13 | Spoorwegen | Ontwerp-begroting 2025 (1) | Mutaties via NvW en amendementen (2) | Vastgestelde begroting 2025 (3)=(1+2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5)=(3+4) | Mutatie 2026 | Mutatie 2027 | Mutatie 2028 | Mutatie 2029 | Mutatie 2030 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 2.297.036 | 10.000 | 2.307.036 | 1.217.355 | 3.524.391 | 87.025 | ‒ 326.312 | 222.181 | ‒ 470.492 | 67.651 | |
Uitgaven | 2.732.066 | 10.000 | 2.742.066 | 465.008 | 3.207.074 | ‒ 144.007 | ‒ 134.035 | 351.096 | ‒ 792 | ‒ 371.687 | |
waarvan juridisch verplicht | |||||||||||
13.02 | Exploitatie, onderhoud en vernieuwing | 2.246.247 | 0 | 2.246.247 | 544.457 | 2.790.704 | 17.212 | ‒ 88.887 | 304.514 | ‒ 109.758 | ‒ 270.706 |
13.03 | Ontwikkeling | 269.771 | 10.000 | 279.771 | ‒ 91.557 | 188.214 | ‒ 189.232 | ‒ 70.745 | 43.798 | 99.897 | ‒ 101.630 |
13.03.01 | Aanleg personenvervoer | 183.850 | 10.000 | 193.850 | ‒ 63.577 | 130.273 | ‒ 118.537 | ‒ 39.306 | 388 | 33.849 | ‒ 124.309 |
13.03.02 | Aanleg goederenvervoer | 19.004 | 0 | 19.004 | ‒ 5.890 | 13.114 | ‒ 14.915 | 5.671 | 20.887 | ‒ 897 | 3.039 |
13.03.03 | Optimalisering gebruik | 173 | 0 | 173 | 629 | 802 | 2.208 | 1.220 | 0 | 0 | 0 |
13.03.04 | Planning en studies personenvervoer | 39.313 | 0 | 39.313 | ‒ 13.733 | 25.580 | ‒ 11.008 | ‒ 4.354 | 5.403 | ‒ 7.245 | ‒ 50.279 |
13.03.05 | Planning en studies goederenvervoer | 27.431 | 0 | 27.431 | ‒ 8.986 | 18.445 | ‒ 46.980 | ‒ 33.976 | 17.120 | 74.190 | 69.919 |
13.04 | Geïntegreerde contractvormen/PPS | 216.048 | 0 | 216.048 | 12.108 | 228.156 | 28.013 | 25.597 | 2.784 | 9.069 | 649 |
13.07 | Rente en aflossing | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 303.115 | 0 | 303.115 | 93.403 | 396.518 | 0 | 0 | 0 | ‒ 5.698 | 0 | |
13.09 | Ontvangsten | 303.115 | 0 | 303.115 | 93.403 | 396.518 | 0 | 0 | 0 | ‒ 5.698 | 0 |
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingenophoging van € 1.217,4 miljoen in 2025 wordt voornamelijk veroorzaakt door:
– De technische verwerking van het saldo over 2024 (€ 121 miljoen). Dit betekent dat per saldo verplichtingenbudget van 2024 naar 2025 is geschoven. Dit komt met name door een verplichtingenophoging op artikelonderdeel 13.02 Exploitatie, onderhoud en vernieuwing in 2024 en vertragingen die zijn opgetreden op artikelonderdeel 13.03 Ontwikkeling in 2024. De saldomutaties zijn nader toegelicht onder de uitgaven.
– Verder zijn diverse verplichtingenschuiven doorgevoerd waardoor in 2025 het verplichtingenkader per saldo wordt verhoogd (€ 500,1 miljoen). De aard van de verplichtingenschuiven hangen vaak samen met de actualisatie van de programma's. Deze zijn nader toegelicht onder de uitgaven.
– Daarnaast zijn er vanuit andere artikelen verplichtingen naar artikel 13 MF overgeboekt (€ 610,2 miljoen). Het betreft hier voornamelijk overboekingen naar artikelonderdeel 13.02 Exploitatie, onderhoud en vernieuwing. Deze overboekingen zijn nader toegelicht onder de uitgaven.
Uitgaven
Realistisch Ramen Mobiliteitsfonds
Bij de eerste suppletoire begroting 2025 is er net zoals de vorige begrotingsstukken kritisch gekeken naar de uitgavenramingen op alle artikelen, zo ook op artikel 13. Hierdoor is de programmering bij de verschillende artikelonderdelen op artikel 13 geactualiseerd. Dit wordt toegelicht onder de kopjes 'actualisering programmering'. Vervolgens is op de artikelonderdeel «ontwikkeling» een kaderaanpassing doorgevoerd om de uitgavenkaders aan te sluiten op de geactualiseerde programmering.
13.02 Exploitatie, onderhoud en vernieuwing
Het budget op dit artikelonderdeel is in 2025 met € 544,5 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door de technische verwerking van het saldo over 2024 (€ 97,9 miljoen), overboekingen vanuit andere artikelen (€ 606,4 miljoen) en de actualisering van de programmering (- € 159,8 miljoen).
Saldo 2024
In 2025 is het voordelig saldo uit 2024 (€ 97,9 miljoen) technisch verwerkt. Dit betekent dat er in 2024 € 97,9 miljoen minder is uitgegeven dan oorspronkelijk begroot. Dit is veroorzaakt door projectverschuivingen in de tijd en scope-wijzigingen zoals gemeld door ProRail in de subsidievaststelling 2023 (€ 91,9 miljoen), een lager dan geraamde BTW uitgave (€ 13 miljoen) en een aanvullende subsidie voor spoorgoederenvervoer (- € 7 miljoen). Het saldo wordt in 2025 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.
Overboekingen vanuit andere artikelen
Dit betreffen overboekingen naar dit artikelonderdeel vanuit andere artikelen (€ 606,4 miljoen). De verhoging wordt met name veroorzaakt door de excessieve prijsstijgingen 2025 (€ 382 miljoen), de dekkingsopgave OVS conform Voorjaarsbesluitvorming (€ 207,8 miljoen) en een overboeking vanuit artikel 17 MF om onderhoudskosten in het kader van ERTMS en PHS te dekken (€14,8 miljoen). De dekkingsopgave OVS betreft de volgende projecten:
– Spoorstaafschade (€ 6 miljoen);
– Vergoeding OV-betalen NS (€ 14,7 miljoen);
– Liquiditeitsprobleem ProRail (€ 6 miljoen);
– Lagere opbrengsten gebruikersvergoeding ProRail 2025 (€ 62 miljoen);
– Ontwerpfout HSL-viaducten sectie noord (€ 100 miljoen);
– Mutaties subsidieaanvraag ProRail 2025-2038 (€ 5,9 miljoen);
– PFAS (€ 13,2 miljoen).
Actualisering van de programmering
De actualisering van de programmering op artikelonderdeel 13.02 leidt tot een afname van € 159,8 miljoen in 2025. Dit wordt veroorzaakt door budgetneutrale schuiven op dit artikelonderdeel. Hierbij gaat het met name om de volgende schuiven:
– Naar aanleiding van de de geactualiseerde financiële meerjarenplanning van ProRail schuiven er middelen naar latere jaren (- € 181,5 miljoen).
– De middelen die in het kader van het BKN Spoor zijn overgeboekt vanuit de hiervoor bestemde risicoresevering, worden naar 2025 geschoven zodat ze in het juiste ritme staan (€ 19 miljoen).
– Diverse, kleinere mutaties (€ 2,8 miljoen).
13.03 Ontwikkeling
De verlaging van dit artikelonderdeel in 2025 met € 91,6 miljoen wordt voornamelijk veroorzaakt door de technische verwerking van het voordelig saldo over 2024 (€ 35,1 miljoen), actualisatie programmering ontwikkeling (€ 222,6 miljoen), kaderaanpassing Voorjaarsbesluitvorming (€ 26,6 miljoen) en kaderruil (- € 372,1 miljoen), overboekingen vanuit andere artikelen (€ 10,1 miljoen), overboekingen naar andere artikelonderdelen (- € 6,6 miljoen) en overboekingen naar HXII (- € 7,7 miljoen).
Saldo 2024
In 2025 is het voordelig saldo uit 2024 (€ 35,1 miljoen) technisch verwerkt. De grootste saldomutaties van 2024 naar 2025 hebben plaatsgevonden bij de projecten in de realisatiefase:
– Grensoverschrijdend spoorvervoer (€ 19,9 miljoen);
– Kleine projecten personenvervoer (€ 16 miljoen);
– Spoorcapaciteit 2030 (€ 13,2 miljoen);
– Decentraal spoor 2 NMCA (€ 11,2 miljoen);
– Studie en innovatie (€ 10,8 miljoen).
Het saldo wordt in 2025 aan dit artikel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.
Actualisering programmering
In het kader van realistich ramen zijn alle uitgavenramingen van de programmering geactualiseerd. Dat wordt toegelicht bij dit onderdeel.
De actualisatie van de programmering op artikel 13 leidt tot een toename van € 222,6 miljoen in 2025 en van in totaal € 145,9 miljoen voor 2026 t/m 2030 op ontwikkeling. Dit wordt veroorzaakt door budgetneutrale schuiven op diverse onderdelen binnen artikel 13 en andere artikelen met als tegenboeking de overprogrammering op artikelonderdeel 13.03. Hierbij gaat het om de volgende schuiven:
– De schuiven doorgevoerd op exploitatie, onderhoud en vernieuwing vanuit de jaren 2025 (- € 159,8 miljoen) en 2029 t/m 2030 (- € 309,5 miljoen) naar de jaren 2026 t/m 2028 (in totaal € 413,4 miljoen). De resterende ‒ € 55,9 miljoen komt vanuit de actualisatie na 2030.
– De schuiven doorgevoerd op geïntegreerde contractvormen (- € 29,6 miljoen) vanuit het jaar 2025 naar de jaren 2026 t/m 2030 (in totaal € 66,1 miljoen). De resterende ‒ € 36,5 miljoen komt vanuit de actualisatie na 2030.
– De schuiven op artikel 11 voor OV en Spoor van - € 25 miljoen in 2025 en in totaal ‒ € 286,6 miljoen voor 2026 t/m 2030.
– De schuif op de ontvangsten van 5,7 miljoen in 2025 vanuit 2029.
Aanlegprogramma personenvervoer (13.03.01)
Binnen de het aanlegprogramma personenvervoer (13.03.01) zijn diverse actualisaties doorgevoerd (- € 110,1 miljoen in 2025 en in totaal € 64,6 miljoen voor 2026 t/m 2030) doorgevoerd met een direct budgettair effect van ‒ € 29,9 miljoen. Dit heeft een effect van € 1,3 miljoen op het totale aanlegbudget in de budgettaire tabel omdat het wordt tegengeboekt op de overprogrammering. Hierdoor neemt de overprogrammering toe met € 80,2 miljoen in 2025 en in totaal met € 78,9 miljoen af voor 2026 t/m 2030. Het gaat hierbij voornamelijk om de volgende projecten:
– Kleine projecten personenvervoer (- € 27,7 miljoen);
– Schoon en emissieloos bouwen (- € 24,3 miljoen);
– Maaslijn (- € 17,3 miljoen);
– Kleine stations (- € 13,2 miljoen);
– Programma fietsparkeren (- € 10,7 miljoen);
– Behandelen en opstellen (€ 21,8 miljoen).
Aanlegprogramma goederenvervoer (13.03.02)
Binnen het aanlegprogramma goederenvervoer (13.03.02) zijn in 2025 diverse actualisaties doorgevoerd met een direct budgettair effect van ‒ € 15,9 miljoen. De mutaties binnen het aanlegprogramma goederenvervoer zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
Optimalisering gebruik (13.03.03)
Binnen optimalisering gebruik (13.03.03) zijn in 2025 diverse actualisaties doorgevoerd met een direct budgettair effect van ‒ € 3,4 miljoen. De mutaties binnen optimalisering gebruik zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie leeswijzer).
Planning en studies personenvervoer (13.03.04)
Binnen planning en studies personenvervoer (13.03.04) zijn diverse actualisaties doorgevoerd (- € 56,9 miljoen in 2025 en in totaal ‒ € 87,1 miljoen voor 2026 t/m 2030) doorgevoerd met een direct budgettair effect van € 296,5 miljoen. Dit heeft een effect van € 578 miljoen op het totale aanlegbudget in de budgettaire tabel omdat het wordt tegengeboekt op de overprogrammering. Hierdoor neemt de overprogrammering toe met € 353,5 miljoen in 2025 en in totaal met € 224,6 miljoen voor 2026 t/m 2030. Het gaat hierbij voornamelijk om de volgende projecten:
– Verduurzaming dieselspoor (- € 11 miljoen);
– Kleine projecten personenvervoer (- € 10,2 miljoen);
– Decentraal spoor 2 NMCA (- € 10,2 miljoen).
Planning en studies goederenvervoer (13.03.05)
Binnen planning en studies goederenvervoer (13.03.05) zijn in 2025 diverse actualisaties doorgevoerd met een direct budgettair effect van ‒ € 24,6 miljoen. Het gaat hierbij voornamelijk om de volgende projecten:
– 2e fase Maasvlakte (- € 10,1 miljoen);
– Programma 740 meter (- € 9,5 miljoen).
Kaderaanpassing Voorjaarsbesluitvorming
Dit betreft een kaderaanpassing om de uitgavenkaders op het gehele MF in een beheersbaar ritme te zetten. Voor dit artikelonderdeel gaat het om een kaderaanpassing van € 26,6 miljoen in 2025 en - € 123 miljoen in 2026. Dit is met name het gevolg van de actualisering van de project- en programmaramingen. Er gaat vanuit de periode 2025-2030, circa 401,6 miljoen naar de periode 2032-2035 toe. Daarmee is deze kaderaanpassing meerjarig budgettair neutraal.
Kaderruil
Er zijn kaderruilen (- € 372,1 miljoen in 2025) doorgevoerd om de overprogrammering in een beheersbaar ritme te krijgen en om de programmering en budgetten te verdelen tussen de modaliteiten om ontstane negatieve kaderstanden op artikelonderdelen op te lossen. Over alle jaren is dit per saldo budgettair neutraal voor de modaliteiten.
Overboekingen over artikelen, artikelonderdelen en naar HXII
Vanwege diverse overboekingen vanuit andere artikelen (€ 10,1 miljoen), naar andere artikelonderdelen (- € 6,6 miljoen) en naar HXII (- € 7,7 miljoen) neemt het budget in 2025 met € 4,2 miljoen af. De overboekingen zijn kleiner dan de gehanteerde norm, waardoor ze hier niet verder worden toegelicht.
13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS
Het budget op dit artikelonderdeel is in 2025 met € 12,1 miljoen verhoogd. Dit wordt met name veroorzaakt door de technische verwerking van het saldo over 2024 (€ 41,7 miljoen) en de actualisering van de programmering (- € 29,6 miljoen).
Saldo 2024
In 2025 is het voordelig saldo uit 2024 (€ 41,7 miljoen) technisch verwerkt. Dit betekent dat er in 2024 € 41,7 miljoen minder is uitgegeven dan oorspronkelijk begroot. Dit is veroorzaakt doordat voor Publiek-private samenwerking (PPS) een aantal projecten in 2024 niet meer gefinancierd werden en daarom schuiven ze door naar 2025. Het saldo wordt in 2025 aan dit artikelonderdeel toegevoegd, zodat de omvang van de budgetten meerjarig ongewijzigd blijft.
Actualisering van de programmering
De actualisering van de programmering op artikelonderdeel 13.04 leidt tot een afname van € 29,6 miljoen in 2025. Dit wordt veroorzaakt door een budgetneutrale schuif op dit artikelonderdeel. Het betreft een schuif zodat het kasritme aansluit op de meest actuele opgave van ProRail (- € 29,6 miljoen).
13.09 Ontvangsten
De hogere ontvangst van € 93,4 miljoen wordt voornamelijk veroorzaakt door een actualisatie van de ontvangsten van de HRN concessie (€ 5,7 miljoen), een teruggave van voorschotten ProRail (€ 0,4 miljoen) en de technische verwerking van het saldo over 2024 (€ 87,3 miljoen). Dit betekent dat in 2024 € 87,3 miljoen minder is ontvangen dan oorspronkelijk begroot. Dit komt voornamelijk door de volgende projecten:
– HSL-heffing (€ 93,3 miljoen).
– HRN-concessie (- € 5,7 miljoen).
– Diverse projecten (- € 0,3 miljoen).
Aanpassing wettelijke begrotingsgrondslagen subsidieverlening
Op grond van de Algemene wet bestuursrecht geldt dat in het algemeen subsidie wordt verleend op grond van een wettelijk voorschrift. Uit de Algemene wet bestuursrecht volgt dat één van de uitzonderingen hierop subsidies vormen waarvan zowel de subsidieontvanger als het maximale bedrag in de begroting worden vermeld.
In de tabel budgettaire gevolgen van beleid bij dit artikel zijn in de regel Verplichtingen dergelijke subsidieverplichtingen voor het jaar 2025 opgenomen. Voor de specifieke uitkeringverplichtingen die in onderstaande tabel worden vermeld geldt dat deze begrotingsvermelding de wettelijke grondslag vormt zoals bedoeld in artikel 4.23, derde lid, onder c, van de Algemene wet bestuursrecht respectievelijk zoals bedoeld in artikel 17, tweede lid, van de Financiële-Verhoudingswet jo. artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.
Maximum bedrag | Ontvanger | Toelichting | Artikelonderdeel | Begrotingspost |
---|---|---|---|---|
Wettelijke grondslagen specifieke uitkeringen | ||||
€ 1.000.000 | Vervoersregio Amsterdam | Rijk en regio hebben op het BO MIRT 2024 afgesproken met de pilot Bus Rapid Transit Haarlem-Schiphol-Amsterdam (BRT HSA). Voor de pilot dragen Rijk en regio ieder maximaal € 1 miljoen (prijspeil 2025), incl. btw, bij op basis van een 50/50 verdeling tussen Rijk en regio. De Rijksbijdrage zal via een SPUK aan de regio worden uitgekeerd. De pilot heeft als doel om te leren van de ervaringen die tijdens de pilot worden opgedaan en deze landelijk in te zetten voor verbeteringen m.b.t. BRT. | 13.03 Aanleg | Studie en Innovatie |
€ 1.000.000 | Provincie Noord-Brabant | Rijk en regio hebben op het BO MIRT 2024 afgesproken met de pilot Bus Rapid Transit A50 – Meierij. Voor de pilot dragen Rijk en regio ieder maximaal € 1 miljoen (prijspeil 2025), incl. btw, bij op basis van een 50/50 verdeling tussen Rijk en regio. De Rijksbijdrage zal via een SPUK aan de regio worden uitgekeerd. De pilot heeft als doel om te leren van de ervaringen die tijdens de pilot worden opgedaan en deze landelijk in te zetten voor verbeteringen m.b.t. BRT. | 13.03 Aanleg | Studie en Innovatie |