Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) | Mutaties 2e suppletoire begroting (2) | Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) | |
---|---|---|---|
Verplichtingen | 26.544.630 | 76.791 | 26.621.421 |
Uitgaven | 8.375.216 | ‒ 322.802 | 8.052.414 |
Subsidies (regelingen) | 7.074.752 | ‒ 266.904 | 6.807.848 |
Missiegedreven Onderzoek Ontwikkeling en Innovatie (MOOI) | 63.602 | 2.937 | 66.539 |
Hernieuwbare Energietransitie (HER+) | 45.319 | ‒ 8.480 | 36.839 |
Energie-efficiency | 2.624 | 2.624 | |
Green Deals | 462 | 1.965 | 2.427 |
Demonstratieregeling Energie- en Klimaatinnovatie (DEI+) | 77.226 | ‒ 15.743 | 61.483 |
Subsidieregeling Duurzame Scheepsbouw (SDS) | 3.424 | ‒ 454 | 2.970 |
Projecten Klimaat en Energieakkoord | 5.802 | ‒ 123 | 5.679 |
SDE | 0 | 900 | 900 |
SDE+ | 485.275 | ‒ 65.464 | 419.811 |
SDE++ | 832.375 | 832.375 | |
Aardwarmte | 30.000 | 30.000 | |
ISDE-regeling | 591.320 | 8.717 | 600.037 |
Carbon Capture Storage (CCS) | 3.170 | ‒ 250 | 2.920 |
Hoge Flux Reactor | 6.440 | ‒ 39 | 6.401 |
Caribisch Nederland | 21.777 | ‒ 1.646 | 20.131 |
Overige subsidies | 92.897 | ‒ 28.661 | 64.236 |
Opschalingsinstrument waterstof | 1.000 | 2.150 | 3.150 |
Ombouw grootverbruikers | 0 | 1.950 | 1.950 |
Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) | 0 | 0 | |
Subsidieondersteuning verduurzaming MKB | 5.489 | ‒ 5.289 | 200 |
IPCEI waterstof | 175.724 | ‒ 33.962 | 141.762 |
Vulmaatregelen gasopslag | 70.000 | 70.000 | |
MIEK | 5.908 | ‒ 2.377 | 3.531 |
Schadeafhandeling mijnbouw Limburg | 3.337 | 3.337 | |
Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS) | 130.000 | ‒ 128.500 | 1.500 |
NGF-project NieuweWarmteNu! | 17.820 | 17.820 | |
Tegemoetkoming energieprijzen 2022 | 9.345 | 9.345 | |
Tijdelijk prijsplafond energie kleinverbruikers 2023 | 3.797.830 | 3.797.830 | |
Compensatie aanbestedende diensten SEFE-contracten | 20.000 | 20.000 | |
Tegemoetkoming blokaansluitingen | 513.335 | ‒ 75 | 513.260 |
Uitbreiding ontwikkelfonds energiecoöperaties warmteprojecten | 26.551 | 240 | 26.791 |
Investeringen waterstofbackbone | 36.700 | 5.300 | 42.000 |
Leningen | 84.000 | ‒ 200 | 83.800 |
Lening EBN | 19.000 | 19.000 | |
Lening InvestNL | 65.000 | ‒ 200 | 64.800 |
Garanties | 175.600 | ‒ 175.600 | 0 |
Garantie CCS/Porthos | 175.600 | ‒ 175.600 | 0 |
Opdrachten | 96.795 | 4.646 | 101.441 |
Onderzoek mijnbouwbodembeweging | 3.510 | ‒ 1.061 | 2.449 |
SodM onderzoek | 1.914 | 200 | 2.114 |
Uitvoeringsagenda klimaat | 153 | ‒ 10 | 143 |
Klimaat mondiaal | 1.084 | 100 | 1.184 |
Onderzoek en opdrachten | 65.243 | ‒ 5.124 | 60.119 |
Programma Opwek Energie op Rijksvastgoed (OER) | 14.391 | 14.391 | |
Energiehulp Oekraïne | 10.500 | 10.541 | 21.041 |
Bijdrage aan agentschappen | 146.313 | 1.677 | 147.990 |
Bijdrage RVO.nl | 121.214 | 1.144 | 122.358 |
Bijdrage RDI | 4.801 | ‒ 180 | 4.621 |
Bijdrage NEa | 15.214 | 15.214 | |
Bijdrage KNMI | 1.834 | 713 | 2.547 |
Bijdrage NVWA | 968 | 968 | |
Bijdrage RIVM | 0 | 0 | |
Bijdrage RWS | 2.282 | 2.282 | |
Bijdrage aan ZBO's/RWT's | 151.872 | ‒ 2.836 | 149.036 |
Doorsluis COVA-heffing | 108.639 | ‒ 5.339 | 103.300 |
TNO kerndepartement | 41.324 | 2.503 | 43.827 |
TNO SodM | 1.909 | 1.909 | |
Bijdrage aan medeoverheden | 405.853 | ‒ 28.744 | 377.109 |
Uitkoopregeling | 2.861 | 2.861 | |
Regeling toezicht energiebesparingsplicht | 13.768 | ‒ 60 | 13.708 |
Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden | 389.224 | ‒ 28.684 | 360.540 |
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties | 14.031 | ‒ 2.441 | 11.590 |
Nuclear Research Group (NRG) | 8.382 | 8.382 | |
Internationale contributies | 2.208 | 2.208 | |
PBL Rekenmeesterfunctie | 2.441 | ‒ 2.441 | 0 |
ILT handhaving F-gassen | 1.000 | 1.000 | |
Storting/onttrekking begrotingsreserve | 226.000 | 147.600 | 373.600 |
Storting in begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie | 226.000 | 147.600 | 373.600 |
Ontvangsten | 2.441.772 | ‒ 78.000 | 2.363.772 |
Ontvangsten COVA | 111.000 | 111.000 | |
Ontvangsten lening EBN Bergermeer | 0 | 0 | |
Opbrengsten tenders Wind op Zee | 63.500 | 63.500 | |
Opbrengst heffing ODE (SDE++) | 225.000 | 225.000 | |
Ontvangsten zoutwinning | 2.511 | 2.511 | |
Onttrekking reserve duurzame energie en klimaattransitie | 454.186 | 454.186 | |
ETS-ontvangsten | 1.350.000 | ‒ 50.000 | 1.300.000 |
Diverse ontvangsten | 235.575 | ‒ 28.000 | 207.575 |
Vastgestelde begroting (incl. Suppletoire Begrotingen, NvW en amendementen) (1) | Mutaties 2e suppletoire begroting (2) | Stand 2e suppletoire begroting (3) = (1) + (2) | |
---|---|---|---|
Verplichtingen | 26.544.630 | 76.791 | 26.621.421 |
waarvan garantieverplichtingen | 219.800 | ‒ 175.600 | 44.200 |
waarvan overige verplichtingen | 26.324.830 | 252.391 | 26.577.221 |
Budgetflexibiliteit
De oorspronkelijke budgetflexibiliteit in de Ontwerpbegroting 2023 was ongeveer 24%, ofwel 76% van het beschikbare kasbudget was al juridisch verplicht. Met de mutaties van de 1e en 2e suppletoire begrotingen stijgt het percentage jurigisch verplicht naar 92%: het resterende budget is vrijwel geheel bestuurlijk gebonden, bijvoorbeeld door de afspraak dat onbesteed gebleven middelen binnen het SDE-domein in de reserve duurzame energie en klimaattransitie gestort moeten worden en de afspraak dat onbesteed gebleven Klimaatfondsmiddelen doorschuiven naar 2024.
Toelichting
Verplichtingen
De verhoging van het verplichtingenbudget met € 76,8 mln die in het kader van de Najaarsnota wordt doorgevoerd is een saldo van verhogingen en verlagingen van het verplichtingenbudget.
De belangrijkste verhogingen van verplichtingenbudgetten betreffen:
– TNO Kerndepartement (€ 13,5 mln): net als voor de andere TNO-onderdelen wordt ook voor TNO-AGE de opdracht 2024 al in 2023 verstrekt, hiervoor is het verplichtingenbudget eenmalig met € 10 mln opgehoogd. Het restant van de ophoging betreft aanvullende opdrachten aan TNO voor 2023.
– De DEI+-regeling (€ 13,5 mln): de verhoging is noodzakelijk omdat een aantal projecten van de openstelling 2022 pas begin 2023 beschikt zijn. Deze verplichtingen kwamen bovenop de verplichtingen uit de reguliere openstelling 2023.
– Onderzoek en opdrachten (€ 7,6 mln): het budget is opgehoogd met € 12,2 mln door een schuif van kernenergiebudgetten van 2024 naar 2023 en door ophoging van het budget voor het voeren van kolenprocedures met € 2,1 mln. Daarnaast is het budget met een groot aantal kleinere mutaties opgehoogd met € 1,8 mln, Daar staat tegenover een verlaging met € 8,4 mln doordat dit budget is verschoven naar Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden ter financiering van de uitvoeringskosten op het gebied van kernenergieprojecten.
– Energiehulp Oekraïne (€ 10,5 mln): er zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor de leveringen voor onder meer transformatoren, schakelcomponenten en kabels die nodig zijn om het elektriciteitsnet in Oekraïne te herstellen.
– Storting in de begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie (€ 147,6 mln): voor de garantieregeling Porthos is vorig jaar € 153,7 mln uit de SDE-middelen gedekt. Daarnaast is € 21,9 mln aan provisies ontvangen van de partijen die bij de garantieregeling betrokken waren. Nu blijkt dat er geen beroep gedaan zal worden op de garantieregeling, wordt het gehele overtollige budget in de reserve duurzame energie en klimaattransitie gestort. Hiertegenover staat een verlaging van de storting met € 28 mln ter dekking van de tegenvallende RVO-ontvangsten van terugbetaalde subsidievoorschotten van de SDE, de SDE+ en de SDE++.
– Opschalingsinstrument waterstof (€ 254,2 mln): het budget is met € 249,9 mln opgehoogd door het schuiven van budgetten uit 2024 en verder naar 2023. Daarnaast is het budget met € 4,3 mln opgehoogd ter financiering van de Specifieke Uitkering (SPUK) aan de gemeente Hoogeveen voor de uitvoering van een waterstofpilot in deze gemeente.
Tegenover deze verhogingen staan verlagingen van het verplichtingenbudget van:
– Doorsluis COVA-heffing (€ 5,3 mln): door de hogere brandstofprijzen in 2023 is minder aan de pomp getankt dan eerder begroot.
– Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden (€ 7,9 mln): deze verlaging is een saldo van met name een afroming van het budget voor de SPUK-regeling voor de uitvoeringskosten klimaat van de medeoverheden (-€ 13,3 mln) en een ophoging van het budget voor uitvoeringskosten medeoverheden op het gebied van kernenergie (+€ 6,2 mln).
– Garantie CCS/Porthos (€ 175,6 mln): voor de garantieregeling Porthos is vorig jaar € 153,7 mln uit de SDE-middelen gedekt. Daarnaast is € 21,9 mln aan provisies ontvangen op basis van de garantieregeling. Nu blijkt dat er geen beroep gedaan zal worden op de garantieregeling, wordt het gehele overtollige budget afgeboekt en in de reserve duurzame energie en klimaattransitie gestort.
– SDE+ (€ 108,9 mln): het budget is met € 5,8 mln verlaagd door budgetoverhevelingen naar IenW ter financiering van de kosten in 2023 van het Maritiem Informatievoorziening ServicePunt (MIVSP) en van de kosten voor het waarborgen van de scheepvaartveiligheid rond de windparken op zee. Daarnaast worden de Klimaatfondsmiddelen voor het flankerend beleid Wind op Zee met in totaal € 103,1 mln naar beneden bijgesteld, vooral omdat een groot deel van de geplande locatieonderzoeken van RVO pas in 2024 zullen plaatsvinden. Deze middelen blijven behouden voor 2024 vanwege de 100%-eindejaarsmarge die geldt voor Klimaatfondsbudgetten.
– Subsidieregeling Verduurzaming MKB (€ 14,3 mln): omdat er in 2023 nauwelijks aanvragen zijn ingediend voor de SVM-regeling, wordt het beschikbare verplichtingenbudget verlaagd naar € 0,2 mln.
– Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS): het Klimaatfondsbudget wordt met € 50 mln naar beneden bijgesteld, omdat de subsidie voor een project naar verwachting pas in 2024 zal worden toegezegd. Ook deze middelen blijven behouden voor 2024 vanwege de 100%-eindejaarsmarge die geldt voor Klimaatfondsbudgetten.
Uitgaven
Subsidies
Hernieuwbare Energietransitie (HER+)
Op de middelen die bestemd zijn voor de HER+-subsidieregeling is er sprake van lagere uitgaven van € 8,5 mln, omdat er minder subsidievoorschotten in 2023 zullen worden uitbetaald dan eerder geraamd.
Demonstratieregeling Enrgie- en klimaatinnovatie (DEI+)
Op het kasbudget van de DEI+ is sprake van een onderuitputting van € 15,7 mln, vooral als gevolg van vertraging in de uitvoering van projecten.
SDE+
De verlaging van het SDE+-kasbudget met € 65,5 mln wordt enerzijds veroorzaakt door enkele grote budgetoverhevelingen naar de begroting van IenW (€ 5,8 mln) en een verschuiving van budget naar de SDE-regeling en de ISDE (€ 1,2 mln), anderzijds door verlaging van het Klimaatfondsbudget voor het flankerend beleid rond wind op zee (waaronder de locatieonderzoeken van RVO) met € 58,5 mln. Deze middelen blijven behouden voor 2024 vanwege de 100%-eindejaarsmarge die geldt voor Klimaatfondsbudgetten. Zie ook bij Verplichtingen.
ISDE
Hoewel de prognose voor de betalingen op de ISDE-regeling onzeker is, wordt op het totale kasbudget 2023 een relatief klein tekort verwacht. Om te voorkomen dat subsidiebeschikkingen hierdoor niet kunnen worden uitbetaald, wordt het kasbudget met € 8,7 mln opgehoogd.
Overige subsidies
Onder het budget Overige subsidies valt onder andere de Correctieregeling duurzame warmte. De middelen hiervoor zijn op basis van de motie Grimwis-Erkens vanuit het Klimaatfonds beschikbaar gesteld. Op deze middelen is sprake van een verlaging van € 30 mln, omdat dit deel van de in 2023 toegezegde subsidies pas in 2024 zal worden uitbetaald. Ook deze middelen blijven behouden voor 2024 vanwege de 100%-eindejaarsmarge die geldt voor Klimaatfondsbudgetten.
Subsidieondersteuning Verduurzaming MKB (SVM)
Omdat er in 2023 nauwelijks gebruik wordt gemaakt van de SVM-regeling, wordt het beschikbare kasbudget met € 5,3 mln verlaagd naar € 0,2 mln. Zie ook bij Verplichtingen.
IPCEI Waterstof
Het kasbudget voor de IPCEI Waterstof wordt met in totaal € 34 mln naar beneden bijgesteld als gevolg van vertraging in de gefinancierde projecten. Hiervan heeft € 31,8 mln betrekking op Klimaatfondsmiddelen. Deze middelen blijven behouden voor 2024 vanwege de 100%-eindejaarsmarge die geldt voor Klimaatfondsbudgetten.
Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS)
Het Klimaatfondsbudget voor de WIS-regeling wordt met € 128,2 mln naar beneden bijgesteld omdat het overgrote deel van de betalingen op de beschikkingen die in 2023 worden afgegeven pas in 2024 zullen plaatsvinden. Ook deze middelen blijven behouden voor 2024 vanwege de 100%-eindejaarsmarge die geldt voor Klimaatfondsbudgetten. Zie ook bij Verplichtingen. Daarnaast wordt € 0,3 mln overgeheveld naar het apparaatsartikel (artikel 40) ter financiering van inhuur van beleidsmedewerkers die de WIS in 2023 begeleiden.
Investeringen waterstofbackbone
Op de subsidie aan Gasunie voor het aanleggen van de waterstofbackbone zal naar verwachting in 2023 € 5,3 mln meer bevoorschot worden dan oorspronkelijke geraamd, daarom wordt het kasbudget met dit bedrag opgehoogd.
Garanties
Garantie CCS-porthos
Voor de garantieregeling Porthos is vorig jaar € 153,7 mln uit de SDE-middelen gedekt. Daarnaast is € 21,9 mln van de bij het Porthos-project betrokken partijen ontvangen aan betaalde provisies voor de garantieregeling, waarmee het uitgavenbudget eerder is opgehoogd. Nu blijkt dat er geen beroep gedaan zal worden op de garantieregeling, wordt dit overtollige budget in zijn geheel afgeboekt en in de reserve duurzame energie en klimaattransitie gestort. Zie ook bij Verplichtingen.
Opdrachten
Onderzoek en opdrachten
Naast een groot aantal kleinere mutaties wordt het beschikbare kasbudget verlaagd met € 5,1 mln doordat budget is verschoven naar Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden ter financiering van de uitvoeringskosten op het gebied van kernenergieprojecten.
Energiehulp Oekraïne
Zie de toelichting bij Verplichtingen.
Bijdrage aan ZBO's/RWT's
Doorsluis COVA-heffing
Zie de toelichting bij Verplichtingen.
Bijdragen aan medeoverheden
Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden
De verlaging van het budget met € 28,7 mln is een saldo van met name een verlaging van het budget van het Nationaal Programma RES met € 9,6 mln, een verlaging van het budget voor de SPUK-regeling voor de uitvoeringskosten van de medeoverheden met € 23,5 mln en een ophoging van het budget voor uitvoeringskosten medeoverheden op het gebied van kernenergie met € 5 mln.
Stortingen begrotingsreserve
Storting in begrotingsreserve duurzame energie en klimaattransitie
Zie de toelichting bij Verplichtingen.
Ontvangsten
ETS-ontvangsten
Op basis van een nieuwe inschatting van de voor 2023 verwachte ETS-ontvangsten wordt de ontvangstenraming met € 50 mln naar beneden bijgesteld.
Diverse ontvangsten
Op de RVO-ontvangsten van terugbetaalde subsidievoorschotten van de SDE, de SDE+ en de SDE++ wordt een tegenvaller verwacht van € 28 mln. De ontvangstenraming wordt met dit bedrag verlaagd, dekking wordt geboden door verlaging van de storting in de reserve duurzame energie en klimaattransitie met een even groot bedrag.
Toelichting op de begrotingsreserves
Stand 1/1/2023 | 5.029,6 |
+ Geraamde storting | 373,6 |
– Geraamde onttrekking | ‒ 454,2 |
Stand (raming) per 31/12/2023 | 4.949,0 |
De begrotingsreserve voor duurzame energie en klimaattransitie is bestemd voor onbesteed gebleven middelen als gevolg van vertraging bij of het niet doorgaan van projecten waaraan subsidie is toegekend op basis van de SDE, de SDE+, de SDE++, de HER+ of de ISDE. Via de reserve blijven deze middelen ook in de toekomst beschikbaar voor het stimuleren van hernieuwbare energieproductie of CO2-reductie. In 2023 zal in totaal € 373,6 mln in de begrotingsreserve gestort worden als onderuitputting op de SDE, de SDE+, de SDE++, de HER+, de ISDE en de garantieregeling CCS/Porthos (die voor het grootste deel vanuit de SDE-middelen is gefinancierd).
De verwachte onttrekking van in totaal € 454,2 mln betreft:
– de onttrekking van € 450 mln en toevoeging aan het SDE++-budget, als onderdeel van de in totaal € 1,7 mld onttrekking waartoe in de Startnota van het kabinet Rutte-III besloten is.
– De onttrekking van € 4,2 mln om de extra uitgaven op de SCE-regeling in 2023 als gevolg van het amendement-Sienot c.s. (Kamerstuk 35 570 XIII, nr. 12) te dekken.
Stand 1/1/2023 | 18,1 |
+ Geraamde storting | |
– Geraamde onttrekking | ‒ 0,1 |
Stand (raming) per 31/12/2023 | 18,0 |
De begrotingsreserve voor de garantieregeling Aardwarmte is bedoeld om het budget voor het mogelijk uitbetalen van verliesdeclaraties meerjarig in te kunnen zetten en een eventuele mismatch in de tijd tussen inkomsten (premies) en uitgaven (verliesdeclaraties) op te vangen. Om gebruik te kunnen maken van de garantieregeling Aardwarmte betalen marktpartijen een kostendekkende premie aan de uitvoerder van de regeling (RVO.nl) die wordt gestort in de begrotingsreserve. In 2023 zijn er geen garanties verstrekt en dus ook geen provisies ontvangen. De onttrekking betreft de kosten die RVO maakt voor de uitvoering van de regeling.
Stand 1/1/2023 | 6,6 |
+ Geraamde storting | |
– Geraamde onttrekking | |
Stand (raming) per 31/12/2023 | 6,6 |
De middelen in de begrotingsreserve risicopremie NRG zullen worden aangesproken als de Nuclear Reseach Group (NRG) – al dan niet tijdelijk of gedeeltelijk – niet kan voldoen aan de terugbetalingsverplichtingen volgens de afgesloten leningsovereenkomst.