Base description which applies to whole site

Artikel 10 Nominaal en onvoorzien

A. Tabel Budgettaire gevolgen

Budgettaire gevolgen – artikel 10 Nominaal en onvoorzien (bedragen x € 1.000)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 

2014

2015

2016

2017

2018

2018

2018

Verplichtingen

0

0

0

0

0

37.705

– 37.705

               

Uitgaven

0

0

0

0

0

97.019

– 97.019

Programma onvoorzien

0

0

0

0

0

5.257

– 5.257

Apparaat onvoorzien

0

0

0

0

0

70.432

– 70.432

Loonbijstelling

0

0

0

0

0

21.330

– 21.330

Prijsbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

               

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

B. Toelichting op de instrumenten

Vanuit dit artikel wordt onder andere de loon- en prijsbijstelling naar de artikelen overgeboekt, waaronder de € 21,3 mln. die in de Ontwerpbegroting 2018 al reeds uitgekeerd was, maar nog niet toegedeeld was naar de artikelen. Artikel 10 is tevens bedoeld om onzekere ontwikkelingen binnen de begroting van Financiën op te vangen. In 2018 is onder andere € 59,3 mln. aan gereserveerde middelen overgeheveld naar artikel 1 Belastingen voor het bekostigen van de vertrekregeling van de Belastingdienst en is € 10,7 mln. aan gereserveerde middelen overgeheveld naar artikel 1 Belastingen voor het bekostigen van uitvoeringskosten van fiscale maatregelen. Verder is € 5,8 mln. ingezet als dekking voor het saldo van mee- en tegenvallers op de Financiënbegroting en zijn er middelen, onder andere gereserveerd voor de uitvoeringskosten van fiscale maatregelen en het resterende opstartbudget van Invest-NL, doorgeschoven van 2018 naar 2019 en 2020, aangezien de uitgaven in deze jaren verwacht worden. De verplichtingenmutaties zijn gelijk in omvang aan de kasuitgaven, behalve bij de € 59,3 mln. overboeking van de middelen naar artikel 1 Belastingen voor het bekostigen van de vertrekregeling van de Belangdienst. Deze verplichting is namelijk al eerder aangegaan.

Licence