Base description which applies to whole site

Artikel 12 Rijksbijdragen

De overheid borgt voldoende dekking in sociale fondsen.

De financiering van de sociale fondsen loopt hoofdzakelijk via premie-inning. In een aantal gevallen acht de overheid premieheffing niet wenselijk, bijvoorbeeld om te voorkomen dat premiepercentages blijvend toenemen en daarmee een evenwichtige koopkrachtontwikkeling in de weg staan. In andere gevallen acht de overheid financiering van een regeling via de algemene middelen passender, maar wordt wel gekozen voor uitvoering via de sociale fondsen. De sociale fondsen worden in dat geval via rijksbijdragen voorzien van voldoende financiering.

De Minister financiert de sociale fondsen uit de algemene middelen, al dan niet in aanvulling op premieheffing. Hij is in deze rol verantwoordelijk voor:

  • de vaststelling van de hoogte van de rijksbijdragen aan de desbetreffende sociale fondsen;

  • het betalen van de rijksbijdragen aan de sociale fondsen.

Voor 2021 zijn er geen beleidswijzigingen op dit artikel.

Tabel 103 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 12 (bedragen x € 1.000)
 

2019

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Verplichtingen

17.426.873

20.159.500

22.756.024

23.390.851

23.699.121

24.171.823

25.132.338

        

Uitgaven

17.426.873

20.159.500

22.756.024

23.390.851

23.699.121

24.171.823

25.132.338

waarvan juridisch verplicht

  

100%

    
        

Bijdrage aan sociale fondsen

17.426.873

20.159.500

22.756.024

23.390.851

23.699.121

24.171.823

25.132.338

Kosten heffingskortingen AOW

2.209.900

2.029.300

2.300.400

2.363.300

2.419.100

2.494.800

2.558.600

Vermogenstekort Ouderdomsfonds

14.881.500

17.851.600

20.197.900

20.777.000

21.024.900

21.418.000

22.311.700

Tegemoetkoming arbeidsongeschikten

160.212

157.368

156.131

158.065

160.686

162.751

164.529

Zwangere zelfstandigen

175.261

80.671

79.623

81.219

83.168

85.005

86.242

Transitievergoeding

0

40.561

21.970

11.267

11.267

11.267

11.267

        

Ontvangsten

8.410

82

0

0

0

0

0

Budgetflexibiliteit

Bijdrage aan sociale fondsen:

De bijdragen aan sociale fondsen zijn 100% juridisch verplicht. De rijksbijdrage in de kosten van heffingskortingen AOW en het vermogenstekort Ouderdomsfonds zijn juridisch verplicht volgens de Wet financiering sociale verzekeringen. De rijksbijdrage tegemoetkoming arbeidsongeschikten is juridisch verplicht volgens de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA), de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ) en de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO). De rijksbijdrage zwangere zelfstandigen is juridisch verplicht volgens de Wet arbeid en zorg. De Rijksbijdrage transitievergoeding komt voort uit de Wet aanpassing transitievergoeding bij bedrijfseconomische redenen en langdurige arbeidsongeschiktheid. Hoofdstuk 5.1, sociale fondsen SZW, gaat nader in op de financiering van de sociale fondsen.

Bijdrage aan sociale fondsen

Rijksbijdrage in de kosten van heffingskortingen AOW

Deze rijksbijdrage compenseert de gewijzigde premieopbrengst die het gevolg is van de invoering van de Wet inkomstenbelasting 2001. De hoogte van deze rijksbijdrage wordt jaarlijks aangepast aan de geraamde kosten van de heffingskortingen en wijzigingen van de belasting- en premietarieven in de eerste schijf.

Budgettaire ontwikkelingen

De uitgaven aan de BIKK AOW nemen in 2021 toe. Dat heeft twee oorzaken. Ten eerste neemt de omvang van de heffingskortingen toe, omdat bijvoorbeeld de arbeidskorting en de algemene heffingskorting worden verhoogd. De rijksbijdragen in de kosten van heffingskortingen stijgen dan mee. Ten tweede daalt per 2021 het belastingtarief van de 1e schijf. Hiermee wordt het aandeel van de AOW-en WLZ-premies in de kosten van de heffingskortingen groter en de compensatie daarvoor via de rijksbijdrage dus ook.

Rijksbijdrage vermogenstekort Ouderdomsfonds

De uitgaven uit het Ouderdomsfonds worden grotendeels gedekt door de premie-inkomsten. De hoogte van de AOW-premie is echter wettelijk gemaximeerd om te voorkomen dat de groeiende AOW-uitgaven leiden tot een alsmaar stijgende AOW-premie en een onevenwichtige koopkrachtontwikkeling. Dit leidt tot een jaarlijks exploitatietekort in het Ouderdomsfonds. De rijksbijdrage Ouderdomsfonds is bedoeld om het exploitatietekort in het Ouderdomsfonds aan te vullen zodat er een neutrale kaspositie voor dit fonds bestaat.

Budgettaire ontwikkelingen

De uitgaven aan de rijksbijdrage vermogenstekort Ouderdomsfonds stijgen in 2021. Dat komt enerzijds doordat de premie-inkomsten van het Ouderdomsfonds lager worden geraamd. Hierdoor moet de rijksbijdrage hoger zijn om het exploitatietekort van het fonds aan te vullen. Tegelijkertijd blijven de AOW-uitgaven stijgen. Ook dat zorgt voor een hogere rijksbijdrage.

Rijksbijdrage tegemoetkoming arbeidsongeschikten

De Wet Tegemoetkoming Chronisch zieken en Gehandicapten (Wtcg) is vanaf 2014 afgeschaft. De regeling van de tegemoetkoming arbeidsongeschikten is overgeheveld van de Wtcg naar de WIA, de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong), de WAZ en WAO. De tegemoetkomingen voor de categorieën WAO, WAZ, IVA en WGA worden gefinancierd uit een rijksbijdrage die in het Toeslagenfonds wordt gestort. In deze rijksbijdrage zijn daarnaast de uitvoeringskosten van UWV opgenomen. De tegemoetkomingen voor arbeidsongeschikten worden verantwoord op de beleidsartikelen 3 en 4.

Budgettaire ontwikkelingen

De AO-tegemoetkoming stijgt licht de komende jaren door de verwachte stijging van het aantal rechthebbenden in de onderliggende regelingen.

Rijksbijdrage zwangere zelfstandigen

De regeling Zelfstandig en Zwanger (ZEZ) voorziet in een uitkering aan zelfstandigen voorafgaand aan en volgend op de bevalling (zie ook beleidsartikel 6). Deze regeling wordt gefinancierd via een rijksbijdrage aan het Arbeidsongeschiktheidsfonds. Ook de uitkeringen voor zwangere alfahulpen worden via deze rijksbijdrage gefinancierd. In deze rijksbijdrage zijn daarnaast de uitvoeringskosten van UWV opgenomen.

Budgettaire ontwikkelingen

De geraamde uitgaven aan de ZEZ zijn de komende jaren redelijk constant.

Rijksbijdrage transitievergoeding

De Wet transitievergoeding bij ontslag wegens bedrijfseconomische omstandigheden of langdurige arbeidsongeschiktheid regelt vanaf 1 april 2020 compensatie voor werkgevers voor verstrekte transitievergoedingen aan werknemers van wie de dienstbetrekking is geëindigd na langdurige arbeidsongeschiktheid. De regeling kent terugwerkende kracht tot 1 juli 2015. Dit wetsvoorstel wordt grotendeels gefinancierd via werkgeverspremies. Voor een klein deel is er een rijksbijdrage aan het Algemeen Werkloosheidsfonds.

Budgettaire ontwikkelingen

De rijksbijdrage transitievergoeding bedraagt structureel circa € 11 miljoen. In 2020 en 2021 vindt compensatie van werkgevers met terugwerkende kracht tot 1 juli 2015 plaats. Hierdoor is de rijksbijdrage in 2020 en 2021 hoger.

Licence