Ontwerp-begroting 2025 (1) | Mutaties via NvW, moties, amendementen en ISB (2) | Vastgestelde begroting 2025 (3) = (1) + (2) | Mutaties 1e suppletoire begroting (4) | Stand 1e suppletoire begroting (5) = (3) + (4) | Mutatie 2026 | Mutatie 2027 | Mutatie 2028 | Mutatie 2029 | Mutatie 2030 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Verplichtingen | 420.079 | 0 | 420.079 | 50.808 | 470.887 | 33.888 | 73.860 | 55.085 | 58.657 | 387.086 |
Uitgaven | 420.079 | 0 | 420.079 | 50.808 | 470.887 | 33.888 | 73.860 | 55.085 | 58.657 | 387.086 |
Personele uitgaven | 344.805 | 0 | 344.805 | 46.679 | 391.484 | 25.537 | 64.817 | 45.435 | 48.312 | 315.441 |
Eigen Personeel | 327.090 | 0 | 327.090 | 41.778 | 368.868 | 24.209 | 63.344 | 44.062 | 46.837 | 303.533 |
Externe inhuur | 13.323 | 0 | 13.323 | 4.674 | 17.997 | 887 | 992 | 861 | 924 | 7.739 |
Overige personele uitgaven | 4.392 | 0 | 4.392 | 227 | 4.619 | 441 | 481 | 512 | 551 | 4.169 |
Materiële uitgaven | 75.274 | 0 | 75.274 | 4.129 | 79.403 | 8.351 | 9.043 | 9.650 | 10.345 | 71.645 |
ICT | 8.320 | 0 | 8.320 | 1.612 | 9.932 | 3.552 | 2.072 | 2.137 | 2.210 | 8.774 |
Bijdrage aan SSO's | 23.315 | 0 | 23.315 | 327 | 23.642 | 142 | 1.895 | 2.088 | 2.310 | 21.407 |
Overig Materieel | 43.639 | 0 | 43.639 | 2.190 | 45.829 | 4.657 | 5.076 | 5.425 | 5.825 | 41.464 |
Begrotingsreserve schatkistbankieren | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Ontvangsten | 539 | 0 | 539 | 0 | 539 | 0 | 0 | 0 | 0 | 442 |
In de kolom "Mutaties 1e suppletoire begroting 2025" worden de mutaties ten opzichte van de «Stand vastgestelde begroting 2025» weergegeven. Hieronder worden de belangrijkste mutaties toegelicht.
Toelichting
Verplichtingen
De verplichtingen worden met € 50,8 miljoen verhoogd.
Uitgaven
De uitgaven worden met € 50,8 miljoen verhoogd.
Toelichting per instrument:
Personele uitgaven
Het budget wordt per saldo met € 46,7 miljoen verhoogd. De verhoging wordt veroorzaakt door:
– toevoeging van de loonbijstelling tranche 2025: € 17,4 miljoen (zie het algemeen deel);
– diverse interdepartementale overboekingen (per saldo € 12,9 miljoen). Hiervan komt het grootste deel van het Ministerie van BZK voor het op orde brengen van de informatiehuishouding (naar aanleiding van de kabinetsreactie op de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag): € 4,4 miljoen voor het Rijksprogramma voor Duurzaam Digitale Informatiehuishouding (RDDI) en € 7,9 miljoen voor de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed;
– diverse interne overboekingen (per saldo € 11,0 miljoen). Het betreft hier voornamelijk uitvoeringskosten waarvoor het budget nog niet aan het apparaatsbudget was toegevoegd, zoals voor de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) (€ 6,4 miljoen) en voor het opstellen en uitvoeren van het wetsvoorstel screening kennisveiligheid (€ 2,2 miljoen);
– overige mutaties, waaronder toevoeging middelen eindejaarsmarge en middelen Nationaal Groeifonds (per saldo € 5,5 miljoen);
– vanaf 2026: met het hoofdlijnenakkoord is er € 86,0 miljoen structureel bezuinigd op het apparaat van het Ministerie van OCW. Deze bezuiniging van 22% is voor € 70,3 miljoen gerealiseerd op dit artikel en via een efficiency taakstelling op zelfstandige bestuursorganen (zbo's) en agentschappen van OCW. € 15,9 miljoen van deze bezuiniging wordt ingevuld met alternatieve dekking. Deze alternatieve dekking komt bijvoorbeeld van niet uitgekeerde loon- en prijsbijstelling of korting op de lumpsum van de onderwijssectoren;
– interne doorverdeling over de agentschappen en de zelfstandige bestuursorganen (zbo’s) van een efficiencykorting van 0,5% per jaar, oplopend tot 2,5% in 2029 (€ 3,6 miljoen voor 2026), waarvan de eerste 0,5% al in de OCW-begroting 2025 is doorverdeeld.
Materiële uitgaven
Het budget wordt per saldo met € 4,1 miljoen verhoogd, onder meer met prijsbijstelling.