Op dit artikel worden de producten op het gebied van rijksvaarwegen verantwoord. Dit betreffen de onderdelen verkeersmanagement, beheer, onderhoud en vervanging, aanleg, geïntegreerde contractvormen/PPS, netwerkgebonden kosten en de investeringsruimte.
De doelstellingen van het onderliggende beleid zijn terug te vinden in de begroting Hoofdstuk XII en vinden hun oorsprong in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) en de Nota Mobiliteit (NoMo) (Kamerstukken II 2004–2005, 29 644, nr. 6).
Het artikel Hoofdvaarwegennet op het Infrastructuurfonds is gerelateerd aan beleidsartikel 18 Scheepvaart en havens op de begroting Hoofdstuk XII.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2020 | 2020 | ||
Verplichtingen | 1.392.685 | 1.632.806 | 724.468 | 821.049 | 1.034.388 | 973.825 | 60.563 | 1 |
Uitgaven | 861.930 | 899.296 | 845.570 | 940.693 | 1.042.935 | 994.399 | 48.536 | |
15.01 Verkeersmanagement | 8.428 | 8.525 | 8.655 | 8.830 | 11.010 | 8.830 | 2.180 | |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 8.428 | 8.525 | 8.655 | 8.830 | 11.010 | 8.830 | 2.180 | |
15.02 Beheer onderhoud en vervanging | 410.159 | 322.961 | 334.496 | 353.574 | 391.031 | 398.074 | ‒ 7.043 | |
15.02.01 Beheer en onderhoud | 310.851 | 287.799 | 288.844 | 313.815 | 339.381 | 331.829 | 7.552 | 2 |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 307.117 | 282.128 | 283.007 | 309.713 | 335.809 | 311.509 | 24.300 | |
15.02.04 Vervanging | 99.308 | 35.162 | 45.652 | 39.759 | 51.650 | 66.245 | ‒ 14.595 | 3 |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 25.080 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
15.03 Aanleg | 124.309 | 218.819 | 159.164 | 195.446 | 226.735 | 171.166 | 55.569 | |
15.03.01 Realisatieprogramma | 119.948 | 199.287 | 157.949 | 194.340 | 223.697 | 171.166 | 52.531 | 4 |
15.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen | 4.361 | 19.532 | 1.215 | 1.106 | 3.038 | 0 | 3.038 | |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 4.361 | 1.609 | 444 | 343 | 1.843 | 1.348 | 495 | |
15.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS | 11.565 | 39.105 | 28.867 | 51.994 | 56.765 | 75.293 | ‒ 18.528 | 5 |
15.06 Netwerkgebonden kosten HVWN | 307.469 | 309.886 | 314.388 | 330.849 | 357.394 | 341.036 | 16.358 | |
15.06.01 Apparaatskosten RWS | 278.244 | 281.666 | 285.741 | 297.755 | 320.780 | 309.221 | 11.559 | 6 |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 278.244 | 281.666 | 285.741 | 297.755 | 320.780 | 309.221 | 11.559 | |
15.06.02 Overige netwerkgebonden kosten | 29.225 | 28.220 | 28.647 | 33.094 | 36.614 | 31.815 | 4.799 | |
- Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 29.225 | 28.220 | 28.647 | 33.094 | 36.614 | 31.815 | 4.799 | |
15.07 Investeringsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
15.09 Ontvangsten | 94.081 | 97.115 | 81.365 | 130.509 | 112.206 | 154.888 | ‒ 42.682 | 7 |
Onderstaand wordt op het niveau van artikelonderdelen en de verplichtingen een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.
1. In 2020 zijn per saldo meer verplichtingen aangegaan dan begroot. Bij de volgende projecten is sprake van een hogere verplichtingenrealisatie:
– Toekomstvisie Waal (€ 46,1 miljoen). De hogere verplichting is veroorzaakt door de verschuiving van de gunning van 2019 naar 2020.
– Nieuwe Sluis Terneuzen (€ 23,1 miljoen). De hogere verplichting in 2020 is veroorzaakt door een versnelling van de werkzaamheden voor saneringswerkzaamheden op de locatie Schependijk.
– Twentekanalen fase 2 (€ 22,3 miljoen). In 2020 zijn er meer verplichtingen aangegaan voor het grondstromenplan, maatregelen voor damwanden, de baggeropgave en grondwaterbeheersing.
– Lichteren IJmuiden (€ 21,0 miljoen). De hogere verplichtingen zijn veroorzaakt door het sneller afsluiten van een contract voor de ontmanteling baggerspeciedepot Averijhaven.
– Beheer en onderhoud (€ 21,4 miljoen). Dit betreft een intensivering van het RWS Service Level Agreement wegens enkele endogene en exogene ontwikkelingen, namelijk de extreme en voortdurende droogte, hogere kosten voor inspecties kunstwerken als gevolg van o.a. uitbreiding en veroudering van het areaal, hogere baggerkosten van de Eemsgeul en hogere ICT-uitgaven. Dit betreffen ook werkzaamheden ten behoeve van de fysieke en digitale bescherming van objecten.
– Capaciteitsuitbreiding Beneden Lek (€ 9,5 miljoen). De hogere verplichtingen zijn veroorzaakt doordat in 2020 verplichtingen zijn aangegaan in plaats van 2021.
Er zijn minder verplichtingen aangegaan bij de volgende projecten:
– Zeetoegang IJmond (- € 47,8 miljoen). Door vertraging in de aanbesteding van het deelproject Selectieve Onttrekking, verschuiven de verplichtingen van 2020 naar 2021.
– Overdracht Brokx-Nat (- € 28,9 miljoen). De lagere verplichting is met name veroorzaakt door aanpassingen in het contract.
– Lemmer-Delfzijl 2 (- € 18,8 miljoen). De lagere verplichting is met name veroorzaakt door aanpassingen in het contract.
Tot slot leiden diverse kleine mutaties bij meerdere projecten tot per saldo hogere verplichtingen (€ 12,7 miljoen).
2. De hogere realisatie betreft voornamelijk de uitgaven voor de versnelling aan onderhoudswerkzaamheden. Er is extra budget vrijgemaakt voor maatregelen die direct effect hebben op het verminderen van (ver)storingen en relatief snel zijn in te passen in de onderhoudsprogrammering van RWS. Extra budget is ontvangen met IMPULS (Kamerstukken II 2019–2020, 35 300 A, nr. 5) en het Versnellingspakket (Kamerstukken II 2019–2020, 29 385, nr. 106).
3. De lagere realisatie wordt met name veroorzaakt door werkzaamheden die later worden uitgevoerd dan verwacht bij onder andere de volgende projecten binnen het programma Vervanging en Renovatie.
– Renovatie Waalbrug: er is vertraging opgelopen als gevolg van problematiek rondom aanwezigheid van Chroom VI.
– Groot Onderhoud Stuwen Maas: als gevolg van een langere doorlooptijd in de voorbereidingsfase, is de uitvoering van het project vertraagd.
Daartegenover staan hogere uitgaven bij de projecten :
– VenR Groot Onderhoud Stuwen (€ 7,3 miljoen) door herstelwerkzaamheden aan de stuw Linne. Zoals in de 2e suppletoire gemeld is begin 2020 de stuw Linne Gronst beschadigd door twee losgeslagen duwbakken. Om te kunnen waarborgen dat de stuw voor het komend hoogwaterseizoen volledig hersteld is en veilig kan functioneren ten behoeve van peilregulering evenals het voldoen aan wet- en regelgeving zijn in 2020 aanvullende werkzaamheden uitgevoerd.
– Modernisering Objecten Bediening Zeeland (MOBZ) Renovatie en Vernieuwing (€ 2,7 miljoen) door de aangepaste planning zijn werkzaamheden naar voren gehaald. Om hinder zoveel mogelijk te beperken is, zoals in de 2e suppletoire gemeld, de realisatie van twee bruggen omgedraaid. Hierdoor zijn er eerder dan gepland kosten gemaakt voor het aanschaffen van onderdelen.
– Onderzoeksprogramma VenR (€ 1,8 miljoen). Uit onderzoeksresultaten zijn vernieuwde inzichten gekomen. Er zijn meer onderzoeken uitgevoerd in 2020 dan gepland.
4. De hogere uitgaven op het realisatieprogramma (€ 52,5 miljoen) wordt grotendeels (€ 61,1 miljoen) verklaard door de gehanteerde overprogrammering. Daarnaast zijn er mutaties op de volgende projecten:
– Nieuwe Sluis Terneuzen (€ 12,9 miljoen). In verband met het aantreffen van vervuilde grond Schependijk verschuift een deel van de bouwwerkzaamheden van 2020 naar 2023 (- € 10 miljoen). Door het aantreffen van deze vervuilde grond zijn extra kosten gemaakt. Vlaanderen en Nederland dragen beide de helft van de kosten. De extra bijdrage wordt in twee delen aan het projectbudget toegevoegd. Het eerste deel van deze extra bijdrage (€ 20,0 mln.) is toegevoegd in 2020. Hiervan valt 13,3 € miljoen in 2020, € 5,3 miljoen in 2021 en € 1,5 miljoen in 2026. Ook is het totale projectbudget in 2020 toegenomen door de aanvullende bijdrage van € 9,6 miljoen van Vlaanderen i.v.m. extra indexatie op het Vlaamse projectdeel.
– Maasroute fase 2 (- € 11,1 miljoen). Door vertraging als gevolg van PFAS-problematiek en het aantreffen van een bedreigde diersoort moesten er nieuwe vergunningen worden aangevraagd.
– Toekomst Visie Waal (- € 10,1 miljoen). Door vertraging van de uitspraak van de Raad van State schuift de start van de realisatie op naar 2021.
Tot slot leiden diverse kleine mutaties bij meerdere projecten tot per saldo lagere uitgaven (- € 0,3 miljoen).
5. De lagere uitgaven zijn met name veroorzaakt bij het project Zeetoegang IJmond (- € 22,6 miljoen). Door vertraging in de aanbesteding van het deelproject Selectieve Onttrekking verschuift budget van 2020 naar 2021. Tot slot leiden diverse kleine mutaties bij meerdere projecten tot per saldo hogere uitgaven (€ 4,1 miljoen).
6. De hogere uitgave betreft met name de loon- en prijsbijstelling 2020.
7. In 2020 zijn per saldo minder ontvangsten gerealiseerd dan begroot. Dit is met name het geval bij:
– Zeetoegang IJmond (- € 42,2 miljoen). Over een groot deel van de ontvangsten zijn er nieuwe afspraken gemaakt tussen IenW, de gemeente Amsterdam en het havenbedrijf. De verwachting is dat de ontvangsten in 2022 gerealiseerd zullen worden.
– De Europese CONNECTING EUROPE FACILITY (CEF) subsidie is in 2019 ontvangen in plaats van 2020 (- € 15,3 miljoen).
Daartegenover zijn er hogere ontvangsten gerealiseerd bij het project Nieuwe Sluis Terneuzen (€ 9,6 miljoen). De oorzaak hiervoor is een aanvullende bijdrage van Vlaanderen als gevolg van extra indexatie op het Vlaamse projectdeel. Tot slot leiden diverse kleine mutaties bij meerdere projecten tot per saldo hogere ontvangsten (€ 5,2 miljoen).
15.01 Verkeersmanagement
Motivering
De activiteiten binnen verkeersmanagement worden uitgevoerd om een vlot, betrouwbaar en veilig scheepvaartverkeer op het hoofdvaarwegennet te realiseren. Er zijn met RWS ten behoeve van het verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud prestatieafspraken gemaakt en er zijn indicatoren opgesteld om aan te sluiten op de beleidsdoelen.
Producten
Bij verkeersmanagement gaat het voornamelijk om de volgende activiteiten:
– Verkeersbegeleiding, bediening van objecten en vaarwegmarkering;
– Monitoring en informatieverstrekking;
– Vergunningverlening en handhaving;
– Crisisbeheersing en preventie.
In het goederenvervoer over water is een groei voorzien, die deels met verkeersmanagement wordt gefaciliteerd. Daarnaast moet de betrouwbaarheid en reistijd op orde worden gebracht. Beleidsdoelstellingen op het gebied van verkeersmanagement zijn:
– Het zoveel mogelijk beperken van de gemiddelde structurele wachttijd bij sluizen in de hoofdvaarwegen;
– Het afstemmen van de bediening van bruggen en sluizen op de vraag vanuit de markt.
De activiteiten die door RWS centraal worden uitgevoerd, worden gefinancierd uit de budgetten voor netwerkgebonden kosten.
Vanaf 2014 wordt in overleg met de sector gewerkt aan het zo goed mogelijk vormgeven van de bediening van sluizen en beweegbare bruggen. De Kamer is geïnformeerd over de wijze waarop RWS en haar collega vaarwegbeheerders dit vormgeven, via het stuk «vergezicht bediening sluizen en bruggen» (Kamerstukken II 2015-2016, 34 300 A, nr. 56). In 2019 is de Kamer geïnformeerd welke maatregelen Rijkswaterstaat samen met de sector heeft geselecteerd om de betrouwbaarheid van reistijden te verbeteren in het kader van Beter Bediend (Kamerstukken, 2018–2019, 31 409, nr. 219). Met het toezicht op het water dat door RWS (onder andere samen met de Politie) wordt uitgevoerd, wordt beoogd de veiligheid voor de gebruikers te borgen. Dit toezicht heeft ook een preventieve werking. Met de inwerkingtreding van de nieuwe Binnenvaartwet is meer nadruk komen te liggen op bestuursrechtelijke handhaving door IenW (in plaats van strafrechtelijke handhaving door de Politie). In geval van calamiteiten, zoals schade en verontreinigingen, wordt hierover bericht en adequaat opgetreden. Hiervoor is een calamiteitenorganisatie operationeel.
Meetbare gegevens
Areaalomschrijving | Eenheid | Realisatie 2016 | Realisatie 2017 | Realisatie 2018 | Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Begroting 2020 | Toelichting |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Begeleide vaarweg | km | 592 | 592 | 592 | 592 | 592 | 592 | 1 |
Bediende objecten | stuks | 245 | 245 | 242 | 242 | 244 | 244 | 2 |
Bron: Rijkswaterstaat, 2020
Toelichting
1. Alleen de vaarwegen, die vanuit vaste verkeersposten worden begeleid, zijn in het hierboven opgenomen areaal meegeteld. De vaarwegen in beheer bij RWS die met patrouillevaartuigen worden bestreken zijn niet meegerekend.
2. In 2020 zijn de Reevesluis en de tweede sluiskolk bij sluis Eefde opengesteld.
15.02 Beheer, onderhoud en vervanging
Motivering
Beheer en onderhoud wordt uitgevoerd om het hoofdvaarwegennet in een staat te houden, die noodzakelijk is voor het faciliteren van vlot, veilig en duurzaam vervoer van goederen.
Producten
Het regulier beheer en onderhoud van rijksvaarwegen omvat maatregelen aan bodems, oevers, kunstwerken zoals sluizen en bruggen, verkeersvoorzieningen, landschap en milieu en voorzieningen voor verkeersmanagement, zoals verkeerscentrales.
Vervanging en renovatie (VenR) betreft het tijdig programmeren en nemen van maatregelen aan kunstwerken en vaarwegen waarbij het einde van de levensduur nadert. Voornamelijk in de eerste helft van de vorige eeuw zijn er kunstwerken gerealiseerd die, mede door het intensieve gebruik, nu of in de komende decennia het moment van einde levensduur naderen. Op basis van onderzoek wordt concreet gemaakt voor welke kunstwerken wanneer vervanging of renovatie aan de orde is.
In bijlage 2 ‘Instandhouding’ van dit jaarverslag wordt ingegaan op de werking van de instandhouding van de netwerken die onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vallen.
15.02.01 Beheer en Onderhoud
Een voorwaarde voor het optimaal gebruiken van het vaarwegennet is de bedrijfszekerheid van de infrastructuur van de vaarwegen.
De activiteiten zijn erop gericht, om de scheepvaart (beroeps- en recreatievaart) zo goed mogelijk te faciliteren. Het betreft maatregelen om de breedte en diepte van de vaarweg te handhaven. Daarnaast betreft het maatregelen om de kunstwerken (sluizen en bruggen) en verkeersvoorzieningen te laten functioneren.
Om verkeersoverlast tot een minimum te beperken, worden zowel de werkzaamheden binnen beheer en onderhoud als werkzaamheden die voortkomen uit het aanlegprogramma goed afgestemd. Binnen beheer en onderhoud vallen zowel het preventief als het correctief onderhoud.
Uitgesteld en achterstallig onderhoud
Conform toezegging aan de Tweede Kamer wordt in het jaarverslag aangeven wat de omvang van het uitgesteld en (eventueel) achterstallig onderhoud aan het einde van het jaar was. Er is sprake van achterstallig onderhoud als de assets niet meer voldoen aan de geldende veiligheidsnormen en/of prestatieafspraken. Achterstallig onderhoud wordt direct aangepakt indien dit noodzakelijk is voor het veilig functioneren van de netwerken.
Voor het Hoofdvaarwegennet betrof het uitgesteld onderhoud per 31 december 2020 € 487 miljoen, daarvan was € 9 miljoen achterstallig. Ten opzichte van 2019 is het uitgestelde onderhoud met € 6 miljoen afgenomen en het achterstallig onderhoud met € 6 miljoen toegenomen.
Voor een overzicht van het uitgesteld en achterstallig onderhoud op alle RWS-netwerken, wordt u verwezen naar bijlage 2 bij dit jaarverslag.
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Volume uitgesteld onderhoud | Waarvan achterstallig | Volume uitgesteld onderhoud | Waarvan achterstallig | Volume uitgesteld onderhoud | Waarvan achterstallig | Volume uitgesteld onderhoud | Waarvan achterstallig | |
Hoofdvaarwegen | 350 | 36 | 414 | 37 | 493 | 3 | 487 | 9 |
Kustwacht
De Kustwacht Nederland is een organisatie met eigen taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. De directeur Kustwacht maakt jaarlijks een Activiteitenplan en Begroting (APB) en legt dit voor aan de raad voor de kustwacht. De ministerraad stelt het APB vervolgens vast. De directeur Kustwacht beschikt over een informatiecentrum, schepen, surveillancevliegtuigen en helikopters.
De minister van IenW is als coördinerend minister voor Noordzee-aangelegenheden verantwoordelijk voor totstandkoming van geïntegreerd beleid voor de Noordzee en het Gecombineerd Jaarplan voor de uitvoeringtaken door de Kustwacht. De minister van Defensie is beheerder van de Kustwacht.
Overdracht Brokx-Nat
De nog over te dragen vaarwegen in het kader van Brokx-Nat zijn in beeld gebracht in een eindbalans, op basis waarvan de Tweede Kamer in 2002 is geïnformeerd (Kamerstukken II 2002–2003, 28 600 XII, nr. 17). Op dit artikel wordt o.a. de betaling aan provincies en gemeenten voor het onderhoud aan kanalen in Drenthe en wegen en paden Texel verantwoord. In 2021 worden naar verwachting de Haven Oudeschild en wegen en paden Texel afgekocht. Daarnaast is er eind 2020 overeenstemming bereikt met de provincie Groningen en Drenthe over de overdracht van de zijtakken naar beide provincies.
Meetbare gegevens
Eenheid | Realisatie 2018 | Realisatie 2019 | Begroting 2020 | Realisatie 2020 | Realisatie x € 1.000 2020 | Begroting x € 1.000 2021 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Vaarwegen | km | 7.082 | 7.082 | 7.082 | 7.071 | 339.381 | 331.829 |
Bron: Rijkswaterstaat, 2020
Toelichting
Het totale areaal is een optelling van zowel hoofdtransportassen, hoofdvaarwegen en overige vaarwegen van in totaal afgerond 3.426 kilometer als zeecorridors en zeetoegangsgeulen van in totaal afgerond 3.646 kilometer. Tezamen is dit afgerond 7.071 kilometer. In 2020 is de lengte afgenomen als gevolg van de overdrachten van het Oude Maasje en het Zuiderkanaal. Dit was niet voorzien in de begroting 2020.
Indicator | Realisatie 2016 | Realisatie 2017 | Realisatie 2018 | Realisatie 2019 | Realisatie 2020 | Streefwaarde 2020 | Toelichting |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Geplande stremmingen (gehele areaal) | 0,2% | 0,5% | 0,8% | Niet beschikbaar | 0,3% | 0,8% | 1 |
Ongeplande stremmingen (gehele areaal) | 0,1% | 0,2% | 0,4% | Niet beschikbaar | 0,4% | 0,2% | 2 |
Bron: Rijkswaterstaat, 2020
Toelichting
1. De kwaliteit van de stremmingsgegevens is dusdanig verbeterd dat er dit jaar weer gerapporteerd kon worden over de geplande en ongeplande stremmingen. Er lopen echter nog wel acties ter verdere verbetering van de juistheid en volledigheid van de registraties. De geplande en ongeplande stremmingen geven een beeld van de betrouwbaarheid en beschikbaarheid van de sluizen en bruggen op de vaarwegen. De percentages zijn berekend door de gestremde uren af te zetten tegen de totale bedientijd van deze objecten. Met 0,3% ligt de score van de geplande stremmingen onder de norm.
2. De ongeplande stremmingen liggen met 0,4% boven de norm; door uitgesteld onderhoud, ouderdom en intensiever gebruik dan bij het ontwerp was voorzien, neemt de kans op ongeplande uitval van objecten toe.
15.02.04 Vervanging
Het is van belang dat de veiligheid en de beschikbaarheid van het hoofdvaarwegennet in stand worden gehouden tegen de achtergrond van een beperkte technische levensduur van kunstwerken. Het einde van de levensduur kan ontstaan door de ouderdom van het kunstwerk of door intensiever gebruik dan bij het ontwerp is voorzien. Door de intensieve aanleg in de jaren ’60 van de vorige eeuw is de vervangingsopgave toegenomen. Op basis van onderzoek wordt concreet gemaakt voor welke kunstwerken wanneer vervanging of renovatie aan de orde is. De projecten behorende bij deze opgave zijn opgenomen in het MIRT overzicht. Het totaal van de opgave wordt in de instandhoudingsbijlage toegelicht.
Vervangingen en renovaties van kunstwerken zijn ondergebracht binnen het programma Vervanging en Renovatie. De scope van het programma omvat alle kunstwerken waar zich binnen de duur van het programma een levensduurproblematiek voordoet met mogelijke ernstige gevolgen voor de veiligheid en beschikbaarheid van het hoofdvaarwegennet. De projecten in het programma Vervanging en Renovatie verlengen de levensduur van de kunstwerken, zodat de veiligheid en de beschikbaarheid van de bestaande infrastructuur in stand wordt gehouden.
15.03 Aanleg
Motivering
Onder dit programma vallen alle activiteiten die noodzakelijk zijn voor de aanleg en planuitwerking bij het hoofdvaarwegennet.
Producten
In 2020 zijn de volgende mijlpalen gerealiseerd, die betrekking hebben op de realisatie van projecten:
Mijlpaal | Project | |
---|---|---|
Openstelling | ‒ | Capaciteitsuitbreiding Sluis Eefde |
‒ | Ligplaatsen Merwedes: de aanleg van 4 extra ligplaatsen in de bestaande vluchthaven bij Gorinchem | |
Start realisatie | ‒ | Overnachtingshaven Lobith (onderdeel van Toekomstvisie Waal) |
Ten opzichte van de begroting 2020 hebben de volgende wijzigingen zich voor gedaan:
– De openstelling van de Ligplaatsen Merwedes heeft in 2020 plaatsgevonden in plaats van 2021.
15.03.01 Realisatie
Kasbudget 2020 | Projectbudget | Openstelling | Toelichting | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
begroting | realisatie | verschil | begroting | huidig | begroting | huidig | ||
Projectomschrijving | 2020 | 2020 | 2020 | |||||
Projecten Nationaal | ||||||||
Beter Benutten | 0 | 0 | 0 | 18 | 16 | nvt | nvt | |
Impuls Dynamisch Verkeersmanagement | 2 | 1 | ‒ 1 | 101 | 101 | 2018 | 2018 | |
Walradarsystemen | 0 | 0 | 0 | 26 | 26 | Divers | Divers | |
Projecten Noordwest-Nederland | 0 | |||||||
De Zaan (Wilhelminasluis) | 13 | 13 | 2020 | 2024 | 1 | |||
Projecten Zuidwest-Nederland | 0 | |||||||
Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Beneden-Lek | 0 | 1 | 1 | 13 | 13 | 2023 | 2023 | |
Capaciteitsuitbreiding overnachtingsplaatsen Merwedes | 6 | 5 | ‒ 1 | 20 | 10 | 2020 | 2021 | |
Nieuwe Sluis Terneuzen | 180 | 193 | 13 | 947 | 997 | 2023 | 2023 | 2 |
Projecten Zuid-Nederland | ||||||||
Maasroute modernisering fase 2 | 21 | 9 | ‒ 12 | 641 | 642 | 2023 | 2023 | 3 |
Wilhelminakanaal Tilburg | 2 | 0 | ‒ 2 | 96 | 99 | 2019 | 2019 | |
Zuid-Willemsvaart: aanleg Maximakanaal en opwaarderen tot Veghel | 0 | 0 | 0 | 431 | 431 | 2015 | 2015 | |
Projecten Oost-Nederland | ||||||||
Toekomstvisie Waal | 14 | 4 | ‒ 10 | 136 | 134 | 2024 | 2024 | 4 |
Vaarweg Meppel-Ramspol (keersluis Zwartsluis) | 0 | 0 | 65 | 59 | 2017 | 2017 | ||
Verruiming Twentekanalen fase 2 | 4 | 7 | 3 | 169 | 172 | 2023 | 2023 | |
Projecten Noord-Nederland | 0 | |||||||
Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 1: verbetering tot klasse Va | 0 | 0 | 0 | 284 | 284 | 2019 | 2019 | |
Verruiming vaarweg Eemshaven-Noordzee | 0 | 0 | 0 | 39 | 39 | 2017 | 2017 | |
Overig | ||||||||
Kleine projecten / Afronding projecten | 0 | 0 | 1 | 5 | ||||
afrondingen | 1 | 1 | 0 | 0 | ||||
Totaal uitvoeringsprogramma | 230 | 221 | ‒ 9 | 3000 | 3041 | |||
Realisatieuitgaven op IF 15.03.01 mbt planuitwerking | 2 | ‒ 2 | ||||||
Programma realisatie | 232 | 221 | ‒ 11 | 3000 | ||||
Budget realisatie (IF 15.03.01) | 171 | |||||||
Overprogrammering (-) | ‒ 61 |
Toelichting
1. De Zaan: De openstelling is vertraagd vanwege stikstof-problematiek.
2. Nieuwe Sluis Terneuzen: De hogere realisatie in 2020 is met name veroorzaakt door onvoorziene saneringswerkzaamheden op de locatie Schependijk. Het projectbudget is verhoogd ten behoeve van de saneringswerkzaamheden, als gevolg van een extra indexatie op het Vlaamse deelproject en de prijsbijstelling 2020.
3. Maasroute modernisering fase 2: Door vertraging als gevolg van PFAS problematiek en het aantreffen van een bedreigde diersoort, moesten er nieuwe vergunningen worden aangevraagd. Hierdoor is er minder gerealiseerd in 2020.
4. Toekomstvisie Waal: Door vertraging van de uitspraak van de Raad van State schuift de start van de realisatie op naar 2021. Hierdoor is er minder gerealiseerd in 2020.
15.03.02 Verkenningen en Planuitwerkingen
Projectbudget | TB | Openstelling | Toelichting | ||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
begroting | huidig | begroting | huidig | begroting | huidig | ||
Projectomschrijving | 2020 | 2020 | 2020 | ||||
Realisatieuitgaven op IF 15.03.01 mbt planuitwerkingsprojecten | ‒ 30 | ‒ 34 | nvt | nvt | nvt | nvt | |
Projecten Nationaal | |||||||
Bijdrage aan agentschap tbv externe kosten planuitwerkingen | 12 | 16 | nvt | nvt | nvt | nvt | |
Reservering voor LCC | 250 | 276 | nvt | nvt | nvt | nvt | 1 |
Projecten Noordwest-Nederland | |||||||
Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen Amsterdam-Lemmer | 6 | 6 | 2025-2027 | 2025-2027 | |||
Lichteren buitenhaven IJmuiden | 65 | 66 | nnb | nnb | nnb | nnb | 2 |
Vaarweg IJsselmeer-Meppel | 36 | 27 | 2023 | 2023 | 3 | ||
Projecten Zuidwest-Nederland | |||||||
Capaciteit Volkeraksluizen | 151 | 154 | 2024-2026 | 2025-2027 | 4 | ||
Verkeerssituatie splitsing Hollandsch Diep-Dordtsche Kil | 10 | 10 | 2016 | 2016 | 2025-2027 | 2025-2027 | |
Projecten Oost-Nederland | |||||||
Bovenloop IJssel (IJsselkop tot Zutphen) | 36 | 37 | 2026-2028 | 2026-2028 | |||
Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen IJssel | 28 | 28 | 2019 | 2019 | 2021-2022 | 2023-2024 | 5 |
Projecten Noord-Nederland | |||||||
Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2 | 102 | 105 | 2017 | 2017 | 2023-2025 | 2024-2028 | 6 |
Verbreding sluiscomplex Kornwerderzand | 95 | 2025-2028 | 7 | ||||
Overige projecten en reserveringen | 563 | 956 | 8 | ||||
Projecten in voorbereiding | |||||||
Projecten Noordwest-Nederland | |||||||
Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2; reservering verkenning bruggen (AP) | |||||||
Projecten Zuidwest-Nederland | |||||||
Kreekraksluizen | 2026-2028 | 2026-2028 | |||||
Projecten Oost-Nederland | |||||||
Reservering garantstelling Twentekanalen | 2018-2020 | 9 | |||||
Verkenning IJssel fase 2 | 2028 | 2028 | |||||
Overige projecten in voorbereiding | |||||||
Gesignaleerde risico's | |||||||
afrondingen | ‒ 2 | ‒ 1 | |||||
Totaal programma planuitwerking en verkenning | 1.227 | 1.741 | |||||
begroting (IF 15.03.02) | 1.227 | 1.741 |
Toelichting
1. Reservering Life Cycle Costs (LCC): door de extrapolatie naar 2034 en prijsbijstelling over 2020 is de reservering voor LCC met € 26 miljoen opgehoogd.
2. Lichteren IJmuiden: er is € 27,6 miljoen overgeboekt naar artikel 18 op HXII voor de specifieke uitkering aan de provincie Noord-Holland voor het realiseren van de Energiehaven IJmuiden.
3. Vaarweg IJsselmeer-Meppel: Het taakstellend budget is verlaagd met € 9 miljoen vanwege een overboeking naar de reservering van het project verbreding Sluiscomplex Kornwerderzand.
4. Capaciteits Volkeraksluizen: De quick wins zijn in 2017 gerealiseerd en er loopt een monitoring naar de wachttijden. Afhankelijk van ontwikkeling van de wachttijden volgt eventueel realisatie van een 4e sluiskolk. Hierdoor verschuift de openstelling naar latere jaren.
5. Capaciteitsuitbreiding ligplaatsen IJssel: Door het wegvallen van de PAS-regeling is vertraging opgetreden en verschuift de openstelling naar latere jaren.
6. Vaarweg Lemmer-Delfzijl fase 2: In 2019 is de planvorming van alle projecten van de provincies overgegaan naar Rijkswaterstaat. Dit heeft ertoe geleid dat de planvorming van de Gerrit Krolbrug en Paddepoelsterbrug niet voldoet aan de MIRT-systematiek. Als gevolg hiervan is het project Gerrit Krolbrug teruggezet naar de MIRT-planuitwerking. Dit wordt nu aangepakt, met vertraging in de openstelling tot gevolg.
7. Verbreding sluiscomplex Kornwerderzand: Dit project is nieuw opgenomen in het MIRT en daarmee zichtbaar in deze tabel (€ 95 miljoen). N.b.: In totaal betreft de Rijksbijdrage voor Sluiscomplex Kornwerderzand € 111 miljoen. Naast het budget op 15.03.02 staat er € 16 miljoen op artikel 12.02.04 IF. Zie ook het betreffende projectblad in het MIRT overzicht.
8. Overige projecten en reserveringen:
- Het project Verbreding sluiscomplex Kornwerderzand is nieuw opgenomen in het MIRT en daarom in dit overzicht verplaatst naar «projecten Noord-Nederland» (-€ 95 miljoen).
- Daarnaast is het totale budget toegenomen met name vanwege een overboeking van de reserveringen Kustwacht Search and Rescue-helikopters (SAR) en Emergency Towing Vessel (ETV), inclusief bijbehorende prijsbijstelling, van artikel 20 naar artikel 15 (ca. € 280 miljoen).
- Tevens zijn er middelen t.b.v. Wind op Zee scheepvaartveiligheid vanuit EZK overgeboekt naar IenW. EZK en IenW hebben een afspraak gemaakt over de dekking van de kosten die moeten worden gemaakt om de risico’s te mitigeren die optreden voor de scheepvaartveiligheid door de aanleg van de windmolenparken van de routekaart 2030 Wind op Zee. EZK heeft € 241 miljoen overgeboekt naar IenW voor de no-regret kosten voor de windenergiegebieden Borssele en Hollandse Kust voor de periode 2020 tot en met 2029. Hiervan heeft IenW € 18 miljoen overgeboekt naar Defensie voor de personele kosten samenhangend met de taakintensivering Kustwacht maatregelen scheepvaartveiligheid Wind op Zee voor de periode 2020 tot en met 2029. De overige middelen zijn gereserveerd op artikel 15.03.02 voor de implementatie van de maatregelen.
9. Reservering garantstelling Twentekanalen: deze reservering is vrijgevallen nadat de realisatie van het project is afgerond.
15.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS
Motivering
Bij infrastructuurprojecten boven het drempelbedrag van € 60 miljoen wordt middels een Publiek Private Comparator (PPC) getoetst of een DBFM-contract meerwaarde op kan leveren. Infrastructuurprojecten die via een DBFM (Design, Build, Finance en Maintain) contract worden aanbesteed, hebben als kenmerk dat sprake is van de overdracht van de integrale onderdelen van een bouwproject (ontwerp, bouw, onderhoud en financiering) aan een private Opdrachtnemer. In plaats van een product wordt een dienst uitgevraagd, te weten de beschikbaarheid van de infrastructuur. De betaling voor deze dienst vindt plaats aan de hand van de overeengekomen prestatie die wordt afgezet tegen de daadwerkelijk geleverde prestatie, de beschikbaarheid. De beschikbaarheidsvergoeding wordt pas uitgekeerd na openstelling van het project; tijdens de bouw dient de DBFM-opdrachtnemer daarom zelf de financiering te regelen. Omdat het project gefinancierd is door banken en/of institutionele beleggers, is sprake van een sterke druk vanuit de financiers op de Opdrachtnemer om de afgesproken prestatie ook te leveren: op tijd en binnen de geraamde kosten. Een lager prestatieniveau leidt tot lagere betalingen, die op hun beurt de terugbetaling van de financiering moeten zekerstellen. In de bouwfase is doorgaans wel sprake van een gedeeltelijke betaling (de partiële beschikbaarheidsvergoeding) als sprake is van de uitbreiding van een bestaande weg die ook tijdens de verbouwing beschikbaar moet blijven voor het wegverkeer. Bij openstelling van de weg wordt overgegaan naar een volledige beschikbaarheidsvergoeding. Het afronden van een aanbesteding resulteert in een meerjarige verplichting, van zowel aanleg als ook beheer en onderhoud op het desbetreffende project. Op dit begrotingsartikel bestaat daarmee geen enkele budgetflexibiliteit. Slechts bij onderpresteren van de opdrachtnemer kunnen boetes en kortingen worden aangebracht.
De verplichting aan de DBFM-Opdrachtnemer vervalt aan het einde van de looptijd van het contract waarna het beheer en onderhoud van deze vaarwegdelen en/of objecten terugkomen bij RWS en de bijbehorende budgetten gaan vallen onder het reguliere onderhoudsartikel (artikelonderdeel 15.02 Beheer, Onderhoud en Vervanging). Pas aan het einde van de looptijd kan de definitieve meerwaarde van de PPS-contractvorm worden bepaald en geconcludeerd of binnen het meerjarig budget is gebleven.
Producten
In 2013 is het DBFM Sluizenprogramma in werking gesteld, waar de volgende DBFM projecten in ondergebracht zijn: Sluis Limmel, 3e Kolk Beatrixsluis, Sluis bij Eefde en Zeetoegang IJmond.
De projecten Sluis Limmel, 3e Kolk Beatrixsluis en sluis Eefde zijn opengesteld. Er is sprake van een volledige beschikbaarheidsvergoeding. De looptijd van deze contracten varieert; in onderstaand projectenoverzicht is zichtbaar wanneer de contracten eindigen.
Zeetoegang IJmond verkeert in de bouwfase en kent een partiële beschikbaarheidsvergoeding. De volledige beschikbaarheidsvergoeding wordt na openstelling betaald. De looptijd van deze contracten varieert.
Kasbudget 2020 | Projectbudget | Openstelling | Toelichting | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
begroting | realisatie | verschil | begroting | huidig | begroting | huidig | ||
Projectomschrijving | 2020 | 2020 | 2020 | |||||
Projecten Noordwest-Nederland | ||||||||
Lekkanaal: 3e kolk Beatrixsluis en verbreding kanaalzijde/uitbreiding ligplaatsen | 17 | 23 | 6 | 422 | 436 | 2019 | 2019 | |
Zeetoegang IJmond | 46 | 23 | ‒ 23 | 1.021 | 1039 | 2022 | 2022 | 1 |
Projecten Zuid-Nederland | 0 | |||||||
Capaciteitsuitbreiding sluis Eefde | 10 | 8 | ‒ 2 | 157 | 161 | 2020 | 2020 | |
Keersluis Limmel | 3 | 3 | 0 | 87 | 90 | 2018 | 2018 | |
Afrondingen | ‒ 1 | 1 | ‒ 1 | |||||
Totaal uitvoeringsprogramma | 75 | 57 | ‒ 18 | 1.687 | 1.725 | |||
begroting (IF 15.04) | 75 | ‒ 75 |
Toelichting
1. De hogere realisatie is veroorzaakt door werkzaamheden die in 2019 zijn uitgevoerd maar in 2020 zijn gefactureerd. Het projectbudget is verlaagd in verband met een meevaller.
15.06 Netwerkgebonden kosten HWN
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden de aan het netwerk te relateren apparaatskosten (inclusief afschrijving en rente) van RWS en de overige netwerkgebonden kosten geraamd. De overige netwerkgebonden kosten komen ten goede aan verkeersmanagement, beheer, onderhoud, vervanging, aanleg en DBFM, en betreffen taken die gecentraliseerd binnen RWS worden opgepakt. Het gaat bij deze zogeheten landelijke taken onder meer om het verzamelen van basisinformatie, onderhouden van ICT-systemen, het inspecteren van het areaal en de ontwikkeling van kennis en innovatie. Er is gekozen voor centrale uitvoering met het oog op enerzijds uniformiteit in werkwijze en anderzijds kostenbesparing.
15.07 Investeringsruimte
Bij Ontwerpbegroting 2019 is de investeringsruimte Vaarwegen overgeheveld naar begrotingsartikel 20 onder de modaliteit specifieke investeringsruimte Hoofdvaarwegennet (artikelonderdeel 20.05.03).
15.09 Ontvangsten
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derden aan de producten op het gebied van Rijksvaarwegen, die rechtstreeks aan IenW worden betaald, verantwoord.
Bijdragen van derden
Dit betreffen de bijdragen van decentrale overheden en andere derden aan projecten.