Base description which applies to whole site

3.11 Artikel 23 Meteorologie, Seismologie en Aardobservatie

Het KNMI adviseert en waarschuwt de samenleving om risico’s met een atmosferische of seismische oorsprong terug te dringen. Het KNMI ontwikkelt daartoe hoogwaardige kennis, verricht waarnemingen, zet deze om in producten en diensten die de veiligheidsrisico’s verminderen, bijdragen aan een duurzame samenleving en economische mogelijkheden bevorderen.

Financieren

De minister is verantwoordelijk voor het faciliteren van een internationaal systeem van organisaties waarin Nederland vertegenwoordigd wordt door het KNMI. Dit doet zij door haar rol van financier in de vorm van bijdragen en contributies. Met name te noemen zijn EUMETSAT38, ECMWF39 en WMO40.

(Doen) uitvoeren

De Minister is verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet taken meteorologie en seismologie. De Minister heeft deze taken belegd bij het agentschap KNMI. De rol ‘(doen) uitvoeren’ heeft betrekking op de volgende taken:

a. het kosteloos verstrekken van algemene weerberichten omtrent de toestand van het huidige weer en het te verwachten weer;

b. waarschuwingen aan het algemeen publiek bij verwacht of werkelijk gevaarlijk of maatschappij-ontwrichtend weer of waarschuwingen bij calamiteiten waarbij het weer een belangrijke rol speelt;

c. het onverwijld informeren van het algemeen publiek bij een significante bodembeweging door geofysische bronnen of vulkanische activiteit;

d. het kosteloos ondersteunen van bestuursorganen in gedefinieerde gevallen.

e. het voortbrengen of verzamelen van meteorologische, seismologische en andere geofysische gegevens in het kader van de uitvoering van de taken zoals opgenomen in de Wet meteorologie en seismologie;

f. het beheer en onderhoud van de voor de uitvoering van zijn taken noodzakelijke technische infrastructuur;

g. het overeenkomstig ministeriële regeling desgevraagd ondersteunen van bestuursorganen, de rechterlijke organisatie, overheidsbedrijven of openbare lichamen op het terrein van meteorologie, seismologie of andere geofysische terreinen bij de uitvoering van aan hen bij of krachtens wet opgedragen taken;

h. onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek en technologische ontwikkeling met betrekking tot meteorologie, seismologie en andere geofysische terreinen;

i. meteorologische, seismologische en andere geofysische gegevens of het onderzoek, bedoeld in onderdeel h, op verzoek van internationale organisaties voortbrengen, verzamelen of beschikbaar stellen;

j. het voor hergebruik als bedoeld in de Wet hergebruik van overheidsinformatie, zonder dat daartoe een verzoek is gedaan op grond van die wet, beschikbaar stellen van meteorologische, seismologische en andere geofysische gegevens of onderzoeksresultaten, of de opzet daarvan, voor zover intellectuele eigendomsrechten van anderen dat niet beperken, waarbij er op basis van een overeenkomst aanvullende dienstverlening kan worden verleend;

k. internationale samenwerking op het gebied van meteorologie en seismologie en andere geofysische terreinen; en

l. het verlenen van meteorologische diensten voor de luchtvaartnavigatie.

De Minister van Buitenlandse Zaken is verantwoordelijk voor het Kernstopverdrag en de minister van Economische Zaken is verantwoordelijk voor het kader van de Mijnbouwwet.

Indicatoren en Kengetallen

In 2019 heeft de beleidsdoorlichting van artikel 23 plaatsgevonden. Daarin is aanbevolen om de beleidsindicatoren op het artikel te herzien. Hieronder zijn voor de volledigheid zowel de herziene indicatoren als de realisatie op de te vervangen indicatoren opgenomen. Hiernaast zijn in de agentschapsparagraaf van het KNMI de doelmatigheidsindicatoren opgenomen. 2020 geldt als een pilotjaar voor de nieuwe set aan indicatoren. Nadat realisatiegegevens bekend zijn zal worden bezien in hoeverre er nog aanvullingen dan wel kleine wijzigingen benodigd zijn om zo goed als mogelijk de doeltreffendheid en doelmatigheid van het beleid op artikel 23 aan te kunnen tonen.

In de onderstaande tabel zijn de nieuwe indicatoren voor artikel 23 opgenomen:

Tabel 66 Indicatoren Meteorologie, Seismologie en aardobservatie

Indicator

Streefwaarde/norm

Algemene Klanttevredenheid:

Overall een cijfer van ≥ 7,0.

Klanttevredenheidscijfer kwaliteit voor ontvangen producten/diensten

 

Klanttevredenheidscijfer voor communicatie over producten/diensten.

 

Weer:

 

Beschikbaarheid en ferequentie van de dagelijkse weersverwachtingen.

Minimaal 3x per dag, 365 dagen per jaar.

Percentage uitgegeven weerswaarschuwingen waarna daadwerkelijk gevaarlijk weer is opgetreden.

≥ 60%

Percentage van het algemeen publiek dat wordt bereikt met weerwaarschuwingen

≥ 80%

Percentage van het algemeen publiek dat gedrag aanpast na een weerwaarschuwing (code oranje of rood)

≥ 65%

Klimaat:

 

Beschikbaarheid klimaatbericht KNMI

Minimaal wekelijks 1 bericht

Klanttevredenheid onder gebruikers klimaatproducten KNMI

Overall een cijfer van ≥ 7,0.

Seismologie:

 

Publicatie bevingen in Nederland met magnitude ≥ 3

≥ 98%

Publicatie bevingen in Groningen met magnitude ≥ 1.5

≥ 98%

Percentage burgers dat KNMI op seismologisch gebied als betrouwbaar beschouwt

≥ 75%

Klanttevredenheid onder gebruikers seismologische producten KNMI

Overall een cijfer van ≥ 7,0.

Meetnetwerk en data verspreiding:

 

Beschikbaarheid van meetnetwerk en data met betrekking tot weer

≥ 98,5%

Beschikbaarheid van meetnetwerk en data met betrekking tot klimaat

≥ 98,5%

Beschikbaarheid van meetnetwerk en data met betrekking tot seismologie

≥ 98,5%

Luchtvaart-meteorologische dienstverlening:

Overall een rapportcijfer van ≥ 7,0.

Klanttevredenheidscijfer kwaliteit voor ontvangen producten/diensten.

 

Klanttevredenheidscijfer voor communicatie over producten/diensten.

 

Wetenschappelijk onderzoek:

 

Aantal wetenschappelijke publicaties

Minimaal 65 per jaar

Toelichting

Algemene klanttevredenheid

Deze indicator is een maatstaf voor de kwaliteit van dienstverlening van het KNMI aan haar directe afnemers, zowel aan betalende klanten als gebruikers van publiek-beschikbare data (extranet).

Dit klantbelevingsonderzoek zal iedere twee jaar afgenomen worden onder (professionele) gebruikers van KNMI producten en data en is daarmee een belangrijke aanvulling op het publiekgerichte imago-onderzoek. Daarbij wordt zowel gekeken naar productinhoudelijke als communicatieve aspecten. Het KNMI streeft naar een overall klanttevredenheidscijfer van ≥ 7,0.

Weer

Het KNMI brengt 3 keer per dag een weersverwachting uit. Weerswaarschuwingen worden uitgegeven op basis van de weersomstandigheden en zijn daarom niet genormeerd in aantal. Voor uitgegeven weerwaarschuwingen (code oranje en rood) wordt na afloop geëvalueerd in hoeverre daadwerkelijk gevaarlijk weer is opgetreden. In het imago-onderzoek (1x per 2 jaar) wordt onderzocht in hoeverre waarschuwingen burgers bereiken en leiden tot gedragsaanpassing.

Klimaat

Het KNMI informeert het algemeen publiek wekelijks ten aanzien van het klimaat middels een klimaatbericht. Daarnaast zal de klanttevredenheid van de gebruikers van klimaat-gerelateerde producten ook apart worden uitgelicht bij het klantbelevingsonderzoek.

Seismologie

Voor seismologie informeert het KNMI het algemeen publiek over elke beving in Nederland met een magnitude van 3,0 of hoger. Het uitgebreidere seismologische meetnetwerk in Groningen stelt het KNMI in staat om voor dit gebied ook alle bevingen met een magnitude van 1,5 of hoger waar te nemen. Voorwaarde voor waarneming is de beschikbaarheid van het netwerk, vandaar dat de norm hiervoor op minimaal 98% is gesteld. Ten aanzien van de kwaliteit van dienstverlening en berichtgeving zal ook gekeken worden naar de geloofwaardigheid van het KNMI onder burgers (imago-onderzoek) en de klanttevredenheid van de professionele gebruikers van seismologische data (klantbelevingsonderzoek).

Meetnetwerk en data verspreiding

Voor de beschikbaarheid van het meetnetwerk wordt een norm van ≥ 98,5% gehanteerd en wordt specifiek gekeken naar het netwerk voor weer, klimaat en seismologie.

Luchtvaart-meteorologische dienstverlening

Aangezien dit een specifieke categorie van de taken van het KNMI betreft wordt voor de luchtvaartsector (onder andere LVNL, vliegvelden en luchtvaartmaatschappijen) de klanttevredenheid separaat uitgelicht.

Wetenschappelijk onderzoek

Het KNMI realiseert minimaal 65 wetenschappelijke publicaties per jaar. Wetenschappelijk onderzoek is echter geen kwantitatief doel op zich, maar ondersteunend aan de overige taken en beleidsdoelstelling van het KNMI.

Hieronder volgt voor de volledigheid de realisatie tot en met 2019 van de vervangen indicatoren:

Tabel 67 Indicatoren en kengetallen m.b.t. weers- en maritieme verwachtingen
 

Realisatie

Streefwaarde/ norm

 

2015

2016

2017

2018

2019

 

Indicatoren

      

Algemene weersverwachtingen en adviezen

      

– afwijking min.temperatuur (°C)

0,45

0,44

0,34

0,17

0,31

ABS[1] (<0,5)

– afwijking max.temperatuur (°C)

‒ 0,31

‒ 0,36

‒ 0,31

‒ 0,34

‒ 0,41

ABS (<0,5)

– gemiddelde afwijking windsnelheid (m/s)

0,00

0,26

‒ 0,12

‒ 0,1

0,13

ABS (<1,0)

Maritieme verwachtingen

      

– tijdigheid marifoonbericht (%)

99,5

98,9

99,4

99,8

99,5

> 99

Gereviewde publicaties

120

113

139

112

95

> 80

Kengetallen

      

Aantal uitgegeven weeralarmen

1

2

1

1

1

 

Percentage tijdige beschikbaarheid van de meteorologische producten (Bron: EUMETSAT)

>98,5

>98,5

>98,5

>98,5

>98,5

>98,5

Bron: KNMI, 2020

Toelichting

De indicatoren ten aanzien van algemene weers- en maritieme verwachtingen geven een indruk van de tijdigheid van de berichtgeving door het KNMI en de gemiddelde afwijking van verwachte waardes voor temperatuur en windsnelheid ten opzichte van de uiteindelijk waargenomen waardes. Voor bepaling van het kengetal voor de minimum- en maximumtemperatuur wordt gebruikgemaakt van de verwachting die de meteoroloog bepaalt om 09.00 uur ’s ochtends voor de dag van morgen, voor de regio midden-Nederland. De minimum temperatuur wordt na ca. 24 uur bereikt en de maximum temperatuur na ca. 30 uur. De bias tussen de verwachte- en opgetreden minimum- en maximumtemperatuur (het gemiddelde van de weerstations in midden-Nederland) wordt middels een geautomatiseerd systeem gegenereerd. Deze waarden worden maandelijks bepaald. Het aantal gereviewde publicaties in vooraanstaande wetenschappelijke tijdschriften is een maatstaf voor de kwantiteit en kwaliteit van het onderzoek van het KNMI.

Het aantal weeralarmen is afhankelijk van de weersomstandigheden; hierdoor is er geen norm aan te verbinden. Bovendien is het afgeven van een weeralarm geen doel op zich. Wel is belangrijk dat het instrument weeralarm effectief wordt ingezet om de samenleving tijdig te waarschuwen voor maatschappij-ontwrichtend weer. In het jaarverslag zal worden ingegaan op het aantal opgetreden weeralarm-situaties en de mate waarin het KNMI gegrond heeft gewaarschuwd, dan wel gegrond niet heeft gewaarschuwd.

Het kengetal tijdige beschikbaarheid van de meteorologische producten geeft een beeld van de tijdige beschikbaarheid van de gegevens van de METEOSAT- en METOP-satellieten voor de meteorologische producten van het KNMI. Indien de streefwaarden niet worden gehaald, heeft dat een negatieve impact op de kwaliteit van de weersverwachting op de dagen van gebrekkige beschikbaarheid van de waarnemingen. Het gevolg hiervan is afhankelijk van de dan optredende weerssituatie.

De gevolgen van klimaatverandering zullen op termijn ook merkbaar worden in de weersomstandigheden wat mogelijk zal leiden tot meer overstromingen, meer droogte en hitte, meer extreme buien en zwaardere windstoten. Het maatschappelijke en economische belang van de kwaliteit, continuïteit en betrouwbaarheid van waarschuwingen en adviezen neemt hierdoor toe. Daarmee neemt de noodzaak om de samenleving eerder en preciezer te waarschuwen en adviseren ook toe. En dan niet alleen voor extreem weer, ook aardbevingen, zonnestormen of toekomstig (extreem) weer maken daar onderdeel van uit ‘(multi hazard’). In de periode 2020 ‒ 2025 werkt het KNMI aan de realisatie van het Early Warning Centre (EWC), van waaruit adviezen en waarschuwingen op het terrein van meteorologie, klimatologie, seismologie en aardobservatie worden gegeven en producten optimaal worden toegesneden op de behoeften van afnemers en het publiek. 

Om de ambities te realiseren is het nodig om de ICT integraal en fundamenteel op een hoger plan te brengen. Hiervoor is een I-strategie opgesteld waarvan de implementatie in 2020 als programma is gestart. De aanpak laat zich vooral kenmerken door het iteratieve karakter en de intensieve samenwerking met de staande organisatie om de plannen direct in de praktijk te toetsen, bij te stellen en te borgen. De werkwijze wordt geleidelijk ontwikkeld naar het alleen nog maar Werken onder Architectuur.

Ook modernisering van de waarneeminfrastructuur wordt als een programma uitgevoerd (Modernisering Waarneeminfrastructuur (MWI)). De realisatiefase is in 2020 gestart. Een van de belangrijkste sporen is een aanbesteding voor een deel van de nieuwe waarneeminfrastructuur en parallel de opbouw van de organisatie voor doorontwikkeling en beheer. Voor het Vrijwillig Neerslag Meetnet (VNM) wordt een nieuwe tool ontwikkeld voor het verzamelen van data. Voor metingen op schepen (de zgn. VOS-vloot) zal de verzameling deelnemende schepen geoptimaliseerd worden. Op deze schepen zullen automatische meetsystemen worden geïnstalleerd die door het KNMI zijn ontwikkeld in samenwerking met buitenlandse partners.

Tabel 68 Tabel Budgettaire gevolgen van beleid art. 23 (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

55.852

59.537

60.011

59.428

54.332

52.435

52.984

        

Uitgaven

55.242

59.650

59.046

58.342

51.366

51.349

50.018

Waarvan juridisch verplicht

  

100%

    
        

1 Meteorologie en seismologie

33.607

38.452

42.326

40.959

40.771

39.684

35.350

Bijdrage aan agentschappen

32.763

35.112

38.986

37.619

37.431

36.344

32.010

- Waarvan bijdrage aan meteorologie

31.490

33.059

36.933

36.025

35.836

34.749

30.415

- Waarvan bijdrage aan seismologie

1.273

1.010

1.011

942

943

943

943

- Waarvan bijdrage aan Caribisch Nederland

0

1.043

1.042

652

652

652

652

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

844

3.340

3.340

3.340

3.340

3.340

3.340

- Contributie WMO (HGIS)

844

940

940

940

940

940

940

- Contributie ECMWF (HGIS)

0

2.400

2.400

2.400

2.400

2.400

2.400

        

2 Aardobservatie

21.635

21.198

16.720

17.383

10.595

11.665

14.668

Bijdrage aan agentschappen

21.635

21.198

16.720

17.383

10.595

11.665

14.668

- Waarvan bijdrage aan agentschap KNMI

21.635

21.198

16.720

17.383

10.595

11.665

14.668

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

Budgetflexibiliteit

De uitgaven voor de bijdrage aan het agentschap KNMI zijn volledig juridisch verplicht. De bijdrage aan het agentschap KNMI heeft een structureel karakter.

1 Meteorologie en seismologie

Bijdrage aan agentschappen

KNMI Meteorologie

  • Reguliere uitgifte van een algemeen weerbericht en van waarschuwingen voor gevaarlijk weer (code geel, code oranje en weeralarm);

  • Ter beschikkingstelling van de meteorologische basisdata van het nationale meteorologische meetnet en de nationale meteorologische modelinfrastructuur, op basis van een open databeleid;

  • Ter beschikkingstelling van data, informatie en kennis over het huidige klimaat;

  • Het leveren van projecties over het toekomstige klimaat (klimaatscenario’s);

  • Verrichten van strategisch en toegepast onderzoek en het geven van beleidsadviezen op het gebied van de meteorologie;

  • Internationale vertegenwoordigingen op het gebied van de meteorologie (met name WMO, EUMETSAT en ECMWF);

  • Beantwoorden van vragen vanuit de maatschappij over weer en klimaat.

KNMI Seismologie

  • Continue monitoring van natuurlijke en geïnduceerde seismiciteit in Nederland;

  • Verrichten van strategisch en toegepast onderzoek en het geven van beleidsadviezen op het gebied van de seismologie;

  • Beantwoorden van vragen vanuit de maatschappij op het gebied van aardbevingen en tsunami’s;

  • Verrichten van waarnemingen en onderzoek ten behoeve van het Nationaal Data Centre (NDC) voor de CBTBO.

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

De beschikbare middelen worden gebruikt om de Nederlandse contributies aan de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) en het European Centre for Medium-Range Weather Forecasts (ECMWF) te voldoen. Deelname aan de activiteiten van de WMO en het ECMWF wordt gefinancierd uit HGIS.

WMO

De WMO is de overkoepelende gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties op het gebied van weer, klimaat en water. De WMO is van groot belang voor internationale samenwerking op meteorologisch gebied, de uitwisseling van meteorologische gegevens en producten en het bevorderen van wetenschappelijk onderzoek op het gebied van weer en klimaat.

ECMWF

Het Europees Centrum voor Weersverwachtingen op de Middellange Termijn (ECMWF), gevestigd in Reading, UK, is een intergouvernementele organisatie van 22 Europese lidstaten, waaronder Nederland. Het ECMWF ontwikkelt en onderhoudt numerieke globale weermodellen voor middellange en lange termijn weersverwachtingen. De operationele numerieke weersverwachtingen van het ECMWF worden 24/7 verspreid aan afnemers binnen de lidstaten. Ook stelt het ECMWF computer rekencapaciteit beschikbaar aan de lidstaten. Vanwege de Brexit is besloten om het Copernicus-gedeelte van het ECMWF naar het Europese vasteland te verplaatsen. Het is nog onduidelijk waar dit onderdeel zal worden gevestigd.

2 Aardobservatie

Bijdrage aan agentschappen

KNMI

Het verzorgen van de waarnemingen vanuit polaire en geostationaire weersatellieten wordt in Europees verband uitgevoerd door EUMETSAT, een intergouvernementele organisatie van 30 lidstaten. Deze operationele satellieten leveren informatie die onontbeerlijk is voor het monitoren van weer en klimaat. Het KNMI vertegenwoordigt Nederland bij EUMETSAT. Het budget van EUMETSAT en daarmee ook de contributie aan EUMETSAT wordt jaarlijks in de Council vastgesteld.

De begroting volgt in grote lijnen de begroting van EUMETSAT. Deze begroting kende in de periode 2018-2022 een piek door het samenvallen van een aantal programma’s. Vanaf 2023 wordt de begroting van EUMETSAT lager waardoor ook de hier begrote bedragen lager zijn. Echter, de contributies van lidstaten aan EUMETSAT zijn mede afhankelijk van de kosten voor de ontwikkeling van de nieuwe generatie satellieten. Dergelijke programma’s kunnen soms vertraagd worden, zoals door een technisch probleem bij de ontwikkeling. Dit leidt tot een verschuiving van kosten naar latere jaren en soms ook een reductie van de contributie in het daaropvolgende jaar.

38

European Organisation for the Exploitation of Meteorological Satellites; www.eumetsat.int.

39

European Centre for Medium-Range Weather Forecasts; www.ecmwf.int.

40

World Metereological Organization; www.wmo.ch.

Licence