Begroting 2023 (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) | Vastgestelde begroting t (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2024 | Mutatie 2025 | Mutatie 2026 | Mutatie 2027 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 16.187.537 | 0 | 16.187.537 | 12.665.603 | 28.853.140 | ‒ 1.208.814 | ‒ 1.556.688 | 110.847 | 323.033 |
Uitgaven | 16.187.863 | 0 | 16.187.863 | 12.780.403 | 28.968.266 | ‒ 1.208.814 | ‒ 1.556.688 | 110.847 | 323.033 |
1. Participatie en zelfredzaamheid van mensen met beperkingen | 439.638 | 0 | 439.638 | ‒ 180.056 | 259.582 | ‒ 9.199 | 5.171 | 41.470 | 67.450 |
Subsidies | 96.212 | 0 | 96.212 | ‒ 40.113 | 56.099 | ‒ 14.700 | ‒ 16.564 | ‒ 18.280 | 6.600 |
Toegang tot zorg en ondersteuning | 9.984 | 0 | 9.984 | ‒ 300 | 9.684 | ‒ 100 | 0 | 0 | 0 |
Passende zorg en levensbrede ondersteuning | 5.590 | 0 | 5.590 | 243 | 5.833 | 900 | 836 | 820 | 900 |
Inclusieve samenleving | 71.245 | 0 | 71.245 | ‒ 42.406 | 28.839 | ‒ 15.200 | ‒ 17.100 | ‒ 19.100 | 5.700 |
Kennis en informatiebeleid | 8.845 | 0 | 8.845 | 0 | 8.845 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 548 | 0 | 548 | 2.350 | 2.898 | ‒ 300 | ‒ 300 | 0 | 0 |
Opdrachten | 114.722 | 0 | 114.722 | 31.757 | 146.479 | 29.801 | 6.935 | 5.750 | 3.750 |
Bovenregionaal gehandicaptenvervoer | 62.231 | 0 | 62.231 | 0 | 62.231 | 0 | ‒ 2.000 | ‒ 2.000 | ‒ 2.000 |
Toegang tot zorg en ondersteuning | 1.783 | 0 | 1.783 | 500 | 2.283 | 500 | 500 | 500 | 0 |
Passende zorg en levensbrede ondersteuning | 2.651 | 0 | 2.651 | ‒ 100 | 2.551 | 2.350 | 2.350 | 2.350 | 1.850 |
Inclusiviteit | 35.903 | 0 | 35.903 | 28.191 | 64.094 | 20.743 | ‒ 300 | 400 | 400 |
Kennis, informatie en innovatiebeleid | 1.566 | 0 | 1.566 | 0 | 1.566 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Aanbesteden Sociaal Domein | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 10.588 | 0 | 10.588 | 3.166 | 13.754 | 6.208 | 6.385 | 4.500 | 3.500 |
Bijdragen aan agentschappen | 43.869 | 0 | 43.869 | ‒ 31.200 | 12.669 | ‒ 14.800 | 300 | 11.000 | 800 |
Overige | 43.869 | 0 | 43.869 | ‒ 31.200 | 12.669 | ‒ 14.800 | 300 | 11.000 | 800 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 13.329 | 0 | 13.329 | 0 | 13.329 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 13.329 | 0 | 13.329 | 0 | 13.329 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan medeoverheden | 144.706 | 0 | 144.706 | ‒ 133.500 | 11.206 | ‒ 9.500 | ‒ 7.500 | 10.000 | 37.500 |
Overige | 144.706 | 0 | 144.706 | ‒ 133.500 | 11.206 | ‒ 9.500 | ‒ 7.500 | 10.000 | 37.500 |
Storting/onttrekking begrotingsreserve | 26.800 | 0 | 26.800 | ‒ 7.000 | 19.800 | 0 | 22.000 | 33.000 | 18.800 |
Wonen en zorg voor ouderen | 26.800 | 0 | 26.800 | ‒ 7.000 | 19.800 | 0 | 22.000 | 33.000 | 18.800 |
2. Zorgdragen voor langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten | 15.748.225 | 0 | 15.748.225 | 12.960.459 | 28.708.684 | ‒ 1.199.615 | ‒ 1.561.859 | 69.377 | 255.583 |
Subsidies | 263.332 | 0 | 263.332 | ‒ 59.859 | 203.473 | 16.567 | 1.336 | ‒ 5.184 | ‒ 13.894 |
Zorg merkbaar beter maken | 163.987 | 0 | 163.987 | ‒ 46.911 | 117.076 | 18.580 | 2.955 | ‒ 3.616 | ‒ 320 |
Kennis, informatie en innovatiebeleid | 34.535 | 0 | 34.535 | ‒ 8.357 | 26.178 | 390 | 790 | 850 | 3.850 |
Palliatieve zorg en ondersteuning | 64.810 | 0 | 64.810 | ‒ 4.591 | 60.219 | ‒ 2.403 | ‒ 2.409 | ‒ 2.418 | ‒ 17.424 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bekostiging | 15.283.300 | 0 | 15.283.300 | 13.024.526 | 28.307.826 | ‒ 1.210.300 | ‒ 1.560.500 | 73.100 | 266.400 |
Bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK) | 4.883.300 | 0 | 4.883.300 | ‒ 24.800 | 4.858.500 | 289.700 | 139.500 | 223.100 | 216.400 |
Bijdrage Wlz | 10.400.000 | 0 | 10.400.000 | ‒ 1.450.000 | 8.950.000 | ‒ 1.500.000 | ‒ 1.700.000 | ‒ 150.000 | 50.000 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 14.499.326 | 14.499.326 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Inkomendoverdrachten | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Opdrachten | 21.738 | 0 | 21.738 | 6.757 | 28.495 | ‒ 1.066 | 828 | 6.764 | 7.258 |
Zorgdragen voor langdurige zorg | 21.738 | 0 | 21.738 | 6.757 | 28.495 | ‒ 1.066 | 828 | 6.764 | 7.258 |
Overige | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan agentschappen | 463 | 0 | 463 | 0 | 463 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 463 | 0 | 463 | 0 | 463 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bijdragen aan ZBO's/RWT's | 168.796 | 0 | 168.796 | ‒ 10.690 | 158.106 | ‒ 4.816 | ‒ 3.523 | ‒ 5.303 | ‒ 4.181 |
Uitvoeringskosten Sociale Verzekerings Bank | 48.378 | 0 | 48.378 | ‒ 9.915 | 38.463 | ‒ 9.239 | ‒ 9.964 | ‒ 9.964 | ‒ 9.964 |
Uitvoeringskosten Centrum Indicatiestelling Zorg | 120.418 | 0 | 120.418 | ‒ 775 | 119.643 | 4.423 | 6.441 | 4.661 | 5.783 |
Bijdragen aan medeoverheden | 10.596 | 0 | 10.596 | ‒ 275 | 10.321 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 10.596 | 0 | 10.596 | ‒ 275 | 10.321 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 5.691 | 0 | 5.691 | 3.502 | 9.193 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Overige | 5.691 | 0 | 5.691 | 3.502 | 9.193 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Toelichting
1. Participatie en zelfredzaamheid van mensen met beperkingen
Subsidies
Inclusieve samenleving
Er wordt € 29,5 miljoen verschoven van 2023 naar 2027 voor de stimuleringsregeling geclusterde woonvormen voor ouderen uit het programma wonen en zorg voor ouderen. Dit is onderdeel van een grotere kasschuif (€ 48,3 miljoen) voor deze regeling die deels ook plaatsvindt onder het artikelonderdeel 'Storting/onttrekking begrotingsreserve'. Daarnaast is er in 2023 € 9 miljoen (en structureel € 9,7 miljoen) voor valpreventie overgeheveld naar bijdragen aan medeoverheden. Deze middelen zijn onderdeel van de brede specifieke uitkering voor sport en bewegen, gezondheidsbevordering, cultuurparticipatie en de sociale basis 2023–2026. Verder wordt er € 2,7 miljoen overgeheveld van het opdrachten budget naar het subsidie budget voor de subsidie Ketenbureau I-sociaal domein. Daarnaast is vanwege verwachte onderuitputting structureel € 2,1 miljoen ingeboekt op dit artikelonderdeel. Er wordt in 2024 tevens € 3,6 miljoen gekort op het budget van de CA-maatregel intergenerationeel wonen oplopend tot structureel € 12 miljoen vanaf 2027. Dit is onderdeel van de compensatie van € 110 miljoen aan gemeenten in het kader van het Integraal Zorg Akkoord.
Opdrachten
Inclusiviteit
Voor de meerkosten die gemeenten maken ten behoeve van zorg voor Oekraïense ontheemden is € 45,9 miljoen geraamd voor 2023. Deze meerkostenregeling geldt voor de tweede helft van 2023 tot en met de eerste helft van 2024. Omdat er voor 2023 reeds € 15 miljoen staat op de VWS begroting, wordt een bedrag van € 30,9 miljoen voor de tweede helft van 2023 overgeheveld en de helft van € 45,9 miljoen voor de eerste twee kwartalen in 2024.
Verder wordt er in 2023 € 1,9 miljoen beschikbaar gesteld voor (een opdracht) IOC-Ouderzorg. Daar tegenover wordt in 2023 € 1,4 miljoen van artikelonderdeel Bijdrage aan medeoverheden overgeheveld naar dit artikelonderdeel voor opdrachten ten behoeve van de coalitieakkoord maatregel Respijtzorg.
OverigVanuit de Aanvullende Post van het ministerie van Financiën wordt er per 2024 circa € 6,5 miljoen (aflopend naar circa € 3 miljoen structureel) overgeboekt voor de uitvoering van de eigen bijdragen in de Wmo. Gegeven het genomen besluit in voorjaarsbesluitvorming over een andere inrichting van de eigen bijdrage in de Wmo, worden er nog nadere afspraken gemaakt over de inzet van deze middelen.
Er vindt voor 2023 een overheveling van € 10 miljoen plaats naar dit artikelonderdeel vanuit bijdrage aan agentschappen voor de eigen bijdrage Wmo. Verder wordt er voor 2023 € 2,7 miljoen overgeheveld van dit artikelonderdeel naar het artikelonderdeel subsidies voor de subsidie Ketenbureau I-sociaal domein. Daarnaast vinden er een aantal overhevelingen plaats vanuit dit budget naar andere budgetten voor onder andere personele kosten. Tenslotte is er in 2023 € 2,5 miljoen overgeheveld naar het CAK voor de uitvoering van de CA-maatregel passende eigen bijdrage huishoudelijke hulp.
Bijdragen aan agentschappen
Overig
De coalitieakoordmiddelen (€ 10 miljoen) voor de uitvoering van de eigen bijdrage Wmo zijn voor 2023 overgeheveld naar het onderdeel opdrachten op dit artikel. Daarnaast worden er in 2023 en 2024 respectievelijk € 19,1 miljoen en € 12,7 miljoen verschoven naar de jaren 2025 tot en met 2028 voor de Stimulering E-health Thuis regeling. Dit betreft een verschuiving van middelen uit het budget voor de CA-maatregel Woon-zorg combinaties en stimulering langer thuis wonen.
Bijdragen aan medeoverheden
Overig
Er wordt in 2023 € 78 miljoen beschikbaar (aflopend tot circa € 22,7 miljoen structureel) gesteld vanuit dit artikelonderdeel ten behoeve van de bredespecifieke uitkering voor sport en bewegen, gezondheidsbevordering, cultuurparticipatie en de sociale basis 2023–2026. Daarnaast wordt er in 2023 € 55 miljoen beschikbaar gesteld voor gemeenten voor de aanpak van dakloosheid en € 7 miljoen voor de pilot dakloze EU-burgers. Er is tevens in 2023 € 9 miljoen (en structureel € 9,7 miljoen) naar dit artikelonderdeel overgeheveld vanuit het artikelonderdeel subsidies voor valpreventie. Deze middelen zijn onderdeel van de € 78 miljoen die beschikbaar gesteld met de brede specifieke uitkering.
Verder wordt er vanuit de Aanvullende Post vanaf 2024 structureel € 62 miljoen overgeheveld naar dit artikelonderdeel voor de uitvoering van de CA-maatregel dak- en thuislozenopvang. Dit is onderdeel van de gehele overheveling (van structureel € 65 miljoen) vanuit de Aanvullende Post voor deze CA-maatregel. De overige € 3 miljoen is geboekt op artikelonderdelen opdrachten, subsidies en personeel. Daarnaast is vanwege onderuitputting structureel € 2,1 miljoen ingeboekt op dit artikelonderdeel.
Storting/onttrekking begrotingsreserve
Wonen en zorg voor ouderen
Voor de uitbreiding van de regeling ontmoetingsruimtes (wonen en zorg) is € 8 miljoen overgeboekt naar het ministerie van BZK. Daarnaast vindt er een technische mutatie plaats waarbij er in 2025 en 2026 respectievelijk € 22 miljoen en € 33 miljoen wordt herverdeeld van het Uitgavenplafond Zorg naar de VWS-begroting. Dit betreft de inzet van transitiemiddelen scheiden wonen en zorg ten behoeve van de stimuleringsregeling geclusterde woonvormen voor ouderen. Verder wordt er € 18,8 miljoen verschoven van 2023 naar 2027 voor deze regeling. Dit is onderdeel van een grotere kasschuif (€ 48,3 miljoen) die deels ook plaatsvindt op het artikelonderdeel 'Subsidies'. Tot slot, revolveren in 2022 de onbenutte middelen (€ 19,8 miljoen) voor de stimuleringsregeling wonen en zorg.
2. Zorgdragen voor langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten
Subsidies
Zorg merkbaar beter maken
Voor het Groninger zorgakkoord is de verwachting dat een groot deel van de begrote uitgaven 2023 in latere jaren plaats gaat vinden (€ 33,5 miljoen). Het Groninger zorgakkoord is een convenant met partijen (o.a. VWS, BZK, woningcorporaties en zorgaanbieders) die in gezamenlijkheid, aardbevingsbestendige nieuwbouw in de zorg en goede kwaliteit van de zorg in de toekomst in het aardbevingsgebied in Groningen moeten realiseren.
De pilot gespecialiseerde clientondersteuning (GCO) bestaat uit 4 (deel)pilots die in 2023 worden afgerond en voor de toekomst worden geborgd via de subsidieregeling GCO. De uitvoering van de deelpilot «naasten» wordt uitgevoerd door enkele Wlz-uitvoerders waarvoor middelen zijn overgeheveld (€ 1,4 miljoen). Dit geldt ook voor de uitvoering van Waardigheid en Trots in de regio voor de gehandicaptenzorg (€ 0,6 miljoen). Dit is jaarlijks beschikbaar tot 2026.
Verder is er tot en met 2026 meer capaciteit bij de IGJ nodig (€ 1,0 miljoen) voor toezicht op de gehandicaptenzorg. De complexer wordende zorgvragen vragen om domein overstijgende samenwerking van zorgaanbieders en dit maakt het toezicht intensiever. Door deze impuls vanuit de toekomstagenda gehandicaptenzorg heeft de inspectie de mogelijkheid om haar toezicht op de gehandicaptenzorg te intensiveren.
Daarnaast geldt voor de ambities uit de toekomstagenda gehandicaptenzorg en de transitie scheiden wonen en zorg 2023 als opstartjaar. De beschikbaar gestelde middelen worden veelal, in overleg met betrokken veldpartijen, besteedt via subsidies en (Europese) aanbestedingen die een langere aanlooptijd vragen. Gezien deze fase, zijn voor 2023 minder middelen benodigd dan vooraf geraamd, waardoor de besteding op deze posten respectievelijk € 3,5 miljoen en € 4,3 miljoen minder is dan begroot.
De overige mutaties zijn technisch van aard. Het betreffen hier middelen die elders op dit artikelonderdeel stonden maar bij eerste suppletoire wet van/naar dit instrument worden overgeheveld. Het gaat onder andere om een aantal subsidies voor eOverdracht (€ 1,8 miljoen) en inzicht in kwaliteit voor de verpleeghuiszorg (€ 1,5 miljoen). Bij eOverdracht zijn deze middelen voornamelijk bedoeld voor de ondersteuning voor de implementatie van kwaliteits- en informatiestandaard. Voor wat betreft inzicht in kwaliteit gaat het om een door het veld te ontwikkelen instrumentarium zodat zorgaanbieders van elkaar leren in hoeverre zij (kunnen) voldoen aan het kwaliteitskader verpleeghuiszorg. Op de subsidies algemeen en de subsidies ouderenzorg is een onderuitputtings mutatie van totaal ‒ € 4,2 miljoen geboekt. De overige mutaties en interne herschikkingen leiden tot een mutatie van per saldo ‒ € 1,8 miljoen.
Bekostiging
Bijdrage in de kosten van kortingen (BIKK)
De Bijdrage in de Kosten van Kortingen (BIKK) dient ter compensatie van gederfde premie-inkomsten door de toename van heffingskortingen. De raming van de BIKK is aangepast naar aanleiding van de CPB raming van de omvang van de heffingskortingen in het Centraal Economisch Plan 2023.
Bijdrage Wet langdurige zorg
De rijksbijdrage Wlz is in 2023 met € 1,45 miljard verlaagd. Op grond van de CPB-cijfers in het CEP 2023 zijn de Wlz-premie-inkomsten 2022 € 0,6 miljard hoger dan geraamd in de begroting 2023. De raming van de premie-inkomsten 2023 is € 1,5 miljard hoger dan in de begroting 2023. Uit het Financieel jaarverslag Fonds langdurige zorg 2021 blijkt verder dat het tekort in het fonds over 2021 € 0,7 miljard hoger is uitgevallen dan in de begroting 2023 werd verwacht, voornamelijk als gevolg van hogere Wlz-uitgaven. De hogere premie-inkomsten over 2022 en 2023 en het hogere fondstekort over 2021 hebben per saldo een gunstig effect op het verwachte fondstekort in 2023, waardoor de rijksbijdrage neerwaarts kan worden bijgesteld.
Afsluiting Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ)
Sinds 2015 wordt de langdurige zorg via de Wet langdurige zorg (Wlz) gefinancierd. Daarvoor gebeurde dat via de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). In de Wlz is geregeld dat de bij de AWBZ betrokken partijen een aantal jaren de tijd kregen om zaken af te wikkelen. In de Wlz (artikel 11.2.10) is geregeld dat het saldo van het Algemeen Fonds Bijzondere Ziektekosten (AFBZ) naar de situatie op 1 januari van het achtste jaar na het jaar waarin de AWBZ werd ingetrokken (lees: 1 januari 2023), ten bate of ten laste van ’s Rijks schatkist komt. In 2014 was de inschatting dat dit saldo circa € 20 miljard negatief zou bedragen. Daarna is – vooral vanwege nabetalingen van de belastingdienst – het saldo verbeterd tot € 14,5 miljard negatief. Hierover is in de VWS jaarverslagen gerapporteerd. In het jaarverslag over 2020 is al gemeld dat het saldo werd ingeschat op € 14,5 miljard negatief. Dit jaar zal via een rijksbijdrage van VWS aan het AFBZ het negatieve saldo worden overgenomen door het rijk. Daarna kan het AFBZ formeel worden opgeheven.
Het verstrekken van een rijksbijdrage aan het AFBZ heeft geen invloed op de hoogte van het EMU-saldo, omdat zowel het Rijk als het AFBZ tot de overheid behoren. Het is dus een onderlinge betaling binnen de overheid. Ook de overheidsschuld wordt niet beïnvloed. Het AFBZ doet aan «schatkistbankieren». Het Rijk had als het ware € 14,5 miljard uitgeleend aan het AFBZ en scheldt die lening nu kwijt.
VWS heeft op 10 maart 2023 het door het Zorginstituut Nederland opgestelde en door de externe accountant van het Zorginstituut goedgekeurde eindverslag van het AFBZ ontvangen. Via de in deze suppletoire wet opgenomen rijksbijdrage van circa € 14,5 miljard wordt het in dat eindverslag gemelde saldo overgenomen. Op dit moment voert de Audit Dienst Rijk (ADR) nog een review uit op het eindverslag. Dit kan in theorie nog leiden tot wijzigingen. Indien dit tot een ander saldo leidt, zal de aanpassing worden verwerkt in de tweede suppletoire wet van VWS.
Bijdragen aan ZBO's/RWT's Uitvoeringskosten Sociale Verzekerings BankHet structureel beheer van het PGB2.0-systeem wordt vanaf 1 oktober 2022 tot en met in ieder geval 2025 nog door VWS uitgevoerd en nog niet overgedragen aan de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Het deel van de regieorganisatie en het structureel beheer wat door VWS uitgevoerd gaat worden (circa € 8,9 miljoen), wordt om deze reden overgeheveld van het artikelonderdeel Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s naar artikelonderdelen Opdrachten en Eigen Personeel (artikel 10). Hiervan wordt er respectievelijk circa € 7,6 miljoen en € 1,3 miljoen overgeheveld naar artikelonderdelen Opdrachten en Eigen Personeel.