Algemene doelstelling
Een doeltreffend en doelmatig rechtsbestel.
Rol en verantwoordelijkheid
De stelselverantwoordelijkheid van de Minister van Veiligheid en Justitie strekt zich voornamelijk uit tot het scheppen van optimale voorwaarden voor het in stand houden en verbeteren van een goed en toegankelijk rechtsbestel ten behoeve van de civiele, bestuurlijke en strafrechtspleging.
Voor de rechtspleging (met inachtneming van de onafhankelijke positie van de rechter en de zelfstandige positie van de Raad voor de rechtspraak) kent de Minister van Veiligheid en Justitie een financierende rol. De minister houdt beheersmatig toezicht en treedt op als werkgever voor de rechterlijke macht.
Voor de rechtspleging en de Raad voor Rechtsbijstand (bron: Wet op de rechtsbijstand), het Bureau Financieel Toezicht (BFT, bron: Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme) en het Register beëdigde tolken en vertalers (Rbtv, bron: Wet beëdigde tolken en vertalers) heeft de minister een financierende rol, hetgeen betekent dat de uitvoering van het beleid is overgedragen aan een zelfstandige taakorganisaties of aan privaatrechtelijke instellingen. Hij draagt zorgt voor het wettelijk kader waar binnen tolken, vertalers, deskundigen en andere zelfstandige professionals binnen het justitiële domein zoals, advocaten, notarissen en gerechtsdeurwaarders opereren.
Voor alternatieve geschillenbeslechting en schuldsanering heeft de Minister van Veiligheid en Justitie een stimulerende rol. De Minister van Veiligheid en Justitie is ten aanzien van de schuldsanering verantwoordelijk voor het wettelijke traject van de schuldsaneringsregeling, de faillissementsrechters en de bewindvoerders (bron: Wet op de schuldsanering natuurlijke personen).
Meetbare gegevens
De bevoegdheid van de Minister van Veiligheid en Justitie ten aanzien van het rechtsbestel is beperkt. Ook geldt dat normen voor een adequaat rechtsbestel zich niet in indicatoren laten vatten die in een oogopslag de beleidseffectiviteit in beeld brengen. Met behulp van monitoren, trendrapportages, beleidsdoorlichtingen en beleidsevaluaties wordt op kwantitatieve, maar ook op kwalitatieve wijze inzicht verkregen in de effecten van het beleid om de toegang tot de rechtspleging te bevorderen (beleidsartikel 32.2). Voor de rechtspraak kan dit slechts met kwalitatieve indicaties (beleidsartikel 32.3).
Gesubsidieerde rechtsbijstand
Beleidswijzigingen
In 2014 wordt verder gewerkt aan het project stelselvernieuwing rechtsbijstand, waarvan alle onderdelen uiterlijk in 2018 zijn gerealiseerd. Dit project heeft tot doel een adequaat stelsel vorm te geven waarmee structureel een substantiële besparing op de kosten van rechtsbijstand kan worden gerealiseerd. Op deze wijze blijft het stelsel hanteerbaar en blijft de toegang tot het recht voor on- en minvermogende burgers gewaarborgd.
Kwaliteit en Innovatie rechtspraak
In 2014 worden door de Minister van Veiligheid en Justitie wijzigingsvoorstellen voor het Wetboek van Rechtsvordering en de Algemene Wet Bestuursrecht ingediend. Deze wetsvoorstellen behelzen een vereenvoudiging van de civielrechtelijke procedures en maken digitaal procederen mogelijk. Er wordt in dit kader nauw samengewerkt met de Rechtspraak.
Griffierechten
De geraamde stijgende instroom van zaken zorgt voor een grote overschrijding van het beschikbare budget en zet de kwaliteit van de rechtspraak onder druk. Zonder maatregelen lopen in de rechtspraak de werkvoorraden sterk op en worden de doorlooptijden veel langer. Dat is schadelijk voor de rechtsstaat en is maatschappelijk niet aanvaardbaar: economie en burgers verlangen tijdige rechterlijke beslissingen van een kwalitatief hoog niveau.
Langs verschillende lijnen zijn maatregelen getroffen om de grote overschrijding van het beschikbare budget op te vangen. Met de Raad voor de rechtspraak is begin 2013 een prijsakkoord gesloten voor de periode 2014–2016. De afspraken uit dit prijsakkoord doen recht aan de noodzaak de kwaliteit van de rechtspraak te garanderen. Voorts worden de griffierechten aangepast als bijdrage aan de oplossing van de financiële problematiek.
Buitengerechtelijke geschiloplossing
In 2014 wordt in het kader van de Innovatieagenda op het terrein van buitengerechtelijke geschiloplossing besloten over de invulling van het kwaliteitsregister voor mediators. Voorts wordt wetgeving ingediend die de implementatie van de richtlijn Alternative Dispute Resolution (ADR) in Nederland regelt. Deze wetgeving regelt een goede inbedding van de bestaande praktijk van buitengerechtelijke geschilbeslechting. Nederland levert ook een actieve bijdrage aan de ontwikkeling van het platform voor Online Dispute Resolution (ODR platform) door de Europese Commissie. Hiertoe is een subsidie verleend aan de Stichting Geschillencommissie voor Consumentenzaken (SGC) om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het ODR platform in Europa.
Gerechtsdeurwaarders
In 2014 vindt naar verwachting de parlementaire behandeling plaats van een wetsvoorstel dat de Gerechtsdeurwaarderswet herziet. De herziening vindt plaats naar aanleiding van een evaluatie en inventarisatie van de knelpunten van de wet (Kamerstukken TK, 31 700 VI, nr. 113).
Advocaten
Het streven is dat in 2014 een wetsvoorstel in werking treedt dat een wijziging in het toezicht op de advocatuur inhoudt (Kamerstukken TK, 32 382, nr. 14). De kern van deze wetswijziging is het versterken van het toezicht op advocaten, waarbij de bevoegdheden van de lokale dekens worden uitgebreid en de eindverantwoordelijkheid voor het toezicht komt te liggen bij een onafhankelijke landelijke toezichthouder.
Herziening initiële opleiding rechterlijke macht
Uiterlijk voorjaar 2014 wordt aan de Tweede Kamer een wetsvoorstel aangeboden in het kader van de modernisering van het stelsel van initiële opleidingen bij de rechterlijke macht. De opleidingstrajecten voor recent afgestudeerden en juristen met ruime werkervaring worden samengevoegd tot één opleidingsstelsel waarin maatwerk mogelijk is. Het gezamenlijke opleiden van rechters en officieren van justitie blijft gehandhaafd. Nieuw is dat kandidaten al voorafgaand aan de opleiding kiezen voor de Zittende Magistratuur (rechterlijke macht) of de Staande Magistratuur (Openbaar Ministerie).
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 1.532.745 | 1.509.230 | 1.480.081 | 1.447.195 | 1.425.494 | 1.421.638 | |
32.1 Apparaatsuitgaven Hoge Raad | |||||||
Personeel | 21.238 | 20.870 | 20.706 | 20.679 | 20.681 | 20.675 | |
waarvan eigen personeel | 20.470 | 20.117 | 19.959 | 19.933 | 19.934 | 19.929 | |
waarvan externe inhuur | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Materieel | 4.330 | 4.255 | 4.223 | 4.217 | 4.215 | 4.211 | |
waarvan ICT | 510 | 502 | 499 | 498 | 497 | 497 | |
waarvan SSO's | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Programma-uitgaven | 1.507.177 | 1.484.105 | 1.455.152 | 1.422.299 | 1.400.598 | 1.396.752 | |
Waarvan juridisch verplicht | 99,94% | ||||||
32.2 Adequate toegang tot het rechtsbestel | |||||||
Bijdrage ZBO/RWT | |||||||
Raad voor Rechtsbijstand | 53.641 | 50.813 | 51.579 | 43.278 | 43.242 | 43.190 | |
Bureau Financieel Toezicht | 6.249 | 2.398 | 2.398 | 2.320 | 2.221 | 2.180 | |
Subsidies | |||||||
Stichting geschillencommissies | 1.323 | 1.216 | 1.216 | 1.216 | 1.216 | 1.215 | |
Overig adequate toegang tot het rechtsbestel | 379 | 178 | 178 | 178 | 178 | 178 | |
Opdrachten | |||||||
WSNP | 17.503 | 15.414 | 14.417 | 14.417 | 14.417 | 14.399 | |
Toevoegingen rechtsbijstand | 436.195 | 383.507 | 362.312 | 323.965 | 319.839 | 315.084 | |
Overig adequate toegang tot het rechtsbestel | 3.518 | 1.608 | 1.608 | 1.408 | 1.408 | 1.406 | |
32.3 Optimale randvoorwaarden voor een doelmatig en doeltreffend rechtsbestel | |||||||
Bijdrage aan Raad voor de rechtspraak | 971.976 | 1.011.452 | 1.004.292 | 1.019.137 | 1.002.317 | 1.003.574 | |
Bijdrage ZBO/RWT | |||||||
College Bescherming Persoonsgegevens | 7.585 | 8.185 | 8.100 | 7.850 | 7.531 | 7.415 | |
College voor de Rechten van de Mens (CRM) | 6.255 | 6.066 | 6.004 | 5.785 | 5.519 | 5.403 | |
Overig: college van Toezicht op Auteursrechten | 0 | 685 | 685 | 685 | 685 | 685 | |
Bijdragen medeoverheden | |||||||
Bijdragen rechtspleging | 86 | 86 | 86 | 86 | 86 | 86 | |
Subsidies | |||||||
Subsidies rechtspleging | 913 | 897 | 887 | 886 | 886 | 885 | |
Subsidies wetgeving | 1.368 | 1.433 | 1.232 | 931 | 931 | 930 | |
Opdrachten | |||||||
Opdrachten en onderzoeken rechtspleging | 186 | 167 | 158 | 157 | 122 | 122 | |
Ontvangsten | 226.232 | 313.839 | 388.042 | 405.770 | 424.670 | 434.355 | |
waarvan griffie | 218.626 | 306.226 | 327.426 | 345.426 | 364.326 | 377.226 |
Juridisch verplicht zijn de apparaatsuitgaven voor de Hoge Raad. Dit geldt ook voor de bijdragen aan ZBO's/RWT's zoals de Raad voor rechtsbijstand, BFT, CBP, CRM en College van Toezicht op auteursrechten alsook voor de kosten voor de rechtsbijstand in de vorm van toevoegingen en piketten (opdrachten) en de bijdrage aan Raad voor de rechtspraak. Ook de opdrachten in het kader van de WSNP zijn volledig juridisch verplicht. Daarmee is bijna 100% van de uitgaven die in de vorm van opdrachten worden gedaan juridisch verplicht. De subsidies die op dit artikel worden verantwoord zijn vrijwel geheel juridisch verplicht. Dit heeft in hoofdzaak betrekking op de structurele subsidierelaties met de Stichting Geschillencommissie en de Academie voor Overheidsjuristen en de Academie voor Wetgeving.
Het niet-juridische verplichte deel op dit beleidsartikel is gereserveerd voor bestuurlijk gebonden uitgaven via diverse subsidiebeschikkingen, onder meer voor de Nederlandse Orde van Advocaten. Daarnaast zijn er middelen gereserveerd voor toezicht en onderzoek, bijvoorbeeld op het terrein van rechtspraak, schuldsanering en rechtsbijstand. Daarnaast heeft niet niet-juridisch verplichte deel betrekking op bijdrage van internationale organisaties en opdrachten en onderzoek op gebied van rechtspleging.
In de tabel Budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is in regel «Subsidies rechtspleging» een bedrag van € 897.000,– aan subsidieuitgaven voor het jaar 2014 opgenomen. Dit bedrag heeft voor ten hoogste € 814.000,– betrekking op de verlening van een subsidie aan de Nederlandse Vereniging voor de Rechtspraak (NVvR). Daarnaast is in de regel «Subsidies Wetgeving» een bedrag van € 1,433 mln. aan subsidieuitgaven opgenomen voor het jaar 2014. Dit bedrag heeft voor ten hoogste € 1,407 mln. betrekking op de subsidieverlening aan de Stichting Recht en Overheid en voor € 26.000,– op de subsidieverlening aan het Nederlandse Juristencomité voor de mensenrechten voor de bescherming van mensenrechten. Deze begrotingsvermeldingen vormen de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverleningen als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.
32.1 Apparaatsuitgaven Hoge Raad
Toelichting op de instrumenten
Hoge Raad
De Hoge Raad der Nederlanden is het hoogste rechtscollege in Nederland op het gebied van het civiele-, straf- en fiscale recht. Voor het civiele- en strafrecht is hij dat tevens voor Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Bonaire, Saba en Sint Eustatius. De Hoge Raad is cassatierechter, wat betekent dat er wordt getoetst of het gerechtshof – en in voorkomende gevallen de rechtbank – in zijn uitspraak het recht juist heeft toegepast en of de gegeven motivering begrijpelijk is. De cassatieprocedure is er op gericht de rechtseenheid, rechtsontwikkeling en rechtsbescherming te bevorderen en te verzekeren.
Hoge Raad productiegegevens | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Realisatie | Prognoses | ||||||
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
Straf | |||||||
Instroom | 3.895 | 3.500 | 3.500 | 3.500 | 3.500 | 3.500 | 3.500 |
Uitstroom | 3.688 | 3.800 | 3.500 | 3.500 | 3.500 | 3.500 | 3.500 |
Civiel | |||||||
Instroom | 564 | 600 | 600 | 600 | 600 | 600 | 600 |
Uitstroom | 648 | 600 | 600 | 600 | 600 | 600 | 600 |
Fiscaal | |||||||
instroom | 1.140 | 1.125 | 1.125 | 1.125 | 1.125 | 1.125 | 1.125 |
uitstroom | 1.256 | 1.100 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 |
Totaal | |||||||
instroom | 5.599 | 5.225 | 5.225 | 5.225 | 5.225 | 5.225 | 5.225 |
uitstroom | 5.592 | 5.500 | 5.100 | 5.100 | 5.100 | 5.100 | 5.100 |
Bron: Primair processysteem (C@sius) Hoge Raad
Toelichting
Het streven van de Hoge Raad is er op gericht de jaarlijkse instroom van zaken weg te werken en de gemiddelde doorlooptijd van de behandeling van een zaak rond één jaar te brengen. Realisatie van dit streven is deels afhankelijk van externe invloeden. De Hoge Raad heeft geen invloed op de instroom en deze laat zich ook moeilijk voorspellen. Bovendien zijn de mogelijkheden om snel in te spelen op een sterk fluctuerende instroom beperkt. Bij de instroom van strafzaken moet worden opgemerkt dat het aantal zaken dat een substantiële inhoudelijke bewerking vergt jaarlijks stijgt ondanks een in totaliteit gelijkblijvende instroom.
32.2 Adequate toegang tot het rechtsbestel
Bijdragen ZBO’s en RWT’s
Raad voor Rechtsbijstand (RvR)
De Raad voor Rechtsbijstand is belast is met de uitvoering van de Wet op de rechtsbijstand. Daarnaast financiert de Raad voor Rechtsbijstand het juridisch loket en het bureau beëdigde tolken en vertalers. Het betreft hier de kosten voor personeel en materieel van de Raad zelf.
Juridisch loket
Het Juridisch Loket is een advies- en doorverwijsinstelling voor eerstelijns rechtshulp. Wanneer problemen niet met behulp van advies van het Juridisch Loket door de rechtzoekende zijn op te lossen, kan het Loket doorverwijzen naar een advocaat. Het advies van het Juridisch Loket is gratis. De Raad voor Rechtsbijstand is kaderstellend en financiert het Juridisch Loket. Ook ziet deze Raad toe op de kwaliteit van de rechtsbijstandverlening en zorgt zij voor voldoende beschikbaarheid van advocaten.
Bureau beëdigde tolken en vertalers
Het Bureau beëdigde tolken en vertalers (btv) is onderdeel van de Raad voor de Rechtsbijstand en is door de Minister van Veiligheid en Justitie belast met enkele uitvoeringsaspecten van de Wet beëdigde tolken en vertalers (Wbtv). Deze wet verplicht justitie en politie om, in het kader van straf- en vreemdelingenrecht, alleen tolken en vertalers in te zetten die staan geregistreerd in het Register beëdigde tolken en vertalers (Rbtv). Aan inschrijving in het Rbtv zijn kwaliteits- en integriteitseisen verbonden. Bureau btv is beheerder van dit register. Verder behandelt Bureau btv klachten over registertolken en regelt het opleidingen voor de educatie van tolken.
Bureau Financieel Toezicht
Het Bureau Financieel Toezicht (BFT) houdt financieel toezicht op zo’n 1500 notarissen en 380 gerechtsdeurwaarders. Daarnaast ondersteunt het BFT de Commissies van deskundigen (die door de Minister van Veiligheid en Justitie benoemd worden) bij het beoordelen van ondernemingsplannen van gerechtsdeurwaarders. Het BFT is voorts belast met het toezicht op de naleving van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (WWFT). Bij de naleving daarvan zijn de volgende beroepsgroepen betrokken: notarissen, advocaten, accountants, belastingadviseurs, bedrijfseconomische adviseurs en onafhankelijke juridische adviseurs.
Subsidies
Stichting Geschillencommissie voor Consumentenzaken
De Stichting Geschillencommissie voor Consumentenzaken (SGC of de Geschillencommissie) beoordeelt consumentenklachten. De SGC heeft op dit moment 48 geschillencommissies die klachten over verschillende onderwerpen behandelen. De SGC ontvangt hiervoor een subsidie van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.
Opdrachten
Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP)
Het Bureau WSNP bij de Raad voor Rechtsbijstand te Den Bosch coördineert de uitvoering van de Wet schuldsanering en reguleert de kwaliteit van de bewindvoering, onder andere door het register WSNP en een helpdesk te onderhouden. Via het bureau WSNP wordt een bijdrage verstrekt aan de bewindvoerder die een schuldsaneringsprocedure naar behoren afwikkelt. Gespecialiseerde insolventierechters houden toezicht op de goede afwikkeling van de circa 14.000 nieuwe schuldsaneringen per jaar.
Toevoegingen Raad voor Rechtsbijstand
De Raad voor Rechtsbijstand is een ZBO belast met de uitvoering van het stelsel van gesubsidieerde rechtsbijstand. De Raad verstrekt toevoegingen aan een advocaat of mediator voor de verlening van rechtsbijstand aan rechtzoekenden met een laag inkomen en vermogen. De eigen bijdrage van de cliënt wordt verrekend met de vergoeding van de advocaat. De financiering van de Raad voor Rechtsbijstand vindt plaats aan de hand van het aantal afgegeven toevoegingen over de periode 1 september tot en met 31 augustus.
Raad voor Rechtsbijstand | Realisatie | Prognoses | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
Strafzaken (ambtshalve) | |||||||
Aantal afgegeven toevoegingen | 98.706 | 97.874 | 98.933 | 99.087 | 89.085 | 88.916 | 88.839 |
Uitgaven (mln.) | € 125,6 | € 115,8 | € 115,0 | € 108,7 | € 96,4 | € 95,2 | € 93,9 |
Strafzaken (regulier) | |||||||
Aantal afgegeven toevoegingen | 58.926 | 60.958 | 58.538 | 58.736 | 63.077 | 63.034 | 62.994 |
Uitgaven (mln.) | € 43,8 | € 48,7 | € 42,5 | € 40,3 | € 42,7 | € 42,2 | € 41,6 |
Civiele zaken | |||||||
Aantal afgegeven toevoegingen | 244.201 | 244.346 | 231.630 | 228.695 | 180.409 | 179.952 | 179.271 |
Uitgaven (mln.) | € 194,2 | € 189,3 | € 151,8 | € 141,5 | € 110,1 | € 108,7 | € 106,9 |
Piketdiensten | |||||||
Aantal toevoegingen | 123.389 | 136.101 | 135.292 | 134.550 | 133.924 | 133.375 | 132.907 |
Uitgaven (mln.) | € 32,2 | € 33,7 | € 32,9 | € 32,4 | € 31,8 | € 31,4 | € 30,9 |
Lichte adviestoevoeging | |||||||
Aantal afgegeven toevoegingen | 9.814 | 4.986 | 4.162 | 3.474 | 2.900 | 2.421 | 2.021 |
Uitgaven (mln.) | € 2,3 | € 1,7 | € 1,5 | € 1,2 | € 1,0 | € 0,8 | € 0,7 |
Asiel | |||||||
Instroom asielzoekers in AC | 13.632 | 14.000 | 14.000 | 14.000 | 14.000 | 14.000 | 14.000 |
Aantal afgegeven toevoegingen | 27.165 | 28.482 | 26.768 | 26.768 | 26.768 | 26.768 | 26.768 |
Uitgaven (mln.) | € 43,5 | € 42,5 | € 38,8 | € 37,7 | € 37,2 | € 36,8 | € 36,3 |
Het Juridisch Loket | |||||||
Aantal klantencontacten | 858.914 | 858.914 | 858.914 | 858.914 | 858.914 | 858.914 | 858.914 |
Uitgaven (mln.) | € 24,1 | € 23,7 | € 23,7 | € 24,2 | € 23,6 | € 23,5 | € 23,5 |
Uitvoeringslasten Rechtsbijstand | |||||||
Raad voor Rechtsbijstand | € 29,6 | € 29,9 | € 23,8 | € 23,5 | € 20,2 | € 20,2 | € 20,1 |
Totaal uitgaven (mln.) | € 495,4 | € 485,2 | € 430,0 | € 409,5 | € 362,9 | € 358,7 | € 353,9 |
Bronnen: Jaarverslag 2012 Raad voor Rechtsbijstand, Prognosemodel Justitiële Ketens
Bij de opstelling is rekening gehouden met de uitvoering van het project stelselvernieuwing rechtsbijstand.
32.3 Optimale randvoorwaarden voor een doelmatig en doeltreffend rechtsbestel
Raad voor de rechtspraak
De Raad voor de rechtspraak is het overkoepelende bestuur van de rechtspraak, dat verder bestaat uit de rechtbanken, de gerechtshoven, de Centrale Raad van Beroep en het College van Beroep voor het Bedrijfsleven. De Raad bevordert de kwaliteit en eenheid van de rechtspraak, verzorgt de financiën, houdt toezicht en ondersteunt de bedrijfsvoering bij de gerechten. De Raad spreekt zelf geen recht. In dit beleidsartikel wordt de beleidsdoelstelling van de Minister van Veiligheid en Justitie ten aanzien van de rechtspleging toegelicht.
Prijsafspraken
In het besluit Financiering Rechtspraak 2005 is bepaald dat de prijzen voor de Rechtspraak voor een periode van drie jaar worden vastgesteld en opgenomen in de begroting van het Ministerie van Veiligheid en Justitie. Begin 2013 is een akkoord bereikt over de prijzen voor de periode 2014–2016. De Tweede Kamer is daarover bij brief van 21 maart 2013 (Kamerstukken TK, 29 279, nr. 160) over de kwaliteit van de rechtspraak geïnformeerd.
Instroom, financiering en productieafspraken
Belangrijke indicatoren voor het functioneren van de rechtspraak zijn de verwachte instroomontwikkelingen in relatie tot de financiering van de rechtspraak. Conform de Wet op de rechterlijke organisatie dient de Raad voor de rechtspraak jaarlijks zijn begroting in bij de Minister van Veiligheid en Justitie. Deze begroting is in belangrijke mate gebaseerd op de verwachte instroomontwikkeling en de vastgestelde productgroep-prijzen. Om de instroomontwikkelingen zo goed mogelijk te schatten zijn voor de afzonderlijke sectoren (ketenbrede) prognosemodellen ontwikkeld die jaarlijks op basis van onder andere de meest recente macro-economische ontwikkelingen en gerealiseerde instroom worden geactualiseerd. Die uitkomsten laten evenals voorgaande jaren een stijging zien. De totale instroomverwachting zoals de Raad in zijn begroting heeft opgenomen is in onderstaande tabel opgenomen.
Raad voor de rechtspraak instroomontwikkeling in aantal producten | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Realisatie | Prognoses | ||||||
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
Instroom totaal aantal (x 1.000) | 1.686 | 1.785 | 1.862 | 1.959 | 2.051 | 2.148 | 2.213 |
Jaarlijkse mutatie (%) | – 6% | 6% | 4% | 5% | 5% | 5% | 3% |
Bronnen: Jaarverslag 2012 Raad voor de rechtspraak, Prognose Model Justitiële Ketens
Raad voor de rechtspraak financiële bijdrage | Realisatie | Prognose | |||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
Bijdrage begroting 2013 (x € 1.000) | 951.913 | 981.795 | 958.288 | 965.955 | 964.481 | 964.489 | 964.489 |
Mutatie (x € 1.000) | – 1.574 | 54.199 | 39.372 | 55.691 | 42.163 | 43.420 | |
Bijdrage begroting 2014 (x € 1.000) | 980.221 | 1.012.487 | 1.005.327 | 1.020.172 | 1.006.652 | 1.007.909 |
Bronnen: Jaarverslag 2012 Raad voor de rechtspraak, Prognose Model Justitiële Ketens
Met deze bijdrage is onderstaande productieafspraak met de Raad voor de rechtspraak gemaakt.
Raad voor de rechtspraak productieafspraak | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Realisatie | Prognoses | ||||||
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
Productie totaal (x 1.000) | 1.678 | 1.736 | 1.835 | 1.839 | 1.958 | 1.948 | 1.970 |
Jaarlijkse mutatie | – 7% | 3% | 6% | 0% | 6% | – 1% | 1% |
Bronnen: Jaarverslag 2012 Raad voor de rechtspraak, Prognose Model Justitiële Ketens
De omvang en duur van de instroomstijging als gevolg van de economische recessie is uiterst moeilijk te voorspellen. Deze onzekerheid, alsmede de financiële mogelijkheden van het kabinet, heeft ertoe geleid dat de ingediende begroting van de Raad niet volledig is gehonoreerd. Dit geldt met name voor de jaren 2013, 2015 en 2016. In deze jaren doe ik daarom een beroep op de reserves bij de Raad.
Het verschil met de instroomverwachting vanaf 2017 heeft een meer technisch karakter: de oploop van efficiencytaakstelling vanaf 2017 is nog niet verwerkt in de cijfers, omdat het nieuwe prijsakkoord loopt tot en met 2016. Hierdoor ontstaat een (technisch) verschil tussen de instroomprognose en de productieafspraak.
Bijdragen ZBO’s en RWT’s
College Bescherming Persoonsgegevens (CBP)
Het CBP houdt toezicht op de naleving en toepassing van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp), de Wet politiegegevens (Wpg) en de Wet gemeentelijke basisadministratie (Wet GBA).
College voor de Rechten van de Mens (CRM)
Het CRM vervult de rol van waakhond op het gebied van mensenrechten in Nederland. De wettelijke taken en bevoegdheden van CRM bestaan onder meer uit het op verzoek onderzoek doen en oordelen of verboden onderscheid is gemaakt naar aanleiding van individuele (discriminatie)-klachten. Het CRM doet voorts uit eigen beweging onderzoek naar verboden onderscheid. Een andere taak van het CRM is het gevraagd en ongevraagd adviseren van organisaties over de toepassing van gelijke behandelingswetgeving in concrete zaken. Ten slotte doet het CRM aan normontwikkeling, periodieke evaluatie van de effectiviteit en doeltreffendheid van gelijke behandelingswetgeving en het geven van voorlichting.