Op dit artikel is ten opzichte van de tweede suppletoire begroting in 2020 9,8 mln. minder uitgegeven dan begroot en is voor een bedrag van 248,9 mln. minder aan verplichtingen aangegaan. De ontvangsten zijn 2,4 mln. hoger dan begroot bij tweede suppletoire begroting.
Toelichting
UitgavenDe mutatie 9,8 mln. op de uitgaven bestaat uit diverse mutaties kleiner dan 5 mln. zoals:
• De Raad voor de Kinderbescherming heeft een meevaller van 3,7 mln. Er zijn minder uitzendkrachten en externe deskundigen ingezet. Daarnaast is de meevaller vanwege de corona-maatregelen groter dan geraamd;
• Door het CJIB zijn er minder voorschotten op schadevergoedingen verstrekt dan initieel begroot. Deze meevaller bedraagt 3,4 mln.
VerplichtingenOp dit artikel is 248,9 mln. minder verplicht. Naast de verlaging met 15,6 mln. bij de uitgaven worden de verplichtingen ook verlaagd met o.a. de volgende mutaties:
• De toekenning van het subsidiebedrag voor het jaar 2021 aan de drie reclasseringsorganisaties (Reclassering Nederland, Leger des Heils en Stichting Verslavingsreclassering GGZ) is in 2021 verplicht omdat de definitieve toekenningsbrieven in januari 2021 zijn verzonden in plaats van december 2020. Hierdoor is de verplichting in 2020 ad 248,6 mln. lager;
• De aflopende contracten voor beheer en onderhoud aan het primair processysteem van de Raad voor de Kinderbescherming wordt meerjarig voortgezet wat leidt tot een verplichtingenoverschrijding van 11,9 mln.;
• Het restant saldo betreft diverse kleinere mutaties.