Het primair onderwijs zorgt dat leerlingen in de eerste fase van de doorlopende leerlijn hun talenten maximaal kunnen ontplooien en vervolgonderwijs kunnen volgen dat het beste past bij hun talenten. Het legt bovendien de basis voor de huidige en toekomstige deelname van deze leerlingen aan de samenleving.
De Minister is verantwoordelijk voor een stelsel van primair onderwijs dat zodanig functioneert dat het onderwijs aansluit bij de talenten van individuele leerlingen en bij de behoeftes van de maatschappij.
Financieren
De Minister is verantwoordelijk voor de financiering van het onderwijs door lumpsumbekostiging van de onderwijsinstellingen. Hierdoor wordt de toegankelijkheid van het onderwijs gewaarborgd.
Stimuleren
De Minister stimuleert specifieke beleidsonderwerpen door het verstrekken van (aanvullende) bekostiging, subsidies en de inzet van andere instrumenten zoals overleg, voorlichting, (prestatie)afspraken en wet- en regelgeving.
Regisseren
De Minister vult zijn verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs in via een regisserende rol. De normeisen van kwaliteit zijn vastgelegd in wet- en regelgeving; de Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de naleving.
Kengetallen
Kengetal | 2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
1 | Aandeel thuiszittende leerlingen dat drie of meer maanden thuis zit zonder passend onderwijsaanbod1 | % | 0,08% | 0,09% | 0,10% | 0,12% | 0,12% | |
Aantallen | 1.197 | 1.396 | 1.525 | 1.771 | 1.751 | |||
2 | Aandeel leerlingen dat de referentie niveaus lezen, taal en rekenen haalt2 | Lezen3 | 1F | 98% | 97% | 98% | 98% | n.v.t. |
2F | 76% | 67% | 75% | 78% | n.v.t. | |||
Taalverzorging | 1F | 96% | 96% | 96% | 97% | n.v.t. | ||
2F | 56% | 57% | 59% | 60% | n.v.t. | |||
Rekenen | 1F | 92% | 93% | 93% | 94% | n.v.t. | ||
1S | 44% | 48% | 49% | 47% | n.v.t. | |||
3 | Aandeel startende leraren dat een begeleidingsprogramma heeft gevolgd4 | 78% | 81% | 80% | 87% | 87% | ||
4 | Aandeel leerlingen dat zich veilig voelt5 | 97% | ‒ | 97% | ‒ | n.v.t. |
Bron: Rapportage leerplichtwet. De leerplichttellingen vinden in het najaar plaats. De cijfers bestaan uit po en (v)so. Ten opzichte van voorgaande jaren zijn er twee dingen anders in 2020, waardoor de cijfers lastig te vergelijken zijn: Drie gemeenten zijn overgestapt op een ander systeem, die cijfers worden niet meer meegenomen en vanwege COVID-19 zijn de verzuimcijfers anders. Tijdens schoolsluiting in voorjaar waren scholen immers niet verplicht om verzuimmeldingen door te geven aan gemeenten.
Bron: 2016: College voor Toetsen en Examens (CvTE). De opgenomen cijfers betreffen het in de CvTE-rapportage 2016-2017 opgenomen bijgestelde aandeel basisschoolleerlingen in schooljaar 2015-2016. Dit is het eerste schooljaar met verplichte rapportage. 2017 en 2018: Kamerstukken II 2018/2019, 31293, nr. 422. De opgenomen cijfers betreffen het aandeel basisschoolleerlingen in schooljaar 2016-2017 (bijgesteld t.o.v. CvTE-rapportage 2016-2017) en in schooljaar 2017-2018. Deze cijfers betreffen schooljaar 2018-2019. De kengetallen op de referentieniveaus worden gebaseerd op de eindtoetsgegevens. De eindtoets is vanwege de scholensluiting door COVID-19 niet afgenomen, dus er zijn geen cijfers voor 2020.
De cijfers voor Lezen van 2017 verschillen met eerder gepubliceerde cijfers. Dit is te wijten aan het verschil in bronnen. In eerdere jaren is namelijk alleen naar de Centrale Eindtoets gekeken (die toen nog door het overgrote deel van de leerlingen werd gemaakt) en daarna is gewisseld naar alle eindtoetsen (aangezien inmiddels de helft van de leerlingen een andere eindtoets maakt dan de Centrale Eindtoets).
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 20201 | ||
---|---|---|---|---|---|---|
Leerlingen basisonderwijs2 | ||||||
geen gewicht | 1.302,8 | 1.295,4 | 1.292,4 | |||
gewicht 0,3 | 64,5 | 60,7 | 56,6 | |||
gewicht 1,2 | 60,1 | 58,2 | 56,5 | |||
Subtotaal3 | 1.427,5 | 1.414,3 | 1.405,6 | 1.396,5 | 1.386,0 | |
Leerlingen trekkende bevolking4 | 0,4 | 0,4 | 0,4 | 0,4 | 0,4 | |
Totaal3 | 1.427,9 | 1.414,7 | 1.405,9 | 1.396,9 | 1.386,4 | |
Leerlingen in het speciaal basisonderwijs | 33,9 | 34,0 | 35,0 | 35,7 | 35,7 | |
Leerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs | 67,1 | 67,5 | 68,4 | 69,8 | 70,2 | |
Totaal PO3 | 1.528,9 | 1.516,2 | 1.509,3 | 1.502,4 | 1.492,3 |
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
---|---|---|---|---|---|
Primair onderwijs1 | 6,6 | 6,9 | 7,3 | 7,8 | 8,2 |
Het op dit artikel uitgevoerde beleid en de bijbehorende resultaten waren het afgelopen jaar grotendeels conform de in de begroting gestelde doelen. De belangrijkste beleidsconclusies zijn opgenomen in het onderdeel beleidsprioriteiten.
Realisatie | Vastgestelde begroting | Verschil | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
2016 | 2017 | 2018 | 2019 | 2020 | 2020 | 2020 | ||
Verplichtingen | 10.216.767 | 10.632.968 | 11.687.151 | 12.054.624 | 12.603.439 | 11.703.253 | 900.186 | |
waarvan garantieverplichtingen | ‒ 194 | 19.065 | 12.590 | 15.837 | 4.389 | 0 | 4.389 | |
waarvan overige verplichtingen | 10.216.961 | 10.613.903 | 11.674.561 | 12.038.787 | 12.599.050 | 11.703.253 | 895.797 | |
Uitgaven | 10.212.474 | 10.494.756 | 11.142.533 | 11.759.120 | 12.226.291 | 11.673.612 | 552.679 | |
Bekostiging | 9.702.789 | 9.986.309 | 10.616.984 | 11.144.415 | 11.432.864 | 11.006.420 | 426.444 | |
Hoofdbekostiging | 9.532.349 | 9.742.879 | 10.292.897 | 10.822.277 | 11.096.315 | 10.687.581 | 408.734 | |
Bekostiging Primair Onderwijs | 9.515.642 | 9.725.580 | 10.275.784 | 10.803.308 | 11.076.356 | 10.669.600 | 406.756 | |
Bekostiging Caribisch Nederland | 16.707 | 17.299 | 17.113 | 18.969 | 19.959 | 17.981 | 1.978 | |
Prestatiebox | 156.230 | 228.085 | 309.368 | 296.983 | 295.031 | 296.187 | ‒ 1.156 | |
Aanvullende bekostiging | 14.210 | 15.345 | 14.719 | 25.155 | 41.518 | 22.652 | 18.866 | |
Aanpak lerarentekort G5 | 0 | 0 | 0 | 0 | 26.662 | 0 | 26.662 | |
Overig | 14.210 | 15.345 | 14.719 | 25.155 | 14.856 | 22.652 | ‒ 7.796 | |
Subsidies (regelingen) | 87.272 | 88.877 | 87.640 | 88.316 | 214.053 | 106.512 | 107.541 | |
Regeling Onderwijsvoorziening jonggehandicapten | 23.000 | 23.191 | 23.808 | 24.500 | 21.237 | 23.200 | ‒ 1.963 | |
Nederlands onderwijs buitenland | 12.513 | 12.239 | 12.600 | ‒ 361 | ||||
Basis voor Presteren (School aan Zet en Bèta Techniek) | 5.900 | 1.519 | 952 | 720 | 0 | |||
Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs | 10.130 | 11.510 | 11.900 | 12.664 | 13.102 | 12.630 | 472 | |
Inhaal- en ondersteuningsprogramma's | 115.835 | 0 | 115.835 | |||||
Overig | 48.242 | 52.657 | 50.980 | 37.919 | 51.640 | 58.082 | ‒ 6.442 | |
Opdrachten | 9.982 | 6.915 | 6.901 | 4.756 | 7.772 | 11.296 | ‒ 3.524 | |
Bijdrage aan agentschappen | 25.538 | 26.207 | 29.651 | 41.663 | 39.448 | 33.145 | 6.303 | |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 25.538 | 26.207 | 29.651 | 41.663 | 39.448 | 33.145 | 6.303 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 25.443 | 19.997 | 34.907 | 17.625 | 17.375 | 7.734 | 9.641 | |
Stichting Vervangingsfonds en Particpatiefonds | 24.358 | 18.412 | 33.502 | 16.225 | 15.975 | 5.231 | 10.744 | |
Stichting Vervangingsfonds/Bedrijfsgezondheid | 13 | |||||||
UWV | 1.072 | 1.585 | 1.405 | 1.400 | 1.400 | 2.503 | ‒ 1.103 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 361.450 | 366.451 | 366.450 | 462.345 | 514.779 | 508.505 | 6.274 | |
Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid | 261.750 | 266.750 | 277.402 | 462.345 | 509.159 | 492.391 | 16.768 | |
Aanvulling GOA convenant G37 | 95.000 | 95.000 | 84.348 | |||||
Verhoging taalniveau pedagogisch medewerkers kleine gemeenten | 4.700 | 4.701 | 4.700 | |||||
Caribisch Nederland | 5.620 | 16.114 | ‒ 10.494 | |||||
Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken | 0 | 0 | 0 | |||||
Brede Scholen | 0 | 0 | 0 | |||||
Ontvangsten | 32.607 | 23.358 | 76.894 | 29.049 | 26.681 | 26.961 | ‒ 280 |
De realisatie van de verplichtingenuitgaven in 2020 is € 900,2 miljoen hoger dan begroot. De realisatie van de kasuitgaven in 2020 is € 552,7 miljoen hoger dan begroot.
De hogere uitgaven hangen samen met de extra meerjarige investeringen die in 2020 zijn gedaan na vaststelling van de begroting. Dit betreffen met name extra investeringen om de gevolgen van COVID-19 te bestrijden, maar ook de loon- en prijsbijstelling en extra investeringen voor de aanpak van het lerarentekort. In 2020 zijn niet alleen de uitgaven in kalenderjaar 2020 verplicht, maar ook een deel van de uitgaven in 2021. Vanwege de bekostiging op schooljaar zijn in 2020 immers de volledige schooljaaruitgaven 2020–2021 verplicht. Vandaar dat de afwijking van de verplichtingen ten opzichte van de oorspronkelijk begrote verplichtingen hoger is dan de afwijking van de uitgaven ten opzichte van de oorspronkelijk begrote uitgaven.
Bekostiging
Hoofdbekostiging
Bekostiging primair onderwijs
Schoolbesturen in het primair onderwijs ontvangen bekostiging van het Rijk via de lumpsum. De realisatie op de bekostiging Primair Onderwijs is € 406,8 miljoen hoger dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. De belangrijkste reden hiervoor is de toegekende loon- en prijsbijstelling voor 2020 van € 357,0 miljoen.
Aanvullende bekostiging
Naast de lumpsum ontvangen scholen aanvullende bekostiging voor specifieke doelen. De gerealiseerde aanvullende bekostiging voor 2020 bestond uit uitgaven voor de regelingen hoogbegaafdheid, vervangingskosten schoolleiders en voor de aanpak van het lerarentekort in de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht en Almere (G5).
De totale realisatie ligt per saldo circa € 18,9 miljoen hoger dan begroot. Dit is te verklaren door de extra middelen die in 2020 beschikbaar zijn gesteld voor de aanpak van het lerarentekort in de G5.
Subsidies
Om de realisatie van verschillende beleidsdoelstellingen te bewerkstelligen worden subsidies verstrekt. Voorbeelden van subsidies zijn de Regeling onderwijsvoorziening jonggehandicapten, de Regeling Nederlands onderwijs in het buitenland en Humanistisch vormend onderwijs en godsdienstonderwijs. Daarnaast is in 2020 subsidie verstrekt voor de coaching en ondersteuning van besturen en schoolleiders in het primair- en voortgezet onderwijs in Caribisch Nederland ter verbetering van de onderwijskwaliteit. Ook zijn subsidies verstrekt in het kader van het sectorakkoord primair onderwijs. De realisatie op de subsidies is € 107,5 miljoen hoger dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de extra investering gedaan door het kabinet in 2020 om onderwijsachterstanden als gevolg van COVID-19 aan te pakken door middel van inhaal- en ondersteuningsprogramma’s.
Bijdrage aan andere medeoverheden
Gemeenten ontvangen van het Ministerie van OCW middelen voor onderwijsachterstandenbeleid. Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid bestaat uit meerdere instrumenten, waaronder voor- en vroegschoolse educatie, schakelklassen en zomerscholen. De realisatie is € 16,8 miljoen hoger dan de oorspronkelijk vastgestelde begroting. Dit wordt veroorzaakt door de ontvangen loonbijstelling.