Base description which applies to whole site

Artikel 33. Veiligheid en criminaliteitsbestrijding

Algemene doelstelling

Een veiliger samenleving door een doelmatige en effectieve rechtshandhaving en criminaliteitsbestrijding, en door versterking van de bestuurlijke aanpak van criminaliteit door de decentrale overheden.

Veiligheid en lokaal bestuur

Rol en verantwoordelijkheid

Op het gebied van veiligheid en lokaal bestuur heeft de Minister van Veiligheid en Justitie een stimulerende rol. Hij is belast met het ontwikkelen van visie, beleid en samenwerkingsvormen op het terrein van de bestuurlijke aanpak van onveiligheid en criminaliteit. Inspanningen zijn er op gericht het lokaal bestuur zo effectief en efficiënt als mogelijk in staat te stellen de lokale veiligheid te vergroten, onder andere door het bewaken van de bestuurlijke integriteit (Bibob) en de inzet van de Regionale Informatie- en Expertise Centra (RIEC’s). Daarnaast wordt er gewerkt aan de aanpak van de meest voorkomende vormen van overlast, zoals overlast gerelateerd aan jeugdgroepen, alcohol, uitgaan, voetbal en evenementen. Dit wordt ingevuld samen met het lokale bestuur, onder andere via structureel overleg met de G4, de G32 en de VNG.

Opsporing en vervolging

De Minister van Veiligheid en Justitie heeft een regisserende rol. Hij is beleidsverantwoordelijk voor het landelijke opsporings- en vervolgingsbeleid en financiert daartoe onder andere het OM en het NFI.

Het OM is belast met de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde (Wet op de rechtelijke organisatie). Het voert het gezag over de opsporing door politie en bijzondere opsporingsdiensten, beslist over de vervolging van strafbare feiten en ziet erop toe dat de opgelegde straf naar behoren wordt uitgevoerd. Het OM draagt daarbij zorg voor:

  • een evenwichtige inzet van het strafrecht zowel op nationaal, bovenregionaal als lokaal niveau;

  • een adequate afdoening van strafzaken;

  • toezicht op de rechtmatige opsporing van strafbare feiten;

  • de verantwoording bij de rechter inzake de vervolgingsbeslissing in individuele strafzaken;

  • de verantwoording jegens de Minister van Veiligheid en Justitie over de uitvoering van landelijke prioriteiten in de opsporing en vervolging.

Tabel 33.1 Prestatie-indicatoren

Prestatie-indicatoren prioriteiten beleidsagenda: opsporing

 

Nulwaarde

Realisatie

Doel 1

   

2012

2013

2014

2015

Ondermijnende en financieel-economische criminaliteit

         

aantal aangepakte criminele samenwerkingsverbanden (csv’s) 2

20%

48%

 

40%

40%

           

Afnemen crimineel vermogen

         

crimineel vermogen dat langs strafrechtelijke weg wordt afgepakt

(in mln. €) 3

30,8

49,7

   

75,8

           

Aanpak cybercrime

         

aantal grote internationale zaken dat wordt opgepakt door het Team High Tech Crime 4

5

9

   

20

           

Aanpak kinderporno

         

Aantal aan OM aan te leveren zaken 5

480

507

552

600

 

VPS (Versterking Programma Strafrechtketen), waaronder ZSM (Zo Samen, Snel, Slim, Selectief, Simpel en Samenlevingsgericht Mogelijk).

         

Percentage standaard strafzaken dat binnen één maand is afgedaan. 6

n.v.t.

57%

   

66%

1

Er zijn afspraken over na te streven doelen tot en met 2015.

2

Bron: jaarbericht OM en politie. Eind 2009 wordt als nulsituatie gehanteerd. De genoemde percentages gelden nadrukkelijk als globale streefwaarden. Criminele samenwerkingsverbanden zijn namelijk vaak fluïde werkverbanden die in een bepaalde periode actief zijn en geen vaste groepen die kunnen worden uitgedrukt in mathematische rekeneenheden. De realisatie overtreft inmiddels de streefwaarde. Er zijn nog geen nieuwe streefwaarde vastgesteld.

3

Bron: OM (vanaf 2013 Monitor Afpakken). 2011 wordt als nulsituatie gehanteerd.

4

Bron: Jaarbericht KLPD. Het jaar 2010 wordt als nulwaarde gehanteerd.

5

Bron: Jaarbericht OM. In de landelijke prioriteiten politie is in 2011 overeengekomen dat de aanpak van kinderporno zal worden versterkt. Concreet is afgesproken dat het aantal aan het OM aan te leveren verdachten in 2013 met 15% en in 2014 met 25% ten opzichte van de nulwaarde (2010) zal toenemen.

6

Bron: Strafrechtketenmonitor (WODC). De realisatie over 2012 betreft een voorlopig cijfer op basis van de eerste drie kwartalen van dat jaar. Het geformuleerde streven voor 2015 is de gewenste waarde, onafhankelijk van de waarde (de zogenaamde nulwaarde) ten tijde van de afspraak.

Tabel 33.2 Kengetallen

Kengetallen prioriteiten beleidsagenda: overlast en criminaliteit in wijk en buurt 1

 

Nulwaarde

Realisatie

Doel

       
   

2012

2013

2014

2015

2016

2017

Vermindering onveiligheidsgevoelens met 10%

             

Aandeel van de bevolking dat zich wel eens onveilig voelt

36,4%

36,4%

       

32,8%

Aandeel van de bevolking dat zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt 2

17,8%

17,8%

       

16,0%

               

Vermindering ervaren overlast met 10% in periode 2012–2017

             

Aandeel van de bevolking dat één of meer vormen van sociale overlast 3 in de eigen buurt ervaart moet met 10% dalen

10,2%

10,2%

       

9,2%

               

Terugbrengen woninginbraken gevolgd door geweld met 25% 4

89.244

91.583

87.500

83.000

   

65.000

1

Door het aantreden van het kabinet Rutte/Asscher is de 10% reductiedoelstelling voor door burgers ervaren overlast en onveiligheidsgevoelens in de periode 2010–2014 met 2010 als nulwaarde van het kabinet Rutte/Verhagen vervangen door een nieuwe 10% reductiedoelstelling voor de periode 2012–2017 met 2012 als nulwaarde. Waar de oude doelstelling werd gemeten via de Integrale Veiligheidsmonitor (IVM), wordt de nieuwe doelstelling gemeten via de opvolger van de IVM: de Veiligheidsmonitor. De nieuwe afspraken zien alleen op 2017 en kennen geen waarden voor tussen liggende jaren.

2

Vormen van sociale overlast zijn overlast van dronken mensen op straat, drugshandel of -gebruik, buurtbewoners, op straat worden lastig gevallen en rondhangende jongeren.

3

Bron: Kamerstukken TK, 29 628, nr. 385 en nr. 256, nulwaarde 2009, bron: Jaarverslag Nederlandse Politie 2009.

4

Het streven woninginbraken terug te brengen is eerder als een percentage gepresenteerd. Aantallen geven hier echter beter inzicht in de resultaten.

Woninginbraken

Beleidswijzigingen

De aanpak van woninginbraken wordt sterk geïntensiveerd (Kamerstukken TK, 29 628, nr. 285). Het doel is om het aantal woninginbraken in 2014 terug te brengen tot 83.000 en verder te laten dalen tot 65.000 in 2017. Bijvoorbeeld door, indien nodig, met meer eenheden te reageren op prioriteit 1 meldingen (zoals woninginbraken en overvallen) en het inzetten van warmtebeeldcamara’s voor het snel opsporen van daders van strafbare feiten in het donker. Verder zal er extra inzet op preventie plaatsvinden. In de driehoek maken bestuur, OM en politie afspraken over wat lokaal de beste aanpak is.

Prostitutie

Nieuwe regels in de seksbranche worden in 2014 van kracht, mede om de prostitutie gerelateerde mensenhandel harder te kunnen aanpakken. Er komt een landelijk uniform vergunningenstelsel voor seksbedrijven (inclusief een register van ingetrokken en geweigerde vergunningen en een register van escortvergunningen) en een register voor prostituees. De registers worden in overleg met de daartoe aangewezen gemeenten vormgegeven en streng beveiligd.

Aanscherping wet Bibob

In 2014 krijgt de lokale implementatie van de per 1 juli 2013 gewijzigde wet Bibob zijn beslag krijgen. Deze implementatie wordt gemonitord door de Inspectie Veiligheid en Justitie en vraagt begeleiding en ondersteuning van het ministerie. Eind 2013 vindt op verzoek van de Eerste Kamer een onderzoek plaats naar een ruimer verstrekkingenregime voor bestuursorganen en naar de stromanconstructie. Een kabinetsreactie hierop wordt in 2014 uitgewerkt.

Financieel-economische criminaliteit

De beoogde inwerkingtreding van het wetsvoorstel bestrijding financieel-economische criminaliteit in 2014 verhoogt de strafmaat voor witwassen en verlengt de verjaringstermijn voor corruptie en financieel-economische delicten. Rechters kunnen bij de strafoplegging in het vervolg bovendien meer rekening kunnen houden met de ernst van het feit, het profijt van de criminele activiteiten en de draagkracht van een onderneming. Om bij kapitaalkrachtige ondernemingen meer indruk te kunnen maken, wordt het mogelijk om geldboetes op te leggen tot maximaal 10% van de jaaromzet van een onderneming.

Een belangrijk preventief instrument is de introductie van het civielrechtelijk bestuursverbod, waarmee het mogelijk wordt om bestuurders te weren uit het handelsverkeer. Zij mogen in dat geval maximaal 5 jaar geen bestuursfuncties meer bekleden of nieuwe rechtspersonen oprichten. Met de politie zijn specifiek afspraken gemaakt om de aanpak van relatief eenvoudige faillissementsfraudezaken verder te intensiveren. Voor een slagvaardige aanpak behandelt de FIOD de grotere en complexe faillissementsfraudezaken. De aandacht richt zich op zaken met een grote maatschappelijke impact, waarbij vooral wordt gekeken naar de beroepsfraudeurs en de zaken met veel slachtoffers.

Tabel 33.3 Budgettaire gevolgen van beleid (x € 1.000)
   

2013

2014

2015

2016

2017

2018

Verplichtingen

757.195

742.753

727.669

708.896

681.981

670.977

               

33.1 Apparaatsuitgaven Openbaar Ministerie

           
 

Personeel

363.758

354.299

351.947

339.731

323.603

317.591

 

waarvan eigen personeel

330.539

322.652

320.495

309.364

294.663

289.189

 

warvan externe inhuur

33.219

31.647

31.452

30.367

28.940

28.402

 

Materieel

200.113

109.991

104.373

99.148

95.644

93.548

 

waarvan ICT

40.703

39.127

38.886

37.544

35.780

35.113

 

waarvan SSO's

28.785

28.704

28.686

28.588

28.456

28.407

               

Programma-uitgaven

193.324

278.463

271.349

270.017

262.734

259.838

Waarvan juridisch verplicht

 

97,36%

       

33.2 Bestuur, informatie en technoligie

           
 

Bijdrage aan medeoverheden

           
 

RIEC's/LIEC

7.899

7.759

7.760

7.760

7.760

7.752

 

Overig bestuur, informatie en technologie

1.532

1.524

1.524

1.524

1.524

1.523

 

Subsidies

           
 

CCV

0

2.200

2.200

2.200

2.200

2.198

 

Keurmerk Veilig Ondernemen

1.500

1.492

1.492

1.492

1.492

1.492

 

Opdrachten

           
 

Overig bestuur, informatie en technologie

1.671

1.462

1.662

1.662

1.091

1.090

               

33.3 Opsporing en vervolging

           
 

Bijdrage Agentschappen

           
 

Nederlands Forensisch Instituut (NFI)

68.323

66.501

65.662

63.465

60.705

59.618

 

Dienst Roerende Zaken

12.819

12.754

11.942

11.728

11.418

11.295

 

CJIB

0

0

0

0

0

0

 

Bijdrage ZBO/RWT

           
 

College gerechtelijk deskundigen

1.726

1.723

1.720

1.662

1.588

1.559

 

Nationale politie

0

43.773

43.773

42.371

40.576

39.875

 

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties, medeoverheden

           
 

PV-vergoedingen Bestuurlijke strafbeschikking

14.458

13.411

13.912

14.242

14.159

14.118

 

BES Staatkundige hervorming Nederlandse antillen (shna)

3.929

3.909

3.910

3.910

3.911

3.907

 

FIU-Nederland

18

4.044

4.045

3.912

3.742

3.672

 

Overig opsporing en vervolging

2.658

2.525

2.439

2.435

2.435

2.433

 

Subsidies

           
 

Overig opsporing en vervolging

2.313

2.701

2.702

2.902

2.902

2.900

 

Opdrachten

           
 

Schadeloosstellingen

21.941

24.988

22.395

24.991

24.989

24.964

 

Keten Informatie Management (KIM)

7.778

5.506

3.750

3.739

2.699

2.695

 

Onrechtmatige Detentie

6.210

6.179

6.180

6.180

6.180

6.174

 

Herontwerp Strafrechtketen

9.325

3.500

0

0

0

0

 

Gerechtskosten

25.634

25.633

25.637

25.637

25.635

25.635

 

Innovatieagenda

3.499

2.599

0

0

0

0

 

Verkeershandhaving OM

0

32.800

37.800

36.591

35.040

34.435

 

Afpakken

0

10.800

10.800

10.454

10.012

9.839

 

Overig opsporing en vervolging

91

680

44

1.160

2.676

2.664

               

Ontvangsten

1.061.498

1.036.798

1.019.798

1.031.198

1.048.298

1.045.898

 

waarvan Boeten en Transacties

991.938

956.738

919.238

920.638

927.738

925.338

 

waarvan Afpakken (inclusief verbeurdverklaring)

59.560

70.060

90.560

100.560

110.560

110.560

33.1 Apparaatsuitgaven Openbaar Ministerie

Toelichting op instrumenten

Openbaar Ministerie (OM)

Het Openbaar Ministerie bepaalt als enige instantie in Nederland wie voor de strafrechter moet verschijnen en voor welk strafbaar feit. Het OM maakt deel uit van de rechterlijke macht, maar de leden van het OM zijn, anders dan de rechters, niet met rechtspraak belast. In tegenstelling tot de rechters worden de leden van het OM niet voor het leven benoemd. In de Wet op de rechterlijke organisatie wordt de taak van het OM als volgt omschreven: «Het OM is belast met de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde en met andere bij wet vastgestelde taken.» In de praktijk van het strafrecht is de hoofdtaak van het OM te verdelen in de opsporing van strafbare feiten, de vervolging van strafbare feiten en de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van strafvonnissen.

Tabel 33.4 Productiegegevens

Productie en prestaties arrondissementsparketten

 

Realisatie

Prognoses

       
   

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

Rechtbankzaken (afdoeningen)

226.500

205.314

204.191

203.428

201.792

200.661

200.661

Overdracht aan buitenland

100

100

100

100

100

100

100

Onvoorwaardelijk sepot

37.200

30.797

30.629

30.514

30.269

30.099

30.099

Transactie, strafbeschikking en voorwaardelijk sepot

76.300

61.667

61.012

60.664

59.573

58.962

59.212

Voegen (ter berechting of ad info)

4.500

4.250

4.200

4.150

4.100

4.000

4.000

Afdoeningen door de rechter

108.500

108.500

108.250

108.000

107.750

107.500

107.250

Wv. Meervoudige kamer (inclusief economisch en militair)

15.100

14.700

14.700

14.700

14.700

14.700

14.700

Wv. Politierechter (inclusief economisch en militair)

85.000

85.450

85.250

85.050

84.850

84.650

84.450

Wv. Kinderrechter

8.400

8.350

8.300

8.250

8.200

8.150

8.100

Interventiepercentage (%)

85%

85%

85%

85%

85%

85%

85%

Doorloopsnelheid jeugd binnen 3 maanden afgedaan OM (%)

72%

80%

80%

80%

80%

80%

80%

               

Kantonzaken (afdoeningen)

147.900

121.787

130.658

138.093

139.673

140.384

140.384

Afdoeningen door het OM

74.700

60.894

65.329

69.047

69.837

70.192

70.192

Afdoeningen door de kantonrechter

73.100

60.894

65.329

69.047

69.837

70.192

70.192

               

Mulderzaken (afdoeningen)

             

Uitstroom beroepen Openbaar Ministerie

376.800

276.526

269.759

265.420

261.727

258.521

258.521

                 

Doelstelling VPS (zie beleidsprioriteiten)

% zaken afgedaan binnen 1 maand

     

66%

     

Bronnen: Jaarbericht Openbaar Ministerie, Prognosemodel Justitiële Ketens 2014 (WODC).

Tabel 33.5 Productiegegevens

Productie en prestatie Ressortparketten

 

Realisatie

Prognoses

       
 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

Uitstroom

             

Rechtbankappels

16.800

17.961

18.313

18.558

18.817

19.085

19.380

Kantongerechtsappels

3.800

2.625

2.668

2.705

2.736

2.763

2.760

Klachten artikel 12 Sv

2.500

2.400

2.400

2.400

2.400

2.400

2.400

Mulderberoepen

2.100

1.867

1.893

1.896

1.886

1.876

1.867

Bronnen: Jaarbericht Openbaar Ministerie, Prognosemodel Justitiële Ketens 2014 (WODC).

De in de tabel opgenomen aantallen zijn gebaseerd op de beschikbare capaciteit van het Openbaar Ministerie voor de behandeling van zaken.

33.2 Bestuur, Informatie en Technologie

Bijdrage medeoverheden

Regionale Informatie en Expertise Centra / Landelijk Informatie en Expertise Centrum (RIEC's/LIEC)

De aanpak van georganiseerde misdaad vraagt om een georganiseerde overheid. Daarom zijn er 10 Regionale Informatie- en Expertise Centra (RIEC's) en een Landelijk Informatie- en Expertise Centrum (LIEC). De RIEC’s zijn expertisecentra op het gebied van de (bestuurlijke) aanpak van georganiseerde criminaliteit. Zij ontwikkelen en ondersteunen regionaal bestuurlijke interventies en combineren die eventueel met de fiscale en strafrechtelijke aanpak. Doelstelling is een structurele gezamenlijke aanpak van de georganiseerde misdaad. Binnen de RIEC’s is sprake van samenwerking tussen openbaar bestuur, politie, Openbaar Ministerie Belastingdienst en andere partners. Het LIEC is een shared service center voor de RIEC’s en heeft tot doel het zoveel mogelijk stroomlijnen van de werkwijzen van de RIEC’s en het ondersteunen van bij de onderlinge afstemming.

Subsidies

Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV)

Het CCV ontvangt een subsidie om kennis en instrumenten te ontwikkelen op het terrein van criminaliteitspreventie en veiligheid om de maatschappelijke veiligheid te vergroten. Het CCV stimuleert samenwerking tussen publieke en private organisaties om criminaliteit integraal terug te dringen. Het CCV richt zich op lokale, regionale en nationale overheden, instellingen en brancheorganisaties (bijvoorbeeld gemeenten, VenJ, BZK, VNO-NCW, VNG). Via onder andere bijeenkomsten, publicaties, instrumenten en de website ondersteunt het CCV professionals op het gebied van criminaliteitspreventie en veiligheid. Ook speelt het CCV een rol als neutrale «kennismakelaar» in het veiligheidsdomein die probeert vraag en aanbod te verbinden en betrokkenen aan elkaar te koppelen.

Keurmerk Veilig Ondernemen

Samenwerking van verschillende partners (onder andere gemeenten, ondernemers, politie, brandweer) staat centraal voor het tot stand brengen van een veiliger leef- en werkomgeving. De partners nemen samen structurele beveiligingsmaatregelen ter preventie van inbraak, overvallen en brand. Bedrijventerreinen en winkelgebieden waar die maatregelen zijn genomen komen voor KVO- certificatie in aanmerking.

33.3 Opsporing en vervolging

Bijdragen aan agentschappen

Nederlands Forensisch Instituut (NFI)

Het NFI levert, in opdracht van klanten, forensische diensten met behulp van state-of-the-art technologie en wetenschap. Het NFI verleent diensten binnen de strafrechtsketen, zoals aan het OM en de politie. Ook kan een advocaat in een strafzaak de officier of de rechter-commissaris verzoeken om het NFI een onderzoek te laten uitvoeren. Het NFI levert daarnaast diensten aan andere personen of instanties, zoals het Joegoslavië Tribunaal, de Immigratie- en Naturalisatiedienst, buitenlandse politie of justitie of aan bijzondere opsporingsdiensten. Meer informatie over NFI is te vinden in de agentschapsparagraaf van het NFI.

Dienst Roerende Zaken

De Dienst Roerende Zaken (DRZ) is een agentschap van het Ministerie van Financiën en is de rijksbrede specialist op het gebied van de afstoting van roerende zaken. DRZ vernietigt, bewaart of verkoopt goederen die door justitie of door andere officiële opsporingsinstanties in beslag zijn genomen.

Bijdragen ZBO’s en RWT’s

College gerechtelijk deskundigen (Cgd)

Het Cgd heeft een wettelijke basis en is onafhankelijk. Het college beheert een register en toetst daartoe de aanvraag van deskundigen die voor registratie in aanmerking willen komen. Het register heeft tot doel de kwaliteit van de inbreng van deskundigen in strafzaken te waarborgen.

Nationale politie

Voor verkeershandhaving, een van de programma’s van het Openbaar Ministerie, draagt het OM bij aan de nationale politie voor de verkeershandhavingsteams.

Bijdragen medeoverheden

Pv-vergoedingen Bestuurlijke strafbeschikking

Bij de inwerkingtreding van de bestuurlijke strafbeschikking overlast in 2009 is tussen het Ministerie van Veiligheid en Justitie en de VNG afgesproken dat gemeenten een vergoeding krijgen voor de kosten die zij maken voor het uitschrijven van processen-verbaal (pv’s) in het kader van de bestuurlijke strafbeschikking overlast. Hiervoor is maximaal € 14 mln. beschikbaar. De vergoeding is niet kostendekkend voor gemeenten, maar is bedoeld als een tegemoetkoming in de door hen gemaakte kosten voor de handhaving van overlastfeiten door gemeentelijke Buitengewone Opsporingsambtenaren (BOA’s). Momenteel wordt de tijdelijke regeling herzien.

Tabel 33.6 Productiegegevens.

Pv-vergoedingen Bestuurlijke strafbeschikking

             
 

Realisatie

Prognoses

         
 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

Mulder (€ 25,–)

             

Aantal

542.598

532.547

496.966

515.468

527.948

524.692

523.173

Uitgaven (x € 1.000)

13.565

13.314

12.424

12.887

13.199

13.117

13.079

               

Overlast (€ 40,–)

             

Aantal

26.901

28.596

24.668

25.637

26.094

26.040

25.959

Uitgaven (x € 1.000)

1.076

1.144

987

1.025

1.044

1.042

1.038

               

Totaal uitgaven in euro’s

(x € 1.000)

14.641

14.458

13.411

13.912

14.242

14.159

14.118

Bron: Eindrapportage pv-vergoedingen, CJIB. (hierop is een neerwaartse correctie toegepast ter grootte van € 1,1 mln. in 2014 aflopend tot € 0,4 mln. in 2018)

Staatkundige hervorming Nederlandse Antillen (shna)

Het Programmabureau Staatkundige Hervormingen Nederlandse Antillen (shna) heeft tot taak om op het terrein van justitie de ontmanteling van de Nederlandse Antillen en de opbouw van de nieuwe landen Curaçao en Sint Maarten en de overgang van de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES-eilanden) naar Nederland zo soepel mogelijk te laten verlopen. Voor de BES-eilanden gaat het dan over tijdige borging van het beleid, wet- en regelgeving, uitvoering en toezicht op het justitieel beleidsterrein zodanig dat de staatkundige veranderingen bijdragen aan verbeteringen voor de bevolking door betere (georganiseerde) voorzieningen en een daadkrachtig bestuur. Bovendien coördineert het Programmabureau tijdige aanpassingen van het Statuut en de rijkswet en -regelgeving en maatregelen op het VenJ-beleidsterrein die voor alle onderdelen van het Koninkrijk van toepassing zijn.

Financial Intelligence Unit Nederland

In het kader van de bestrijding witwassen en terrorisme financiering (TF) ontvangt de Financial Intelligence Unit Nederland (FIU-NL) op grond van de Wet ter voorkoming van Witwassen en Terrorisme Financiering signalen over ongebruikelijke transacties (OT’s) van meldplichtige instellingen zoals banken, geldtransactiekantoren, autohandelaren en notarissen. FIU-NL analyseert de ongebruikelijke transacties en kan besluiten ze als verdachte transactie (VT) door te melden aan de opsporing.

Voorgaande jaren werden het aantal OT’s en het aantal VT’s gebruikt als kengetallen om het meldsysteem te volgen. Deze cijfers zijn echter minder geschikt als sturingsinstrument. Dit is ook gedeeld met de Algemene Rekenkamer in het kader van het vervolgonderzoek dat thans plaatsvindt naar de bestrijding van witwassen. Voor onderliggende begroting zijn om die reden andere kengetallen geformuleerd die beter te beïnvloeden zijn en beter inzicht geven in het functioneren van het meldsysteem. Het doormelden van OT’s en VT’s door FIU-NL aan de opsporing kan op verschillende gronden plaatsvinden. Onder andere naar aanleiding van een verzoek van de Landelijk Officier van Justitie Witwassen (LOvJ) en na eigen onderzoek van de FIU-NL. Deze doormeldgronden zijn beleidsmatig te beïnvloeden. Doel is om het aantal LOvJ-verzoeken met 5% per jaar te verhogen (zie ook tabel 33.7). Verder is het doel om met behoud van kwantiteit, de kwaliteit van de eigen onderzoekdossiers te verbeteren. De uitgangswaarde is de realisatie in 2012.

Tabel 33.7 Kengetallen FIU-NL.
 

Realisatie

Prognoses

 

2012

2013

2014

2015

2016

2017

2018

Aantal LOvJ-verzoeken 1

1.097

1.152

1.209

1.270

1.333

1.400

1.470

Aantal Eigen onderzoeksdossiers

633

633

633

633

633

633

633

Bron: Database FIU-NL.

1

Een verzoek of dossier kan meerdere verdachte transacties bevatten.

De FIU voorziet voor de komende jaren enkele veranderingen die van invloed kunnen zijn op het aantal verzoeken via de LOvJ en het aantal eigen onderzoeken. FIU en de nationale politie zullen afspraken maken over het indienen van LOvJ-verzoeken op alle onderzoeken die betrekking hebben op high impact crime en ondermijnende criminaliteit. Ten aanzien van de eigen onderzoeken zal FIU-NL zich meer richten op de kwaliteit. Door meer complexe analyses en onderzoeken van data zal beter bruikbare informatie en inlichtingen ter beschikking worden gesteld aan de opsporing. Daarnaast onderzoekt de FIU, indien daarvoor voldoende veiligheidswaarborgen aanwezig zijn, de mogelijkheid om meer te kunnen matchen met externe gegevensbestanden.

Opdrachten

Schadeloosstellingen

Naast de schadeloosstellingen voor onrechtmatige detentie zijn ook schadeloosstellingen mogelijk buiten de strafrechtelijke keten, zoals vergoedingen vanwege onrechtmatige vreemdelingenbewaring en in het geval van Bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ). Daarnaast kunnen ook vergoedingen worden verstrekt voor bijvoorbeeld kosten voor juridische bijstand.

Keten Informatie Management (KIM)

Doel hiervan is de innovatie van informatiegestuurde opsporing, vervolging en executie te realiseren. Er zijn verschillende programma’s:

  • Digitalisering Strafrechtketen: het ontwikkelen en in beheer (laten) nemen van centrale of ketenbrede informatievoorzieningen waarmee een functionaris in de strafrechtsketen kan worden voorzien van een adequate informatiepositie over de persoon en/of zaak waar deze functionaris een taak voor uitvoert.

  • Digitaal Proces Dossier: waarmee de stukken die voor de ter terechtzitting door de rechter te nemen beslissingen redelijkerwijs van belang kunnen zijn in digitale vorm beschikbaar zijn in de strafrechtsketen;

  • Identiteit (integer persoonsbeeld): het optimaliseren van identificatie en verificatie van verdachten waaronder het faciliteren van het Vreemdeling in de Strafrechtketen (VRIS) protocol;

  • Het E-justice programma gericht op verbetering van de digitale toegankelijkheid van het rechtsbestel;

  • Het actualiseren van de balans tussen veiligheid en privacy door toepassing van de «privacy by design» principes in de registers en indexen betrekking hebbend op persoonsgegevens van justitiabelen.

Onrechtmatige Detentie

Ten laste van dit budget worden de vergoedingen aan ex justitiabelen verantwoord, waarvan is vastgesteld dat recht is ontstaan op een vergoeding. In het algemeen worden deze vergoedingen vastgesteld door de rechter. Van een vergoeding kan bijvoorbeeld sprake zijn, wanneer een verdachte wordt vrijgesproken van een ten laste gelegd feit en in de periode voor de vrijspraak in voorlopige hechtenis heeft gezeten.

Programma Herontwerp Keten Strafrechtelijke Handhaving (HKS)

OM, ZM en Reclassering Nederland zijn met ingang van juni 2011 in drie pilotregio’s (Haarlem- Alkmaar, Arnhem-Zutphen en Maastricht-Roermond) gestart met verbeterprojecten om te komen tot een snellere en betere afhandeling van (in eerste instantie) standaard strafzaken. Er wordt niet enkel een verkorting van doorlooptijden beoogd, maar ook een kwalitatief betere afdoening van strafzaken, betere samenwerking tussen de ketenpartners en daarmee betere prestaties van de strafrechtketen als geheel.

Gerechtskosten OM

Ten laste van dit budget worden de uitgaven gebracht die betrekking hebben op deskundigen en tolken en vertalers, die een bijdrage leveren aan het strafproces en worden bekostigd in overeenstemming met het Besluit tarieven in strafzaken.

Innovatieagenda

Op 31 oktober 2011 heeft de Minister van Veiligheid en Justitie de Innovatieagenda rechtsbestel naar de Tweede Kamer gestuurd (Kamerstukken TK, 33 071, nr. 5). Deze innovatieagenda heeft tot doel geschiloplossing te verbeteren (eenvoudiger, sneller en/of effectiever). De Innovatieagenda bestaat uit drie onderdelen: verbetering van gerechtelijke procedures, verbetering van buitengerechtelijke procedures en verbeteringen in het rechtsbestel. Bij verbeteringen van gerechtelijke procedures gaat het bijvoorbeeld om het verbeteren van de digitale toegankelijkheid en procesinnovatie bij de Rechtspraak. Dit deel van de Innovatieagenda is belegd in het programma Kwaliteit en Innovatie rechtspraak. Verbetering van buitengerechtelijke geschiloplossing heeft betrekking op het bevorderen van mediation, het moderniseren van arbitrage en het versterken van de geschillencommissies. Verbeteringen in het rechtsbestel beogen het stelsel effectiever te maken, bijvoorbeeld door het versterken van de filterende functie van het Juridisch Loket en het vaker toepassen van videoconferentie door rechtbanken.

Verkeershandhaving

Het OM voert het programma verkeershandhaving uit. Uit dit budget worden de uitgaven voor dit programma gedaan, niet zijnde bijdragen aan ZBO of agentschap, bijvoorbeeld trajectcontrolesystemen.

Afpakken

In 2011 is een intensivering aan het OM toegekend voor het afpakken van crimineel vermogen. Uit dit budget worden de uitgaven buiten het OM zelf bekostigd.

Kwaliteit en Innovatie

De Minister van Veiligheid en Justitie is eind 2012 het programma Kwaliteit en Innovatie rechtspraak (KEI) gestart. Het doel van dit programma is om bij te dragen aan toegankelijke, eenvoudige, snelle, doelmatige en betaalbare civiel- en bestuursrechtelijke procedures. De twee kernelementen waarmee de minister dit samen met de Rechtspraak wil bereiken is door procesinnovatie en digitalisering van rechtspraak. Het civiele procesrecht wordt eenvormiger en overzichtelijker en waar wenselijk komt meer harmonisatie tussen het civiele- en bestuursprocesrecht. Verder worden bestaande belemmeringen voor digitaal procederen in beide rechtsgebieden weggenomen en waar wenselijk stimuleert de wetgever het digitaal procederen. De minister werkt hiertoe de benodigde wetsvoorstellen uit. De Rechtspraak richt zich concreet op procesinnovatie door het aanpassen van procesreglementen en werkprocessen en door de digitalisering van de rechtspraak.

Licence