Base description which applies to whole site

Artikel 1 Belastingen

Het genereren van inkomsten voor de financiering van overheidsbeleid. Solide, eenvoudige en fraudebestendige fiscale wet- en regelgeving is hiervoor de basis. Doeltreffende en doelmatige uitvoering door de Belastingdienst van die wet- en regelgeving dragen bij aan de bereidheid van burgers en bedrijven om hun wettelijke verplichtingen ten aanzien van de Belastingdienst na te komen (compliance).

Onder ‘compliance’ verstaat de Belastingdienst dat burgers en bedrijven bereid zijn hun wettelijke fiscale verplichtingen ten aanzien van de Belastingdienst structureel uit zichzelf na te komen. De term ‘bereidheid’ geeft aan dat de Belastingdienst ernaar streeft dat belastingplichtigen uit zichzelf fiscale regels naleven, zonder (dwingende en kostbare) acties van de kant van de Belastingdienst. Als burgers en bedrijven hun wettelijke verplichtingen nakomen, dan komt belastinggeld de staatskas binnen zoals de wetgever beoogt.

De minister van Financiën is verantwoordelijk en heeft een regisserende rol op het terrein van de fiscaliteit. Daarbij gaat het om:

  • het te voeren fiscale beleid;

  • het opstellen van fiscale wet- en regelgeving;

  • het internationaal behartigen van de Nederlandse fiscale belangen.

De minister van Financiën is verantwoordelijk en heeft een uitvoerende rol op het terrein van:

  • de heffing en inning van de rijksbelastingen

  • de heffing en inning van de premies werknemers- en volksverzekeringen;

  • de heffing en inning van de inkomensafhankelijke bijdragen Zorgverzekeringswet;

  • de heffing en inning voor derden van een aantal belastingen, heffingen en overige vorderingen;

  • handhavingstaken op het gebied van de economische ordening en financiële integriteit.

Op grond van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Awr) en de Invorderingswet 1990 voert de Belastingdienst de heffing en inning van de rijksbelastingen uit. Op grond van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten voert de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst de handhavingstaken uit op het gebied van de economische ordening en financiële integriteit.

De minister bevordert, door inzet van de Belastingdienst, naleving van wet- en regelgeving door passende dienstverlening te leveren, massale processen juist en tijdig uit te voeren, adequaat toezicht uit te oefenen en waar nodig naleving bestuurs- of strafrechtelijk af te dwingen.

Aanvullende beleidsinformatie, zoals de strategie, doelen en prestatie-indicatoren van de Belastingdienst zijn te vinden in onderdeel F2 van dit artikel.

In de beleidsagenda zijn de beleidsvoornemens van de Belastingdienst opgenomen. We werken in 2024 verder aan het verbeteren van de dienstverlening en stellen daarbij burgers en bedrijven centraal. Ook herstellen we gemaakte fouten uit het verleden en continueren we de activiteiten gericht op het voorkomen van fouten. Daarnaast zet de Belastingdienst verdere stappen om de organisatie toekomstbestendig en wendbaar te maken. In paragraaf F1 wordt nader ingegaan op de fiscale beleidswijzigingen.

Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 Belastingen (bedragen x € 1.000)

Omschrijving

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Verplichtingen

2.999.048

3.507.244

3.518.849

3.289.706

3.427.392

3.258.892

3.232.706

        

Uitgaven

3.021.421

3.358.383

3.475.108

3.317.068

3.297.943

3.300.677

3.274.723

        

(1) Apparaatsuitgaven

2.849.335

3.202.255

3.240.867

3.162.051

3.130.932

3.125.097

3.117.018

waarvan: Uitvoering fiscale wet- en regelgeving en douanetaken Caribisch Nederland

16.432

16.000

16.000

16.000

16.000

16.000

16.000

        

Personele uitgaven

2.502.305

2.771.775

2.743.451

2.697.178

2.672.678

2.674.385

2.668.257

Eigen personeel

2.081.292

2.276.909

2.358.941

2.370.498

2.357.659

2.359.366

2.353.238

Inhuur externen

414.481

486.403

376.097

318.267

306.606

306.606

306.606

Overig personeel

6.532

8.463

8.413

8.413

8.413

8.413

8.413

        

Materiële uitgaven

347.030

430.480

497.416

464.873

458.254

450.712

448.761

ICT

39.852

39.319

31.794

36.408

38.348

31.957

30.006

Bijdrage aan SSO's

234.938

298.747

374.758

344.069

337.482

336.290

336.290

Overig materieel

72.240

92.414

90.864

84.396

82.424

82.465

82.465

        

(2) Programma-uitgaven

172.086

156.128

234.241

155.017

167.011

175.580

157.705

        

Garanties

179

181

181

181

181

181

181

Garantie procesrisico's

179

181

181

181

181

181

181

        

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

17.217

14.131

14.366

13.766

13.766

13.766

13.766

Waarderingskamer

2.381

2.489

2.489

2.489

2.489

2.489

2.489

Kadaster

2.745

2.933

2.933

2.933

2.933

2.933

2.933

Kamer van Koophandel

88

341

341

341

341

341

341

Overige bijdrage ZBO's/RWT's

12.002

8.368

8.603

8.003

8.003

8.003

8.003

        

Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties

4.617

4.166

2.983

3.583

3.583

3.583

3.583

Internationale Douaneraad

254

196

196

196

196

196

196

Overige (inter)nationale organisaties

4.363

3.970

2.787

3.387

3.387

3.387

3.387

        

Opdrachten

346.834

343.178

373.721

378.731

377.676

381.262

365.288

ICT opdrachten

284.887

267.488

307.671

313.355

314.077

310.784

292.614

Overige opdrachten

61.947

75.690

66.050

65.376

63.599

70.478

72.674

        

Bijdrage aan agentschappen

64.723

9.555

7.889

7.889

7.877

7.877

7.877

Bijdrage Logius

60.760

4.654

4.287

4.287

4.275

4.275

4.275

Bijdrage overige agentschappen

3.963

4.901

3.602

3.602

3.602

3.602

3.602

        

(Schade)vergoeding

16.964

15.797

114.433

6.347

6.347

6.347

6.347

(Schade)vergoedingen

12.590

12.405

111.041

2.955

2.955

2.955

2.955

Vergoeding proceskosten

4.374

3.392

3.392

3.392

3.392

3.392

3.392

        

Rente

123.779

180.020

154.423

158.155

158.445

158.068

156.068

Belasting- en invorderingsrente

123.779

180.020

154.423

158.155

158.445

158.068

156.068

        

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

‒ 402.227

‒ 410.900

‒ 433.755

‒ 413.635

‒ 400.864

‒ 395.504

‒ 395.405

Toerekening uitgaven aan Douane

‒ 194.545

‒ 203.543

‒ 215.786

‒ 216.350

‒ 216.475

‒ 216.508

‒ 216.510

Toerekening uitgaven aan Toeslagen

‒ 207.682

‒ 207.357

‒ 217.969

‒ 197.285

‒ 184.389

‒ 178.996

‒ 178.895

        

Ontvangsten (3) + (4)

179.397.468

213.389.606

209.851.332

218.303.098

226.467.004

237.230.863

247.152.932

        

Programma-ontvangsten (3)

179.297.948

213.295.388

209.765.787

218.226.976

226.395.882

237.159.741

247.081.810

        

waarvan: Belastingontvangsten

178.430.089

212.116.154

208.529.150

216.938.707

225.082.623

235.786.959

245.904.028

        

Bekostiging

72.662

177.943

207.986

207.987

207.987

207.987

207.987

Doorbelasten kosten vervolging

72.662

177.943

207.986

207.987

207.987

207.987

207.987

        

Rente

581.851

786.119

817.779

869.410

894.400

953.923

758.923

Belasting- en invorderingsrente

581.851

786.119

817.779

869.410

894.400

953.923

758.923

        

Boetes en schikkingen

213.346

215.172

210.872

210.872

210.872

210.872

210.872

Ontvangsten boetes en schikkingen

213.346

215.172

210.872

210.872

210.872

210.872

210.872

        

Apparaatsontvangsten (4)

99.520

94.218

85.545

76.122

71.122

71.122

71.122

Tabel 13 Uitsplitsing verplichtingen (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Verplichtingen

2.999.048

3.507.244

3.518.849

3.289.706

3.427.392

3.258.892

3.232.706

waarvan garantieverplichtingen

154

336

336

336

336

336

336

Garantie procesrisico's

154

336

336

336

336

336

336

waarvan overige verplichtingen

2.998.894

3.506.908

3.518.513

3.289.370

3.427.056

3.258.556

3.232.370

Tabel 14 Geschatte budgetflexibiliteit1
 

2024

juridisch verplicht

40,20%

bestuurlijk gebonden

2,30%

beleidsmatig gereserveerd

57,50%

nog niet ingevuld/vrij te besteden

0,00%

1

De berekende budgetflexibiliteit heeft alleen betrekking op de programma-uitgaven

Budgetflexibiliteit

De uitgaven die vallen onder de rubriek «Rente» zijn voor 100% juridisch verplicht. Ze vloeien bijvoorbeeld voort uit de Awr en de Invorderingswet 1990 (rente-uitgaven). De programma-uitgaven die vallen onder de rubrieken «Bijdragen aan ZBO's/RWT's», «Bijdragen aan (inter)nationale organisaties» en «Bijdragen aan agentschappen» zijn voor 100% bestuurlijk gebonden verplichtingen voor zover zij niet door getekende contracten al juridisch verplicht zijn. De bijdrage aan de Waarderingskamer is voor 100% bestuurlijk gebonden op basis van de Wet Waardering Onroerende Zaken (Wet WOZ). Voor het Kadaster en de Kamer van Koophandel heeft de Belastingdienst samenwerkingsovereenkomsten voor gegevensuitwisseling die worden gebruikt bij de uitvoering van taken van de Belastingdienst. Ook bij de bijdragen aan Agentschappen en bijdragen aan Internationale organisaties geldt dat afspraken zijn gemaakt over de bijdragen en de dienstverlening, waardoor ook deze uitgaven als 100% bestuurlijk gebonden worden aangemerkt.

De overige programma-uitgaven betreffen met name de categorie «Opdrachten», waarvoor geldt dat deze gedeeltelijk als juridisch verplicht zijn aan te merken op het moment van het vaststellen van de begroting 2024. Hiervoor zijn dan bijvoorbeeld contracten gesloten ten behoeve van ICT en/of andere benodigde diensten voor de uitvoering van de primaire processen van de Belastingdienst. Voorbeelden hiervan zijn (verlenging van) licenties en onderhoudscontracten voor software en hardware. Een ander voorbeeld zijn de uitgaven voor papieren dienstverlening (brieven aan burgers en bedrijven). Over het algemeen geldt wel dat de niet-juridische verplichte uitgaven noodzakelijk zijn voor een goede uitvoering van de primaire processen.

Verplichtingen en uitgaven

Apparaatsuitgaven

Personele uitgaven

Dit betreft alle personele uitgaven inclusief externe inhuur voor de dienstonderdelen van de Belastingdienst.

Materiële uitgaven

Dit betreft de materiële uitgaven van de dienstonderdelen van de Belastingdienst en omvat met name facilitaire diensten, middelen en communicatie. ICT bevat voornamelijk uitgaven die horen bij de uitrusting van de ambtenaren van de Belastingdienst (telefoon, laptop, etc.). De bijdrage aan Shared Service Organisaties (SSO’s) betreft met name de huisvesting (Rijksvastgoedbedrijf).

Programma-uitgaven

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

De uitgaven aan de Waarderingskamer betreft de eigenaarsbijdrage van het ministerie van Financiën voor de begroting 2024 die reeds is vastgesteld en verplicht is op basis van de Wet WOZ. Voor het Kadaster en de Kamer van Koophandel heeft de Belastingdienst samenwerkingsovereenkomsten voor gegevensuitwisseling die wordt gebruikt bij de uitvoering van taken van de Belastingdienst. Onder de bijdrage aan overige ZBO’s/RWT’s vallen onder andere de bijdragen aan de RDW en de Nationale Politie.

Opdrachten

Onder «Overige opdrachten» vallen met name de uitgaven die geraamd worden voor de papieren dienstverlening. Bij «ICT opdrachten» gaat het met name over ICT-uitgaven die te maken hebben met de digitale dienstverlening (licenties, software applicaties en hardware).

Bijdrage aan agentschappen

De bijdragen aan overige agentschappen zijn met name detacheringsovereenkomsten en opdrachten die gesloten worden met de Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk.

(Schade)vergoeding

Dit betreft aanspraken van een natuurlijke persoon of een rechtspersoon op vergoeding van de kosten voor de uitvoering van overheidsmaatregelen of een vergoeding van kosten die door toedoen van de overheid zijn ontstaan. Hieronder vallen compensatievergoedingen die door de Belastingdienst worden betaald, waaronder de compensatie die zal worden betaald aan gedupeerden die ten onrechte niet in de Minnelijke Schuldsanering Natuurlijke Personen zijn gekomen.

Rente

Dit budget betreft de belasting- en invorderingsrente die wordt vergoed aan belastingplichtigen. De rente-uitgaven komen voort uit de Awr en de Invorderingswet 1990 en zijn voor 100% juridisch verplicht. Er is geen einddatum voor deze regeling vastgesteld.

Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken

Uitgaven die de Belastingdienst ten behoeve van douane- en toeslagenprocessen maakt worden toegerekend aan artikel 9 respectievelijk artikel 13. In artikel 9 (Douane) en artikel 13 (Toeslagen) is in de toelichting op de instrumenten een tabel opgenomen met een uitsplitsing van de toegerekende uitgaven.

Ontvangsten

Programma-ontvangsten

Belastingontvangsten

De in de bovenstaande tabel opgenomen belastingontvangsten zijn netto-ontvangsten. De netto-ontvangsten zijn gelijk aan de totale belastingontvangsten minus de afdrachten aan het Gemeentefonds en het Provinciefonds op grond van de Financiële-verhoudingswet en minus de afdrachten aan het Btw-compensatiefonds en het BES-fonds (Bonaire, Sint Eustatius en Saba).

In onderstaande tabel staat de aansluiting van de Miljoenennota 2024 met begrotingshoofdstuk IX. De Miljoenennota bevat een toelichting op de belastingontvangsten.

Tabel 15 Aansluiting belastingontvangsten Miljoenennota 2024 met begroting IX (bedragen x € 1.000)1
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

2028

Totaal belastingontvangsten

225.139.893

261.209.386

278.380.836

286.541.422

291.046.163

301.869.933

312.107.627

– /– Afdracht Gemeentefonds

39.981.438

41.897.101

42.873.720

42.258.910

38.413.597

38.280.852

38.097.452

– /– Afdracht Provinciefonds

2.843.511

3.108.040

3.340.648

3.215.650

2.929.612

2.891.081

2.890.818

– /– Afdracht BES-fonds

67.091

73.057

71.170

58.552

58.102

57.434

57.434

– /– Belastingontvangsten artikel 6 Btw-compensatiefonds

3.817.766

4.015.034

4.015.034

4.015.034

4.015.034

4.015.034

4.015.034

– /– Belastingontvangsten artikel 9 Douane

0

0

19.551.114

20.054.569

20.547.195

20.838.573

21.142.861

Belastingontvangsten artikel 1 Belastingen

178.430.089

212.116.154

208.529.150

216.938.707

225.082.623

235.786.959

245.904.028

1

Dit betreft de begrotingstotalen van het gemeentefonds en provinciefonds, stand Miljoenennota 2024. Volgens de vaste systematiek zijn de accrestranches voor het uitvoeringsjaar en het voorbereidingsjaar hieraan toegevoegd. De accrestranches voor t+2 tot en met t+4 zijn nog niet toegevoegd aan deze fondsen.

Bekostiging

De ontvangsten hebben betrekking op kosten die worden doorberekend aan belastingplichtigen van invorderingsmaatregelen (aanmaning, dwangbevel, beslaglegging, etc.). Dit gebeurt op grond van de Kostenwet invordering rijksbelastingen.

Rente

Deze post betreft de belasting- en invorderingsrente die wordt ontvangen van belastingplichtigen. Er is, mede door rentestijgingen van de Europese Centrale Bank, besloten om met een nieuwe berekeningssysteem te gaan werken. De volledige nieuwe systematiek zal vanaf 1 januari 2024 in werking treden.

Onderdeel van het coronasteunpakket is een verlaging van de invorderingsrente tot 2024. Een deel van de raming (in 2022-2029) bestaat uit verwachte ontvangsten invorderingsrente over de opgelopen belastingschuld naar aanleiding van bijzonder uitstel van betaling; een maatregel die onderdeel uitmaakt van het coronasteunpakket.

Boetes en schikkingen

Deze ontvangstenpost betreft de opbrengsten van bestuurlijke boetes en van fiscale strafbeschikkingen.

Apparaatsontvangsten

Deze post betreft onder andere ontvangsten van facilitaire en ICT-diensten die de Belastingdienst levert aan andere overheidsdiensten en die op factuurbasis worden afgerekend.

Extracomptabele fiscale regelingen

Naast de in dit begrotingsartikel genoemde instrumenten, zijn er fiscale regelingen die betrekking hebben op dit beleidsterrein. De Minister van Financiën is hoofdverantwoordelijk voor de wetgeving en uitvoering van deze regelingen en voor de budgettaire middelen. In onderstaande tabel is ter informatie het budgettaire belang van deze regelingen vermeld. De cijfers zijn ontleend aan de corresponderende bijlage ‘Fiscale regelingen’ in de Miljoenennota. De fiscale regelingen die niet in onderstaande tabel zijn opgenomen, maar wel op dit beleidsartikel betrekking hebben, zijn:

  • Onbelaste reiskostenvergoeding

  • Diverse vrijstellingen koningshuis

  • Uitstelfaciliteiten bij verkoop in kader aandelenfusie, juridische splitsing, juridische fusie

  • Verhuisvergoeding ondernemer

  • Vrijstelling vpb voor stichtingen en verenigingen met lage winst

  • Aftrek kenbaar fondswervende activiteiten ANBI's

  • Aftrek fictieve personeelskosten ANBI's

  • Werkkostenregeling

  • Vrijwilligersregeling

  • 30% regeling: voor uitgezonden werknemers

  • Vergoeding voor extraterritoriale kosten

  • Vrijstelling leidingwaterbelasting voor brandkranen, sprinklerinstallaties en dergelijke indien deze gebruikt worden in buitengewone omstandigheden.

  • BTW Vrijstelling werkgevers- en werknemersorganisaties, alsmede politieke, godsdienstige, levensbeschouwelijke en liefdadige organisaties

  • BTW Vrijstelling fondswerving

  • BTW Vrijstelling voor uitvaartondernemers

  • BTW Vrijstellingen overig

  • BZM Teruggaaf belasting zware motorrijtuigen bij gecombineerd vervoer (spoor, binnenwateren of zee)

  • Accijnzen Vrijstelling tabak, alcohol en motorbrandstof diplomatiek personeel en medewerkers internationale organisaties

  • Accijns verlaagd tarief kleine brouwerijen

  • OVB Vrijstelling inbreng of omzetting van een onderneming

  • OVB vrijstelling verdeling of vereffening vermogen van een onderneming/vennootschap (f)

  • OVB vrijstelling verdeling gemeenschap samenwoners

  • OVB vrijstelling juridische fusie

  • OVB vrijstelling bedrijfsfusie

  • OVB vrijstelling interne reorganisatie

  • OVB vrijstelling juridische splitsing

  • OVB vrijstelling taakoverdracht tussen vereniging of ANBI

  • OVB vrijstelling door verkrijger aangebrachte zaken

  • OVB vrijstelling bodembestanddelen

  • OVB vrijstelling kabels en leidingen

  • OVB vrijstelling publiekrechtelijke lichamen

  • OVB vrijstelling onderwijs

  • OVB vrijstelling herstel art.19

  • OVB vrijstelling staatsbosbeheer

  • OVB vrijstelling samenloop omzetbelasting

  • OVB vrijstelling wilsrecht

  • Drempelbedrag bankenbelasting

  • Kleine prijzenvrijstelling/Vrijstelling prijzen onder 449 euro

Voor een beschrijving van de regelingen, de doelstelling, de ramingsgrond, een verwijzing naar de laatst uitgevoerde evaluatie en het beoogde jaar van afronding van de volgende evaluatie, wordt verwezen naar de bijlage bij de Miljoenennota ‘Toelichting op de fiscale regelingen’.

Tabel 16 Fiscale regelingen 2022–2024, budgettair belang op transactiebasis in lopende prijzen (bedragen x € 1 mln.)12345
 

2022

2023

2024

Giftenaftrek inkomstenbelasting

441

436

447

Onderhoudsverplichtingen aftrek

241

231

226

Belaste ontvangen alimentatie

‒ 170

‒ 167

‒ 167

Middelingsregeling

136

185

175

Schenk- en erfbelasting Eenmalige vrijstelling kinderen

15

40

41

Vrijstelling rechten op bepaalde kapitaalsuitkeringen, waaronder KEW, box 3

747

1.076

1.080

Vrijstelling rechten op kapitaalsuitkering bij overlijden box 3

27

44

49

Heffingvrij vermogen/inkomen box 3

1.288

1.789

1.756

Keuzeregeling partiële buitenlandse belastingplicht

20

20

20

Doorschuifregelingen inkomen uit aanmerkelijk belang box 2

121

124

120

Laag vpb-tarief

4.880

2.487

2.639

Liquidatie- en stakingsverliesregeling

751

779

734

Schenk- en erfbelasting Faciliteiten ANBI’s

232

237

241

Faciliteit geven uit vennootschap

18

20

21

Herinvesteringsreserve

343

272

195

30%-regeling

1.051

1.104

1.133

Vrijstelling uitkering wegens 25- of 40-jarig dienstverband

133

136

142

Algemene heffingskorting

23.844

25.319

28.020

Alleenstaande ouderenkorting

562

612

678

Ouderenkorting

4.496

4.776

5.344

EB Teruggaaf kerkgebouwen en non-profit

24

32

31

EB Belastingvermindering per aansluiting

5.750

4.191

4.268

Btw Verlaagd tarief voedingsmiddelen en water

8.269

8.983

9.340

Btw Verlaagd tarief overig

87

95

98

Btw Nultarief zonnepanelen

31

32

BPM Teruggaaf diverse voertuigen

13

13

13

MRB Vrijstelling diverse voertuigen

28

29

30

MRB Vrijstelling motorrijtuigen ouder dan 40 jaar

91

99

108

MRB Overgangsregeling motorrijtuigen vanaf bouwjaar 1988

11

10

9

MRB Kwarttarieven

242

238

259

ASB Vrijstelling levensverzekeringen

2.679

2.679

2.679

ASB Vrijstelling transportverzekeringen

74

80

87

ASB Vrijstelling exportkredietverzekeringen

29

29

29

Vrijstellingen mineraalwater

52

Vrijstellingen melk

365

365

365

1

[-] = regeling is in dat jaar niet van toepassing; [0] = budgettair belang van de regeling bedraagt in dat jaar afgerond nihil.

2

EB - Energiebelasting

3

BPM = Belasting van personenauto’s en motorrijwielen

4

MRB = Motorrijtuigenbelasting

5

ASB = Assurantiebelasting

Belastingplanpakket

Het pakket Belastingplan heeft betrekking op een aantal onderwerpen binnen de fiscaliteit en bevat naast het wetsvoorstel Belastingplan 2024 ook enkele afzonderlijke wetsvoorstellen. Het wetsvoorstel Belastingplan 2024 (BP24) omvat circa 50 maatregelen.

In het BP24 wordt een aantal fiscale maatregelen uitgebreid of aangepast. Zo wordt de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) gewijzigd en de betalingskorting in de inkomstenbelasting (IB) afgeschaft. Op het gebied van vermogen worden enkele verfijningen voor de overbruggingswet box 3 voorgesteld. Zo worden aandelen in de vereniging van eigenaren onder spaargeld geschaard en worden onderlinge vorderingen en schulden tussen fiscale partners, en tussen ouders en minderjarige kinderen gedefiscaliseerd

Met het wetsvoorstel klimaatmaatregelen glastuinbouw en wetsvoorstel klimaatmaatregelen industrie en elektriciteit zijn onder andere ambities uitgewerkt op het terrein van klimaat en vermogen. Zo worden de vrijstelling voor metallurgische processen (verwerken van metaalerts en metaalschroot) en het verlaagde tarief voor de glastuinbouw afgeschaft en wordt de vrijstelling voor elektriciteitsproductie beperkt. Ook wordt er een CO₂-heffing voor de glastuinbouw geïntroduceerd en wordt de vrijstelling voor duaal gebruik in de kolenbelasting per 2028 afgeschaft.

In het wetsvoorstel aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten worden er een aantal maatregelen getroffen met betrekking tot de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en de doorschuifregeling (DSR). Zo wordt onder andere het vrijstellingspercentage van de BOR boven € 1,5 mln. ondernemingsvermogen verlaagd naar 70% en wordt de toegang tot de DSR en BOR beperkt tot reguliere aandelen met een minimaal belang van 5%.

Ook geeft het kabinet uitvoering aan de beleidsprioriteit om belastingontwijking tegen te gaan met het wetsvoorstel aanpassing fonds gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling en het wetsvoorstel aanpassing fiscale belegginginstelling (fbi). Met beide voorstellen worden meerdere wijzigingen doorgevoerd voor fbi’s, het vrijgestelde beleggingsinstelling (vbi-) regime en fondsen voor gemene rekeningen (fgr’s).

Ook met het wetsvoorstel ‘fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen’ wordt belastingontwijking tegengegaan. Met dit voorstel wordt het Nederlandse kwalificatiebeleid van buitenlandse rechtsvormen meer in lijn gebracht met internationale normen zodat er minder kwalificatieverschillen en daarmee onduidelijkheden ontstaan. Kwalificatieverschillen kunnen resulteren in enerzijds dubbele belastingheffing en anderzijds in dubbele aftrek of aftrek zonder betrekking in de heffing.

Als onderdeel van het BP24 wordt ook in een zelfstandig wetsvoorstel een wettelijke grondslag geïntroduceerd voor het tegemoetkomingsbeleid ten aanzien van de selectie van aangiften inkomensheffing inzake Selectie aan de Poort die niet aantoonbaar op fiscale gronden heeft plaatsgevonden.

Het wetsvoorstel Herwaardering proceskostenvergoedingen WOZ en BPM (Belasting voor Personenauto's en Motorfietsen) maakt onderdeel uit van het plan van aanpak no-cure-no-pay-problematiek BPM en WOZ.24Het doel van de voorgestelde maatregelen is om de financiële prikkel weg te nemen om namens een belanghebbende een bezwaarprocedure te starten of door te procederen met de overwegende reden om een proceskostenvergoeding of een vergoeding van immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn te verkrijgen.

Het pakket BP24 bevat ook het Wetsvoorstel Belastingplan BES-eilanden 2024. Het wetsvoorstel bevat een aantal technische maatregelen om fiscale BES-wetgeving te verbeteren, omissies en typefouten te herstellen of te actualiseren. Ook wordt het gebruikelijk loon voor directeur-grootaandeelhouders verhoogd.

Als laatste lopen er in het kader van koopkracht drie wetsvoorstellen mee in het pakket BP24. Met deze wetsvoorstellen wordt bijvoorbeeld de eigen bijdrage huurtoeslag verlaagd, de algemene heffingskorting gewijzigd en het Kindgebonden budget verhoogd.

Strategie Belastingdienst

De Belastingdienst beoogt met zijn strategie het gedrag van burgers en bedrijven zodanig te beïnvloeden dat zij structureel uit zichzelf (fiscale) regels naleven (compliance); dat wil zeggen zonder (dwingende en kostbare) acties van de kant van de Belastingdienst. Dit moet zorgen voor de borging van de continuïteit van belastingopbrengsten. De Belastingdienst streeft ernaar te handelen conform de beginselen van behoorlijk bestuur en probeert waar mogelijk proactief en in de actualiteit te handelen in plaats van reactief te zijn. Hierbinnen zet de Belastingdienst, waar mogelijk, burgers en bedrijven centraal, rekening houdend met hun persoonlijke situatie.

Dit alles betekent dat de Belastingdienst, waar mogelijk in samenwerking met publieke en private partijen:

  • burgers en bedrijven een adequate behandeling geeft (juist, tijdig, proportioneel);

  • burgers en bedrijven effectief informeert over hun rechten en plichten;

  • ernaar streeft om het voor burgers en bedrijven zo makkelijk mogelijk te maken om te voldoen aan (fiscale) verplichtingen;

  • op gepaste wijze corrigerend optreedt bij niet-naleving.

Dit zijn de vier tussendoelen van compliance.

Jaarlijks vertaalt de Belastingdienst zijn strategie in een beleid per doelgroep (Particulieren, Midden- en kleinbedrijven (MKB) en grote ondernemingen), waarbij de Uitvoerings- en Handhavingsstrategie wordt vertaald naar de concrete inzet van de capaciteit van de Belastingdienst per doelgroep. In het Jaarplan 2024 van de Belastingdienst dat de Tweede Kamer in het najaar ontvangt, wordt opgenomen welke activiteiten de Belastingdienst uitvoert met welke middelen (budget en formatie) om naleving te bevorderen en niet-naleving tegen te gaan. Daarnaast zullen in het Jaarplan de ontwikkelstappen worden benoemd die de Belastingdienst gaat zetten om de organisatie wendbaar en toekomstbestendig te maken.

Doelen en prestatie-indicatoren

De set prestatie-indicatoren sluit aan bij de Uitvoerings- en Handhavingsstrategie van de Belastingdienst. Op die manier zijn prestatie-indicatoren een uiting van de strategie van de organisatie en kan, in lijn met de strategie, gestuurd worden op resultaten en effecten. De set van indicatoren stelt de Belastingdienst bovendien in staat thematisch en actueel te verantwoorden; niet alleen gericht op een specifieke indicator, maar ook over de bovenliggende doelstellingen.25

De set is als volgt opgebouwd:

  • Kengetallen verdeeld naar de vier compliance-factoren:

    • 1. Juiste registratie;

    • 2. Tijdige aangifte;

    • 3. Juiste en volledige aangifte;

    • 4. Tijdige betaling.

  • Daarnaast wordt de belastingmoraal en het vertrouwen in de Belastingdienst gemeten.

  • Belevingsindicatoren en objectieve prestatie-indicatoren op de volgende vier tussendoelen van compliance:

    • 1. Een adequate behandeling (juist, tijdig, proportioneel);

    • 2. Effectief informeren over rechten en plichten;

    • 3. Het nakomen van verplichtingen zo makkelijk mogelijk maken (gemak);

    • 4. Op gepaste wijze corrigerend optreden bij niet-naleving.

  • Op ieder tussendoel is een belevingsindicator geformuleerd die de ervaring van burgers en bedrijven met betrekking tot de tussendoelen van de Belastingdienst inzichtelijk maakt;

  • Ieder tussendoel is voorzien van een of meerdere objectieve indicatoren, die de feitelijke prestatie van de Belastingdienst meetbaar maken.

Met de belevingsindicatoren brengt de Belastingdienst in kaart hoe burgers en bedrijven de bovengenoemde tussendoelen beoordelen. In 2021 heeft met de Fiscale Monitor de eerste meting plaatsgevonden. Op een schaal van één tot vijf is bij de doelgroepen vastgesteld hoe zij het handelen van de Belastingdienst op het gebied van de hierboven genoemde tussendoelen hebben ervaren. De uitkomsten hiervan zijn hieronder in de verschillende tabellen opgenomen als voorlopige streefwaarde. De cijfers zijn in deze fase namelijk nog niet nader te duiden vanwege het ontbreken van historie; alleen over 2021 en 2022 zijn cijfers beschikbaar. Daardoor is het lastig een waardering te geven aan de uitkomsten en kunnen nog geen concrete uitspraken worden gedaan over de impact die wijzigingen in de uitvoering hebben op de uitkomst van de indicatoren. De komende jaren zal hier meer ervaring mee worden opgedaan wat zal leiden tot meer definitieve streefwaarden.

In het begrotingsartikel worden alleen prestatie-indicatoren met een significante wijziging toegelicht. Dit kan bijvoorbeeld gaan om een nieuwe prestatie-indicator, het wijzigen van een streefwaarde of het wijzigen van de manier van meten.

Tabel 17 Kengetallen Algemene doelstelling: Compliance
 

Waarde 2019

Waarde 2020

Waarde 2021

Waarde 2022

Belastingmoraal (schaal 1 - 5)

    

- Particulieren

4,1

4,0

- Midden- en Kleinbedrijf

4,4

4,3

- Grote Ondernemingen

4,4

4,4

- Fiscaal Dienstverleners

4,4

4,4

Vertrouwen in de belastingdienst (schaal 1 - 5)

    

- Particulieren

3,2

3,1

- Midden- en Kleinbedrijf

3,3

3,2

- Grote Ondernemingen

3,4

3,4

- Fiscaal Dienstverleners

3,3

3,2

Juiste registratie

96,7%

Percentage tijdige aangiften vennootschapsbelasting1

91,9%

92,4%

86,5%

86,6%

Percentage tijdige aangiften inkomensheffing1

91,9%

92,4%

92,6%

90,9%

Percentage tijdige aangiften omzetbelasting

95,6%

95,0%

95,1%

95,0%

Percentage tijdige aangiften loonheffingen

99,1%

99,0%

99,0%

98,9%

Percentage tijdige aangiften erfbelasting

55,7%

64,4%

57,5%

66,4%

Juist en volledig doen van aangifte: structureel terugdringen van het nalevingstekort Particulieren

n.v.t.

0,5%

n.v.t.

0,4%

Juist en volledig doen van aangifte: structureel terugdringen van het nalevingstekort MKB

n.v.t.

n.v.t.

4,3%

n.v.t.2

Percentage van het nalevingstekort dat de Belastingdienst corrigeert bij burgers (IH)

n.n.b.

57,6%

54,5%

Percentage van het nalevingtekort dat de Belastngdienst corrigeert bij het MKB (IH, VPB, OB en LH)

n.n.b.

38,5%

44,7%

Percentage tijdige betaling van belastingen en premies

98,5%

98,5%

99,3%

98,5%

1

Tot en met 2020 zijn de percentages voor tijdige aangiften VpB en IH gecombineerd gemeten. In de tabel zijn tot en met 2020 de gecombineerde waarden voor VpB en IH opgenomen. Vanaf 2021 zijn deze percentages separaat inzichtelijk gemaakt.

2

N.v.t. betekent dat in het gegeven jaar de (streefwaarde van de) prestatie-indicator niet is gemeten. De volgende meting zal plaatsvinden in 2024.

Hierna volgt een toelichting op de tussendoelen Adequate behandeling, Informeren, Gemak en Corrigerend optreden en de daaraan gerelateerde prestatie-indicatoren.

Adequate behandeling

De Belastingdienst geeft burgers en bedrijven een adequate behandeling (correct en passend)

De Belastingdienst streeft ernaar dat burgers en bedrijven uit zichzelf fiscale regels naleven, zonder dwingende en kostbare acties van de kant van de Belastingdienst. Het onderhouden en waar nodig versterken van de intrinsieke motivatie van belastingplichtigen om aan hun fiscale verplichtingen te voldoen is daarom belangrijk. Een adequate behandeling door de Belastingdienst draagt hieraan bij. Adequaat betekent correct (op de juiste wijze) en passend, geschikt voor het beoogde doel. De basis van een adequate behandeling ligt bij het door de Belastingdienst volgen van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, zoals het zorgvuldigheidsbeginsel, het motiveringsbeginsel, het evenredigheidsbeginsel, het gelijkheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel.

Adequate behandeling behelst echter meer dan het volgen van regels en procedures en het nakomen van toezeggingen door de Belastingdienst. Adequate behandeling heeft ook te maken met de manier waarop de Belastingdienst burgers en bedrijven benadert; met respect en behulpzaam, en de mate waarin de Belastingdienst zich inleeft in en rekening houdt met de omstandigheden of behoeften van burgers en bedrijven. Het bieden van maatwerk en ondersteuning, niet alleen reactief maar ook proactief, is hier een voorbeeld van. Menselijke maat is hiermee een onderdeel van adequate behandeling. Adequate behandeling raakt sterk aan het begrip procedurele rechtvaardigheid: het gevoel van rechtvaardigheid afgemeten aan de manier waarop belastingplichtigen zich behandeld voelen en hoe uitkomsten of beslissingen tot stand zijn gekomen.

In de onderstaande tabel zijn de prestatie-indicatoren opgenomen voor het tussendoel Adequate behandeling:

Tabel 18 Prestatie-indicatoren Adequate behandeling (meetbare gegevens)

Prestatie-indicator

Waarde 2021

Waarde 2022

Streefwaarde 2023

Streefwaarde 2024

Burgers en bedrijven geven aan dat ze adequate behandeling hebben gekregen (schaal 1 - 5)

    

- Particulieren

2,9

3,0

2,9

2,9

- Midden- en Kleinbedrijf

3,3

3,3

3,3

3,3

- Grote Ondernemingen

3,5

3,5

3,5

3,5

- Fiscaal Dienstverleners

3,3

3,3

3,3

3,3

Afgehandelde bezwaren binnen Awb-termijn

85,1%

86,0%

≥90%

≥90%

Afgehandelde klachten binnen Awb-termijn

95,3%

96,9%

≥93%

≥95%

Percentage burgers en bedrijven dat op afspraak tijdig wordt teruggebeld door een Belastingdienst-medewerker

95,6%

89,8%

≥90%

≥90%

Percentage tijdig afgehandelde verzoeken tot registratie

93,7%

98,6%

≥95%

≥95%

Kwaliteit volgens interne fiscale kwaliteitscontrole

89,3%

89,9%

≥87%

≥87%

Percentage definitieve aanslagen IH dat binnen een jaar na aangifte is opgelegd.

94,1%

≥85%

≥88%

Afgehandelde klachten binnen Awb-termijn

Burgers en bedrijven die ontevreden zijn over gedragingen of processen van de Belastingdienst kunnen een klacht indienen. Deze prestatie-indicator betreft het aantal binnen de Awb-beslistermijn (Algemene wet bestuursrecht) afgedane klachten ten opzichte van het totaal aantal afgedane klachten in kalenderjaar 2024. Op basis van de eerdere realisatie en de prognose is de ambitie naar boven bijgesteld; we hanteren voor 2024 hiermee een streefwaarde van minimaal 95%.

Percentage definitieve aanslagen IH dat binnen een jaar na aangifte is opgelegd

De Belastingdienst wil burgers en bedrijven zo snel mogelijk zekerheid bieden. Deze indicator meet welk percentage aanslagen Inkomensheffing (IH) binnen één jaar na datum ontvangst van de aangifte is opgelegd. Op basis van de historische realisatiewaarde op deze prestatie-indicator in combinatie met voorziene ontwikkelingen (werken in de actualiteit bij de aanslagbehandeling) is de ambitie naar boven bijgesteld; we hanteren voor 2024 een streefwaarde van minimaal 88%.

Informeren

De Belastingdienst informeert burgers en bedrijven effectief over hun rechten en plichten

De Belastingdienst ontplooit activiteiten op verschillende terreinen om bereidwillige naleving van belastingregels door belastingplichtigen te stimuleren. Eén daarvan is het ondersteunen van belastingplichtigen in het kennen, begrijpen en kunnen uitvoeren van hun verplichtingen door ze daarover te informeren. Onderzoek heeft laten zien dat meer kennis van belastingzaken positief samenhangt met het naleven van belastingregels. Daarbij zet de Belastingdienst in op het proactief informeren van burgers en bedrijven om te voorkomen dat zij verplichtingen niet of te laat nakomen.

De situatie van zowel burgers als bedrijven kan fiscaal complex zijn en kan sterk veranderen gedurende hun levensloop. Hoe complexer de wet- en regelgeving, hoe meer kennis nodig is om deze na te leven. Het vereenvoudigen van belastingregels is daarom cruciaal. Wetende dat bestaande wet- en regelgeving complex is, is het de taak van de Belastingdienst om burgers en bedrijven effectief te informeren over hun rechten en plichten, zodat zij aan hun plichten kunnen voldoen en gebruik kunnen maken van hun rechten. Om burgers en bedrijven optimaal te informeren en om de complexe wet- en regelgeving indien mogelijk te vereenvoudigen, gaat de Belastingdienst het klantsignaalmanagement versterken.

In de volgende tabel zijn de prestatie-indicatoren opgenomen voor het tussendoel effectief informeren:

Tabel 19 Prestatie-indicatoren Effectief informeren (meetbare gegevens)

Prestatie-indicator

Waarde 2021

Waarde 2022

Streefwaarde 2023

Streefwaarde 2024

Burgers en bedrijven geven aan dat de Belastingdienst hen voldoende informeert (schaal 1 - 5)

    

- Particulieren

3,4

3,5

3,4

3,4

- Midden- en Kleinbedrijf

3,4

3,4

3,4

3,4

- Grote Ondernemingen

3,5

3,5

3,5

3,5

- Fiscaal Dienstverleners

3,5

3,5

3,5

3,5

Antwoorden op vragen via de BelastingTelefoon zijn kwalitatief juist

91,5%

93,7%

>95%

>95%

Bereikbaarheid BelastingTelefoon

90,3%

72,1%

>90%

>90%

Bereikbaarheid Webcare

80,7%

54,8%

>80%

>80%

Klanttevredenheid (schaal 1 - 5)% van de bellers, website- en baliebezoekers die een 3 of hoger scoort

    

- Website1

83,8%

80,6%

>83%

>85%

- Balie1

84,4%

82,4%

>80%

>80%

- BelastingTelefoon

81,7%

68,8%

>82%

>83%

Klantontevredenheid (schaal 1 - 5)% van de bellers, website- en baliebezoekers die een 1,5 of lager scoort

    

- Website1

2,6%

4,2%

<6%

<5%

- Balie1

4,7%

4,8%

<6%

<6%

- BelastingTelefoon

5,7%

12,9%

<9%

<8%

Aantal registraties waarmee MKB-ondernemers participeren in FD-convenanten

176.434

198.733

>188.000

>208.000

1

Voor website en balie geldt dat de genoemde percentages voor zowel de Belastingdienst als Toeslagen betreffen.

Klant(on)tevredenheid Website

De inspanningen om de website te verbeteren komen tot uiting in de klanttevredenheid die continue wordt gemeten. Daarnaast wordt de effectiviteit van de website gevolgd door te meten of bezoekers zijn geholpen met de aangeboden informatie. De indicator klant(on) tevredenheid website geeft deze ontwikkeling weer. Naar aanleiding van het Parlementair Onderzoek Kinderopvang (POK) zijn extra middelen beschikbaar gesteld om de dienstverlening te verbeteren. In het verlengde hiervan zijn de streefwaarden voor klant(on)tevredenheid website aangescherpt.

Klant(on)tevredenheid BelastingTelefoonDe indicatoren klant(on)tevredenheid meten direct na het contact hoe de dienstverlening van de BelastingTelefoon is beleefd door burgers en bedrijven. Deze meting vindt plaats door burgers en bedrijven te bevragen op zowel aspecten die bijdragen aan de klanttevredenheid als op de ervaren klanttevredenheid zelf. Naar aanleiding van het POK zijn extra middelen beschikbaar gesteld om de dienstverlening te verbeteren. In het verlengde hiervan zijn de streefwaarden voor klant(on)tevredenheid BelastingTelefoon aangescherpt.

Aantal registraties waarmee MKB-ondernemers participeren in FD-convenanten

Als onderdeel van de uitvoerings- en handhavingsstrategie van de Belastingdienst wordt er horizontaal toezicht uitgeoefend door proactief samen te werken met fiscaal dienstverleners in de markt. Het uiteindelijke doel van alle betrokken partijen is de tijdige indiening van aanvaardbare belastingaangiften en de tijdige betaling daarvan. Deze indicator meet het aantal belastingaangiften door MKB-ondernemers onder een FD-convenant (Fiscaal Dienstverlening) per belastingjaar. De Belastingdienst stelt zich tot doel om voor 2024 het aantal registraties met 2% te laten toenemen ten opzichte van 2023.

Gemak

De Belastingdienst streeft ernaar om het voor burgers en bedrijven zo makkelijk mogelijk te maken om te voldoen aan fiscale verplichtingen. Dit kan door het aantal stappen dat een burger of bedrijf moet zetten zo klein mogelijk te maken en zo vorm te geven dat zij worden geholpen om de acties juist uit te voeren. Daarmee maakt een belastingplichtige bij wijze van spreken ‘als vanzelf’ minder fouten.

Gemak betekent met een zo klein mogelijke inspanning (zowel in tijd als in ‘mentale’ inspanning, zoals frustratie), tegen zo gering mogelijke kosten, het goede kunnen doen. Nakomen van verplichtingen moet makkelijk zijn, aansluiten op de processen of routines van de doelgroep (bijvoorbeeld middels de automatische winstaangifte) en gericht op het voorkomen van dubbel werk voor burgers en bedrijven.

Door in één keer het goede te kunnen doen, worden fouten zo veel mogelijk voorkomen. De Vooringevulde aangifte is hiervan een duidelijk voorbeeld. In één keer goed slaat zowel op het invullen en insturen als op het betalen van de verplichting. Wordt er desondanks een fout gemaakt, door belastingplichtige óf door de Belastingdienst, dan is het herstellen daarvan voor burgers en bedrijven eenvoudig en vergt een minimum aan inspanning. Dat geldt ook voor formele procedures als klachten of bezwaar maken. Burgers en bedrijven moeten de voor hen relevante informatie op eenvoudige wijze kunnen vinden en benaderen (zoals op de portals).

Nadat een proces is afgerond (een aangifte ingediend bijvoorbeeld) moeten burgers en bedrijven zich er zeker van voelen dat hetgeen gedaan is, ook het juiste is. Gemak raakt aan verschillende aspecten van het voldoen aan verplichtingen en daarmee is het belangrijk om te meten hoe dat door burgers en bedrijven wordt ervaren.

In de volgende tabel zijn de prestatie-indicatoren voor het tussendoel gemak opgenomen:

Tabel 20 Prestatie-indicatoren Gemak bieden en fouten voorkomen (meetbare gegevens)

Prestatie-indicator

Waarde 2021

Waarde 2022

Streefwaarde 2023

Streefwaarde 2024

Burgers en bedrijven geven aan dat ze gemak ervaren (schaal 1 - 5)

    

- Particulieren

3,5

3,5

3,5

3,5

- Midden- en Kleinbedrijf

3,4

3,4

3,4

3,4

- Grote Ondernemingen

3,3

3,4

3,3

3,3

- Fiscaal Dienstverleners

3,5

3,5

3,5

3,5

Percentage aangiften IH-NW waarbij de belastingplichtige niet hoeft in te vullen

37,9%

≥35%

≥35%

Corrigerend optreden

De Belastingdienst treedt op gepaste wijze corrigerend op bij niet-naleving.

De strategie van de Belastingdienst is erop gericht om naleving te bevorderen en niet-naleving te voorkomen. De Belastingdienst houdt toezicht op de naleving door middel van geautomatiseerde checks en het uitvoeren van controles. Als niet-naleving of fouten worden geconstateerd kan de uitkomst worden gecorrigeerd (zoals door het opleggen van ambtshalve aanslagen, correcties en invorderingsmaatregelen). Daar waar belastingplichtigen regels verwijtbaar niet hebben nageleefd, kan een sanctie worden opgelegd; in de vorm van een (administratieve) boete of zwaarder via het strafrecht.

De doelen van corrigerend optreden liggen zowel bij de gecontroleerde, gecorrigeerde en/of gesanctioneerde belastingplichtige als bij andere belastingplichtigen die dit handelen of optreden van de Belastingdienst bemerken. De doelen zijn specifieke en generieke afschrikking, vergelding en het borgen of vergroten van de legitimiteit van en het vertrouwen in de Belastingdienst en de belastingheffing. Met als achterliggend doel om toekomstige naleving te borgen of te stimuleren. Corrigerend optreden zorgt er bovendien voor dat verschuldigde belastinggelden (ten minste voor een deel) alsnog in de staatskas terecht komen.

In de volgende tabel zijn de prestatie-indicatoren voor het tussendoel Corrigerend optreden opgenomen:

Tabel 21 Prestatie-indicatoren Corrigerend optreden

Prestatie-indicator

Waarde 2021

Waarde 2022

Streefwaarde 2023

Streefwaarde 2024

Burgers en bedrijven geven aan dat zij corrigerend optreden ervaren (schaal 1 - 5)

    

- Particulieren

3,4

3,4

3,4

3,4

- Midden- en Kleinbedrijf

3,4

3,3

3,4

3,4

- Grote Ondernemingen

3,3

3,3

3,3

3,3

- Fiscaal Dienstverleners

3,2

3,2

3,2

3,2

Percentage processen verbaal dat leidt tot veroordeling of transactie

71,6%

72,9%

>82%

>82%

Percentage opsporingscapaciteit dat wordt ingezet op omgevingsgerichte strafonderzoeken

44,9%

40,1%

>40%

>40%

Betalingsachterstand

3,4%

3,4%

≤3,5%

≤3,5%

Percentage binnengekomen aangiften IH en VPB na herinnering of aanmaning (t-2)1

- IH

80,8%

- VPB

73,0%

Percentage binnengekomen aangiften IH en VPB na herinnering of aanmaning (t-1)2

- IH

70,0%

- VPB

45,5%

Inning invorderingsposten binnen een jaar

41,1%

38,1%

≥55%

≥40%

Percentage oninbaarheid

0,1%

0,2%

<0,6%

<0,6%

1

Dit percentage aangiften dat na de herinnering of aanmaning binnenkomt ziet op de aangiften van voorgaande belastingjaar (t-2) dat in begrotingsjaar t is ontvangen

2

Dit percentage aangiften dat na de herinnering of aanmaning binnenkomt ziet op de aangiften van voorgaande belastingjaar (t-1) dat in begrotingsjaar t is ontvangen

Inning invorderingsposten binnen een jaarDeze indicator toont het percentage van de vorderingen die niet op tijd betaald worden, maar die binnen een jaar toch worden geïnd, als resultaat van de door de Belastingdienst ingezette invorderingsmaatregelen. Door de afwikkeling van de tijdens de coronapandemie opgebouwde belastingschulden blijft de realisatie van de indicator achter in 2023 en zal dit ook doorwerken in 2024. De Belastingdienst heeft daarom de ambitie rondom binnen een jaar afgedane invorderingsposten bijgesteld van ten minste 55% naar ten minste 40%.

24

Kamerstukken II 2022/23, 29 279, nr. 776.

25

Zie ook de Kamerbrief 'Verbeterd inzicht in de begroting van Financiën (IXB)', Kamerstukken II 2019-2020, 35 300 IX, nr. 21

Licence