De overheid voorziet de uitvoeringsorganisaties van financiële middelen voor een rechtmatige, doelmatige, doeltreffende en klantgerichte uitvoering van socialezekerheidsregelingen, binnen de kaders die de overheid stelt.
De uitvoering van de socialezekerheidswetten vindt mede plaats door ZBO’s en RWT’s. De Minister van SZW bepaalt de kaders waarbinnen de uitvoering tot stand komt en stelt uitvoeringsbudget ter beschikking aan Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) inclusief het Bureau Keteninformatisering Werk en Inkomen (BKWI), de Sociale Verzekeringsbank (SVB) en het Inlichtingenbureau (IB). Hij maakt daarbij prestatieafspraken en stuurt op rechtmatige, doelmatige, doeltreffende en klantgerichte uitvoering. Hiertoe is een planning- en controlcyclus ingericht tussen de uitvoeringsorganen en het ministerie.
De Minister is verantwoordelijk voor het doen uitvoeren van de socialezekerheidswetgeving door de uitvoeringsorganen en draagt zorg voor:
– de vormgeving, het onderhoud en de werking van het stelsel van wet- en regelgeving (wet SUWI) waarbinnen de uitvoeringsorganen opereren;
– de vormgeving van het stelsel van socialezekerheidswetten die UWV en de SVB uitvoeren;
– de vaststelling van de budgetten die aan UWV, de SVB en het IB beschikbaar worden gesteld met daarbij passende prestatieafspraken;
– de sturing van en het toezicht op de rechtmatige, doelmatige, doeltreffende en klantgerichte uitvoering door UWV, de SVB en het IB en de verantwoording daarover;
– de vaststelling van de omvang van de middelen die aan de Landelijke Cliëntenraad (LCR) beschikbaar worden gesteld.
Prestatie-indicatoren UWV en SVB
In onderstaande tabellen zijn indicatoren voor UWV en de SVB weergegeven die de doelmatigheid, rechtmatigheid en klantgerichtheid van de uitvoering weergeven.
Voor de beleidswijzigingen per wet wordt verwezen naar de overige beleidsartikelen.
Stand van de uitvoering sociale zekerheid
In de Stand van de uitvoering is veel aandacht voor de gevolgen van de coronacrisis voor de uitvoering van de sociale zekerheid. Beide ZBO's zijn erin geslaagd om hogere volumes weg te werken en nieuwe taken met spoed op te pakken. In de brief wordt nader ingegaan op de maatregelen die UWV heeft moeten nemen om de dienstverlening te continueren (Kamerstukken II 2019/20, 26 448, nr. 634). Ook in 2021 zal de werkloosheid groot zijn. De nadruk wordt hierbij gelegd op het garanderen van de continuïteit van de dienstverlening en tijdigheid van betalingen.
Ministeriële Commissie Uitvoering (MCU)
Het kabinet heeft de Ministeriële Commissie Uitvoering (MCU) ingesteld. Via de samenhangende agenda «Werk voor de uitvoering» wordt gewerkt aan een aanpak voor urgente uitdagingen in de uitvoering. In september wordt het rapport «Werk aan uitvoering: handelingsperspectieven en samenvatting analyse» naar de Tweede Kamer verzonden. In dit rapport worden concrete handelingsperspectieven geschetst voor verbetering van de dienstverlening, wendbaarheid en toekomstbestendigheid voor de korte en langere termijn.
Intensivering uitvoering Sociale Zekerheid
De uitvoering van de sociale zekerheid is kwetsbaar en de continuïteit in het verlenen van de juiste dienstverlening staat onder grote druk. Burgers en bedrijven raken hierdoor in toenemende mate in de knel. De oorzaken zijn divers: een combinatie van herhaalde taakstellingen, digitaliseringsoperaties, implementatie van complexe beleidsopgaven en personeelstekorten. Sluipenderwijs is achterstallig onderhoud ontstaan en is de kwaliteit onder druk komen te staan. De coronacrisis heeft op slag duidelijk gemaakt waar het op aan komt als het puntje bij het paaltje komt: wendbare uitvoering in de publieke sector. Bij voorjaarsnota 2019 heeft het kabinet voor de probleemanalyse «Werk aan Uitvoering» structureel € 19 miljoen gereserveerd. Dit geld wordt gereserveerd voor ICT bij de SVB. Daarbovenop stelt het kabinet nu structureel € 100 miljoen beschikbaar voor UWV, SVB en BKWI vanaf 2022. Doel van de inzet is het waarborgen van de continuïteit van de uitvoering van de sociale zekerheid. De € 100 miljoen wordt ingezet voor het onderhoud en modernisering van ICT, het verbeteren en maatwerk bieden in de dienstverlening en voor artsen- en handhavingscapaciteit. Voor BKWI wordt structureel extra ontwikkelcapaciteit beschikbaar gesteld.
Als onderdeel van het steun- en herstelpakket om de economische gevolgen van de coronacrisis op te vangen wordt in 2021 de werkgeversdienstverlening geïntensiveerd. Ook wordt er budget beschikbaar gesteld voor scholingsexperts ten behoeve van de uitvoering van de tijdelijke regeling scholingsbudget UWV.
Dienstverlening WW, WGA en Wajong
In 2016 is UWV gestart met een nieuw dienstverleningsmodel voor WW-gerechtigden. In het regeerakkoord heeft het kabinet vanaf 2019 € 70 miljoen structureel vrijgemaakt voor het versterken van persoonlijke dienstverlening aan WW-, Wajong- en WGA-gerechtigden door UWV. De dienstverlening is tot en met maart 2020 zowel kwantitatief als kwalitatief ontwikkeld. Door corona zal het in 2021 moeilijker worden om te voldoen aan de kwantitatieve en kwalitatieve doelstellingen.
De hogere instroom in de WW vraagt om een aanzienlijke opschaling van de capaciteit maar deze wordt beperkt door opleidings- en inwerkmogelijkheden. De hoge instroom in combinatie met het tekort aan uitvoeringscapaciteit leidt op korte termijn tot een gemiddeld minder intensieve dienstverlening. Vanwege de onzekerheid van het instroomvolume, het gemiddeld recht op WW en de afstand tot de arbeidsmarkt van werkzoekenden is nu niet te zeggen op welke termijn dit normaliseert.
Sinds 2017 vindt er een effectmeting plaats op de dienstverlening voor WW- gerechtigden door UWV. De eerste tussenrapportage van de effectmeting stond gepland om in het voorjaar van 2020 te verschijnen. Vanwege een methodologische tegenvaller heeft de publicatie van de eerste tussenrapportage vertraging opgelopen. Deze zal na de zomer met de Tweede Kamer gedeeld worden. De eindrapportage zal conform de planning eind 2021 met de Tweede Kamer gedeeld worden.
Het ingezette WGA-praktijkonderzoek naar de effecten van intensievere, persoonlijke dienstverlening is gestart. De coronacrisis heeft uiteraard gevolgen voor de arbeidsmarkt en de verwachting is dan ook dat het tevens moeilijker zal worden om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan werk te helpen.
Sociaal-medische beoordelingen
In de Stand van de uitvoering van december 2019 is aangekondigd in 2020 breed, met alle betrokkenen, over de toekomst van het sociaal-medisch beoordelen in gesprek te gaan. De afgelopen maanden vroeg de coronacrisis de volledige aandacht van alle betrokkenen, maar begin juni zijn de gesprekken hierover hervat. Ook blijft UWV werken aan het zo snel en zo breed mogelijk invoeren van taakdelegatie, om de beperkte capaciteit van verzekeringsartsen beter te benutten. In de tweede helft van 2020 wordt bepaald welke wijzigingen van wet- en regelgeving hiervoor exact worden voorgesteld, ook na nadere afstemming met UWV en de relevante beroepsgroepen.
Tevens worden samen met UWV afspraken gemaakt over het gemotiveerd aanvragen van WIA-herbeoordelingen. Op basis van een goede motivatie kunnen deze beoordelingen sneller en beter verlopen.
In februari is UWV daarnaast van start gegaan met het aangekondigde experiment om maatwerk te leveren aan WIA-gerechtigden in de categorie ‘WGA 80-100 medisch’. Het experiment zal begin 2021 worden afgerond.
Ook zal UWV in kaart brengen op welke manier een andere invulling van de eerstejaarsziektewetbeoordeling zou kunnen leiden tot een afname van het aantal verzekeringsartsen dat UWV voor die beoordeling nodig heeft. Al deze maatregelen en ontwikkelingen zullen worden toegelicht in de Stand van de uitvoering die in december naar de Tweede Kamer wordt verzonden.
Handhaving
Voor de bestrijding van WW fraude worden in 2021 aanvullende stappen gezet zoals het doorvoeren van aanpassingen in het adressenbeleid en het vertaalbeleid. Verder worden er verschillende risicomodellen ontwikkeld. Vanwege de coronacrisis is de business case verwijtbare werkloosheid die in 2020 zou starten uitgesteld. Het streven is om dit op 1 januari 2021 weer op te pakken. In november zullen SZW en UWV bezien in hoeverre dat realistisch is.
Er is een breed extern onderzoek naar misbruikrisico's. Doelstelling van het onderzoek is om zowel inzicht te krijgen in de misbruikrisico’s als het ontwikkelen van een integraal afwegingskader zodat UWV en SZW op een systematische wijze een gedeeld beeld hebben van de risico’s en de prioritering daarvan. In 2019 is de WW doorgelicht. Begin dit jaar is de doorlichting van de ZW en de WIA gestart, die naar verwachting eind oktober 2020 wordt afgerond.
Het structureel beschikbare budget voor handhaving van UWV is in 2020 structureel verhoogd met € 7,3 miljoen. Zowel bij het oppakken van meldingen als het doen van thematische handhavingsonderzoeken moest worden geprioriteerd. Daarom is er een aanvullend bedrag ter versterking van handhaving toegekend van € 10,5 miljoen in 2020 en structureel € 12,7 miljoen vanaf 2021.
Investeringen in ICT en personeelsbeleid
Vanaf 2017 werkt de SVB aan een meerjarig projectportfolio. Om de stabiliteit en wendbaarheid te vergroten, wordt ingezet op verdere technische vernieuwing, vermindering van de complexiteit en op de inzet van moderne techniek. Op het gebied van personeel wil de SVB meer wendbaar, flexibel en toekomstbestendig worden. De strategische personeelsplanning is hierin leidend.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 519.087 | 606.979 | 655.858 | 572.373 | 537.133 | 545.031 | 541.486 |
Uitgaven | 519.222 | 606.979 | 655.858 | 572.373 | 537.133 | 545.031 | 541.486 |
waarvan juridisch verplicht | 100% | ||||||
Bijdrage aan ZBO’s/RWT's | 518.540 | 606.254 | 655.138 | 571.677 | 536.437 | 544.335 | 540.790 |
Uitvoeringskosten UWV | 396.851 | 457.427 | 511.385 | 403.443 | 372.860 | 372.655 | 372.067 |
Uitvoeringskosten SVB | 112.726 | 137.634 | 135.727 | 160.208 | 155.551 | 163.654 | 160.697 |
Uitvoeringskosten IB | 8.963 | 11.193 | 8.026 | 8.026 | 8.026 | 8.026 | 8.026 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 682 | 725 | 720 | 696 | 696 | 696 | 696 |
Landelijke Cliëntenraad | 682 | 725 | 720 | 696 | 696 | 696 | 696 |
Ontvangsten | 52.252 | 173 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Budgetflexibiliteit
Bijdrage aan ZBO's/RWT's:
De bijdragen aan ZBO’s zijn 100% juridisch verplicht. Het betreft de uitvoeringsbudgetten van UWV, de SVB en het IB. Deze budgetten worden bij de goedkeuring van de jaarplannen vastgesteld.
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties:
De bijdrage aan nationale organisaties is 100% juridisch verplicht. Het betreft een bijdrage aan de LCR. Het budget wordt bij goedkeuring van het jaarplan vastgesteld.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Uitgaven | 1.506.518 | 1.804.955 | 1.980.202 | 2.057.354 | 2.068.110 | 2.107.658 | 2.151.099 |
Bijdrage aan ZBO’s/RWT's | 1.506.518 | 1.804.955 | 1.934.073 | 1.976.265 | 1.948.032 | 1.945.799 | 1.945.634 |
Uitvoeringskosten UWV | 1.359.118 | 1.655.716 | 1.798.666 | 1.836.275 | 1.814.803 | 1.811.187 | 1.811.434 |
Uitvoeringskosten SVB | 147.400 | 149.239 | 135.407 | 139.990 | 133.229 | 134.612 | 134.200 |
Nominaal | 0 | 0 | 46.129 | 81.089 | 120.078 | 161.859 | 205.465 |
Ontvangsten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
De Minister van SZW stelt de financiële kaders vast voor UWV, de SVB en het Inlichtingenbureau, waarbinnen deze organisaties hun jaarplannen dienen op te stellen. Deze financiële kaders hebben alleen betrekking op de uitvoering van SZW-taken door genoemde ZBO’s. In de jaarplannen nemen UWV en de SVB een verdeling van de uitvoeringskosten naar wet en/of fonds op. De Minister stuurt in eerste aanleg op het totaalbudget per organisatie. Uitgangspunt daarbij is dat de organisaties zelfstandig de uitvoering organiseren en over de realisatie via het jaarverslag verantwoording afleggen aan de Minister van SZW.
Budgettaire ontwikkelingen
De uitvoeringskosten van UWV en de SVB wijzigen gedurende de jaren als gevolg van beleidswijzigingen en van volumeontwikkelingen in de onderscheiden wetten.
Per saldo stijgen de uitvoeringskosten (begrotings- en premiegefinancierd) van UWV in 2021 met circa €224 miljoen. De stijging heeft te maken met de forse oploop van de WW-volumes als gevolg van corona en de tijdelijke noodmaatregelen van het steunpakket die UWV uitvoert, zoals de NOW 1, NOW 2 en de Tofa.
Per saldo dalen de uitvoeringskosten (begrotings- en premiegefinancierd) van de SVB met circa € 16 miljoen. Deze daling is voor een groot deel het gevolg van een piek in de implementatiekosten van EESSI in 2020.
In de tabellen 101 en 102 zijn de uitvoeringskosten van UWV en de SVB toegedeeld aan de onderscheiden wetten en regelingen. Dit is een ex-ante raming op basis waarvan de bekostiging van ZBO’s plaatsvindt. De toedeling is extracomptabel. Hier is de loon- en prijsbijstelling nog niet aan toebedeeld.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
UWV (incl. BKWI) | 1.755.969 | 2.113.143 | 2.310.051 | 2.239.717 | 2.187.664 | 2.183.842 | 2.183.501 |
Begrotingsgefinancierd | 396.851 | 457.427 | 511.385 | 403.443 | 372.860 | 372.655 | 372.067 |
IOW | 2.586 | 2.514 | 2.510 | 3.130 | 3.939 | 4.394 | 4.525 |
Wajong | 141.938 | 172.198 | 159.009 | 149.406 | 148.957 | 147.230 | 146.233 |
Re-integratie Wajong1 | 123.860 | 104.132 | 103.907 | 103.941 | 104.120 | 104.315 | 104.608 |
Basisdienstverlening | 93.778 | 93.176 | 113.561 | 82.492 | 81.512 | 82.423 | 82.446 |
Beoordeling gemeentelijke doelgroep | 20.000 | 20.000 | 20.000 | 20.000 | 20.000 | 20.000 | 20.000 |
Wsw indicatiestelling | 4.048 | 1.405 | 1.359 | 1.315 | 1.272 | 1.232 | 1.195 |
Scholingsregeling WW | 1.020 | 780 | 780 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Scholingsexperiment WGA | 0 | 500 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
NOW 1.0 | 0 | 20.000 | 50.000 | 15.000 | 0 | 0 | 0 |
NOW 2.0 | 0 | 20.000 | 50.000 | 15.000 | 0 | 0 | 0 |
NOW 3.0 | 0 | 7.000 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
TOFA | 0 | 3.100 | 200 | 100 | 0 | 0 | 0 |
BKWI | 9.620 | 12.622 | 10.060 | 13.060 | 13.060 | 13.060 | 13.060 |
Premiegefinancierd | 1.359.118 | 1.655.716 | 1.798.666 | 1.836.275 | 1.814.803 | 1.811.187 | 1.811.434 |
WAO | 84.435 | 48.542 | 46.466 | 45.129 | 43.671 | 42.278 | 40.514 |
IVA | 128.844 | 103.974 | 104.582 | 105.898 | 111.030 | 116.898 | 121.653 |
WGA | 258.050 | 293.134 | 321.883 | 331.259 | 337.718 | 348.174 | 359.835 |
WAZ | 2.931 | 2.502 | 2.308 | 2.209 | 2.095 | 1.972 | 1.853 |
WW | 542.251 | 752.819 | 848.121 | 853.181 | 819.700 | 798.503 | 781.075 |
ZW | 310.854 | 328.263 | 348.426 | 371.277 | 372.366 | 373.909 | 375.507 |
WAZO | 11.103 | 5.969 | 5.971 | 5.972 | 5.973 | 5.974 | 5.976 |
Re-integratie WAZ/WAO/WIA/ZW1 | 126.805 | 120.513 | 120.909 | 121.348 | 122.250 | 123.479 | 125.020 |
Toevoeging aan bestemmingsfonds/egalisatiereserve | ‒ 106.155 |
Bron: SZW-administratie.
Dit zijn uitvoeringskosten. Re-integratie in de vorm van voorzieningen en/of trajecten staan weergegeven op beleidsartikel 3. De uitvoeringskosten re-integratie hebben betrekking op de werkzaamheden die UWV verricht ten behoeve van de inkoop van externe re-integratiediensten en de re-integratiedienstverlening voor werkzoekenden in de WIA, WAO en Wajong die UWV zelf aanbiedt.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
SVB | 260.126 | 286.953 | 271.134 | 300.198 | 288.780 | 298.266 | 294.897 |
Begrotingsgefinancierd | 112.726 | 137.714 | 135.727 | 160.208 | 155.551 | 163.654 | 160.697 |
AKW | 71.216 | 95.961 | 93.253 | 118.032 | 112.703 | 119.937 | 115.530 |
TAS | 1.278 | 2.980 | 2.327 | 1.635 | 1.562 | 1.535 | 1.533 |
KOT/WKB | 8.333 | 5.634 | 5.634 | 5.634 | 5.634 | 5.634 | 5.634 |
AIO | 28.901 | 30.581 | 31.992 | 32.888 | 33.649 | 34.564 | 36.036 |
Bijstand buitenland | 265 | 224 | 224 | 224 | 224 | 223 | 224 |
OBR | 600 | 503 | 489 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Remigratiewet | 2.133 | 1.832 | 1.808 | 1.794 | 1.779 | 1.762 | 1.740 |
Premiegefinancierd | 147.400 | 149.239 | 135.407 | 139.990 | 133.229 | 134.612 | 134.200 |
AOW | 135.800 | 140.333 | 126.962 | 131.674 | 124.961 | 126.371 | 126.017 |
Anw | 11.600 | 8.906 | 8.445 | 8.316 | 8.268 | 8.241 | 8.183 |
Bron: SZW-administratie.
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties
De Landelijke Cliëntenraad (LCR) is een overlegorgaan ingesteld bij Wet SUWI, waarin landelijke cliëntenorganisaties, vertegenwoordigers van gemeentelijke cliëntenraden en vertegenwoordigers van de centrale cliëntenraden van de SVB en UWV zitting hebben. De LCR heeft tot taak periodiek te overleggen met UWV, de SVB, de gemeenten en de Minister van SZW over onderwerpen op het terrein van werk en inkomen. De Minister van SZW stelt de financiële kaders vast voor de LCR, waarbinnen de LCR een jaarplan dient op te stellen.