stelsel van brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening in de regio (GHOR), rampenbestrijding en crisisbeheersing), de Politiewet 2012 (voor bewaken en beveiligen), de Luchtvaartwet (beveiliging burgerluchtvaart) en het Koninklijk Besluit van 14 december 2005 (terrorismebestrijding). Daarnaast is bij Koninklijk Besluit vastgelegd dat de Minister van Veiligheid en Justitie doorzettingsmacht heeft wanneer het gaat om het voorkomen van terroristische misdrijven.

Vanwege de regisserende rol van de Minister van Veiligheid en Justitie op de genoemde domeinen zijn er samenwerkingsverbanden en relaties met verschillende andere betrokken Ministeries, medeoverheden en organisaties.

Beleidsconclusies

Het op dit artikel uitgevoerde beleid en de bijbehorende resultaten waren het afgelopen jaar conform de verwachtingen zoals vermeld in de begroting. Er was geen noodzaak tot afwijkingen van het voorgenomen beleid. In het kader van terrorismebestrijding is in 2013 de aandacht verlegd naar het tegengaan van reisbewegingen naar jihadistische strijdgebieden en het indammen van de risico’s die mogelijk uitgaan van terugkeerders. Kernpunt vormde ook het versterken van de samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven om de weerbaarheid tegen ICT-verstoringen en cyberaanvallen te verhogen. In november werd in dit kader een nieuwe cybersecurity strategie gepubliceerd54.

Een onafhankelijke commissie heeft het functioneren van de Wet veiligheidsregio’s en het stelsel van rampenbestrijding en crisisbeheersing onderzocht en heeft aanbevelingen gedaan voor verbeteringen55. Naar aanleiding van deze evaluatie heeft het kabinet haar visie gegeven op de toekomst van de veiligheidsregio’s en het stelsel van rampenbestrijding en crisisbeheersing56.

Tabel 36.1 Budgettaire gevolgen van beleid (x € 1.000)
   

Realisatie

2013

Begroting

2013

Verschil

Verplichtingen

284.113

205.242

78.871

         

Programma-uitgaven

210.768

205.242

5.526

36.2 Nationale Veiligheid en terrorismebestrijding

     
 

Bijdrage ZBO/RWT's

     
 

Instituut Fysieke Veiligheid (IFV)

36.565

31.040

5.525

 

Bijdrage aan mede-overheden

     
 

Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDuR)

128.462

128.397

65

 

Overig nationale veiligheid

9.529

3.320

6.209

 

Subsidies

     
 

Nederlands Rode Kruis

1.827

1.850

– 23

 

Nationaal Veiligheids Instituut

934

1.040

– 106

 

Onderwijs Veiligheidsregio's

250

1.930

– 1.680

 

Overig nationale veiligheid

2.905

5.509

– 2.604

 

Opdrachten

     
 

Project NL-Alert

3.254

2.900

354

 

Opdrachten NCSC

4.489

4.164

325

 

Overig terrorismebestrijding

2.556

3.453

– 897

 

Overig nationale veiligheid

8.774

10.524

– 1.750

         

36.3 Onderzoeksraad voor Veiligheid

     
 

Bijdrage ZBO/RWT's

     
 

Onderzoeksraad voor Veiligheid

11.223

11.115

108

         

Ontvangsten

212

0

212

Verplichtingen

Toelichting op de instrumenten

Het verplichtingenkader is verhoogd omdat de verplichtingen voor de Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDuR) 2014 en de bijdrage in 2014 aan Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) zijn aangegaan in de verplichtingenadministratie 2013 conform de verplichtingenvoorschriften. De kasuitgave vindt plaats in 2014.

36.2 Contraterrorisme en Nationaal Veiligheidsbeleid

Bijdrage ZBO/RWT

Instituut Fysieke Veiligheid

De bijdrage ten behoeve van de brandweerzorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing aan het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV), is het afgelopen jaar verstrekt zoals vermeld in de begroting. In het kader van verantwoord begroten is voor een bedrag van € 1,9 mln. geraamd op de subsidie onderwijs Veiligheidsregio’s en voor een bedrag van € 1,5 mln. geraamd op opdrachten overig nationale veiligheid. De verantwoording van deze uitgaven hebben plaats gevonden op de bijdrage IFV. De hogere uitgaven ad. € 5,5 mln. worden hiermee voor € 3,4 mln. verklaard. De resterende feitelijke overschrijding van € 2,1 mln. is veroorzaakt door een nabetaling ten behoeve van de bijdrage 2012.

Bijdrage aan medeoverheden

Brede Doeluitkering Rampenbestrijding

Van het totaal aan uitgaven voor de brandweer, GHOR, rampenbestrijding en crisisbeheersing op lokaal en regionaal niveau wordt ongeveer 90% bekostigd door de gemeenten uit hun algemene uitkering van het gemeentefonds. Daarnaast ontvangen de veiligheidsregio’s van het Ministerie van VenJ, op grond van het Besluit veiligheidsregio's, een Brede Doeluitkering Rampenbestrijding (BDuR) in de vorm van een lumpsum als financiële tegemoetkoming voor alle taken die in de Wet veiligheidsregio’s zijn opgenomen. De bijdrage ten behoeve van de brandweerzorg, rampenbestrijding en crisisbeheersing is het afgelopen jaar verstrekt zoals vermeld in de begroting.

Overig nationale veiligheid

In het kader van verantwoord begroten is voor een bedrag van € 1,4 mln. geraamd op opdrachten overige nationale veiligheid en voor een bedrag van € 1,7 mln. geraamd op opdrachten overig terrorismebestrijding. De verantwoording van deze uitgaven hebben plaats gevonden op de bijdrage overig nationale veiligheid. De hogere uitgaven ad. € 6,2 mln. worden hiermee voor € 3,1 mln. verklaard. De resterende feitelijke overschrijding van € 3 mln. is veroorzaakt door beveiligingsmaatregelen en een incidentele bijdrage aan het Veiligheidsberaad.

Subsidies

Nederlands Rode Kruis

De bijdrage ten behoeve van de rampenbestrijding aan het Nederlands Rode Kruis, is het afgelopen jaar verstrekt zoals vermeld in de begroting.

Nationaal Veiligheidsinstituut

In 2013 heeft VenJ de jaarlijkse subsidie verstrekt voor de exploitatie van het Nationaal Veiligheidsinstituut.

Onderwijs veiligheidsregio’s

In het kader van verantwoord begroten is voor een bedrag van € 1,9 mln. geraamd op de subsidie onderwijs Veiligheidsregio’s. De verantwoording van deze uitgave heeft plaats gevonden op de bijdrage IFV.

Overige nationale veiligheid

Het subsidiebudget is bij de Voorjaarsnota 2013 gekort met € 5,0 mln. Dit bedrag kon vanwege lopende verplichtingen niet direct worden gerealiseerd, bij afbouw van de subsidies is temporisering over de jaren noodzakelijk. De uiteindelijk gerealiseerde uitgaven aan de subsidies bedroeg in 2013 € 2,6 mln.

Opdrachten

Project NL-Alert

NL-Alert is het systeem voor rampen- en crisisinformatie per mobiele telefoon dat eind 2012 is uitgerold. Met de bijdrage van het Ministerie van VenJ zijn de beheer- en exploitatiekosten van onder andere de telecomproviders gefinancierd. In 2013 zijn twee landelijk NL-Alert controleberichten uitgezonden, waaruit bleek dat NL-Alertberichten kunnen worden ontvangen door € 3,9 miljoen mensen.

Opdrachten Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC)

In 2013 heeft het NCSC 779 incidenten afgehandeld en 1.885 adviezen over beveiliging verstrekt. Naast diverse factsheets is onder andere is een leidraad voor de totstandkoming tot een praktijk van responsible disclosure gepubliceerd.

Vanaf maart 2013 was het NCSC volop betrokken bij de afhandeling van diverse Denial of Service (DoS) aanvallen, vooral bij Nederlandse banken en een aantal overheidsinstellingen.

In oktober heeft de jaarlijkse awarenesscampagne Alert Online plaatsgevonden.

Overige terrorismebestrijding

Naast de genoemde activiteiten omtrent het indammen van de risico’s die mogelijk uitgaan van terugkeerders uit jihadistische strijdgebieden, is in 2013 onder meer, evenals in andere jaren, viermaal het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) uitgebracht. Het DTN fungeert als inhoudelijke basis voor het contraterrorismebeleid en stelt de NCTV en zijn samenwerkingspartners in staat beleidsmatig en operationeel snel in te spelen op nieuwe ontwikkelingen.

Overig nationale veiligheid

Vanuit het programma «Veilig door innovatie» zijn 19 nieuwe projectaanvragen gefinancierd. Het betreffen projecten die het presterend vermogen van veiligheidspartners kan verhogen door slimmer, sneller en/of efficiënter te gaan werken. Tevens zijn opdrachten verstrekt ten behoeve van het functioneren van het Nationaal Crisiscentrum (NCC) en Nationale Academie voor Crisisbeheersing (NAC), die beide werken voor de gehele rijksoverheid. In 2013 is de Crisisuitwijk gerealiseerd.

36.3 Onderzoeksraad voor Veiligheid

Bijdragen ZBO’s en RWT’s

Onderzoeksraad voor Veiligheid (OvV)

De OvV fungeert als onafhankelijk onderzoeksorgaan, dat op eigen gezag kan besluiten tot het doen van onderzoek naar de oorzaak van (ernstige) ongevallen en rampen of een dreiging daartoe.

De werkzaamheden van de raad zijn gekoppeld aan het zich voordoen van een voorval of een reeks van voorvallen. De onderzoeken die zijn gedaan in 2013 zijn te vinden op www.onderzoeksraad.nl .

De bijdrage aan de OvV is besteed zoals begroot.

54

Kamerstukken II 2013–2014, 26 643, nr. 291

55

Kamerstukken II 2013–2014, 26 956, nr. 181

56

Kamerstukken II 2013–2014, 26 517, nr. 76

Licence