Omschrijving van de samenhang in het beleid
Op dit artikel worden de producten op het gebied van rijkswegen verantwoord. Dit betreft de onderdelen verkeersmanagement, beheer, onderhoud en vervanging, aanleg, geïntegreerde contractvormen/PPS, netwerkgebonden kosten en de investeringsruimte. Deze producten zijn gerelateerd aan de beleidsdoelen en -instrumenten zoals beschreven in beleidsartikel 14 Wegen en Verkeersveiligheid op de begroting Hoofdstuk XII.
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 3.615.382 | 4.171.824 | 3.037.025 | 2.124.181 | 2.235.444 | 2.334.030 | 2.091.487 |
Uitgaven | 2.472.330 | 2.402.576 | 2.762.695 | 3.111.954 | 2.827.092 | 3.506.415 | 3.475.208 |
12.01 Verkeersmanagement | 3.736 | 3.812 | 3.811 | 3.808 | 3.805 | 3.804 | 3.803 |
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 3.736 | 3.812 | 3.811 | 3.808 | 3.805 | 3.804 | 3.803 |
12.02 Beheer onderhoud en vervanging | 717.007 | 651.043 | 692.080 | 820.509 | 710.491 | 702.519 | 600.800 |
12.02.01 Beheer en onderhoud | 669.477 | 576.726 | 501.379 | 568.529 | 442.150 | 436.749 | 426.156 |
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 669.477 | 576.726 | 501.379 | 568.529 | 442.150 | 436.749 | 426.156 |
12.02.04 Vervanging | 47.530 | 74.317 | 190.701 | 251.980 | 268.341 | 265.770 | 174.644 |
12.03 Aanleg | 558.823 | 578.689 | 905.318 | 1.226.155 | 1.054.121 | 1.464.864 | 1.672.794 |
12.03.01 Realisatie | 537.107 | 455.466 | 783.303 | 891.638 | 530.682 | 565.830 | 586.036 |
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 32.508 | 15.399 | 18.603 | 24.070 | 4.088 | 0 | 0 |
12.03.02 Verkenningen en planuitwerkingen | 21.716 | 123.223 | 122.015 | 334.517 | 523.439 | 899.034 | 1.086.758 |
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 17.670 | 18.297 | 24.077 | 23.465 | 17.065 | 12.753 | 12.753 |
12.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS | 605.036 | 549.209 | 538.082 | 434.962 | 471.795 | 758.774 | 647.553 |
12.06 Netwerkgebonden kosten HWN | 587.728 | 619.823 | 623.404 | 626.520 | 586.880 | 576.454 | 550.258 |
12.06.01 Apparaatskosten RWS | 459.254 | 490.097 | 498.433 | 496.370 | 480.530 | 472.208 | 456.632 |
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 459.254 | 490.097 | 498.433 | 496.370 | 480.530 | 472.208 | 456.632 |
12.06.02 Overige netwerkgebonden kosten | 128.474 | 129.726 | 124.971 | 130.150 | 106.350 | 104.246 | 93.626 |
– Waarvan bijdrage aan agentschap RWS | 122.474 | 121.126 | 116.371 | 121.550 | 97.850 | 95.746 | 93.626 |
12.07 Investeringsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 110.467 | 151.735 | 116.173 | 115.998 | 52.714 | 66.451 | 123.081 |
12.09 Ontvangsten | 110.467 | 151.735 | 116.173 | 115.998 | 52.714 | 66.451 | 123.081 |
12.09.01 Ontvangsten | 151.735 | 116.173 | 115.998 | 29.414 | 21.938 | 78.568 | |
12.09.02 Tolopgave | 23.300 | 44.513 | 44.513 |
Budgetflexibiliteit
Met uitzondering van verkenning en planuitwerking, zijn de budgetten in 2020 juridisch verplicht op de peildatum 1 januari 2020.
Onderstaand zijn de beschikbare budgetten tot en met 2033 per jaar gepresenteerd op het niveau van artikelonderdeel. In de verdiepingsbijlage bij de begroting zijn de mutaties op hetzelfde detailniveau toegelicht voor de periode tot en met 2033.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
12 | Hoofdwegennet | Uitgaven | 2.402.576 | 2.762.695 | 3.111.954 | 2.827.092 | 3.506.415 | 3.475.208 | 3.220.611 | 2.439.758 |
12.01 | Verkeersmanagement | 3.812 | 3.811 | 3.808 | 3.805 | 3.804 | 3.803 | 3.801 | 3.801 | |
12.02 | Beheer onderhoud en vervanging | 651.043 | 692.080 | 820.509 | 710.491 | 702.519 | 600.800 | 604.455 | 529.491 | |
12.03 | Aanleg | 578.689 | 905.318 | 1.226.155 | 1.054.121 | 1.464.864 | 1.672.794 | 1.512.254 | 892.278 | |
12.04 | Geïntegreerde contractvormen/PPS | 549.209 | 538.082 | 434.962 | 471.795 | 758.774 | 647.553 | 555.673 | 471.760 | |
12.06 | Netwerkgebonden kosten HWN | 619.823 | 623.404 | 626.520 | 586.880 | 576.454 | 550.258 | 544.428 | 542.428 | |
12.07 | Investeringsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |
12 | Hoofdwegennet | Ontvangsten | 151.735 | 116.173 | 115.998 | 52.714 | 66.451 | 123.081 | 54.255 | 45.707 |
12.09 | Ontvangsten | 151.735 | 116.173 | 115.998 | 52.714 | 66.451 | 123.081 | 54.255 | 45.707 |
2027 | 2028 | 2029 | 2030 | 2031 | 2032 | 2033 | 2019–2033 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
12 | Hoofdwegennet | Uitgaven | 2.395.844 | 1.964.946 | 1.812.053 | 2.224.110 | 1.479.813 | 1.485.280 | 1.426.757 | 36.535.112 |
12.01 | Verkeersmanagement | 3.801 | 3.809 | 3.809 | 3.809 | 3.809 | 3.809 | 3.809 | 57.100 | |
12.02 | Beheer onderhoud en vervanging | 483.202 | 763.464 | 774.913 | 808.596 | 477.073 | 477.073 | 477.073 | 9.572.782 | |
12.03 | Aanleg | 925.905 | 207.002 | 62.359 | 590.706 | 29.189 | 49.942 | 100.417 | 11.271.993 | |
12.04 | Geïntegreerde contractvormen/PPS | 445.446 | 446.808 | 431.380 | 281.407 | 430.150 | 414.889 | 305.891 | 7.183.779 | |
12.06 | Netwerkgebonden kosten HWN | 537.490 | 543.863 | 539.592 | 539.592 | 539.592 | 539.567 | 539.567 | 8.449.458 | |
12.07 | Investeringsruimte | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | ||
12 | Hoofdwegennet | Ontvangsten | 45.013 | 49.213 | 44.513 | 44.513 | 44.515 | 40.370 | 49.458 | 1.043.709 |
12.09 | Ontvangsten | 45.013 | 49.213 | 44.513 | 44.513 | 44.515 | 40.370 | 49.458 | 1.043.709 |
12.01 Verkeersmanagement
Motivering
Met verkeersmanagement streeft IenW naar een optimaal en veilig gebruik van de beschikbare weginfrastructuur en het bereiken van een voorspelbare en betrouwbare reistijd van deur tot deur. Daarmee worden de bereikbaarheid en verkeersveiligheid in Nederland, binnen de randvoorwaarden van duurzaamheid, bevorderd.
Verkeersmanagement
Producten
De uitgaven voor verkeersmanagement hebben betrekking op het verspreiden van verkeersdata en op besturingssoftware voor informatiepanelen en andere apparatuur. Samen met de weginspecteurs van Rijkswaterstaat resulteert dit in:
-
• Verkeersgeleiding bij grote drukte, inclusief grootschalige evenementen en crisissituaties zoals bij een weeralarm.
-
• Hulpverlening, bevorderen doorstroming en informatievoorziening bij pech en ongevallen (incidentmanagement).
-
• Maatregelen ter bevordering van gedisciplineerd en sociaal weggedrag, bijvoorbeeld ter voorkoming van bumperkleven en het negeren van rode kruizen.
-
• Voorlichting over rijkswegen, zoals voorlichting over de gevolgen van wegwerkzaamheden.
De meeste van deze maatregelen zijn ingezet vanuit vijf regionale verkeerscentrales en een landelijke verkeerscentrale. Hierbij wordt het rijkswegennet in samenhang met het regionale wegennet beschouwd door toepassing van gebiedsgericht verkeersmanagement waarbij wordt ingezet op regionale samenwerking.
De activiteiten die door Rijkswaterstaat (RWS) centraal worden uitgevoerd, worden gefinancierd uit het budget voor netwerkgebonden kosten. De verdeling naar onder meer Verkeersmanagement en Beheer en Onderhoud is extracomptabel inzichtelijk gemaakt in bijlage 4 Instandhouding bij deze begroting.
Meetbare gegevens
Areaalomschrijving | Eenheid | 2018 | 2019 | 2020 |
---|---|---|---|---|
Verkeerssignalering | km op rijbaan | 2.781 | 2.829 | 2.836 |
Verkeerscentrales | aantal | 6 | 6 | 6 |
Spitsstroken | km | 319 | 307 | 302 |
Toelichting
De toename van de verkeerssignalering in 2020 wordt met name veroorzaakt door de openstelling van de vernieuwde aansluiting A16/N3 Dordtse Kil.
In 2020 zullen naar verwachting een aantal korte spitsstroken vervallen, namelijk bij de start van de projecten A15 Papendrecht – Sliedrecht en A10 Zuidasdok. Deze spitsstroken zullen in de verbredingen worden vervangen door reguliere rijstroken.
realisatie 2017 | realisatie 2018 | Streef-waarde 2019 | Streef-waarde 2020 | |
---|---|---|---|---|
Levering verkeersgegevens: op alle bemeten wegvakken wordt betrouwbare reis en routeinformatie ingewonnen en tijdig geleverd aan de serviceproviders (1) | ||||
a. beschikbaarheid data voor derden: % van de RWS-meetlocaties dat goed functioneert | 93% | 92% | 90% | 90% |
b. actualiteit data voor derden: % van de gegevens van een meetminuut, dat binnen 75 sec. daarna door RWS wordt geleverd aan NDW | 98% | 99% | 95% | 95% |
Toelichting
De indicator kent twee aspecten, namelijk de mate van beschikbaarheid van de RWS-meetlocaties en de mate waarin meetgegevens tijdig (binnen 75 seconden) verstuurd zijn naar de Nationale Databank Wegverkeergegevens (NDW). Tot en met 2017 werden beide aspecten hier in één gemiddelde waarde gecombineerd gerapporteerd. Vanaf 2018 worden beide aspecten afzonderlijk gerapporteerd.
Ad 1b:
Tot en met 2017 is een streefwaarde van 90% gehanteerd voor het indicator-onderdeel «actualiteit data voor derden». In het kader van de nieuwe meerjarige prestatieafspraken (2018 – 2021) over het Beheer en Onderhoud, is ervoor gekozen om met ingang van het jaar 2018 een hogere streefwaarde te hanteren (95%), die beter aansluit bij de beleidsdoelstellingen met betrekking tot de informatievoorziening over het Hoofdwegennet.
12.02 Beheer, onderhoud en vervanging
Motivering
Het rijkswegennet en de onmiddellijke omgeving daarvan in een dusdanige staat houden dat het vervullen van de primaire functie gewaarborgd is: het faciliteren van vlot, veilig en comfortabel vervoer van personen en goederen, onder de randvoorwaarde van een kwalitatief hoogwaardig milieu. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen regulier beheer en onderhoud enerzijds en vervangingen en renovaties anderzijds.
Producten
Het regulier beheer en onderhoud van rijkswegen omvat maatregelen aan verhardingen, kunstwerken (zoals bruggen, tunnels en viaducten), verkeersvoorzieningen, landschap en milieu en voorzieningen voor verkeersmanagement (zoals signalering en verkeerscentrales).
In de huidige meerjarenperiode (2018–2021) wordt een impuls aan het onderhoud gegeven van € 97 miljoen (waarvan € 11 miljoen wegen; € 86 miljoen vaarwegen). Met deze impuls wordt een deel van het uitgesteld onderhoud op de wegen en vaarwegen aangepakt en worden maatregelen genomen om storingen op de vaarwegen en de groei van het uitgesteld onderhoud te beperken.
Vervanging en renovatie (VenR) betreft het tijdig programmeren en nemen van maatregelen aan kunstwerken en wegen, waarbij regulier beheer en onderhoud niet meer voldoende is. Voornamelijk in de eerste helft en vanaf de jaren 60 van de vorige eeuw zijn veel kunstwerken gerealiseerd die, mede door het intensieve gebruik, nu of in de komende decennia het moment van einde levensduur naderen. Op basis van onderzoek wordt een analyse gemaakt voor welke kunstwerken wanneer vervanging of renovatie aan de orde is.
In bijlage 4 «Instandhouding» van deze begroting wordt uitgebreid ingegaan op de werking van de instandhouding van de netwerken die onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vallen.
12.02.01 Beheer en Onderhoud
Voor het gebruik van het wegennet zet IenW in op een optimale beschikbaarheid, betrouwbaarheid en veiligheid over de levenscyclus van de infrastructuur van wegen, bruggen, viaducten, tunnels, aquaducten, matrixborden, verkeerscentrales en verkeersvoorzieningen. Daarbij gelden de eisen ten aanzien van het landschap en het milieu rond de rijkswegen als randvoorwaarden. Zowel het preventief als het correctief onderhoud vallen onder het beheer en onderhoud.
De uitgaven voor het beheer en onderhoud bestaan hoofdzakelijk uit:
-
• Uitgaven voor onderhoud van verhardingen waaronder het herstel van vorstschade en het zoveel mogelijk voorkomen daarvan.
-
• Uitgaven voor onderhoud van kunstwerken.
-
• Uitgaven voor onderhoud aan DVM-systemen zoals matrixborden, informatiepanelen en verkeerscentrales.
-
• Klein variabel en vast onderhoud aan verkeersvoorzieningen, zoals onderhoud aan bermen, geleiderail, bewegwijzering, geluidsschermen en verlichting.
-
• Uitgaven voor geluidmaatregelen (landschap en milieu) als gevolg van naleving van geluidproductieplafonds voor zover geen onderdeel van een aanlegproject.
Meetbare gegevens
In onderstaande figuur is een verdeling gegeven van de beheer- en onderhoudskosten voor verhardingen, kunstwerken (bruggen en viaducten), DVM, verkeersvoorzieningen, landschap en milieu. Deze percentages zijn gebaseerd op een langjarig gemiddelde.
Eenheid | 2018 | 2019 | 2020 | ||
---|---|---|---|---|---|
Rijbaanlengte | Hoofdrijbaan | km | 5.867 | 5.837 | 5.838 |
Rijbaanlengte | Verbindingswegen en op- en afritten | km | 1.723 | 1.723 | 1.753 |
Areaal asfalt | Hoofdrijbaan | km2 | 77 | 77 | 77 |
Areaal asfalt | Verbindingswegen en op- en afritten | km2 | 15 | 15 | 15 |
Groen areaal | km2 | 182 | 182 | 182 |
Toelichting
De lengte van de hoofdrijbaan zal in 2020 enigszins toenemen door SAA-3 A9 Holendrecht – Diemen (Gaasperdammerweg). De lengte van de verbindingswegen en op- en afritten zal in 2020 toenemen door met name de SAA-3 A9 Holendrecht – Diemen (Gaasperdammerweg) en de A16/N3 Aansluiting Dordtse Kil.
Het areaal asfalt neemt toe door bovengenoemde projecten alsmede door A1 Apeldoorn – Azelo (fase 1), maar dit blijft binnen de afronding.
Areaal | Eenheid | Omvang 2020 | Budget 2020 (x € 1.000) | |
---|---|---|---|---|
Beheer, onderhoud en ontwikkeling | Oppervlakte wegdek1 | km2 | 92 | 501.379 |
eenheid | realisatie 2017 | realisatie 2018 | streefwaarde 2019 | streefwaarde 2020 | |
---|---|---|---|---|---|
Files door Werk in Uitvoering, als gevolg van aanleg en gepland onderhoud (1): | |||||
– t/m 2017: De verhouding verstoringen door aanleg, beheer en onderhoud ten opzichte van totale verstoringen (in km. min). | % | 4% | – | – | – |
– vanaf 2018: Files door Werk in Uitvoering, als gevolg van aanleg en gepland onderhoud (in voertuigverliesuren) | % | – | 2% | 10% | 10% |
Technische Beschikbaarheid: deel van lengte en tijd (%) dat de weg veilig beschikbaar is, zonder dat rij- of vluchtstroken zijn afgesloten als gevolg van aanlegwerkzaamheden, onderhoudswerkzaamheden of falen van areaal. | % | 99% | 99% | 90% | 90% |
Veiligheid (2): | |||||
a. voldoen aan norm voor verhardingen (stroefheid en spoorvorming) | % | 99,8% | 99,8% | 99,7% | 99,7% |
b. voldoen aan norm gladheidbestrijding (binnen 2 uur preventief strooien). | % | 99% | 97% | 95% | 95% |
Ad 1.
In het kader van de nieuwe prestatieafspraken, vanaf 2018, is gekozen voor indicatoren die beter aansluiten bij de beleidsdoelstellingen met betrekking tot de beschikbaarheid en betrouwbaarheid van het Hoofdwegennet:
-
• De indicator uit de voorgaande begrotingen wordt tot en met 2017 uitgedrukt in een percentage van de totale «filezwaarte» (eenheid kilometerminuten). Bij deze definitie wordt alleen gekeken over welke lengte de snelheid onder de norm is (lager dan 50 km/uur), zonder rekening te houden met de snelheid in de file, het aantal voertuigen, het aantal rijstroken.
-
• Vanaf 2018 wordt deze indicator uitgedrukt in een percentage van het totale «reistijdverlies» (eenheid voertuigverliesuren). Deze wordt berekend op basis van de werkelijk gereden snelheid (onder de 50 km/uur), de hoeveelheid verkeer per rijstrook, het aantal rijstroken en de lengte waarover langzamer gereden wordt. Wanneer de snelheid daalt, neemt het reistijdverlies toe. Wanneer de hoeveelheid langzaam rijdend verkeer toeneemt, neemt ook het reistijdverlies toe. Opgeteld geeft dit de extra reistijd die de weggebruikers gezamenlijk ondervinden door files, ten opzichte van de reistijd bij een normsnelheid van 100 km/uur.
Ad 2.
De indicator kent twee onderdelen, namelijk in hoeverre de verhardingen voldoen aan bepaalde normen en de mate waarin wordt voldaan aan de norm voor preventief strooien. Tot en met 2017 werden beide aspecten hier in één waarde gecombineerd gerapporteerd. Vanaf 2018 worden beide aspecten afzonderlijk gerapporteerd. Bij de nieuwe prestatieafspraken is er vanwege doelmatigheidsredenen voor gekozen om vanaf 2018 de norm van «Stroefheid en spoorvorming» (onderdeel a) aan te passen van 99,9% naar 99,7%. De hoge streefwaarde kan er anders toe leiden dat onnodig vroeg preventief onderhoud moet plaatsvinden.
12.02.04 Vervanging
Het is van belang dat de veiligheid en de beschikbaarheid van het Hoofdwegennet in stand worden gehouden tegen de achtergrond van een beperkte technische levensduur van kunstwerken. Het einde van de levensduur kan ontstaan door de ouderdom van het kunstwerk of door intensiever gebruik dan bij het ontwerp is voorzien. Door de intensieve aanleg in de eerste helft en voornamelijk ook vanaf de jaren ’60 van de vorige eeuw valt te verwachten dat deze problematiek geleidelijk toeneemt.
Op dit artikel staat het merendeel van de beschikbare budgetten voor Vervanging en Renovatie van het Hoofdwegennet. Op begrotingsartikel 18 staan de VenR middelen voor 2032 en 2033, die nog moeten worden toebedeeld. In het MIRT projectenoverzicht2 worden onderliggende projecten inzichtelijk gemaakt. RWS bekijkt via inspecties waar maatregelen nodig zijn. Voor een zichtperiode van ongeveer 7 jaar is dit vooruit te plannen in concrete projecten. Voor de periode daarna zijn budgetten beschikbaar, maar wordt de invulling van het programma in latere jaren concreet.
Deze werkwijze staat verder toegelicht in bijlage 4 Instandhouding.
12.03 Aanleg
Motivering
Door middel van voorbereiding en uitvoering van infrastructuurprojecten wordt bereikt dat de noodzakelijke capaciteit beschikbaar is en komt, met als doel om de verwachte verkeersgroei te faciliteren en een betrouwbaar netwerk te realiseren met voorspelbare reistijden. Daarbij wordt rekening gehouden met de kaders van veiligheid en leefbaarheid.
12.03.01 Realisatie
Mijlpalen Realisatieprojecten
Producten
In 2020 wil IenW de volgende mijlpalen realiseren:
Mijlpaal | Project |
Start realisatie | – ViA15 |
– deeltraject A9BaHo van SAA |
Overige maatregelen
Meer veilig
In het kader van Meer Veilig worden maatregelen gerealiseerd voor de drie programma’s Meer Veilig 3, Veilige Bermen Rijkswegen en aanpak veiligheid N-wegen in beheer van het Rijk. Het programma Meer Veilig 2 is inmiddels afgerond.
In het programma Meer Veilig 3 wordt gewerkt aan het realiseren van kosteneffectieve maatregelen, waarmee locaties met een relatief hoog veiligheidsrisico worden aangepakt. Concrete voorbeelden van maatregelen zijn het aanleggen van een rotonde, het plaatsen van geleiderail of het aanpassen van invoegers, uitvoegers en de belijning. Van de derde tranche van het servicepakket Meer Veilig zijn inmiddels 43 maatregelen gerealiseerd. Er worden nog 20 maatregelen uitgevoerd, waarvan er 2 in uitvoering en 18 in voorbereiding zijn. Hiervan worden er 11 in 2019 uitgevoerd. De overige 9 maatregelen worden in 2020 en 2021 uitgevoerd veelal gecombineerd met al gepland onderhoud.
Het programma Veilige Bermen richt zich volledig op het veiliger maken van de bermen langs autosnelwegen door obstakels in de berm te verwijderen, verplaatsen of af te schermen. Dit met als doel om het relatief grote aantal eenzijdige ongevallen met ernstige afloop, als gevolg van een botsing met een obstakel in de berm terug te dringen. Het programma wordt in drie tranches uitgevoerd. In 2018 is gestart met de uitvoering van een eerste tranche maatregelen ad € 10 miljoen. In 2019 wordt gestart met de tweede tranche maatregelen € 15,0 miljoen. Met de uitvoering van de derde tranche maatregelen € 15,0 miljoen wordt gestart in 2020.
Bij het BO MIRT in het najaar van 2017 is aangekondigd dat er € 50 miljoen beschikbaar wordt gesteld voor de aanpak van N-wegen, voortkomend uit het regeerakkoord Rutte III. Daarvan is € 25 beschikbaar voor de aanpak van N-wegen in beheer van het Rijk en € 25 miljoen voor maatregelen op Provinciale N-wegen. De Tweede Kamer is op 23 april 2018 geïnformeerd over de inzet van deze middelen (TK 34 775-A nr. 64). De financiële middelen voor N-wegen in beheer van het Rijk ad € 25 miljoen zijn toegevoegd aan het Meer Veilig programma. De maatregelen die binnen dit programma zullen worden uitgevoerd zijn nog in onderzoek.
Maatregelpakket Verzorgingsplaatsen
Dit pakket is gericht op het oplossen van de meest acute kwantitatieve en kwalitatieve knelpunten op verzorgingsplaatsen langs (inter)nationale vrachtcorridors. Allereerst zijn om en nabij de 190 extra parkeerplaatsen aangelegd op de internationale corridors. Het gaat daarbij om circa tien locaties langs of bij de A1, A2, A12, A15 en A50. Daarnaast zijn op of in de nabijheid van internationale corridors circa 410 extra parkeerplaatsen gehuurd. Verder wordt op elf locaties langs de A7, A12, A27, A28 en A37 de capaciteit van de bestaande verzorgingsplaatsen uitgebreid met ongeveer 130 parkeerplaatsen. Aanvullend daarop is op circa zeventien locaties de kwaliteit van de verzorgingsplaatsen verbeterd en op basis-kwaliteitsniveau gebracht. Ten slotte wordt ook de bewegwijzering naar beveiligde parkeerplaatsen verbeterd.
Het totaal hiervoor beschikbare budget bedraagt € 25 miljoen. Daarvan is € 14 miljoen bestemd voor het uitbreiden van de parkeercapaciteit voor vrachtwagens op internationale corridors. Een bedrag van ruim € 8 miljoen is gereserveerd voor het uitbreiden van de capaciteit op andere locaties en het verbeteren van de kwaliteit van bestaande verzorgingsplaatsen. De resterende € 3 miljoen is gereserveerd voor aanvullende kleine maatregelen en de kosten van beheer en onderhoud. Inmiddels is het programma vrijwel afgerond. Een beperkt aantal werkzaamheden loopt door tot in 2021.
MJPO
Dit pakket betreft het Meerjarenprogramma Ontsnippering (MJPO). De laatste tranche maatregelen is sinds 2016 in uitvoering. Het programma is in 2018 grotendeels afgerond maar een aantal maatregelen loopt door tot in de periode 2019–2022, omdat deze zijn gecombineerd met grotere infrastructurele projecten. Hiertoe zijn nadere bestuurlijke en/of projectafspraken gemaakt. Een voorbeeld van een ontsnipperingsmaatregel is het plaatsen van een ecoduct of een wildtunnel onder de (spoor)weg door. Hierdoor kunnen dieren zich weer bewegen tussen twee natuurgebieden die gescheiden zijn geraakt (versnipperd) door de aanleg van Rijksinfrastructuur. Tevens worden aanrijdingen met dieren beperkt. Over de uitvoering van het MJPO wordt jaarlijks een verslag opgesteld met een overzicht van de gerealiseerde en nog te realiseren maatregelen. Dit jaarverslag wordt ook aan de Tweede Kamer gezonden. Het is te vinden op www.mjpo.nl.
Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen
-
• ZSM 1+2 spoedwet wegverbreding: Afname projectbudget wordt veroorzaakt door meevaller bij het z.s.m. project A20 Knooppunt Gouwe. Het project is opgeleverd. Doordat er uiteindelijk minder risico’s zijn opgetreden is een deel van de risicoreservering vrijgegeven.
-
• A1/A6/A9 Schiphol-Amsterdam-Almere: Toename projectbudget wordt deels verklaard door een hogere bijdragen van derden voor het project Badhoevedorp-Hollendrecht (€ 12 miljoen).
-
• De budgetspanning SAA is ten opzichte van vorig jaar teruggebracht naar «0». De afgenomen spanning is voor het grootste gedeelte gerealiseerd door een strakke en samenwerkingsgerichte projectsturing. Hierdoor konden voorziene maar niet opgetreden risico’s worden afgewaardeerd. Het programma SAA heeft ook de komende jaren nog te maken met diverse onzekerheden binnen de verschillende projecten (openstellingstraject Gaasperdammertunnel; verdiepte liggingen A9 Badhoevedorp-Holendrecht; wisselstroken bij de A9 Gaasperdammerweg en Badhoevedorp-Holendrecht). De inspanningsverplichting om SAA binnen het taakstellend budget te realiseren, is hiermee succesvol ingevuld, maar strakke sturing op de risico’s blijft noodzakelijk.
-
• A10 Amsterdam: Toename projectbudget wordt veroorzaakt door prijsbijstelling en een ontvangen subsidie vanuit de EU.
-
• A9 Badhoevedorp: Het projectbudget neemt af als gevolg van een aanbestedingsmeevaller. Een deel van de aanbestedingsmeevaller vloeit terug naar de participanten. De gemeente Haarlemmermeer moet een deel van haar bijdrage nog betalen. Hun deel van de aanbestedingsmeevaller wordt nu gesaldeerd, waardoor hun nog te betalen bijdrage afneemt en dus ook het totale projectbudget. Afname projectbudget wordt veroorzaakt door minder ontvangsten van gemeente Haarlemmermeer. Vanwege een aanbestedingsmeevaller zal de bijdragen van de gemeente lager zijn.
-
• A4 Delft-Schiedam: Toename projectbudget wordt verklaard door hogere ontvangsten van Provincie Zuid Holland vanwege prijsindexering (€ 6 miljoen). Daarnaast zijn er minder risico’s opgetreden bij het project. Hierdoor valt € 4 miljoen vrij vanuit de risicoreservering.
-
• A4 Dinteloord-Bergen op Zoom: Afname projectbudget kan worden verklaard door een meevaller als gevolg van verkoop vastgoed.
-
• N35 Wijthmen-Nijverdal: Het projectbudget neemt toe door een bijdrage van gemeente Hellendoorn voor extra maatregelen (€ 3 miljoen).
-
• MJPO: Afname projectbudget wordt verklaard door meevallers bij de projecten Kunderberg en Herperduin en het feit dat een deel van het MJPO is gerealiseerd binnen (het budget van) aanlegprojecten (€ 28 miljoen). Daarnaast is er budget overgeheveld naar het project N35 Nijverdal-Wierden voor de bouw van een Ecoduct (€ 6 miljoen).
-
• De overige budgettaire aanpassingen zijn mutaties ten aanzien van prijsindexering en het inboeken van de verwachte baten ter financiële dekking van AIR BIM. Het project AIR BIM betreft de ontwikkeling van een informatiemanagementsysteem dat door verbeterde areaal-informatie zal leiden tot besparingen bij zowel realisatieprojecten als de instandhouding. Bij de volgende projecten in realisatie zijn besparingen ingeboekt: o.a. A10 Nieuwe Meer Amstel, A28-A1 knooppunt Hoevelaken, A27 Houten-Hooipolder en A1 Apeldoorn Azelo.
Projectbudget | Kasbudget | Openstelling | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | later | huidig | vorig |
Projecten Nationaal | ||||||||||||
Kleine projecten / Afronding projecten | 41 | 53 | 3 | 2 | 16 | 20 | nvt | nvt | ||||
Programma 130 km | 45 | 45 | 35 | 1 | 2 | 7 | – | – | ||||
Programma aansluitingen | 117 | 116 | 48 | 33 | 28 | 6 | 2 | nvt | nvt | |||
Quick Wins Wegen | 12 | 12 | 11 | 1 | – | – | ||||||
ZSM 1+2 (spoedwet wegverbreding) | 1.488 | 1.490 | 1.474 | 2 | 1 | 1 | 1 | 9 | 2016 | 2016 | ||
Projecten Noordwest-Nederland | ||||||||||||
A1 Bunschoten-Knooppunt Hoevelaken | 20 | 20 | 19 | 1 | 2015 | 2015 | ||||||
A1/A6/A9 Schiphol-Amsterdam-Almere | 2.133 | 2.094 | 745 | 135 | 192 | 225 | 179 | 169 | 204 | 284 | 2025–2027 | 2024–2026 |
A10 Amsterdam praktijkproef FES | 53 | 51 | 31 | 5 | 3 | 1 | 13 | 2018 | 2018 | |||
A10 Knooppunten De Nieuwe Meer en Amstel (Zuidas) | 309 | 305 | 35 | 24 | 43 | 50 | 43 | 31 | 21 | 62 | 2028 | 2028 |
A2 Holendrecht – Oudenrijn | 1.210 | 1.210 | 1.208 | 2 | 2012 | 2012 | ||||||
A28 Knooppunt Hoevelaken | 785 | 774 | 105 | 21 | 19 | 10 | 15 | 88 | 138 | 389 | 2023–2025 | 2023–2025 |
A9 Badhoevedorp | 320 | 328 | 271 | 10 | 29 | 10 | 2017 | 2017 | ||||
N50 Ens – Emmeloord | 20 | 20 | 19 | 1 | 2016 | 2016 | ||||||
Projecten Zuidwest-Nederland | ||||||||||||
A4 Burgerveen – Leiden | 548 | 548 | 541 | 7 | 2015 | 2015 | ||||||
A4 Delft – Schiedam | 641 | 639 | 641 | 2015 | 2015 | |||||||
A4 Vlietland / N14 | 16 | 16 | 14 | 2 | 2020–2022 | 2020–2022 | ||||||
A4-A44 Rijnlandroute | 574 | 566 | 141 | 37 | 105 | 116 | 96 | 79 | Regio | Regio | ||
N57/N59 EuroRAP (verkeersveiligheid) | 12 | 11 | 1 | 3 | 6 | 2 | 2020 | 2020 | ||||
N61 Hoek-Schoondijke | 111 | 111 | 108 | 1 | 2 | 2015 | 2015 | |||||
Projecten Zuid-Nederland | ||||||||||||
A2 Passage Maastricht | 680 | 679 | 673 | 3 | 4 | 2016 | 2016 | |||||
A4 Dinteloord-Bergen op Zoom | 258 | 264 | 256 | 1 | 1 | 2014 | 2014 | |||||
A76 Aansluiting Nuth | 59 | 59 | 45 | 14 | Regio | Regio | ||||||
Projecten Oost-Nederland | ||||||||||||
A1 Apeldoorn – Azelo: fase 1 en fase 2a | 256 | 10 | 92 | 120 | 33 | 1 | ||||||
A1 Apeldoorn Zuid – Beekbergen | 32 | 32 | 29 | 3 | 2017 | 2017 | ||||||
A12-A15 Ressen – Oudenbroeken | 576 | 70 | 28 | 240 | 184 | 51 | 3 | |||||
A50 Ewijk – Valburg | 269 | 271 | 269 | 2017 | 2017 | |||||||
N35 Combiplan Nijverdal | 319 | 319 | 316 | 3 | 2015 | 2015 | ||||||
N35 Wijthmen – Nijverdal | 19 | 15 | 3 | 4 | 6 | 6 | 2018 | 2018 | ||||
N35 Zwolle – Wijthmen | 54 | 54 | 37 | 6 | 1 | 2 | 8 | 2018 | 2018 | |||
Projecten Noord-Nederland | ||||||||||||
A7 Zuidelijke Ringweg Groningen, fase 2 | 700 | 689 | 169 | 77 | 92 | 120 | 98 | 61 | 24 | 58 | 2021–2023 | 2019–2021 |
N31 Leeuwarden (De Haak) | 219 | 219 | 217 | 2 | 2014 | 2014 | ||||||
Overige maatregelen | ||||||||||||
Fileaanpak | 54 | 1 | 12 | 19 | 18 | 4 | ||||||
Meer kwaliteit leefomgeving | 145 | 178 | 147 | 3 | – 5 | |||||||
Meer veilig | 50 | 49 | 38 | 12 | ||||||||
Afrondingen | – 1 | – 7 | – 2 | 1 | 1 | 1 | ||||||
Totaal uitvoeringsprogramma | 12.144 | 11.237 | 7.724 | 494 | 873 | 844 | 516 | 448 | 414 | 825 | ||
Realisatie uitgaven op IF 12.03.01 mbt planuitwerking | 67 | 82 | 48 | 15 | 12 | |||||||
Programma Realisatie | 561 | 955 | 892 | 531 | 460 | 414 | 825 | |||||
Budget Realisatie (IF 12.03.01) | 455 | 783 | 892 | 531 | 566 | 586 | 825 | |||||
Overprogrammering (–) | – 106 | – 172 | 0 | 0 | 106 | 172 |
In kamerbrief van 23 juli (Kamerstukken II 2018–2019, 27 840, nr. 1) is de kamer geïnformeerd over de actuele stand van zaken op het project Zuidasdok.
12.03.02 Verkenningen en Planuitwerkingen
Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen
-
• Beter Benutten: vanuit het programma Beter Benutten zijn overboekingen gedaan naar decentrale overheden voor de uitvoering van de maatregelen die in het programma zijn vastgelegd. Het programma Beter Benutten is in 2019 met uitzondering van de onderdelen Intelligente Transport Systemen en Decentraal Spoor (lopen door tot en met 2020) afgerond. Het restantbudget is teruggeboekt naar de modaliteiten. Het gaat om een bedrag van 171 miljoen dat naar rato van de inleggers weer is teruggegeven. Het betreft voor Beter Benutten zelf: € 171 miljoen, € 6 miljoen, Beter Benutten Decentraal spoor, dus in totaal € 177 miljoen, die via de gebruikelijke verdeelsleutel is teruggeboekt naar de investeringsruimte van verschillende modaliteiten.
-
• Reserveringen voor Life Cycle Costs (LCC): deze zijn geactualiseerd voor de verlenging van het Infrastructuurfonds van 2032 naar 2033.
-
• Vervolgprogramma Meer Veilig: Er is € 25 miljoen apart op het begrotingsartikel gereserveerd. Dit zal aan provincies taakstellend beschikbaar worden gesteld in de vorm van cofinanciering middels een subsidieregeling (Kamerstuk 34 775 A, nr. 64).
Voorbereiding vrachtwagenheffing: in het Regeerakkoord is opgenomen dat er zo spoedig mogelijk een vrachtwagenheffing wordt ingevoerd. De inkomsten uit de heffing worden in overleg met de sector teruggesluisd naar de vervoerssector. Om dit mogelijk te maken is besloten additioneel € 24 miljoen ter beschikking te stellen voor de voorbereidingskosten en onderzoekskosten voor dit nieuwe beleid in 2019 en 2020. Voor de inzichtelijkheid wordt deze reservering zichtbaar gemaakt op de investeringsruimte van Hoofdwegennet op artikel 20. Dit is fase 2 van het project Vrachtwagenheffing. De € 24 miljoen in 2019 en 2020 wordt besteed aan voorbereiding wetgeving (internetconsultatie is zojuist gestart) en voorbereiding aanbesteding. Het gaat om kosten voor personeel, inhuur en onderzoeken. Voor de verkenningsfase (fase 0 en 1) was € 5 miljoen gereserveerd. Van deze € 24 miljoen is een deel, € 6 miljoen, overgeboekt van het Infrastructuurfonds naar Hoofdstuk XII. Dit is zichtbaar in de tabel bij de «begroting op hoofdlijnen» van deze begroting onder ad. 7 Vrachtwagenheffing. In 2019 wordt € 4,31 miljoen euro naar HXII overgeboekt en in 2020 € 1,78 miljoen. Totaal € 6,1 miljoen. Voor fase 3 (realisatiefase) zal medio 2020 een programmaplan worden gemaakt, waarna de kosten voor deze fase duidelijker worden en op dat moment dekking gezocht moet worden binnen de Investeringsruimte voor de jaren 2021 t/m 2023.
-
• A12/A27 Ring Utrecht: In het kader van het programma Vervanging en Renovatie worden de opleggingen en voegovergangen van de Galecopperbrug vervangen. Om dubbele hinder voor de gebruiker te voorkomen worden deze werkzaamheden meegenomen in het project Ring Utrecht. Het hiervoor benodigde VenR-budget van € 18 miljoen is aan het projectbudget Ring Utrecht toegevoegd.
-
• A20 Nieuwekerk a/d IJssel – Gouda: Bij het vaststellen van het Voorkeursbesluit A20 Nieuwerkerk – Gouwe is er een nieuwe raming opgesteld voor het project en is het taakstellend budget hieraan gelijkgesteld. Het restant is toegevoegd aan de investeringsruimte (€ 46 miljoen).
-
• A2 Het Vonderen – Kerensheide: In voorbereiding op de realisatie van dit project is een deel van het taakstellend budget overgeboekt naar het realisatieartikel (€ 35 miljoen).
-
• A4 Burgerveen – N14: Het taakstellend budget is met € 80 miljoen verhoogd, bestemd voor de realisatie van een nieuw Ringvaartaquaduct in zuidelijke richting met vier rijstroken.
-
• A27 Houten-Hooipolder: Het taakstellend budget van het project is opgehoogd vanuit de investeringsruimte met € 65 miljoen. Het taakstellend budget van het project is bij het vaststellen van het Tracébesluit in overeenstemming gebracht met de raming van het project. Daarnaast kan de PPS-taakstelling van € 30 miljoen bij het project naar verwachting niet gerealiseerd worden.
-
• N65 Vught – Haaren: In het BO MIRT in het najaar van 2018 is het Voorkeursalternatief Plus (VKA+) vastgesteld met onderliggend regiobod. Het Rijk zal hiervoor aanvullend € 12 miljoen bijdragen aan het project N65. De regio draagt € 25 miljoen extra bij.
-
• A1 Apeldoorn – Azelo: fase 1 en 2a van het project zijn met het realisatiebudget van € 256 miljoen van de Verkenningen en planuitwerkingen naar de realisatiefase overgegaan (zie ook het projectoverzicht bij 12.03.01).
-
• A1/A30 Barneveld: In het BO MIRT in het najaar van 2018 is een additionele bijdrage van € 22 miljoen euro toegezegd voor de rijksbijdrage van het project.
Het project AIR BIM betreft de ontwikkeling van een informatiemanagementsysteem dat door verbeterde areaal-informatie zal leiden tot besparingen bij zowel realisatieprojecten als de instandhouding. De verwachte baten worden ingeboekt op een aantal projecten in voorbereiding. Bij Hoofdwegennet betreft het onder andere de volgende projecten: A12/A27 Ring Utrecht, A7/A8 Corridor Amsterdam-Hoorn, A20 Nieuwerkerk a/d IJssel – Gouda, A4 Haaglanden – N14, A27 Houten – Hooipolder, N65 Vught – Haaren, Programma SmartwayZ.NL: InnovA58 en A1 Apeldoorn – Azelo.
Budget | Planning | |||
---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | TB | Openstelling |
Realisatie uitgaven op IF12.03.01 mbt planuitwerkingsprojecten | – 209 | – 292 | nvt | nvt |
Projecten Nationaal | nvt | nvt | ||
Beter Benutten | 117 | 288 | nvt | nvt |
Geluidsaneringprogramma – weg | 267 | 263 | nvt | nvt |
Kosten voorbereiding tol | 14 | 14 | nvt | nvt |
Lucht – weg (NSL hoofdwegennet) | 204 | 201 | nvt | nvt |
Reservering voor LCC | 224 | 259 | nvt | nvt |
Snelfietsroutes | 29 | 29 | nvt | nvt |
Tolreservering Blankenburgverbinding en ViA15 | 112 | 109 | nvt | nvt |
Vervolgprogramma Meer Veilig | 55 | 80 | nvt | nvt |
Voorbereiding vrachtheffing | 22 | – 3 | ||
Bijdrage aan agentschap t.b.v. externe kosten planuitwerkingen | 168 | 182 | ||
Projecten Noordwest-Nederland | ||||
A12/A27 Ring Utrecht | 1.206 | 1.171 | 2017 | 2027–2028 |
A7/A8 Corridor Amsterdam-Hoorn | 305 | 300 | ||
Landzijdige Bereikbaarheid Lelystad Airport: Verbreding A6 | 53 | 52 | 2020 | 2023 |
Rijksbijdrage aan de Noordelijke Randweg Utrecht | 179 | 176 | nvt | Regio |
Stedelijke Bereikbaarheid Almere | 27 | 27 | nvt | Regio |
Projecten Zuidwest-Nederland | ||||
A15 Papendrecht – Sliedrecht | 16 | 16 | 2018 | 2020–2021 |
A20 Nieuwerkerk a/d IJssel – Gouda | 165 | 178 | 2022 | 2023–2026 |
A4 Leiden/Knooppunt Burgerveen – N14 | 133 | 50 | 2021 | |
A4 Haaglanden – N14 | 467 | 460 | 2020 | |
Rijksbijdrage aan kwaliteitsprogramma Blankenburgverbinding | 3 | 3 | nvt | nvt |
N59 Verkeersveiligheid | 10 | 5 | nvt | nvt |
Projecten Zuid-Nederland | ||||
A2 't Vonderen – Kerensheide | 273 | 266 | 2019 | 2025–2027 |
A27 Houten – Hooipolder | 1.432 | 1.345 | 2019 | Zuid: 2027–2029 |
Noord: 2028–2030 | ||||
A67/A73 Knooppunt Zaarderheiken | 4 | 5 | 2020 | 2021–2022 |
Landzijdige Bereikbaarheid Eindhoven Airport | 26 | 26 | nvt | Regio |
N65 Vught – Haaren | 113 | 99 | nvt | 2024–2026 |
Programma SmartwayZ.NL: A67 Leenderheide-Zaarderheiken | 157 | 154 | 2020 | |
Programma SmartwayZ.NL: InnovA58 | 412 | 412 | 2020 | 2022–2024 |
Programma SmartwayZ.NL: ITS en Smart Mobility | 22 | 31 | nvt | nvt |
Projecten Oost-Nederland | ||||
A1 Apeldoorn – Azelo: fase 2b | 191 | 440 | Fase2b 2020–2022 | Fase2b: 2020–2022 |
A1/A30 Barneveld | 42 | 10 | 2022 | |
N35 Nijverdal – Wierden | 121 | 107 | 2018 | 2022–2024 |
N35 Raalte | 13 | 13 | nvt | Regio |
N50 Kampen – Kampen Zuid | 5 | 5 | 2021 | 2022–2024 |
Reservering terugbetaling voorfinanciering A1 Apeldoorn – Azelo | 30 | 29 | nvt | nvt |
Projecten Noord-Nederland | ||||
N33 Zuidbroek-Appingedam | 100 | 99 | 2020 | 2022–2024 |
Overige projecten en reserveringen | 245 | 127 | ||
Projecten in voorbereiding | ||||
Projecten Nationaal | ||||
Studiebudget Verkenningen / MIRT onderzoeken | ||||
Programma DUMO | ||||
Programma Fiets | ||||
Strategisch plan Verkeersveiligheid | ||||
afrondingen | 3 | – 1 | ||
Totaal programma planuitwerking en verkenning | 6.756 | 6.735 | ||
Begroting (IF 12.03.02) | 6.756 | 6.735 |
12.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS
Motivering
Bij infrastructuurprojecten boven het drempelbedrag van € 60 miljoen wordt middels een Publiek Private Comparator (PPC) getoetst of een DBFM-contract meerwaarde op kan leveren. Infrastructuurprojecten die via een DBFM (Design, Build, Finance en Maintain) contract worden aanbesteed, hebben als kenmerk dat sprake is van de overdracht van de integrale onderdelen van een bouwproject (ontwerp, bouw, onderhoud en financiering) aan een private Opdrachtnemer. In plaats van een product wordt een dienst uitgevraagd, te weten de beschikbaarheid van de infrastructuur. De betaling voor deze dienst vindt plaats aan de hand van de overeengekomen prestatie die wordt afgezet tegen de daadwerkelijk geleverde prestatie, de beschikbaarheid. De beschikbaarheidsvergoeding wordt pas uitgekeerd na openstelling van het project; tijdens de bouw dient de DBFM-opdrachtnemer daarom zelf de financiering te regelen. Omdat het project gefinancierd is door banken en/of institutionele beleggers, is sprake van een sterke druk vanuit de financiers op de Opdrachtnemer om de afgesproken prestatie ook te leveren: op tijd en binnen de geraamde kosten. Een lager prestatieniveau leidt tot lagere betalingen, die op hun beurt de terugbetaling van de financiering moeten zekerstellen. In de bouwfase is doorgaans wel sprake van een gedeeltelijke betaling (de partiële beschikbaarheidsvergoeding) als sprake is van de uitbreiding van een bestaande weg die ook tijdens de verbouwing beschikbaar moet blijven voor het wegverkeer. Bij openstelling van de weg wordt overgegaan naar een volledige beschikbaarheidsvergoeding. Het afronden van een aanbesteding resulteert in een meerjarige verplichting, van zowel aanleg als ook beheer en onderhoud op het desbetreffende project. Op dit begrotingsartikel bestaat daarmee geen enkele budgetflexibiliteit. Slechts bij onderpresteren van de opdrachtnemer kunnen boetes en kortingen worden aangebracht.
De verplichting aan de DBFM-Opdrachtnemer vervalt aan het einde van de looptijd van het contract waarna het beheer en onderhoud van deze wegvakken terugkomen bij RWS en de bijbehorende budgetten gaan vallen onder het reguliere onderhoudsartikel (artikelonderdeel 12.02 Beheer, Onderhoud en Vervanging). Pas aan het einde van de looptijd kan de definitieve meerwaarde van de PPS-contractvorm worden bepaald en geconcludeerd of binnen het meerjarig budget is gebleven. Het eerste DBFM-contract loopt af in 2020: de A59 Rosmalen-Geffen.
Producten
Bij de projecten N18 Varsseveld – Enschede, N31 Leeuwarden-Drachten, N33 Assen-Zuidbroek, 2e Coentunnel, A12 Lunetten-Veenendaal,,, A12 Veenendaal – Ede – Grijsoord, A15 Maasvlakte-Vaanplein, A1/A6 Diemen-Almere Havendreef A27/A1 Utrecht Noord-Eemnes-Bunschoten, en A6 Almere, is sprake van volledige beschikbaarheidsvergoedingen. De looptijd van deze contracten varieert; in onderstaand projectenoverzicht is zichtbaar wanneer de contracten eindigen.
Het projecten A9 Holendrecht-Diemen (Gaasperdammerweg) wordt in 2020 opengesteld, en zal dan overgaan op de volledige beschikbaaheidsvergoeding.
De projecten, A16 Rotterdam en A24 Blankenburgverbinding verkeren in de bouwfase en kennen een partiële beschikbaarheidsvergoeding. De volledige beschikbaarheidsvergoeding wordt na openstelling betaald.
De aanbesteding van de projecten A9 Badhoevedorp – Holendrecht en A12/A15 Ressen-Oudbroeken (ViA15) wordt in 2020 afgerond. De DBFM-conversie, overheveling van de begrotingsbedragen vanuit de budgetten voor aanleg (artikelonderdeel 12.03) en onderhoud (artikelonderdeel 12.02) naar dit begrotingsartikel, zal plaatsvinden na de «financial close» van deze contracten. Na afloop van het DBFM-contract zal het budget voor Beheer en Onderhoud weer worden toegevoegd aan artikelonderdeel 12.02. Beheer, Onderhoud en Vervanging. Bij verlenging van de periode van het Infrastructuurfonds worden deze budgetten gezien als een doorlopende verplichting.
Belangrijkste (budgettaire) aanpassingen
-
• A10 Tweede Coentunnel: De projectdaling wordt verklaard door enerzijds een meevaller in het aanleg gedeelte van dit DBFM project als gevolg van minder opgetreden risico's (€ 30 miljoen.). Anderzijds wordt het budget weer verhoogd met de prijsindexering 2019.
-
• Tol gefinancierde uitgaven A24 Blankenburgtunnel: Dit budget is overgeheveld naar het geïntegreerde contract A24 Blankenburgverbinding. De overige budgettaire aanpassingen zijn mutaties ten aanzien van prijsindexering en het inboeken van de verwachte baten ter financiële dekking van AIR BIM. Het project AIR BIM betreft de ontwikkeling van een informatiemanagementsysteem dat door verbeterde areaal-informatie zal leiden tot besparingen bij zowel realisatieprojecten als de instandhouding. Bij de volgende projecten in realisatie zijn besparingen ingeboekt: o.a. A24 Blankenburgverbinding en A16 Rotterdam.
Projectbudget | Kasbudget | Openstelling | Eind contract | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Projectomschrijving | huidig | vorig | t/m 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | later | huidig | vorig | |
Projecten Noordwest-Nederland | |||||||||||||
A1/A6/A9 Schiphol – Amsterdam – Almere (deeltraject A1/A6) | 1.816 | 1.798 | 558 | 74 | 71 | 60 | 59 | 59 | 60 | 875 | 2019 | 2019 | 2042 |
A1/A6/A9 Schiphol – Amsterdam – Almere (deeltraject A6 Almere) | 394 | 381 | 14 | 40 | 20 | 21 | 17 | 17 | 17 | 248 | 2020 | 2020 | 2040 |
A1/A6/A9 Schiphol – Amsterdam – Almere (deeltraject A9 Gaasperdammerweg) | 1.139 | 1.122 | 260 | 58 | 63 | 49 | 91 | 49 | 49 | 520 | 2020 | 2021 | 2038 |
A10 Tweede Coentunnel | 2.154 | 2.162 | 1.177 | 53 | 58 | 53 | 53 | 53 | 53 | 654 | 2013 | 2013 | 2037 |
A12 Lunetten – Veenendaal | 684 | 677 | 346 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 25 | 188 | 2012 | 2012 | 2033 |
A27/A1 Utrecht-Eemnes-Bunschoten | 358 | 354 | 28 | 29 | 14 | 14 | 14 | 14 | 14 | 231 | 2018–2020 | 2018–2020 | 2044 |
Aflossing tunnels | 951 | 944 | 660 | 47 | 48 | 48 | 36 | 28 | 30 | 54 | – | – | – |
Projecten Zuidwest-Nederland | |||||||||||||
A15 Maasvlakte – Vaanplein | 2.252 | 2.230 | 1.309 | 82 | 112 | 72 | 55 | 56 | 55 | 511 | 2015 | 2015 | 2035 |
A16 Rotterdam | 1.498 | 1.397 | 83 | 48 | 43 | 23 | 20 | 155 | 157 | 969 | |||
A24 Blankenburgverbinding | 1.800 | 154 | 39 | 38 | 30 | 29 | 238 | 131 | 1.136 | ||||
Projecten Zuid-Nederland | |||||||||||||
A59 Rosmalen – Geffen | 272 | 272 | 269 | 1 | 2 | 2005 | 2005 | 2020 | |||||
Projecten Oost-Nederland | |||||||||||||
A12 Ede – Grijsoord | 184 | 181 | 44 | 16 | 15 | 9 | 9 | 9 | 9 | 73 | 2016 | 2016 | 2032 |
N18 Varsseveld – Enschede | 455 | 450 | 215 | 14 | 10 | 10 | 19 | 10 | 10 | 167 | 2018 | 2018 | 2043 |
Projecten Noord-Nederland | |||||||||||||
N31 Leeuwarden – Drachten | 168 | 167 | 137 | 6 | 6 | 6 | 6 | 7 | 2007 | 2007 | 2022 | ||
N33 Assen – Zuidbroek | 341 | 335 | 115 | 14 | 14 | 14 | 14 | 14 | 14 | 142 | 2014 | 2014 | 2034 |
Afrondingen | |||||||||||||
Tolgefinancierde uitgaven (NCW) | |||||||||||||
Tolgefinancierde uitgaven A24 Blankenburgtunnel | 234 | nvt | nvt | nvt | |||||||||
Tolgefinancierde uitgaven A12/A15 Ressen – Oudbroeken (ViA15) | 293 | 293 | 25 | 25 | 25 | 156 | nvt | nvt | nvt | ||||
Afrondingen | – 2 | 3 | – 1 | 1 | – 1 | nvt | nvt | nvt | |||||
Totaal | 11.595 | 11.367 | 5.367 | 549 | 538 | 435 | 472 | 759 | 648 | 5.924 | |||
Begroting (IF 12.04) | 4.977 | 549 | 538 | 435 | 472 | 759 | 648 |
12.06 Netwerkgebonden kosten Hoofdwegennet
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden de aan het netwerk te relateren apparaatskosten (inclusief afschrijving en rente) van RWS en de overige netwerkgebonden kosten geraamd. De overige netwerkgebonden kosten komen ten goede aan verkeersmanagement, beheer, onderhoud, vervanging, aanleg en DBFM, en betreffen taken die gecentraliseerd binnen RWS worden opgepakt. Het gaat bij deze zogeheten landelijke taken onder meer om het verzamelen van basisinformatie, onderhouden van ICT-systemen, het inspecteren van het areaal en de ontwikkeling van kennis en innovatie. Er is gekozen voor centrale uitvoering met het oog op enerzijds uniformiteit in werkwijze en anderzijds kostenbesparing.
12.07 Investeringsruimte
Bij Ontwerpbegroting 2019 is de investeringsruimte Hoofdwegen overgeheveld naar begrotingsartikel 20 onder de modaliteit specifieke investeringsruimte Hoofdwegennet (artikelonderdeel 20.05.01).
12.09 Ontvangsten
Motivering
Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derden aan de producten op het gebied van Rijkswegen, die rechtstreeks aan IenW worden betaald, verantwoord.
Bijdragen van derden
Producten
Dit betreffen de bijdragen van decentrale overheden en andere derden aan projecten in de investeringen van Rijkswegenprojecten.
Totaal geraamde inkomsten tol
Met de Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15, die op 15 maart 2016 in werking is getreden, is vastgelegd dat bij de projecten A24 Blankenburgverbinding en A12/A15 Ressen – Oudbroeken (ViA15) tol geheven kan worden. De toekomstige tolontvangsten zijn geraamd op artikel 12.09. Bij tolheffing wordt uitgegaan van een periode van 25 jaar. Als de tolopgave op een wegdeel eerder wordt gerealiseerd, dan zal de tolheffing op dat wegdeel worden beëindigd en vice versa.
Projectomschrijving | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 |
---|---|---|---|---|---|---|
Bijdragen van derden | 152 | 116 | 116 | 29 | 22 | 79 |
Totaal geraamde inkomsten tol | 23 | 45 | 45 | |||
Totaal | 152 | 116 | 116 | 52 | 67 | 124 |
Ten opzichte van de eerste suppletoire wet 2019 zijn de ontvangsten toegenomen als gevolg van:
-
• Bijdrage van ProRail in de aanleg van een Ecoduct bij de N35 Nijverdal-Wierden (6,5 miljoen).
-
• Bijdrage van de gemeente Hellendoorn voor extra maatregelen bij het project N35 Wijthmen-Nijverdal (3 miljoen).
-
• Bij een aantal projecten zijn ontvangsten aangepast voor de prijsbijstelling 2019 (4,8 miljoen).