Algemene doelstelling
Een veiliger samenleving door een doelmatige en effectieve rechtshandhaving en criminaliteitsbestrijding, en door versterking van de bestuurlijke aanpak van criminaliteit door de decentrale overheden.
Veiligheid en lokaal bestuur
Rol en verantwoordelijkheid
Op het gebied van veiligheid en lokaal bestuur heeft de Minister van Veiligheid en Justitie een stimulerende rol. Hij is belast met het ontwikkelen van visie, beleid en samenwerkingsvormen op het terrein van de bestuurlijke aanpak van onveiligheid en criminaliteit. Inspanningen zijn er op gericht het lokaal bestuur zo effectief en efficiënt als mogelijk in staat te stellen de lokale veiligheid te vergroten, onder andere door het bewaken van de bestuurlijke integriteit (Bibob) en de inzet van de Regionale Informatie- en Expertise Centra (RIEC’s). Daarnaast wordt er gewerkt aan de aanpak van de meest voorkomende vormen van overlast, zoals overlast gerelateerd aan jeugdgroepen, alcohol, uitgaan, voetbal en evenementen. Dit wordt ingevuld samen met het lokale bestuur, onder andere via structureel overleg met de G4, de G32 en de VNG.
Opsporing en vervolging
De Minister van Veiligheid en Justitie heeft een regisserende rol. Hij is beleidsverantwoordelijk voor het landelijke opsporings- en vervolgingsbeleid en financiert daartoe onder andere het OM en het NFI.
Het OM is belast met de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde (Wet op de rechtelijke organisatie). Het voert het gezag over de opsporing door politie en bijzondere opsporingsdiensten, beslist over de vervolging van strafbare feiten en ziet erop toe dat de opgelegde straf naar behoren wordt uitgevoerd. Het OM draagt daarbij zorg voor:
-
– een evenwichtige inzet van het strafrecht zowel op nationaal, bovenregionaal als lokaal niveau;
-
– een adequate afdoening van strafzaken;
-
– toezicht op de rechtmatige opsporing van strafbare feiten;
-
– de verantwoording bij de rechter inzake de vervolgingsbeslissing in individuele strafzaken;
-
– de verantwoording jegens de Minister van Veiligheid en Justitie over de uitvoering van landelijke prioriteiten in de opsporing en vervolging.
Prestatie-indicatoren prioriteiten beleidsagenda: opsporing | |||||
---|---|---|---|---|---|
Nulwaarde | Realisatie | Doel 1 | |||
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | ||
Ondermijnende en financieel-economische criminaliteit | |||||
aantal aangepakte criminele samenwerkingsverbanden (csv’s) 2 | 20% | 48% | 40% | 40% | |
Afnemen crimineel vermogen | |||||
crimineel vermogen dat langs strafrechtelijke weg wordt afgepakt (in mln. €) 3 | 30,8 | 49,7 | 75,8 | ||
Aanpak cybercrime | |||||
aantal grote internationale zaken dat wordt opgepakt door het Team High Tech Crime 4 | 5 | 9 | 20 | ||
Aanpak kinderporno | |||||
Aantal aan OM aan te leveren zaken 5 | 480 | 507 | 552 | 600 | |
VPS (Versterking Programma Strafrechtketen), waaronder ZSM (Zo Samen, Snel, Slim, Selectief, Simpel en Samenlevingsgericht Mogelijk). | |||||
Percentage standaard strafzaken dat binnen één maand is afgedaan. 6 | n.v.t. | 57% | 66% |
Bron: jaarbericht OM en politie. Eind 2009 wordt als nulsituatie gehanteerd. De genoemde percentages gelden nadrukkelijk als globale streefwaarden. Criminele samenwerkingsverbanden zijn namelijk vaak fluïde werkverbanden die in een bepaalde periode actief zijn en geen vaste groepen die kunnen worden uitgedrukt in mathematische rekeneenheden. De realisatie overtreft inmiddels de streefwaarde. Er zijn nog geen nieuwe streefwaarde vastgesteld.
Bron: Jaarbericht OM. In de landelijke prioriteiten politie is in 2011 overeengekomen dat de aanpak van kinderporno zal worden versterkt. Concreet is afgesproken dat het aantal aan het OM aan te leveren verdachten in 2013 met 15% en in 2014 met 25% ten opzichte van de nulwaarde (2010) zal toenemen.
Kengetallen prioriteiten beleidsagenda: overlast en criminaliteit in wijk en buurt 1 | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Nulwaarde | Realisatie | Doel | |||||
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | ||
Vermindering onveiligheidsgevoelens met 10% | |||||||
Aandeel van de bevolking dat zich wel eens onveilig voelt | 36,4% | 36,4% | 32,8% | ||||
Aandeel van de bevolking dat zich wel eens onveilig voelt in de eigen buurt 2 | 17,8% | 17,8% | 16,0% | ||||
Vermindering ervaren overlast met 10% in periode 2012–2017 | |||||||
Aandeel van de bevolking dat één of meer vormen van sociale overlast 3 in de eigen buurt ervaart moet met 10% dalen | 10,2% | 10,2% | 9,2% | ||||
Terugbrengen woninginbraken gevolgd door geweld met 25% 4 | 89.244 | 91.583 | 87.500 | 83.000 | 65.000 |
Door het aantreden van het kabinet Rutte/Asscher is de 10% reductiedoelstelling voor door burgers ervaren overlast en onveiligheidsgevoelens in de periode 2010–2014 met 2010 als nulwaarde van het kabinet Rutte/Verhagen vervangen door een nieuwe 10% reductiedoelstelling voor de periode 2012–2017 met 2012 als nulwaarde. Waar de oude doelstelling werd gemeten via de Integrale Veiligheidsmonitor (IVM), wordt de nieuwe doelstelling gemeten via de opvolger van de IVM: de Veiligheidsmonitor. De nieuwe afspraken zien alleen op 2017 en kennen geen waarden voor tussen liggende jaren.
Vormen van sociale overlast zijn overlast van dronken mensen op straat, drugshandel of -gebruik, buurtbewoners, op straat worden lastig gevallen en rondhangende jongeren.
Bron: Kamerstukken TK, 29 628, nr. 385 en nr. 256, nulwaarde 2009, bron: Jaarverslag Nederlandse Politie 2009.
Woninginbraken
Beleidswijzigingen
De aanpak van woninginbraken wordt sterk geïntensiveerd (Kamerstukken TK, 29 628, nr. 285). Het doel is om het aantal woninginbraken in 2014 terug te brengen tot 83.000 en verder te laten dalen tot 65.000 in 2017. Bijvoorbeeld door, indien nodig, met meer eenheden te reageren op prioriteit 1 meldingen (zoals woninginbraken en overvallen) en het inzetten van warmtebeeldcamara’s voor het snel opsporen van daders van strafbare feiten in het donker. Verder zal er extra inzet op preventie plaatsvinden. In de driehoek maken bestuur, OM en politie afspraken over wat lokaal de beste aanpak is.
Prostitutie
Nieuwe regels in de seksbranche worden in 2014 van kracht, mede om de prostitutie gerelateerde mensenhandel harder te kunnen aanpakken. Er komt een landelijk uniform vergunningenstelsel voor seksbedrijven (inclusief een register van ingetrokken en geweigerde vergunningen en een register van escortvergunningen) en een register voor prostituees. De registers worden in overleg met de daartoe aangewezen gemeenten vormgegeven en streng beveiligd.
Aanscherping wet Bibob
In 2014 krijgt de lokale implementatie van de per 1 juli 2013 gewijzigde wet Bibob zijn beslag krijgen. Deze implementatie wordt gemonitord door de Inspectie Veiligheid en Justitie en vraagt begeleiding en ondersteuning van het ministerie. Eind 2013 vindt op verzoek van de Eerste Kamer een onderzoek plaats naar een ruimer verstrekkingenregime voor bestuursorganen en naar de stromanconstructie. Een kabinetsreactie hierop wordt in 2014 uitgewerkt.
Financieel-economische criminaliteit
De beoogde inwerkingtreding van het wetsvoorstel bestrijding financieel-economische criminaliteit in 2014 verhoogt de strafmaat voor witwassen en verlengt de verjaringstermijn voor corruptie en financieel-economische delicten. Rechters kunnen bij de strafoplegging in het vervolg bovendien meer rekening kunnen houden met de ernst van het feit, het profijt van de criminele activiteiten en de draagkracht van een onderneming. Om bij kapitaalkrachtige ondernemingen meer indruk te kunnen maken, wordt het mogelijk om geldboetes op te leggen tot maximaal 10% van de jaaromzet van een onderneming.
Een belangrijk preventief instrument is de introductie van het civielrechtelijk bestuursverbod, waarmee het mogelijk wordt om bestuurders te weren uit het handelsverkeer. Zij mogen in dat geval maximaal 5 jaar geen bestuursfuncties meer bekleden of nieuwe rechtspersonen oprichten. Met de politie zijn specifiek afspraken gemaakt om de aanpak van relatief eenvoudige faillissementsfraudezaken verder te intensiveren. Voor een slagvaardige aanpak behandelt de FIOD de grotere en complexe faillissementsfraudezaken. De aandacht richt zich op zaken met een grote maatschappelijke impact, waarbij vooral wordt gekeken naar de beroepsfraudeurs en de zaken met veel slachtoffers.
2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | ||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 757.195 | 742.753 | 727.669 | 708.896 | 681.981 | 670.977 | |
33.1 Apparaatsuitgaven Openbaar Ministerie | |||||||
Personeel | 363.758 | 354.299 | 351.947 | 339.731 | 323.603 | 317.591 | |
waarvan eigen personeel | 330.539 | 322.652 | 320.495 | 309.364 | 294.663 | 289.189 | |
warvan externe inhuur | 33.219 | 31.647 | 31.452 | 30.367 | 28.940 | 28.402 | |
Materieel | 200.113 | 109.991 | 104.373 | 99.148 | 95.644 | 93.548 | |
waarvan ICT | 40.703 | 39.127 | 38.886 | 37.544 | 35.780 | 35.113 | |
waarvan SSO's | 28.785 | 28.704 | 28.686 | 28.588 | 28.456 | 28.407 | |
Programma-uitgaven | 193.324 | 278.463 | 271.349 | 270.017 | 262.734 | 259.838 | |
Waarvan juridisch verplicht | 97,36% | ||||||
33.2 Bestuur, informatie en technoligie | |||||||
Bijdrage aan medeoverheden | |||||||
RIEC's/LIEC | 7.899 | 7.759 | 7.760 | 7.760 | 7.760 | 7.752 | |
Overig bestuur, informatie en technologie | 1.532 | 1.524 | 1.524 | 1.524 | 1.524 | 1.523 | |
Subsidies | |||||||
CCV | 0 | 2.200 | 2.200 | 2.200 | 2.200 | 2.198 | |
Keurmerk Veilig Ondernemen | 1.500 | 1.492 | 1.492 | 1.492 | 1.492 | 1.492 | |
Opdrachten | |||||||
Overig bestuur, informatie en technologie | 1.671 | 1.462 | 1.662 | 1.662 | 1.091 | 1.090 | |
33.3 Opsporing en vervolging | |||||||
Bijdrage Agentschappen | |||||||
Nederlands Forensisch Instituut (NFI) | 68.323 | 66.501 | 65.662 | 63.465 | 60.705 | 59.618 | |
Dienst Roerende Zaken | 12.819 | 12.754 | 11.942 | 11.728 | 11.418 | 11.295 | |
CJIB | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Bijdrage ZBO/RWT | |||||||
College gerechtelijk deskundigen | 1.726 | 1.723 | 1.720 | 1.662 | 1.588 | 1.559 | |
Nationale politie | 0 | 43.773 | 43.773 | 42.371 | 40.576 | 39.875 | |
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties, medeoverheden | |||||||
PV-vergoedingen Bestuurlijke strafbeschikking | 14.458 | 13.411 | 13.912 | 14.242 | 14.159 | 14.118 | |
BES Staatkundige hervorming Nederlandse antillen (shna) | 3.929 | 3.909 | 3.910 | 3.910 | 3.911 | 3.907 | |
FIU-Nederland | 18 | 4.044 | 4.045 | 3.912 | 3.742 | 3.672 | |
Overig opsporing en vervolging | 2.658 | 2.525 | 2.439 | 2.435 | 2.435 | 2.433 | |
Subsidies | |||||||
Overig opsporing en vervolging | 2.313 | 2.701 | 2.702 | 2.902 | 2.902 | 2.900 | |
Opdrachten | |||||||
Schadeloosstellingen | 21.941 | 24.988 | 22.395 | 24.991 | 24.989 | 24.964 | |
Keten Informatie Management (KIM) | 7.778 | 5.506 | 3.750 | 3.739 | 2.699 | 2.695 | |
Onrechtmatige Detentie | 6.210 | 6.179 | 6.180 | 6.180 | 6.180 | 6.174 | |
Herontwerp Strafrechtketen | 9.325 | 3.500 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Gerechtskosten | 25.634 | 25.633 | 25.637 | 25.637 | 25.635 | 25.635 | |
Innovatieagenda | 3.499 | 2.599 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Verkeershandhaving OM | 0 | 32.800 | 37.800 | 36.591 | 35.040 | 34.435 | |
Afpakken | 0 | 10.800 | 10.800 | 10.454 | 10.012 | 9.839 | |
Overig opsporing en vervolging | 91 | 680 | 44 | 1.160 | 2.676 | 2.664 | |
Ontvangsten | 1.061.498 | 1.036.798 | 1.019.798 | 1.031.198 | 1.048.298 | 1.045.898 | |
waarvan Boeten en Transacties | 991.938 | 956.738 | 919.238 | 920.638 | 927.738 | 925.338 | |
waarvan Afpakken (inclusief verbeurdverklaring) | 59.560 | 70.060 | 90.560 | 100.560 | 110.560 | 110.560 |
33.1 Apparaatsuitgaven Openbaar Ministerie
Toelichting op instrumenten
Openbaar Ministerie (OM)
Het Openbaar Ministerie bepaalt als enige instantie in Nederland wie voor de strafrechter moet verschijnen en voor welk strafbaar feit. Het OM maakt deel uit van de rechterlijke macht, maar de leden van het OM zijn, anders dan de rechters, niet met rechtspraak belast. In tegenstelling tot de rechters worden de leden van het OM niet voor het leven benoemd. In de Wet op de rechterlijke organisatie wordt de taak van het OM als volgt omschreven: «Het OM is belast met de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde en met andere bij wet vastgestelde taken.» In de praktijk van het strafrecht is de hoofdtaak van het OM te verdelen in de opsporing van strafbare feiten, de vervolging van strafbare feiten en de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van strafvonnissen.
Productie en prestaties arrondissementsparketten | ||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Realisatie | Prognoses | |||||||
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | ||
Rechtbankzaken (afdoeningen) | 226.500 | 205.314 | 204.191 | 203.428 | 201.792 | 200.661 | 200.661 | |
Overdracht aan buitenland | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | 100 | |
Onvoorwaardelijk sepot | 37.200 | 30.797 | 30.629 | 30.514 | 30.269 | 30.099 | 30.099 | |
Transactie, strafbeschikking en voorwaardelijk sepot | 76.300 | 61.667 | 61.012 | 60.664 | 59.573 | 58.962 | 59.212 | |
Voegen (ter berechting of ad info) | 4.500 | 4.250 | 4.200 | 4.150 | 4.100 | 4.000 | 4.000 | |
Afdoeningen door de rechter | 108.500 | 108.500 | 108.250 | 108.000 | 107.750 | 107.500 | 107.250 | |
Wv. Meervoudige kamer (inclusief economisch en militair) | 15.100 | 14.700 | 14.700 | 14.700 | 14.700 | 14.700 | 14.700 | |
Wv. Politierechter (inclusief economisch en militair) | 85.000 | 85.450 | 85.250 | 85.050 | 84.850 | 84.650 | 84.450 | |
Wv. Kinderrechter | 8.400 | 8.350 | 8.300 | 8.250 | 8.200 | 8.150 | 8.100 | |
Interventiepercentage (%) | 85% | 85% | 85% | 85% | 85% | 85% | 85% | |
Doorloopsnelheid jeugd binnen 3 maanden afgedaan OM (%) | 72% | 80% | 80% | 80% | 80% | 80% | 80% | |
Kantonzaken (afdoeningen) | 147.900 | 121.787 | 130.658 | 138.093 | 139.673 | 140.384 | 140.384 | |
Afdoeningen door het OM | 74.700 | 60.894 | 65.329 | 69.047 | 69.837 | 70.192 | 70.192 | |
Afdoeningen door de kantonrechter | 73.100 | 60.894 | 65.329 | 69.047 | 69.837 | 70.192 | 70.192 | |
Mulderzaken (afdoeningen) | ||||||||
Uitstroom beroepen Openbaar Ministerie | 376.800 | 276.526 | 269.759 | 265.420 | 261.727 | 258.521 | 258.521 | |
Doelstelling VPS (zie beleidsprioriteiten) | ||||||||
% zaken afgedaan binnen 1 maand | 66% |
Bronnen: Jaarbericht Openbaar Ministerie, Prognosemodel Justitiële Ketens 2014 (WODC).
Productie en prestatie Ressortparketten | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Realisatie | Prognoses | ||||||
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
Uitstroom | |||||||
Rechtbankappels | 16.800 | 17.961 | 18.313 | 18.558 | 18.817 | 19.085 | 19.380 |
Kantongerechtsappels | 3.800 | 2.625 | 2.668 | 2.705 | 2.736 | 2.763 | 2.760 |
Klachten artikel 12 Sv | 2.500 | 2.400 | 2.400 | 2.400 | 2.400 | 2.400 | 2.400 |
Mulderberoepen | 2.100 | 1.867 | 1.893 | 1.896 | 1.886 | 1.876 | 1.867 |
Bronnen: Jaarbericht Openbaar Ministerie, Prognosemodel Justitiële Ketens 2014 (WODC).
De in de tabel opgenomen aantallen zijn gebaseerd op de beschikbare capaciteit van het Openbaar Ministerie voor de behandeling van zaken.
33.2 Bestuur, Informatie en Technologie
Bijdrage medeoverheden
Regionale Informatie en Expertise Centra / Landelijk Informatie en Expertise Centrum (RIEC's/LIEC)
De aanpak van georganiseerde misdaad vraagt om een georganiseerde overheid. Daarom zijn er 10 Regionale Informatie- en Expertise Centra (RIEC's) en een Landelijk Informatie- en Expertise Centrum (LIEC). De RIEC’s zijn expertisecentra op het gebied van de (bestuurlijke) aanpak van georganiseerde criminaliteit. Zij ontwikkelen en ondersteunen regionaal bestuurlijke interventies en combineren die eventueel met de fiscale en strafrechtelijke aanpak. Doelstelling is een structurele gezamenlijke aanpak van de georganiseerde misdaad. Binnen de RIEC’s is sprake van samenwerking tussen openbaar bestuur, politie, Openbaar Ministerie Belastingdienst en andere partners. Het LIEC is een shared service center voor de RIEC’s en heeft tot doel het zoveel mogelijk stroomlijnen van de werkwijzen van de RIEC’s en het ondersteunen van bij de onderlinge afstemming.
Subsidies
Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV)
Het CCV ontvangt een subsidie om kennis en instrumenten te ontwikkelen op het terrein van criminaliteitspreventie en veiligheid om de maatschappelijke veiligheid te vergroten. Het CCV stimuleert samenwerking tussen publieke en private organisaties om criminaliteit integraal terug te dringen. Het CCV richt zich op lokale, regionale en nationale overheden, instellingen en brancheorganisaties (bijvoorbeeld gemeenten, VenJ, BZK, VNO-NCW, VNG). Via onder andere bijeenkomsten, publicaties, instrumenten en de website ondersteunt het CCV professionals op het gebied van criminaliteitspreventie en veiligheid. Ook speelt het CCV een rol als neutrale «kennismakelaar» in het veiligheidsdomein die probeert vraag en aanbod te verbinden en betrokkenen aan elkaar te koppelen.
Keurmerk Veilig Ondernemen
Samenwerking van verschillende partners (onder andere gemeenten, ondernemers, politie, brandweer) staat centraal voor het tot stand brengen van een veiliger leef- en werkomgeving. De partners nemen samen structurele beveiligingsmaatregelen ter preventie van inbraak, overvallen en brand. Bedrijventerreinen en winkelgebieden waar die maatregelen zijn genomen komen voor KVO- certificatie in aanmerking.
33.3 Opsporing en vervolging
Bijdragen aan agentschappen
Nederlands Forensisch Instituut (NFI)
Het NFI levert, in opdracht van klanten, forensische diensten met behulp van state-of-the-art technologie en wetenschap. Het NFI verleent diensten binnen de strafrechtsketen, zoals aan het OM en de politie. Ook kan een advocaat in een strafzaak de officier of de rechter-commissaris verzoeken om het NFI een onderzoek te laten uitvoeren. Het NFI levert daarnaast diensten aan andere personen of instanties, zoals het Joegoslavië Tribunaal, de Immigratie- en Naturalisatiedienst, buitenlandse politie of justitie of aan bijzondere opsporingsdiensten. Meer informatie over NFI is te vinden in de agentschapsparagraaf van het NFI.
Dienst Roerende Zaken
De Dienst Roerende Zaken (DRZ) is een agentschap van het Ministerie van Financiën en is de rijksbrede specialist op het gebied van de afstoting van roerende zaken. DRZ vernietigt, bewaart of verkoopt goederen die door justitie of door andere officiële opsporingsinstanties in beslag zijn genomen.
Bijdragen ZBO’s en RWT’s
College gerechtelijk deskundigen (Cgd)
Het Cgd heeft een wettelijke basis en is onafhankelijk. Het college beheert een register en toetst daartoe de aanvraag van deskundigen die voor registratie in aanmerking willen komen. Het register heeft tot doel de kwaliteit van de inbreng van deskundigen in strafzaken te waarborgen.
Nationale politie
Voor verkeershandhaving, een van de programma’s van het Openbaar Ministerie, draagt het OM bij aan de nationale politie voor de verkeershandhavingsteams.
Bijdragen medeoverheden
Pv-vergoedingen Bestuurlijke strafbeschikking
Bij de inwerkingtreding van de bestuurlijke strafbeschikking overlast in 2009 is tussen het Ministerie van Veiligheid en Justitie en de VNG afgesproken dat gemeenten een vergoeding krijgen voor de kosten die zij maken voor het uitschrijven van processen-verbaal (pv’s) in het kader van de bestuurlijke strafbeschikking overlast. Hiervoor is maximaal € 14 mln. beschikbaar. De vergoeding is niet kostendekkend voor gemeenten, maar is bedoeld als een tegemoetkoming in de door hen gemaakte kosten voor de handhaving van overlastfeiten door gemeentelijke Buitengewone Opsporingsambtenaren (BOA’s). Momenteel wordt de tijdelijke regeling herzien.
Pv-vergoedingen Bestuurlijke strafbeschikking | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
Realisatie | Prognoses | ||||||
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
Mulder (€ 25,–) | |||||||
Aantal | 542.598 | 532.547 | 496.966 | 515.468 | 527.948 | 524.692 | 523.173 |
Uitgaven (x € 1.000) | 13.565 | 13.314 | 12.424 | 12.887 | 13.199 | 13.117 | 13.079 |
Overlast (€ 40,–) | |||||||
Aantal | 26.901 | 28.596 | 24.668 | 25.637 | 26.094 | 26.040 | 25.959 |
Uitgaven (x € 1.000) | 1.076 | 1.144 | 987 | 1.025 | 1.044 | 1.042 | 1.038 |
Totaal uitgaven in euro’s (x € 1.000) | 14.641 | 14.458 | 13.411 | 13.912 | 14.242 | 14.159 | 14.118 |
Bron: Eindrapportage pv-vergoedingen, CJIB. (hierop is een neerwaartse correctie toegepast ter grootte van € 1,1 mln. in 2014 aflopend tot € 0,4 mln. in 2018)
Staatkundige hervorming Nederlandse Antillen (shna)
Het Programmabureau Staatkundige Hervormingen Nederlandse Antillen (shna) heeft tot taak om op het terrein van justitie de ontmanteling van de Nederlandse Antillen en de opbouw van de nieuwe landen Curaçao en Sint Maarten en de overgang van de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba (BES-eilanden) naar Nederland zo soepel mogelijk te laten verlopen. Voor de BES-eilanden gaat het dan over tijdige borging van het beleid, wet- en regelgeving, uitvoering en toezicht op het justitieel beleidsterrein zodanig dat de staatkundige veranderingen bijdragen aan verbeteringen voor de bevolking door betere (georganiseerde) voorzieningen en een daadkrachtig bestuur. Bovendien coördineert het Programmabureau tijdige aanpassingen van het Statuut en de rijkswet en -regelgeving en maatregelen op het VenJ-beleidsterrein die voor alle onderdelen van het Koninkrijk van toepassing zijn.
Financial Intelligence Unit Nederland
In het kader van de bestrijding witwassen en terrorisme financiering (TF) ontvangt de Financial Intelligence Unit Nederland (FIU-NL) op grond van de Wet ter voorkoming van Witwassen en Terrorisme Financiering signalen over ongebruikelijke transacties (OT’s) van meldplichtige instellingen zoals banken, geldtransactiekantoren, autohandelaren en notarissen. FIU-NL analyseert de ongebruikelijke transacties en kan besluiten ze als verdachte transactie (VT) door te melden aan de opsporing.
Voorgaande jaren werden het aantal OT’s en het aantal VT’s gebruikt als kengetallen om het meldsysteem te volgen. Deze cijfers zijn echter minder geschikt als sturingsinstrument. Dit is ook gedeeld met de Algemene Rekenkamer in het kader van het vervolgonderzoek dat thans plaatsvindt naar de bestrijding van witwassen. Voor onderliggende begroting zijn om die reden andere kengetallen geformuleerd die beter te beïnvloeden zijn en beter inzicht geven in het functioneren van het meldsysteem. Het doormelden van OT’s en VT’s door FIU-NL aan de opsporing kan op verschillende gronden plaatsvinden. Onder andere naar aanleiding van een verzoek van de Landelijk Officier van Justitie Witwassen (LOvJ) en na eigen onderzoek van de FIU-NL. Deze doormeldgronden zijn beleidsmatig te beïnvloeden. Doel is om het aantal LOvJ-verzoeken met 5% per jaar te verhogen (zie ook tabel 33.7). Verder is het doel om met behoud van kwantiteit, de kwaliteit van de eigen onderzoekdossiers te verbeteren. De uitgangswaarde is de realisatie in 2012.
Realisatie | Prognoses | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2012 | 2013 | 2014 | 2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
Aantal LOvJ-verzoeken 1 | 1.097 | 1.152 | 1.209 | 1.270 | 1.333 | 1.400 | 1.470 |
Aantal Eigen onderzoeksdossiers | 633 | 633 | 633 | 633 | 633 | 633 | 633 |
Bron: Database FIU-NL.
De FIU voorziet voor de komende jaren enkele veranderingen die van invloed kunnen zijn op het aantal verzoeken via de LOvJ en het aantal eigen onderzoeken. FIU en de nationale politie zullen afspraken maken over het indienen van LOvJ-verzoeken op alle onderzoeken die betrekking hebben op high impact crime en ondermijnende criminaliteit. Ten aanzien van de eigen onderzoeken zal FIU-NL zich meer richten op de kwaliteit. Door meer complexe analyses en onderzoeken van data zal beter bruikbare informatie en inlichtingen ter beschikking worden gesteld aan de opsporing. Daarnaast onderzoekt de FIU, indien daarvoor voldoende veiligheidswaarborgen aanwezig zijn, de mogelijkheid om meer te kunnen matchen met externe gegevensbestanden.
Opdrachten
Schadeloosstellingen
Naast de schadeloosstellingen voor onrechtmatige detentie zijn ook schadeloosstellingen mogelijk buiten de strafrechtelijke keten, zoals vergoedingen vanwege onrechtmatige vreemdelingenbewaring en in het geval van Bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (BOPZ). Daarnaast kunnen ook vergoedingen worden verstrekt voor bijvoorbeeld kosten voor juridische bijstand.
Keten Informatie Management (KIM)
Doel hiervan is de innovatie van informatiegestuurde opsporing, vervolging en executie te realiseren. Er zijn verschillende programma’s:
-
– Digitalisering Strafrechtketen: het ontwikkelen en in beheer (laten) nemen van centrale of ketenbrede informatievoorzieningen waarmee een functionaris in de strafrechtsketen kan worden voorzien van een adequate informatiepositie over de persoon en/of zaak waar deze functionaris een taak voor uitvoert.
-
– Digitaal Proces Dossier: waarmee de stukken die voor de ter terechtzitting door de rechter te nemen beslissingen redelijkerwijs van belang kunnen zijn in digitale vorm beschikbaar zijn in de strafrechtsketen;
-
– Identiteit (integer persoonsbeeld): het optimaliseren van identificatie en verificatie van verdachten waaronder het faciliteren van het Vreemdeling in de Strafrechtketen (VRIS) protocol;
-
– Het E-justice programma gericht op verbetering van de digitale toegankelijkheid van het rechtsbestel;
-
– Het actualiseren van de balans tussen veiligheid en privacy door toepassing van de «privacy by design» principes in de registers en indexen betrekking hebbend op persoonsgegevens van justitiabelen.
Onrechtmatige Detentie
Ten laste van dit budget worden de vergoedingen aan ex justitiabelen verantwoord, waarvan is vastgesteld dat recht is ontstaan op een vergoeding. In het algemeen worden deze vergoedingen vastgesteld door de rechter. Van een vergoeding kan bijvoorbeeld sprake zijn, wanneer een verdachte wordt vrijgesproken van een ten laste gelegd feit en in de periode voor de vrijspraak in voorlopige hechtenis heeft gezeten.
Programma Herontwerp Keten Strafrechtelijke Handhaving (HKS)
OM, ZM en Reclassering Nederland zijn met ingang van juni 2011 in drie pilotregio’s (Haarlem- Alkmaar, Arnhem-Zutphen en Maastricht-Roermond) gestart met verbeterprojecten om te komen tot een snellere en betere afhandeling van (in eerste instantie) standaard strafzaken. Er wordt niet enkel een verkorting van doorlooptijden beoogd, maar ook een kwalitatief betere afdoening van strafzaken, betere samenwerking tussen de ketenpartners en daarmee betere prestaties van de strafrechtketen als geheel.
Gerechtskosten OM
Ten laste van dit budget worden de uitgaven gebracht die betrekking hebben op deskundigen en tolken en vertalers, die een bijdrage leveren aan het strafproces en worden bekostigd in overeenstemming met het Besluit tarieven in strafzaken.
Innovatieagenda
Op 31 oktober 2011 heeft de Minister van Veiligheid en Justitie de Innovatieagenda rechtsbestel naar de Tweede Kamer gestuurd (Kamerstukken TK, 33 071, nr. 5). Deze innovatieagenda heeft tot doel geschiloplossing te verbeteren (eenvoudiger, sneller en/of effectiever). De Innovatieagenda bestaat uit drie onderdelen: verbetering van gerechtelijke procedures, verbetering van buitengerechtelijke procedures en verbeteringen in het rechtsbestel. Bij verbeteringen van gerechtelijke procedures gaat het bijvoorbeeld om het verbeteren van de digitale toegankelijkheid en procesinnovatie bij de Rechtspraak. Dit deel van de Innovatieagenda is belegd in het programma Kwaliteit en Innovatie rechtspraak. Verbetering van buitengerechtelijke geschiloplossing heeft betrekking op het bevorderen van mediation, het moderniseren van arbitrage en het versterken van de geschillencommissies. Verbeteringen in het rechtsbestel beogen het stelsel effectiever te maken, bijvoorbeeld door het versterken van de filterende functie van het Juridisch Loket en het vaker toepassen van videoconferentie door rechtbanken.
Verkeershandhaving
Het OM voert het programma verkeershandhaving uit. Uit dit budget worden de uitgaven voor dit programma gedaan, niet zijnde bijdragen aan ZBO of agentschap, bijvoorbeeld trajectcontrolesystemen.
Afpakken
In 2011 is een intensivering aan het OM toegekend voor het afpakken van crimineel vermogen. Uit dit budget worden de uitgaven buiten het OM zelf bekostigd.
Kwaliteit en Innovatie
De Minister van Veiligheid en Justitie is eind 2012 het programma Kwaliteit en Innovatie rechtspraak (KEI) gestart. Het doel van dit programma is om bij te dragen aan toegankelijke, eenvoudige, snelle, doelmatige en betaalbare civiel- en bestuursrechtelijke procedures. De twee kernelementen waarmee de minister dit samen met de Rechtspraak wil bereiken is door procesinnovatie en digitalisering van rechtspraak. Het civiele procesrecht wordt eenvormiger en overzichtelijker en waar wenselijk komt meer harmonisatie tussen het civiele- en bestuursprocesrecht. Verder worden bestaande belemmeringen voor digitaal procederen in beide rechtsgebieden weggenomen en waar wenselijk stimuleert de wetgever het digitaal procederen. De minister werkt hiertoe de benodigde wetsvoorstellen uit. De Rechtspraak richt zich concreet op procesinnovatie door het aanpassen van procesreglementen en werkprocessen en door de digitalisering van de rechtspraak.