A. Algemene doelstelling
Een stelsel voor maatschappelijke ondersteuning en langdurige zorg dat 1. ieder mens in staat stelt om zijn leven zo lang mogelijk zelf in te vullen en 2. – wanneer dit nodig is – thuis of in een instelling kwalitatief goede ondersteuning en zorg biedt. Daarbij worden ondersteuning en zorg geboden aansluitend op informele vormen van hulp. De complexiteit van de zorgvraag en de weerbaarheid van de burger staan centraal bij het bieden van passende zorg. Er wordt gestreefd naar welbevinden en een afname van de afhankelijkheid van ondersteuning en zorg. Dit alles tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten.
B. Rol en verantwoordelijkheid
De Minister is verantwoordelijk voor een effectief en efficiënt werkend systeem van langdurige zorg en maatschappelijke ondersteuning in Nederland. Mensen die zorg en ondersteuning nodig hebben, dienen dit of thuis of in een instelling op maat en van een goede kwaliteit te krijgen.
Gemeenten dragen zorg voor de ondersteuning via de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015).
Voor mensen met een blijvende behoefte aan permanent toezicht en die 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig hebben, is zorg vanuit de Wet langdurige zorg (Wlz) beschikbaar. Zorgkantoren sluiten namens Wlz-uitvoerders overeenkomsten met zorgaanbieders voor het leveren van verzekerde zorg. Het kan onder andere gaan om verblijf in een instelling, persoonlijke verzorging en verpleging en/of geneeskundige zorg in natura of in de vorm van een persoonsgebonden budget.
De Minister is verantwoordelijk voor:
Stimuleren:
-
– En aanjagen van een adequate uitvoering van betreffende wetten en vernieuwing in de maatschappelijk ondersteuning en de langdurige zorg. Vernieuwing wordt hoofdzakelijk door burgers, cliëntenorganisaties, gemeenten, zorg- en welzijnsaanbieders en zorgverzekeraars vormgegeven.
-
– Van de ontwikkeling en verspreiding van kennis, waaronder goede voorbeelden en innovaties op het gebied van maatschappelijke ondersteuning en langdurige zorg en initiatieven om de kwaliteit en het innoverend vermogen van de ondersteuning en zorg te versterken.
Financieren:
-
– Zorgdragen voor het financieren van de Wmo 2015 en de Wlz.
-
– (mede)financieren door onder meer de rijksbijdrage in de kosten van kortingen (BIKK) in de Wlz en door het financieren van partijen die een belangrijke rol vervullen binnen het stelsel, zoals het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) en het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE).
Regisseren:
-
– Vaststellen van de wettelijke kaders van de Wmo 2015 en de Wlz en sturen door het maken van bestuurlijke afspraken en door gebruik te maken van de bevoegdheid van interbestuurlijk toezicht.
-
– Monitoren en evalueren van de werking van de Wmo 2015 en de Wlz.
C. Beleidswijzigingen
Ouderen zijn de toekomst
Programma Thuis in het Verpleeghuis
Het programma Thuis in het Verpleeghuis moet er voor zorgen dat er voldoende tijd, aandacht en goede zorg is voor alle bewoners in het verpleeghuis. Om deze doelstelling te bereiken, wordt ook in 2020 ingezet op het aantrekken en behouden van voldoende, gemotiveerde en gekwalificeerde zorgverleners. Hiertoe lopen de extra kwaliteitsmiddelen in 2020 op tot € 1,8 miljard van de totaal beschikbaar gestelde € 2,1 miljard. Ondersteuning voor de uitvoering van het kwaliteitskader komt vanuit «Waardigheid en Trots op locatie», waarmee instellingen inzicht krijgen in de mate waarin zij voldoen aan de thema’s van het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg. De ondersteuning van zorgaanbieders en het extra personeel moeten uiteindelijk leiden tot een hogere cliënttevredenheid. Uw Kamer wordt door middel van separate voortgangsrapportages geïnformeerd over de voortgang.
Programma Eén tegen eenzaamheid
De doelstelling van het programma «Eén tegen eenzaamheid» is het signaleren en bespreekbaar maken alsmede het doorbreken en duurzaam aanpakken van eenzaamheid teneinde de trend van eenzaamheid onder ouderen te doorbreken. Om het taboe op eenzaamheid te verminderen en het algemeen publiek bewust te maken wat zij kunnen doen om iemands eenzaamheid te doorbreken, wordt de publiekscampagne in 2020 voortgezet. In 2020 worden initiatieven, zoals het in contact brengen van jongeren met ouderen door het koppelen van een student aan een oudere, (financieel) gestimuleerd en kunnen zij ondersteuning krijgen om hun aanpak goed te beschrijven, te onderbouwen en te meten op effectiviteit. Zo wordt het leereffect versterkt. ZonMw is gevraagd een subsidieregeling in te richten. Geïnteresseerde kunnen een projectplan voor hun initiatieven indienen om in aanmerking voor een subsidie te komen.
Programma Langer thuis
Het doel van het programma is dat mensen thuis kunnen blijven wonen met een goede kwaliteit van leven, zolang dat veilig en verantwoord kan. Het programma bestaat uit drie actielijnen: goede ondersteuning en zorg thuis, mantelzorg en vrijwilligers in zorg & welzijn en wonen. In 2020 wordt ingezet op het beter in beeld brengen van de effecten van de maatregelen uit het «Programma Langer Thuis». Het programma zet erop in dat er merkbaar verschil wordt gemaakt voor ouderen, mantelzorgers en professionals. Ervaring van ouderen en mantelzorgers staan centraal, ook in de effectmeting. Een voorbeeld van een indicator is het aandeel ouderen dat aangeeft geschikt te wonen.
Dit merkbare verschil wordt bereikt door de inzet van verschillende regelingen, zoals de Stimuleringsregeling e-health Thuis (SET), de stimuleringsregeling Inzicht, de stimuleringsregeling Wonen en Zorg en het onderzoeksprogramma Langdurige Zorg en Ondersteuning van ZonMW voort te zetten en waar nodig bij te stellen in 2020. Daarnaast zijn en worden diverse pilots opgezet, zoals logeerzorg, waarbij de partner van de zorgverlenende enige tijd op locatie zorgt ontvangt om zo de mantelzorger te tijd te geven weer op adem te komen.
Verder komen er in het Platform31 in 2020 10 projecten bij onder het Experimentenprogramma Wonen en zorg met voorbeeldprojecten van gemeenschappelijk wonen voor ouderen.
Inzicht
InZicht is een versnellingsprogramma voor de digitale gegevensuitwisseling in de langdurige zorg die nu onvoldoende tot stand komt. Dit leidt tot onnodige registratielast, fouten in de overdracht en onvoldoende informatie voor cliënten en diens naasten. InZicht richt zich op gegevensuitwisseling tussen cliënt en zorgprofessional en tussen zorgprofessionals onderling. Het programma voorziet in de implementatie van drie modules: persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO), het zorgen voor uitwisseling van verpleegkundige informatie door het inbouwen van de standaard eOverdracht en het zorgen van uitwisseling van medicatiegegevens, door het aansluiten op het Medicatieproces.
Met InZicht moet worden bereikt dat zorginstellingen de standaarden hebben ingebouwd waardoor er sprake is van betere digitale gegevensuitwisseling. In 2019 is gestart met 15 proeftuinen (samenwerkende zorginstellingen) waarin gegevens daadwerkelijk worden uitgewisseld. In 2020 worden de eerste implementaties bij zorginstellingen verwacht van eOverdracht en PGO. Professionals ontvangen dan verpleegkundige informatie digitaal (actueel en compleet) en cliënten kunnen hun zorginformatie inzien in een eigen PGO.
Geestelijke verzorging
In 2020 wordt geïnvesteerd om de inzet van geestelijke verzorgers te vergroten door een verhoging met € 7 miljoen van de regeling Palliatieve Terminale Zorg. Deze middelen komen vanuit het regeerakkoord (waardig ouder worden). De middelen zijn bedoeld consulten voor de omgeving van mensen die in de thuissituatie in de palliatieve fase zijn en voor de omgeving van mensen vanaf 50 jaar met een zingevingsvraagstuk. De verwachting is dat hiermee ongeveer 200 verzorgers aanvullend kunnen worden ingezet (in totaal 50 fte).
Leven met een beperking
Programma Volwaardig Leven
Mensen met een beperking en een langdurige intensieve zorgvraag zijn vaak levenslang en levensbreed afhankelijk van ondersteuning en zorg. Om ervoor te zorgen dat de zorgbehoefte en de beschikbare zorg en ondersteuning op elkaar aansluiten is het programma Volwaardig Leven geïnitieerd. In 2020 werken ongeveer 35 aanbieders in het tweejarige vernieuwingstraject «Begeleiding a la Carte» aan verschillende thema’s die voortkomen uit de kwaliteitsrapportages. Een verbijzondering van dit traject is de Innovatie-Impuls. Een traject waarin nog eens 35 aanbieders in 2020 van start gaan om intensiever te werken aan het verstevigen van de implementatie van technologie. Daarnaast wordt in 2020 samen met zorgkantoren ingezet op het realiseren van 100 extra plekken en ambulante teams voor zeer complexe zorg. Dit moet ervoor zorgen dat teams van zorgmedewerkers worden ondersteund als zij het in zeer complexe zorgsituaties niet redden. Uiteindelijk moeten er voldoende passende plekken voor specifieke cliëntgroepen beschikbaar zijn. Naasten van mensen met een beperking verdienen in het programma speciale aandacht. In vijf pilots wordt daarom voor 450 cliënten en gezinnen specialistische cliëntondersteuning beschikbaar gesteld om zo te leren hoe we hen in complexe zorgsituaties beter kunnen ondersteunen. In 2020 worden de eerste resultaten van de pilots en de resultaten van het programma in beeld gebracht. Cliënttevredenheid en medewerkerstevredenheid zijn daarbij de kernindicatoren. De (tussen)resultaten van het programma worden jaarlijks in september gerapporteerd aan de Tweede Kamer.
Programma Onbeperkt meedoen
Het programma «Onbeperkt meedoen» geeft in de periode 2018–2021 een gerichte impuls aan de uitvoering van het VN-verdrag voor mensen met een handicap. Samen met maatschappelijke organisaties, bedrijven, ministeries (OCW, SZW, BZK en I&W) en gemeenten wordt dit programma uitgevoerd. In 2020 worden verschillende activiteiten verwacht. In 2020 worden verschillende activiteiten uitgevoerd, zoals op het terrein van de ontwikkeling van eenduidige richtlijnen voor toegankelijk (ver)bouwen, verbetering van de overgang van school naar werk, een dialoog over inclusiever onderwijs, ondersteuning van initiatieven die mensen helpen bij het reizen met het openbaar vervoer, een wetsvoorstel dat experimenten met een wetsvoorstel dat bij verkiezingen experimenten met «early voting» en hulp bij het stemmen voor kiezers met een verstandelijke beperking mogelijk maakt en hulp bij het stemmen voor kiezers met een verstandelijke beperking mogelijk maakt en het verbeteren van de toegankelijkheid van de meest recente overheidswebsites en apps. Jaarlijks zal voor de zomer aan de Tweede Kamer worden gerapporteerd over de voortgang van het programma. De voortgang van het programma wordt gemonitord en gemeten door middel van procesindicatoren en op basis van ervaringen van mensen met een beperking zelf. De Tweede Kamer heeft hiernaast, op grond van de motie Dijksma c.s. (TK 24 170, nr. 170), afgesproken jaarlijks een debat te voeren over de voortgang van de implementatie van het Verdrag.
Toegang tot de Wlz voor mensen met een psychische stoornis
In het regeerakkoord is het voornemen opgenomen om mensen met een psychische stoornis die voldoen aan de criteria van de Wlz, ook toegang te geven tot de Wlz. Op 2 juli 2019 is het wetsvoorstel aanvaard door de Tweede Kamer (TK 35 146, nr. 2) en op 9 juli 2019 door de Eerste Kamer. Het CIZ zal in 2020 het beoordelingsproces in gang zetten, zodat naar verwachting 9.250 cliënten vanuit de Wmo en Zvw op 1 januari 2021 overgaan naar de Wlz. In de voorbereiding op de wetswijziging maken zorgkantoren afspraken met gemeenten, CIZ, zorgaanbieders, cliëntenraden en zorgverzekeraars om vanaf 1 januari 2021 passende zorg te verlenen en de overgang zo soepel mogelijk te laten verlopen.
Overige beleidswijzigingen
Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten
Per 1 januari 2020 treedt de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (Wzd) in werking. De Wzd regelt de rechten van mensen met een verstandelijke beperking en mensen met een psychogeriatrische aandoening (zoals dementie) die onvrijwillige zorg krijgen. Kern van de Wzd is het «Nee, tenzij» principe: onvrijwillige zorg kan alleen in een uiterste situatie worden toegepast. Dit wordt zo beperkt mogelijk gedaan en vervolgens zo snel mogelijk afgebouwd. In dat geval moet altijd het in de wet geregelde stappenplan worden doorlopen. Daarnaast regelt deze wet ook de onvrijwillige opname. Na invoering van de wet zal de werking worden bewaakt. In 2020 is er ook sprake van de evaluatie van de drie gezamenlijke wetten, Wzd, Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg en Wet forensische zorg. De evaluatie wordt per 1 januari 2022 afgerond.
Onafhankelijke cliëntondersteuning
In het regeerakkoord zijn middelen gereserveerd voor de versterking van onafhankelijke cliëntondersteuning. Om de opgaven te realiseren en uitvoering te geven worden in 2020 verschillende activiteiten ondernomen. Zo wordt het meerjarige koplopertraject voortgezet met een grotere groep gemeenten. Het doel hiervan is dat meer gemeenten intensief aan de slag gaan met de functie cliëntondersteuning. Movisie gaat de uitvoering door de koplopergemeenten monitoren en zorgt dat de leerervaringen en goede praktijken van gemeenten worden opgehaald en gedeeld met alle gemeenten in Nederland. Dit wordt toegankelijk gemaakt bijvoorbeeld in de vorm van diverse handreikingen cliëntondersteuning. Daarnaast gaat een aantal gemeenten in pilots aan de slag om voor vier doelgroepen in het sociaal domein ervaring op te doen met hoe (gespecialiseerde) cliëntondersteuning kan worden ingericht. Binnen de Wlz zijn pilots gestart om de kwaliteit en waarde van goede cliëntondersteuning te onderzoeken voor vijf doelgroepen met complexe zorg. Deze pilots lopen door in 2020. De leereffecten van al deze pilots worden gebundeld binnen de aanpak cliëntondersteuning. De Kamer wordt jaarlijks voor de zomer geïnformeerd over de voortgang.
Eigen bijdragen Wmo 2015
Dit kabinet heeft een pakket aan maatregelen genomen om de stapeling van eigen betalingen voor zorg en ondersteuning te beperken. Eén van deze maatregelen betreft de invoering van het abonnementstarief voor Wmo-voorzieningen. Vanaf 2020 wordt de invoering hiervan via een wetswijziging volledig gerealiseerd. Het tarief gaat dan gelden voor zowel de maatwerkvoorzieningen als een belangrijk deel van de algemene voorzieningen (waarbij sprake is van een duurzame hulpverleningsrelatie). Dit leidt ertoe dat voorzieningen als begeleiding en huishoudelijke hulp onder het abonnementstarief komen te vallen, ongeacht of het algemene voorzieningen of maatwerkvoorzieningen zijn.
Actieprogramma Dak- en Thuisloze Jongeren (2019–2021)
Met het actieprogramma Dak- en Thuisloze Jongeren (TK 29 325, nr. 97) wordt in de periode 2019–2021 extra ingezet op een forse vermindering van het huidige aantal dak- en thuisloze jongeren en op voorkoming van nieuwe instroom. Het uitgangspunt is dat elke dak- en thuisloze jongere er één te veel is. In dertien gemeenten lopen de komende 2,5 jaar pilots waarbij wordt gestreefd naar 100% terugdringing. Succesvolle acties worden gebundeld, zodat alle gemeenten in staat worden gesteld van de opgedane lessen te leren en zelf toe te passen. Daarnaast wordt maatwerk advisering geboden aan gemeenten ten aanzien van de terugdringing van dak- en thuisloosheid onder jongeren en worden verschillende type stakeholders gestimuleerd om bij te dragen aan het gezamenlijk werken aan betere ondersteuning van en hulp aan deze jongeren.
D. Tabel Budgettaire gevolgen van beleid
Ten opzichte van de begroting 2019 is ervoor gekozen om in de begroting 2020 de budgettaire tabel enigszins te wijzigen zodat de budgettaire gevolgen van beleid meer in samenhang worden gepresenteerd en aansluiten bij de beoogde beleidsdoelen.
2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | |||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 4.981.713 | 5.155.144 | 7.423.429 | 8.092.135 | 11.094.317 | 11.517.637 | 11.563.225 | ||
Uitgaven | 3.908.966 | 6.143.095 | 7.259.805 | 7.968.075 | 10.926.857 | 11.517.637 | 11.563.225 | ||
Waarvan juridisch verplicht (%) | 99,3% | ||||||||
1. Participatie en zelfredzaamheid van kwetsbare groepen | 105.411 | 184.872 | 214.662 | 200.859 | 150.094 | 138.114 | 128.162 | ||
Subsidies | 24.134 | 40.945 | 70.054 | 62.004 | 45.052 | 33.607 | 23.654 | ||
Toegang tot zorg en ondersteuning | 943 | 10.609 | 18.668 | 14.203 | 5.634 | 5.634 | 5.634 | ||
Passende zorg en levensbrede ondersteuning | 5.407 | 9.387 | 20.415 | 28.228 | 21.000 | 14.400 | 4.400 | ||
Inclusieve samenleving | 250 | 10.102 | 15.256 | 6.528 | 5.759 | 5.227 | 5.150 | ||
Kennis en informatiebeleid | 10.084 | 10.300 | 10.300 | 10.300 | 10.300 | 7.800 | 7.800 | ||
Overige | 7.450 | 547 | 5.415 | 2.745 | 2.359 | 546 | 670 | ||
Opdrachten | 81.277 | 100.581 | 101.761 | 95.774 | 91.720 | 91.185 | 91.186 | ||
Bovenregionaal gehandicaptenvervoer | 57.187 | 63.718 | 63.721 | 63.725 | 63.729 | 63.728 | 63.729 | ||
Toegang tot zorg en ondersteuning | 19.198 | 7.450 | 6.950 | 6.330 | 6.350 | 6.350 | 6.350 | ||
Passende zorg en levensbrede ondersteuning | 0 | 1.200 | 3.200 | 3.100 | 1.525 | 1.000 | 1.000 | ||
Inclusiviteit | 925 | 13.252 | 12.056 | 6.678 | 5.509 | 4.977 | 5.150 | ||
Kennis, informatie en innovatiebeleid | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | 1.500 | |||
Aanbesteden Sociaal Domein | 3.093 | 3.925 | 3.495 | ||||||
Overige | 874 | 9.536 | 10.840 | 14.441 | 13.108 | 13.630 | 13.457 | ||
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 0 | 13.346 | 12.847 | 13.081 | 13.322 | 13.322 | 13.322 | ||
Doventolkvoorzieningen | 0 | 13.346 | 12.847 | 13.081 | 13.322 | 13.322 | 13.322 | ||
Storting/onttrekking begrotingsreserve | 0 | 30.000 | 30.000 | 30.000 | 0 | 0 | 0 | ||
Stimulerings regeling wonen en zorg | 0 | 30.000 | 30.000 | 30.000 | 0 | 0 | 0 | ||
2. Zorgdragen voor langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten | 3.803.555 | 5.958.223 | 7.045.143 | 7.767.216 | 10.776.763 | 11.379.523 | 11.345.063 | ||
Subsidies | 88.693 | 138.442 | 160.389 | 165.065 | 117.080 | 116.694 | 116.075 | ||
Zorg merkbaar beter maken | 47.898 | 79.092 | 74.933 | 56.664 | 55.205 | 57.054 | 55.235 | ||
Kennis, informatie en innovatiebeleid | 10.804 | 16.851 | 40.924 | 62.609 | 14.871 | 14.036 | 14.036 | ||
Palliatieve zorg en ondersteuning | 29.991 | 42.499 | 44.532 | 45.792 | 47.004 | 45.604 | 46.804 | ||
Bekostiging | 3.602.000 | 5.660.000 | 6.741.800 | 7.523.600 | 10.581.200 | 11.185.100 | 11.242.400 | ||
Bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK) | 3.602.000 | 3.710.000 | 3.691.000 | 3.823.600 | 3.881.200 | 3.935.100 | 3.992.400 | ||
Bijdrage Wlz | 0 | 1.950.000 | 3.050.000 | 3.700.000 | 6.700.000 | 7.250.000 | 7.250.000 | ||
Opdrachten | 7.064 | 32.912 | 19.472 | 4.819 | 6.441 | 6.389 | 6.184 | ||
Zorgdragen voor langdurige zorg | 7.064 | 32.912 | 19.472 | 4.819 | 6.441 | 6.389 | 6.184 | ||
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 105.798 | 126.869 | 123.482 | 73.732 | 72.042 | 71.340 | 70.404 | ||
Uitvoeringskosten Sociale Verzekerings Bank | 40.098 | 45.179 | 34.306 | 2.114 | 936 | 936 | 0 | ||
Uitvoeringskosten Centrum Indicatiestelling Zorg | 65.700 | 81.690 | 89.176 | 71.618 | 71.106 | 70.404 | 70.404 | ||
Ontvangsten | 5.694 | 5.691 | 5.691 | 5.691 | 5.691 | 5.691 | 5.691 | ||
Overige | 5.694 | 5.691 | 5.691 | 5.691 | 5.691 | 5.691 | 5.691 |
Budgetflexibiliteit
Subsidies
Van het beschikbare budget van € 230,4 miljoen is 90% juridisch verplicht. Dit betreft zowel instellingsubsidies die jaarlijks worden verleend als projectsubsidies die meerjarig kunnen zijn.
Bekostiging
Van het beschikbare budget van € 6,8 miljard is 100% juridisch verplicht. Het betreft de bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK).
Opdrachten
Van het beschikbare budget van € 121,2 miljoen is 80% reeds juridisch verplicht. Het betreft met name bovenregionaal gehandicaptenvervoer van circa € 63,7 miljoen.
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s
Van het beschikbare budget van € 136,3 miljoen is 100% reeds juridisch verplicht. Het betreft met name de bijdrage aan het CIZ en aan de SVB.
E. Toelichting op de instrumenten
1. Participatie en zelfredzaamheid van kwetsbare groepen
Kengetal: De participatie van mensen met een lichamelijke beperking, lichte of matige verstandelijke beperking, ouderen (≥ 65 jaar) en de algemene bevolking in 2018 (percentages)
Bron: Notitie NIVEL Participatiecijfers 2008–2018
Bovenstaand kengetal geeft inzicht in de participatie van mensen met beperkingen, ouderen en de algemene bevolking op negen deelgebieden in 2018 op basis van de Notitie NIVEL Participatiecijfers 2008–2018. Het overkoepelende beeld dat uit deze figuur naar voren komt is in 2018 hetzelfde als in de jaren ervoor: op alle deelgebieden van participatie zijn verschillen tussen mensen met beperkingen en de algemene bevolking. Vooral op het gebied van betaald werk zijn de verschillen groot. Over het algemeen kunnen we de volgende verschillen tussen de doelgroepen waarnemen. De participatie van mensen met een lichamelijke beperking en van mensen met een verstandelijke beperking is op alle gebieden lager dan in de algemene bevolking. De participatie van ouderen (≥65 jaar) is vergelijkbaar met die van de algemene bevolking (met uitzondering van betaald werk en opleiding, deze deelgebieden worden niet gerapporteerd voor ouderen).
Subsidies
In de begroting 2019 is er onder subsidies een uitsplitsing gemaakt naar instellingen, programma’s en doelen. In de begroting 2020 wordt er in de budgettaire tabel een uitsplitsing gemaakt naar vier meer algemene posten, waaruit het doel van de subsidie blijkt.
Toegang tot zorg en ondersteuning
Deze post is in de begroting 2020 samengevoegd uit drie posten in de begroting 2019, namelijk onafhankelijke cliëntondersteuning, gratis VOG en de Landelijke Luisterlijn (voorheen: dove tolkvoorziening en luisterend oor).
In juli 2018 is de aanpak cliëntondersteuning 2018–2021 naar de Tweede Kamer gestuurd (TK 31 476, nr. 22). De aanpak richt zich via verschillende activiteiten op de volgende opgaven (a) meer inzicht krijgen in de behoefte naar cliëntondersteuning, (b) het dichtbij «de toegang» organiseren van cliëntondersteuning, (b) het beter bekend maken onder cliënten en professionals van dit gratis recht, (d) het bevorderen van kwaliteit en deskundigheid van de ondersteuning, in bijzonder waar het gaat om specifieke groepen nog beter te bedienen. Hiervoor is in 2020 € 12,2 miljoen beschikbaar.
Voor het verstrekken van een gratis VOG is in 2020 is voor subsidies € 1,5 miljoen beschikbaar. In het regeerakkoord is als ambitie opgenomen dat alle vrijwilligers, die werken met mensen in een afhankelijkheidssituatie, gratis een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) kunnen aanvragen. Vrijwilligers die werken met kwetsbare mensen kunnen in aanmerking komen voor een kosteloze VOG-aanvraag. De organisatie waar zij werkzaam zijn dient dan te beschikken over een actief en gedegen preventie- en integriteitsbeleid. Organisaties kunnen zich voor de regeling Gratis VOG voor vrijwilligers aanmelden via de website www.gratisvog.nl. Op deze website staat tevens een beschrijving van (andere) voorwaarden en toelatingscriteria. De koepelorganisaties NOV, NOC*NSF en CIO hebben een actieve rol bij de uitvoering van de regeling en bij het informeren en activeren van hun achterban.
Het doel van de Landelijke Luisterlijn is dat personen in 2020 op ieder moment van de dag kosteloos en anoniem een telefonisch of elektronisch gesprek kunnen voeren over hun persoonlijke situatie en daarover advies kunnen krijgen. Dit betekent een centralisering van de functie een luisterend oor. De Landelijke Luisterlijn voert de functie van het luisterend oor in Nederland al geruime tijd uit. In 2020 is € 5 miljoen beschikbaar ten behoeve van de financiering van de Landelijke luisterlijn.
Passende zorg en levensbrede ondersteuning
In deze post in de begroting 2020 zijn vier posten uit de begroting 2019 samengenomen, dit zijn: Mezzo, brede aanpak LVB, daklozen en zwerfjongeren, Stimulering e-health thuis en opvang mensenhandel.
MantelzorgNL ontvangt in 2020 instellingssubsidie vanwege hun kennis en activiteiten gericht op het versterken en verlichten van mantelzorgers en vrijwilligers (€ 2,4 miljoen). In het Regeerakkoord zijn middelen beschikbaar gesteld voor mensen met een lichtverstandelijke beperking (LVB) die steeds moeilijker aansluiting vinden in onze samenleving. De resultaten van het Interdepartementaal beleidsonderzoek «Mensen met een LVB» komen eind 2019 beschikbaar met een kabinetsreactie. In dit onderzoek is levensbreed gekeken naar de ondersteuning van mensen met een LVB. Mensen met een LVB waren betrokken bij het onderzoek. In de kabinetsreactie wordt duidelijk wat er voor 2020 wordt voorzien. De beschikbare middelen (€ 0,5 miljoen) zullen worden ingezet aan de hand van de kabinetsreactie. Met het actieprogramma Dak- en Thuisloze Jongeren (TK 29 325, nr. 97) wordt in de periode 2020–2021 extra ingezet op een forse vermindering van het huidige aantal dak- en thuisloze jongeren en op voorkoming van nieuwe instroom. Voor subsidies is € 1,4 miljoen beschikbaar.
De nieuwe Stimuleringsregeling E-health Thuis (SET) geeft in 2020 een impuls aan de opschaling en borging van e-health-toepassingen die mensen thuis ondersteuning en zorg bieden. Het gaat hierbij om digitale toepassingen die de kwaliteit van leven van mensen met een zorg- of ondersteuningsvraag verbeteren, die door de cliënt (of door zijn naasten) kan worden bediend dan wel (deels) in zijn directe omgeving wordt geplaatst. De ambitie van VWS is dat cliënten mede door het beschikbaar zijn en gebruik van e-health langer thuis kunnen blijven wonen. In 2020 is € 19,2 miljoen beschikbaar.
Inclusieve samenleving
Onder de post vallen in de begroting 2020 het programma onbeperkt meedoen en waardig ouder worden uit de begroting 2019. Voor het programma onbeperkt meedoen is in 2020 € 5 miljoen beschikbaar voor subsidies en opdrachten. Het Programma Eén tegen eenzaamheid en het Programma Langer thuis is in 2020 € 26,5 miljoen beschikbaar voor subsidies en opdrachten.
Kennis, informatie en innovatiebeleid
In deze post in de begroting 2020 zijn twee posten uit de begroting 2019 samengenomen namelijk: Movisie en sociale werkplaatsen.
Het kennisinstituut Movisie ontvangt in 2020 € 7,6 miljoen subsidie voor het verzamelen, verrijken, valideren en verspreiden van kennis voor de ondersteuning van gemeenten en instellingen ten behoeve van een adequate uitvoering van de Wmo 2015 en aanpalende terreinen. In 2020 worden de Werkplaatsen Sociaal Domein voor € 2,6 miljoen gesubsidieerd. Dit zijn regionale samenwerkingsverbanden van gemeenten, instellingen, hogescholen en cliëntorganisaties, met als doel een goed functionerend en vraag gestuurd regionaal kennisnetwerk sociaal domein, waarin wordt gewerkt op basis van een door de betrokken partijen gedragen meerjarige kennisagenda. Het programma Inkoop en Aanbesteden Sociaal Domein richt zich op de ambitie om de praktijk van de inkoop beter aan te laten sluiten bij de aard van het sociale domein en de praktijk van de jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning. Daartoe is met gemeenten en aanbieders een ondersteuningsprogramma van en voor gemeenten en aanbieders ingericht. Daarnaast wordt gezocht naar meer ruimte op Europees niveau. Over de aanpak is uw Kamer op 24 januari 2019 geïnformeerd (TK 34 477, nr. 54). Voor dit meerjarige programma (2019–2021) is in 2020 € 3,9 miljoen beschikbaar.
Opdrachten
Bovenregionaal gehandicaptenvervoer (BRV)
Mensen met een mobiliteitsbeperking kunnen gebruik maken van het bovenregionaal sociaalrecreatief vervoer (ook bekend als Valys) per (deel)taxi (€ 63,7 miljoen in 2020). Over het geheel genomen geven de pashouders het reizen met het BRV een hoog waarderingscijfer (zie onderstaand overzicht).
Valys indexcijfers
Bron en toelichting
Bron: Tevredenheidsonderzoek Valys, november 2018, Jes marketing en onderzoek.
pkb = persoonlijk kilometer budget
Het BRV is vraagafhankelijk vervoer, dit betekent dat factoren zoals de toegankelijkheid van het lokale openbaar vervoer, het weer of de gezondheid van de pashouders invloed kunnen hebben op het aantal verreden kilometers.
Toegang tot zorg en ondersteuning
Voor het verstrekken van een gratis VOG is in 2020 is voor opdrachten € 7 miljoen beschikbaar. In het Regeerakkoord staat als ambitie opgenomen dat alle vrijwilligers, die werken met mensen in een afhankelijkheidssituatie, gratis een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) kunnen aanvragen. Vrijwilligers die werken met kwetsbare mensen kunnen in aanmerking komen voor een kosteloze VOG-aanvraag. De organisatie waar zij werkzaam zijn dient dan te beschikken over een actief en gedegen preventie- en integriteitsbeleid. Organisaties kunnen zich voor de regeling Gratis VOG voor vrijwilligers aanmelden via de website www.gratisvog.nl. Op deze website staat tevens een beschrijving van (andere) voorwaarden en toelatingscriteria. De koepelorganisaties NOV, NOC*NSF en CIO hebben een actieve rol bij de uitvoering van de regeling en bij het informeren en activeren van hun achterban.
Passende zorg en levensbrede ondersteuning
Met het actieprogramma Dak- en Thuisloze Jongeren (TK 29 325, nr. 97) wordt in de periode 2020–2021 extra ingezet op een forse vermindering van het huidige aantal dak- en thuisloze jongeren en op voorkoming van nieuwe instroom. Voor opdrachten is € 1,6 miljoen beschikbaar. Tevens is voor de opvang van slachtoffers van mensenhandel in 2020 € 1 miljoen beschikbaar.
Inclusieve samenleving
Onder de post vallen in de begroting 2020 het programma onbeperkt meedoen en waardig ouder worden uit de begroting 2019. Voor het programma onbeperkt meedoen is in 2020 € 5 miljoen beschikbaar voor subsidies en opdrachten. Voor het programma Eén tegen eenzaamheid en het programma Langer thuis is in 2020 € 26,5 miljoen beschikbaar voor subsidies en opdrachten.
Bijdragen aan ZBO's/RWT's
Doventolkvoorziening
De tolkvoorziening voor mensen met een auditieve beperking wordt in het leefdomein geregeld door Tolkcontact. Mensen met een auditieve beperking hebben recht op 30 uur tolk in het leefdomein per jaar, voor bijvoorbeeld begrafenissen of doktersbezoek. Aanvullend kunnen meeruren worden aangevraagd. Voor mensen die daarbij ook een visuele beperking hebben, geldt het recht op 168 uur per jaar. Het UWV is aangewezen als uitvoerder van de voorziening. In 2020 is voor de doventolkvoorziening € 12,8 miljoen beschikbaar.
Storting/onttrekking begrotingsreserve
Stimuleringsregeling wonen en zorg
Om nieuwe woonzorginitiatieven te ontwikkelen kan gebruik gemaakt worden van de stimuleringsregeling wonen en zorg, speciaal voor vernieuwende huisvesting. Hiervoor is in 2020 € 30 miljoen beschikbaar. In de begroting 2019 was dit nog opgenomen als subsidie bij de woonzorgarrangementen.
2. Zorgdragen voor langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten
Subsidies
In de begroting 2019 is er onder subsidies een uitsplitsing gemaakt naar instellingen, programma’s en doelen. In de begroting 2020 wordt er in de budgettaire tabel een uitsplitsing gemaakt naar 3 algemenere posten, waaruit het doel van de subsidie blijkt.
Zorg merkbaar beter maken
Kwetsbare ouderen, mensen met een handicap en mensen met een psychische aandoening die 24 uur per dag zorg en toezicht nodig hebben, krijgen dat op basis van de Wet langdurige zorg. Het CIZ bepaalt door middel van een indicatiestelling of iemand recht heeft op zorg. Op het moment dat mensen een indicatie voor langdurige zorg hebben is het belangrijk dat deze zorg van hoge kwaliteit is. Het kabinet streeft er naar deze zorg merkbaar beter te maken. Hiervoor is in totaal € 74,9 miljoen beschikbaar. De speerpunten zijn de ouderenzorg en gehandicaptenzorg.
Voor ouderen (samen met hun naasten) die naar een verpleeghuis verhuizen, is het belangrijk dat zij weten wat ze van een verpleeghuis mogen verwachten. Er moet meer tijd en aandacht voor de bewoners zijn, er moeten voldoende gemotiveerde en deskundige zorgverleners op de vloer werken, die blijvend leren, verbeteren en innoveren. Het Zorginstituut Nederland heeft in 2017 voor dit doel het kwaliteitskader verpleeghuiszorg opgesteld. Om de verpleeghuizen te ondersteunen bij de implementatie hiervan is in april 2018 het programma Thuis in het Verpleeghuis – Waardigheid en Trots op elke locatie gepresenteerd. Hiervoor is € 35,9 miljoen beschikbaar.
Voor mensen met een beperking en een intensieve zorgvraag (en hun naasten) is het extra belangrijk dat de zorg van hoge kwaliteit is. Hun gevoel van afhankelijkheid zal door goede zorg verminderen en ze zullen meer kwaliteit van leven ervaren. Ter verbetering van deze zorg is in 2018 het programma Volwaardig Leven opgesteld. Hiervoor is in 2020 € 18,2 miljoen beschikbaar. Voor expertise over ernstig probleemgedrag kunnen zorgverleners terecht bij het CCE. Zij richt zich op de meest complexe zorgvragen bij deze groep, waarbij de zorgverleners vastlopen en de kwaliteit van bestaan van de cliënt ernstig onder druk staat. Met deze expertise krijgen zorgaanbieders meer zicht hoe ze probleemgedrag kunnen voorkomen. Hier is € 12,6 miljoen voor beschikbaar.
Daarnaast wordt onder andere ingezet op dementie, antibioticaresistentie, het terugdringen van de administratieve lasten, hersenletselteams en de inzet van vrijwillige mentoren bij kwetsbare cliënten (totaal € 8,2 miljoen).
Kennis, informatie en innovatiebeleid
Kennis, informatie en innovatiebeleid moet uiteindelijk leiden tot juiste, passende en efficiënte zorg. In 2020 is hiervoor € 37,6 miljoen beschikbaar. Het doel is om de kwaliteit van de geboden zorg te verbeteren door continu het kennisniveau bij zorgverleners en cliënten te vergroten. Tevens investeert het kabinet in wetenschappelijk onderzoek in langdurige zorg. ZonMw ontvangt hiervoor jaarlijks een bijdrage. Deze financieringsstroom loopt via artikel 1.
Digitale gegevensuitwisseling tussen cliënt en zorgprofessional, zorgprofessionals onderling moet veilig en eenduidig plaatsvinden. Mensen moeten er op kunnen vertrouwen dat partijen in de zorgketen zorgvuldig omgaan met hun gegevens. Om dit te kunnen realiseren, moeten zorginstellingen hun ICT-infrastructuur en de technologie van hun systemen aanpassen. InZicht is de stimuleringsregeling uit het kennis, informatie en innovatiebeleid die dit mogelijk maakt voor de langdurige zorg. Hiervoor is in 2020 € 26,4 miljoen beschikbaar.
Palliatieve zorg en ondersteuning
Voor mensen die door ziekte en kwetsbaarheid in hun laatste levensfase verkeren is palliatieve zorg voorhanden. Deze zorg is gericht op de verlichting en het verzachten van de ervaren pijn, psychische hulp of thuiszorg. Het kabinet ondersteunt vrijwilligers en netwerken die deze zorg verlenen met subsidie. Voor mensen die in deze fase ook behoefte hebben aan geestelijke verzorging is in 2020 extra ondersteuning beschikbaar. In totaal is in 2020 € 44,5 miljoen beschikbaar voor deze onderdelen.
Bekostiging
Bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK)
De BIKK is een rijksbijdrage die is ingesteld bij de invoering van het nieuwe belastingstelsel in 2001. Bij die belastingherziening werden aftrekposten (die de heffing drukte over de hoogste schijf waaronder een belastingplichtige viel) omgezet in heffingskortingen (die bij iedereen neerslaan in de eerste schijf). Hierdoor hebben personen met hoge inkomens geen voordeel boven personen met lage inkomens. Het gevolg hiervan was dat de opbrengst van de premies volksverzekeringen daalde en de opbrengst van de belasting steeg. De BIKK is een rijksbijdrage die het Wlz fonds (en het AOW-fonds en het ANW-fonds) compenseert voor deze systematiekverandering. De raming voor 2020 bedraagt circa € 3,7 miljard.
Bijdrage Wlz
Met ingang van 2019 wordt het (verwachte) negatieve saldo van het Fonds Langdurige Zorg (FLZ) jaarlijks weggewerkt door een even grote Rijksbijdrage Wlz in het fonds te storten. Een negatief saldo roept het onbedoelde en onjuiste beeld op dat er onvoldoende budget is om zorg te leveren. De Rijksbijdrage heeft een puur administratief karakter en dus geen materiële betekenis. De raming voor 2020 bedraagt € 3,1 miljard en loopt in latere jaren op vanwege de oploop van de Wlz-uitgaven, waar slechts een kleinere toename van de overige Wlz-ontvangsten tegenover staat. Zie voorts paragraaf 4.3.2 van het Financieel Beeld Zorg over de financiering van de Wet Langdurige Zorg.
Opdrachten
Zorgdragen voor langdurige zorg
De naam van deze post is gewijzigd. In de begroting 2019 was dit de post overig.
Voor opdrachten is in 2020 € 19,5 miljoen beschikbaar. Hieronder vallen onder meer kosten voor de eerdergenoemde programma’s, Volwaardig Leven en de stimuleringsregeling InZicht.
Bijdrage ZBO’s/RWT’s
Uitvoeringskosten Centrum Indicatiestelling Zorg
De toegang tot de zorg moet goed en onafhankelijk georganiseerd zijn. Het CIZ heeft de opdracht om te beoordelen of iemand in aanmerking komt voor deze zorg in de vorm van indicatiestelling. Het kabinet stelt € 89,2 miljoen beschikbaar voor deze taakuitvoering.
Uitvoeringskosten Sociale Verzekeringsbank
Dit betreft € 26,2 miljoen die in mindering is gebracht op het gemeentefonds voor de bekostiging van de SVB voor de uitvoeringskosten van de pgb-trekkingsrecht voor de Wmo 2015 en de Jeugdwet tezamen, voor uitvoering van het trekkingsrecht voor het Zvw-domein is € 1,8 miljoen beschikbaar. Daarnaast bedragen de ontwikkelkosten van het Financieel Domein als onderdeel van het PGB2.0-systeem € 6,3 miljoen.