Vastgestelde begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) | Stand 1e suppletoire begroting (incl. ISB, NvW en amendementen) (2) | Mutaties 2e suppletoire begroting (3) | Stand 2e suppletoire begroting (4)=(2+3) | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Mutaties Miljoenennota | Overige mutaties 2e suppletoire begroting | |||||
Verplichtingen | 4.412.944 | 4.659.008 | 249.846 | 57.769 | 4.966.623 | |
garantieverplichtingen | 0 | 0 | 891 | 74.702 | 75.593 | |
overige verplichtingen | 4.412.944 | 4.659.008 | 248.955 | ‒ 16.933 | 4.891.030 | |
Uitgaven | 4.679.783 | 4.820.969 | 56.876 | ‒ 12.003 | 4.865.842 | |
waarvan juridisch verplicht | 99,7% | 99,7% | 100% | |||
Bekostiging | 4.218.548 | 4.343.072 | 110 | ‒ 12.034 | 4.331.148 | |
Hoofdbekostiging | 3.673.007 | 3.798.077 | ‒ 9.890 | ‒ 10.588 | 3.777.599 | |
Bekostiging mbo-instellingen1 | 3.600.387 | 3.722.559 | ‒ 10.000 | ‒ 8.181 | 3.704.378 | |
Bekostiging Caribisch Nederland | 7.220 | 8.153 | 110 | ‒ 2.407 | 5.856 | |
Bekostiging vavo | 65.400 | 67.365 | 0 | 0 | 67.365 | |
Kwaliteitsafspraken | 440.000 | 440.000 | 0 | 0 | 440.000 | |
Investeringbudget | 440.000 | 440.000 | 0 | 0 | 440.000 | |
Resultaatafhankelijk budget | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Aanvullende bekostiging | 105.541 | 104.995 | 10.000 | ‒ 1.446 | 113.549 | |
Regionaal Investeringsfonds | 23.075 | 22.975 | 0 | ‒ 1.395 | 21.580 | |
Salarismix Randstadregio's | 50.000 | 51.503 | 0 | 0 | 51.503 | |
Tijdelijke regeling tegemoetkoming schoolkosten | 0 | 0 | 10.000 | 0 | 10.000 | |
Regionaal Programma | 30.466 | 30.466 | 0 | 0 | 30.466 | |
Gelijke kansen | 2.000 | 51 | 0 | ‒ 51 | 0 | |
Subsidies (regelingen) | 255.647 | 268.191 | 56.348 | ‒ 2.245 | 322.294 | |
Subsidieregeling praktijkleren | 212.600 | 224.100 | ‒ 10.600 | 0 | 213.500 | |
Leven Lang Ontwikkelen | 11.750 | 6.631 | 0 | ‒ 3.610 | 3.021 | |
Actieplan Laaggeletterdheid/Tel mee met Taal | 14.500 | 15.200 | ‒ 151 | 1.200 | 16.249 | |
Loopbaanorientatie | 1.275 | 3.275 | 0 | 51 | 3.326 | |
Vakwedstrijden MBO | 3.200 | 3.200 | 0 | 0 | 3.200 | |
Inhaal- en ondersteuningsprogramma's | 0 | 1.863 | 68.000 | 0 | 69.863 | |
Overige subsidies | 12.322 | 13.922 | ‒ 901 | 114 | 13.135 | |
Opdrachten | 4.990 | 6.779 | 741 | ‒ 2.032 | 5.488 | |
In- en uitbesteding | 4.990 | 6.779 | 741 | ‒ 2.032 | 5.488 | |
Bijdrage aan agentschappen | 19.334 | 19.356 | ‒ 323 | 2.904 | 21.937 | |
Dienst Uitvoering Onderwijs | 16.334 | 16.776 | 77 | 2.904 | 19.757 | |
Rijksdienst voor Ondernemend Nederland | 3.000 | 2.580 | ‒ 400 | 0 | 2.180 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 66.399 | 60.746 | 0 | 410 | 61.156 | |
College voor Toetsen en Examens | 6.893 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
Wet SLOA | 3.273 | 220 | 0 | ‒ 220 | 0 | |
SBB | 56.233 | 60.526 | 0 | 630 | 61.156 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 114.865 | 122.825 | 0 | 994 | 123.819 | |
RMC's | 35.309 | 41.451 | 0 | ‒ 500 | 40.951 | |
Educatie | 60.356 | 62.174 | 0 | 0 | 62.174 | |
Caribisch Nederland | 0 | 0 | 0 | 1.494 | 1.494 | |
Regionaal Programma | 19.200 | 19.200 | 0 | 0 | 19.200 | |
Ontvangsten | 4.000 | 4.000 | 0 | 900 | 4.900 |
In de kolom «Mutaties tweede suppletoire begroting 2020» worden de mutaties ten opzichte van de «Stand eerste suppletoire begroting 2020» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden per saldo met € 307,6 miljoen verhoogd. Het verschil tussen de verplichtingen- en uitgavenmutaties (€ 262,7 miljoen) wordt met name veroorzaakt door:
• garantieverplichtingen/rekening-courant kredieten aan onderwijsinstellingen die in 2020 zijn aangegaan of vervallen en waar het Ministerie van OCW garant voor staat (€ 75,6 miljoen);
• bijstelling van de verplichtingenraming zonder kaseffecten 2020 als gevolg van aanpassingen (€ 183 miljoen). Het betreft voornamelijk de doorwerking voor het bekostigingsjaar (kas) 2021 van de loon- en prijsbijstelling tranche 2020 en de referentieraming 2020 die in 2020 verplicht zijn (€ 168,7 miljoen).
Uitgaven
Toelichting per instrument:
Bekostiging
Het budget wordt per saldo met circa € 12,0 miljoen verlaagd. De verlaging wordt grotendeels veroorzaakt door:
• een overboeking van € 8,2 miljoen van Artikel 4 naar Artikel 3 (Voortgezet Onderwijs) ten behoeve van wachtgelden voor het vo-deel van de aoc’s;
• ook heeft er een overboeking van € 1,5 miljoen plaatsgevonden van het instrument bekostiging Caribisch Nederland naar het instrument bijdrage aan medeoverheden Caribisch Nederland ten behoeve van de Sociale Kanstrajecten Jongeren (SKJ) zodat deze middelen op het juiste instrument gerealiseerd worden;
• daarnaast is er sprake van een overlopende verplichting van € 1,3 miljoen van 2020 naar 2021 bij het Regionaal Investeringsfonds (RIF) doordat de kasgevolgen anders zijn dan begroot. Hierdoor worden de beschikbare middelen in overeenstemming gebracht met het (verwachte) betalingsritme.
Subsidies (regelingen)
Het budget wordt per saldo met € 54,1 miljoen verhoogd. De verhoging wordt grotendeels veroorzaakt door:
• een toevoeging van € 68,0 miljoen ten behoeve van de regeling Inhaal- en ondersteuningsprogramma’s, aangekondigd in de brief van 15 mei over compensatie studenten en ondersteuningsmaatregelen COVID-19. Deze middelen zijn in de 2e Incidentele Suppletoire begroting 2020 toegevoegd aan Artikel 1 (Primair Onderwijs) en overgeboekt van Artikel 1 (Primair Onderwijs) naar Artikel 4. Er is nu in totaal circa € 70 miljoen beschikbaar voor de Inhaal- en ondersteuningsprogramma's;
• het kabinet verhoogt de subsidieregeling praktijkleren voor de studiejaren 2020-2021 en 2021-2022 met €10,6 miljoen per jaar voor conjunctuur- en contactgevoelige bedrijfssectoren, die geraakt worden door de coronacrisis. Uitbreiding van deze regeling was om uitvoeringstechnische redenen in 2020 niet mogelijk. Daarom is de inzet van deze middelen geactualiseerd waarmee de uitgave nu in de jaren 2021 en 2022 valt;
• tenslotte is er een meevaller ontstaan van € 2,8 miljoen bij het onderdeel Leven Lang Ontwikkelen. In totaal is er € 20 miljoen beschikbaar voor de regeling flexibilisering beroepsonderwijs voor volwassenen, waarbij in vier rondes aanvragen kunnen worden gedaan. De 1e en 2e aanvraagrondes hebben in 2020 plaatsgevonden. Door het vertragende effect van de coronacrisis zijn minder aanvragen binnengekomen dan begroot, waardoor er een meevaller is ontstaan van € 2,8 miljoen.