Base description which applies to whole site

4.2 Artikel 13 Spoorwegen

Op dit artikel worden de producten op het gebied van Spoorwegen verantwoord. Het productartikel Spoorwegen is gerelateerd aan de beleidsdoelstellingen en -instrumenten zoals beschreven in de beleidsbegroting Hoofdstuk XII over 2020 bij beleidsartikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor.

Tabel 17 Budgettaire gevolgen van de uitvoering van art. 13 Spoorwegen (bedragen x € 1.000)
     

Realisatie

Vastgestelde begroting

Verschil

 
 

2016

2017

2018

2019

2020

2020

2020

 

Verplichtingen

1.842.244

1.810.157

1.436.876

1.849.882

1.940.505

1.880.706

59.799

1

Uitgaven

2.074.004

2.154.280

2.123.334

1.931.571

2.048.323

2.078.808

‒ 30.485

 

13.02 Beheer onderhoud en vervanging

1.214.109

1.372.035

1.514.397

1.457.826

1.506.274

1.472.225

34.049

2

13.03 Aanleg

708.115

604.096

457.267

319.486

377.159

431.554

‒ 54.395

 

13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer

540.172

534.509

382.065

280.745

335.476

332.102

3.374

 

13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer

21.073

28.178

57.867

17.486

19.181

22.227

‒ 3.046

 

13.03.04 Verk. en planuitw. personenvervoer

29.841

38.142

16.652

20.952

21.371

57.408

‒ 36.037

3

13.03.05 Verk. en planuitw. goederenvervoer

117.029

3.267

683

303

1.131

19.817

‒ 18.686

4

13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

134.760

161.552

141.680

144.269

154.900

165.039

‒ 10.139

5

13.07 Rente en aflossing

17.020

16.597

9.990

9.990

9.990

9.990

0

 

13.08 Investeringsruimte

0

0

0

0

0

0

0

 

13.08.01 Programmaruimte

0

0

0

0

0

0

0

 

13.08.03 Investeringsruimte

0

0

0

0

0

0

0

 

13.09 Ontvangsten

348.132

242.727

222.780

203.626

234.471

181.758

52.713

6

Onderstaand wordt op het niveau van artikelonderdelen en de verplichtingen een toelichting gegeven op de verschillen (de mutaties) tussen de begroting en de realisatie. Zie voor de gehanteerde norm de toelichting ‘normering jaarverslag’ zoals opgenomen in de leeswijzer.

  • 1. De hogere realisatie op de aangegane verplichtingen heeft voornamelijk betrekking op de verstrekte subsidies (2019 en 2020) aan ProRail voor beheer, onderhoud en vervanging en worden veroorzaakt door de toevoeging van prijsbijstelling (€ 59,8 miljoen).

  • 2. De hogere realisatie van € 34 miljoen heeft betrekking op de toevoeging van de prijsbijstelling (€ 24 miljoen) en een versnelling van per saldo € 8 miljoen en de vaststelling van de subsidie 2019 (€ 2 miljoen).

  • 3. De lagere realisatie van € 36 miljoen wordt veroorzaakt door mutaties op de verschillende projecten op het programma verkenningen en planuitwerking personenvervoer. Voor een toelichting op deze verschillen (per project) wordt verwezen naar de specifieke toelichtingen bij dit artikelonderdeel 13.03.04.

  • 4. De lagere realisatie van € 18,7 miljoen wordt veroorzaakt door mutaties op de verschillende projecten op het programma verkenningen en planuitwerking goederenvervoer. Voor een toelichting op deze verschillen (per project) wordt verwezen naar de specifieke toelichtingen bij dit artikelonderdeel 13.03.05.

  • 5. De lagere realisatie van € 10,1 miljoen heeft met name betrekking op lagere bijstellingen voor rente en belastingtarieven (- € 19 miljoen) en hogere indexatie van de beschikbaarheidsvergoeding (€ 9 miljoen).

  • 6. De ontvangsten vallen per saldo € 53 miljoen hoger uit dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door de verantwoording van de afrekening van het voorschot op de subsidies van € 26 miljoen aan ProRail voor Beheer en Onderhoud en aanlegprojecten en is er € 43 miljoen aan bijdragen van derden (provincies en gemeenten) ontvangen. Daartegenover staat dat er voor € 17 miljoen aan kosten verrekend is met de concessievergoeding. Voor een uitgebreidere toelichting op deze verschillen (per project) wordt verwezen naar de specifieke toelichting bij dit artikelonderdeel.

13.02 Beheer, onderhoud en vervanging

Motivering

Op grond van richtlijn nr. 91/440/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschap van 29 juli 1991 wordt de taakorganisatie ProRail via de beheerconcessie belast met het beheer en onderhoud van de landelijke spoorweginfrastructuur.

De subsidie aan ProRail wordt jaarlijks vastgesteld met een beschikking overeenkomstig het bepaalde in de Wet en het Besluit Infrastructuurfonds. De subsidie wordt door ProRail aangewend voor het in goede gebruikstoestand houden van de landelijke spoorweginfrastructuur. Per 1 januari 2008 wordt ProRail aangestuurd op output. Dat betekent dat de Minister van IenW afspraken maakt met ProRail over de te realiseren prestaties op basis van een resultaatverplichting. Met ingang van de Beheerconcessie 2015–2025 worden voor de kernprestatie-indicatoren (KPI’s) bodemwaarden afgesproken. Die prestaties worden jaarlijks opgenomen in het beheerplan van ProRail. De Minister van IenW moet instemmen met de prestaties waarvoor bodemwaarden gelden. Het beheerplan wordt aan de Tweede Kamer toegezonden.

In bijlage 2 ‘Instandhouding’ van dit jaarverslag wordt ingegaan op de werking van de instandhouding van de netwerken die onder verantwoordelijkheid van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vallen.

Producten

Subsidie voor kapitaallasten en onderhoud

In 2020 is € 34 miljoen (inclusief btw) meer aan subsidie aan ProRail betaald dan oorspronkelijk was begroot. Dit wordt veroorzaakt door de prijsbijstelling 2020 van € 24 miljoen, een kasschuif (versnelling) van per saldo € 8 miljoen en de vaststelling van de subsidie 2019 van € 2 miljoen (zie ook de ontvangsten op artikel 13.09). Afrekening van de subsidie 2020 vindt plaats via de vaststelling van de subsidie na afloop van het jaar.

In onderstaand overzicht zijn de mutaties tussen begroting en realisatie opgenomen. In bijlage 1 van dit jaarverslag is nadere informatie opgenomen over de betalingen door IenW aan ProRail.

Tabel 18 Overzicht mutaties tussen begroting en realisatie (bedragen x € 1 miljoen)

Omschrijving

Begroting

Prijsbijstelling 2020

Kasschuif en saldo

Vaststel. subsidie 2019

Realisatie

Subsidie exclusief btw

1.159

19

7

2

1.187

Compensatie btw subsidie

243

4

1

0

248

Compensatie btw gebruiksvergoeding

70

1

0

0

71

Totaal artikel 13.02

1.472

24

8

2

1.506

      

Subsidie exclusief btw

8

   

8

Compensatie btw subsidie

2

   

2

Totaal artikel 13.07

10

0

0

0

10

      

Totaal-Generaal

1.482

24

8

2

1.516

In het onderzoek naar de instandhoudingskosten van ProRail dat in 2020 door PwC/Rebel is uitgevoerd is tevens een analyse uitgevoerd naar het uitgesteld en achterstallig onderhoud van de spoorassets (Kamerstukken II 2019/20, 35570, nr. 46). Uit deze analyse blijkt dat er sprake is van enig uitgesteld onderhoud. De risico’s van het uitgesteld onderhoud lijken beperkt, omdat een groot deel van dit uitgesteld onderhoud weloverwogen en bewust ontstaat omdat dit past binnen haar asset management strategie. In incidentele gevallen is sprake van achterstallig onderhoud.

In haar Staat van de Infra concludeert ProRail dat de technische staat van de Nederlandse spoorinfrastructuur in 2019, net als in 2017, gemiddeld goed is (Kamerstukken II 2019/20, 35570, nr. 46). Er was over het geheel bezien sprake van weinig storingen en het spoor is veilig en betrouwbaar. Waar ProRail met het vorige rapport nog constateerde dat vooral wissels en spoor aan het verouderen waren, concludeert ProRail dat deze objecten niet verder verouderd zijn ten opzichte van 2017. ProRail concludeert dat er nauwelijks sprake is van achterstallig onderhoud, behoudens in het havengebied Rotterdam. In 2020 heeft ProRail in het kader van ‘infra op orde’ stappen gezet om de huidige onderhoudsachterstanden op de havenspoorlijn in de komende twee jaar weg te werken. De Staat van de Infra zal voortaan jaarlijks verschijnen, waarmee jaarlijks de actuele technische toestand van het areaal inzichtelijk is gemaakt.

13.03 Aanleg

Motivering

IenW is verantwoordelijk voor de uitbreiding van de hoofdspoorweginfrastructuur. Deze wordt in belangrijke mate gefinancierd met middelen uit de Rijksbegroting. Op dit artikelonderdeel worden alle uitgaven verantwoord die noodzakelijk zijn voor:

  • door ProRail uit te voeren planuitwerkingen en verkenningen;

  • door IenW uit te voeren planuitwerkingen en verkenningen;

  • voorbereiding van de uitvoering van nieuwbouwprojecten Spoor;

  • uitvoering van deze projecten

Producten

13.03.01 Realisatieprogramma personenvervoer spoor

Tabel 19 Projectoverzicht behorende bij 13.03.01: Realisatieprogramma Spoorwegen personenvervoer (bedragen x € 1 miljoen)
 

Kasbudget 2020

Projectbudget

Indienststelling

Toelichting

 

begroting

realisatie

verschil

begroting

huidig

begroting

huidig

 

Projectomschrijving

2020

  

2020

 

2020

  

Projecten Nationaal

        

Be- en bijsturing toekomst

4

5

1

15

16

2019

2019

 

ERTMS-pilot Amsterdam-Utrecht en expertisecentrum

0

0

0

7

7

2015

2015

 

Geluidsanering Spoorwegen

30

13

‒ 17

609

699

divers

divers

1

Programma Behandelen en Opstellen

17

4

‒ 13

157

155

divers

divers

2

Uitvoeringsprogramma geluid emplacementen (UPGE)

1

0

‒ 1

27

27

divers

divers

 

Verbeteraanpak stations

1

0

‒ 1

12

11

2020

2020

 

Verbeteraanpak trein

5

2

‒ 3

51

43

2018-2019

2018-2019

3

Vervolgfase Beter en Meer / Opstelcapaciteit

15

12

‒ 3

45

138

divers

divers

4

Stations en stationsaanpassingen

        

Cameratoezicht op stations

1

0

‒ 1

14

13

   

Kleine stations

0

7

7

18

18

divers

divers

5

Toegankelijkheid stations

40

44

4

496

500

divers

divers

 

Overige projecten/lijndelen etc.

        

Aanleg ATBvv

3

1

‒ 2

69

70

divers

divers

 

Aanleg ATBvv op A2 corridor en Brabantroute

0

0

0

17

17

   

Booggeluid

0

0

0

3

3

divers

divers

 

Fietsparkeren bij stations

61

35

‒ 26

348

418

divers

divers

6

Kleine projecten personenvervoer

9

1

‒ 8

30

25

divers

divers

7

Nazorg gereedgekomen lijnen/halten

9

12

3

27

32

divers

divers

8

Overwegenaanpak

52

22

‒ 30

728

760

divers

divers

9

Ontsnippering

7

4

‒ 3

80

81

divers

divers

 

Programma aanpak suïcidepreventie

3

0

‒ 3

10

11

2021

2021

 

Programma kleine functiewijzigingen

28

16

‒ 12

450

383

divers

divers

10

Punctualiteits-/capaciteitsknelpunten

1

0

‒ 1

176

174

divers

divers

 

Projecten Noordwest-Nederland

        

Amsterdam CS, Cuypershal

3

0

‒ 3

26

27

2020

2020

 

OV-terminal stationsgebied Utrecht (VINEX/NSP)

3

0

‒ 3

413

408

2016

2016

 

Vleuten - Geldermalsen 4/6 sporen (incl. RSS)

3

1

‒ 2

898

888

divers

divers

 

Projecten Zuidwest-Nederland

        

Emplacement Den Haag Centraal1

1

1

0

65

66

2023-2025

2023-2025

 

Rijswijk - Schiedam incl. spoorcorridor Delft

4

8

4

607

608

2017

2017

 

Projecten Oost Nederland

        

Traject Oost

22

22

0

239

240

divers

divers

 

Projecten Noord Nederland

        

Zwolle - Herfte

46

76

30

213

217

2021

2021

11

Sporendriehoek Noord-Nederland

25

14

‒ 11

136

140

divers

divers

12

Afrondingen

‒ 3

‒ 2

1

0

    

Totaal uitvoeringsprogramma

391

299

‒ 92

5.986

6.192

   

Realisatieuitgaven op IF 13.03.01 mbt planuitwerking

‒ 9

22

31

0

180

   

Afrekening voorschotten

0

14

14

27

158

   

Programma realisatie

382

335

‒ 47

6.013

6.530

   

Budget realisatie (IF 13.03.01)

332

335

3

6.013

6.530

   

Overprogrammering (-)

‒ 50

       
1

Voorheen: Den Haag CS perronsporen 11 en 12

Toelichting

  • 1. Geluidsanering Spoorwegen: De lagere realisatie wordt met name verklaard doordat voor het afronden van saneringsplannen sprake is van langere doorlooptijden dan ingeschat. Voor 2020 is de aanvraag voor Meteren-Boxtel vertraagd en moest bij de gemeente Heiloo een nieuw akoestisch onderzoek worden gedaan alsmede een nieuw saneringsprogramma worden opgesteld in verband met een, door de gemeente gewenst, ander type geluidscherm dan gebruikelijk. Het projectbudget is eenmalig verhoogd met € 90 miljoen (inclusief prijsbijstelling) omdat de budgetspanning op het meerjarenprogramma niet verder omlaag kon worden gebracht zonder het pakket aan geluidsmaatregelen te verminderen.

  • 2. Programma Behandelen en Opstellen: Het programma bestaat uit meerdere deelprojecten. De lagere realisatie wordt verklaard doordat bij de planuitwerking een aantal mijlpalen, op basis waarvan een declaratie kan worden ingediend, niet gehaald zijn als gevolg van nieuwe inzichten in de capaciteitsbehoefte. De besluitvorming hierover is doorgeschoven naar 2021. Daarnaast is de scope van het deelproject Opstellen Leeuwarden ondergebracht bij het programma Kleine Functiewijzigingen en wordt bij dat programma verantwoord.

  • 3. Verbeteraanpak Trein: De verdere Verbeteraanpak Trein is onderdeel geworden van ‘Spoorcapaciteit 2030’. Om die reden zijn de hiervoor gereserveerde middelen van € 8 miljoen overgeboekt naar dit MIRT-project.

  • 4. Spoorcapaciteit 2030: De post ‘Spoorcapaciteit 2030’ is ingericht om gerichte investeringen te kunnen doen ten aanzien van knelpunten en verbetermogelijkheden richting 2030. De onderstaande mutaties zijn doorgevoerd om een belangrijk deel van de investeringen te kunnen doen: € 75 miljoen vanuit de post ‘Kleine Functiewijzigingen’, € 8,1 miljoen vanuit de post ‘Beter en Meer’ en € 7 miljoen vanuit de post ‘Multimodale Knoop Schiphol’ ten behoeve van de landelijke dienstregeling 2023 en de hoogfrequente sprinter Schiphol/Hoofddorp - Amsterdam.

  • 5. Kleine Stations: Station Hoogkerk is eerder gerealiseerd dan gepland (2021 en 2022).

  • 6. Programma Fietsparkeren: Dit programma bestaat uit een groot aantal deelprojecten. De lagere realisatie wordt met name verklaard doordat de aanbesteding van de verbindingstunnel tussen bestaande en nieuwe stalling bij Den Haag CS twee keer is mislukt en is komen te vervallen. De projectovereenkomst tussen ProRail en de gemeente moest hierop worden aangepast. De geplande bijdrage van ProRail aan de tunnel is onderdeel van de overeenkomst en is in afwachting van een nieuwe overeenkomst verschoven van 2020 naar 2021. Verder is er meer tijd nodig voor het opstellen van de projectovereenkomst voor het project Den Haag HS (Laakhavenzijde) in verband met de gevolgen van de omvorming van ProRail naar een ZBO en de formulering inzake recht van opstal en de juridische en financiële gevolgen. Daarnaast is er bij het deelproject Zwolle stationsplein vertraging opgelopen onder meer vanwege de onverwachte aanwezigheid van grindlagen in de bodem waardoor er geen stalen damwand kon worden aangebracht naast een monumentaal station. Hierdoor moest een andere grondkeringstechniek worden toegepast die extra ontwikkel- en voorbereidingstijd vroeg. Het projectbudget is met € 70 miljoen verhoogd en wordt veroorzaakt doordat er vanuit het klimaatakkoord € 75 miljoen beschikbaar is gesteld voor de cofinanciering van investeringen in fietsenstallingen bij OV-knooppunten. Daarnaast is er € 7,8 miljoen overgeboekt naar het programma Beheer, onderhoud en vervanging ter dekking van de kosten voor beheer en onderhoud van in realisatie genomen projecten en is € 2,3 miljoen overgeboekt naar de beleidsbegroting Hoofdstuk_XII, bestemd voor de beleidsontwikkeling op het gebied van de bijdrage van fiets in de keten aan de doelstellingen van het Klimaatakkoord, innovatie, monitoring en de communicatie daarover.

  • 7. Kleine Projecten Personenvervoer: De lagere realisatie wordt met name verklaard doordat de besluitvorming bij NS over de voorkeursvariant voor de aanleg van het treinbeïnvloedingssysteem TBL1+ op het grensbaanvak Roosendaal-Essen meer tijd in beslag neemt dan eerder werd aangenomen. Met betrekking tot het deelproject Beschermingsmaatregelen GSM-R interferentie heeft de contractering, de voorbereiding om te komen tot de juiste locatie van de zendmasten en het vaststellen van de specificaties voor de aanleg meer tijd gekost dan gepland.

  • 8. Nazorg Personenvervoer: De stijging van het projectbudget wordt veroorzaakt door toevoegingen vanuit een aantal projecten, voornamelijk OV-terminal Utrecht, Vleuten-Geldermalsen en Leeuwarden- Werpsterhoek. 

  • 9. Programma Overwegen: Binnen het deelprogramma Landelijk Verbeterprogramma Overwegen (LVO) wordt naast specifieke projecten ook gewerkt aan generieke maatregelen. Een van de maatregelen betreft de zogenaamde »afteller voor vertrek» (verkorten van dichtligtijden van overwegen die dicht bij een station liggen en daarmee het verkleinen van de kans op risicovol gedrag door weggebruikers). Het was de verwachting dat de afteller na de ontwikkeling van het prototype in veelvoud kon worden uitgerold. In de praktijk blijkt echter dat iedere locatie dermate uniek is en kenmerken van een apart project heeft. ProRail onderzoekt mogelijke alternatieven voor de afteller. De geplande uitgaven voor de uitrol van de afteller zijn verschoven naar latere jaren. Het projectbudget is met € 32 miljoen verhoogd voor het Niet-Actief Beveiligde Overwegovergangen (NABO) en het LVO-programma. Hiervoor is aanvullend € 25 miljoen vanuit de investeringsruimte Spoor beschikbaar gesteld. 

  • 10. Programma Kleine Functiewijzigingen: Dit programma bestaat uit een groot aantal deelprojecten. De lagere uitgaven worden met name veroorzaakt doordat het bestuurlijk overleg voor de deelprojecten Watergraafsmeer geluidsmaatregelen (vormgeving, financiering) en Gouda-Alphen (aanleg geluidschermen) meer tijd in beslag neemt dan gedacht. Verder is bij het deelproject Leeuwarden gelijktijdigheid sprake van een scopewijziging waardoor afstemming met stakeholders nodig was en het ontwerp moest worden herzien. Het projectbudget is met € 67 miljoen afgenomen. De binnen het programma Behandelen en Opstellen geraamde scope Opstellen Leeuwarden wordt uitgevoerd binnen het Programma Kleine Functiewijzigingen. Het hierbij behorende budget van € 4,8 miljoen is toegevoegd. Bij de Miljoenennota 2019 is € 75 miljoen toegevoegd aan dit programma vanuit de aanvullende middelen van het regeerakkoord met het oogmerk om investeringen in capaciteit te kunnen doen. Nu al deze investeringen worden ondergebracht onder ‘Spoorcapaciteit 2030’ zijn deze middelen, met uitzondering van € 0,6 miljoen ten behoeve van het project Zandvoort, overgeboekt naar het project Spoorcapaciteit 2030. 

  • 11. Zwolle-Herfte: Het project Zwolle-Herfte wordt in de loop van 2021 volgens planning opgeleverd. In het afgelopen jaar bleek dat het project echter wel een substantieel, onvermijdelijk budgettekort heeft. Oorzaken hiervan zijn onder andere tekortkomingen in de aanbesteding en het projectmanagement, waardoor (financiële) risico’s onvoldoende in beeld waren en niet adequaat bijgestuurd kon worden. Ook waren er hogere verbussingskosten door nieuwe bouwfaseringen. Op basis van een onafhankelijke audit zijn diverse verbeteringen in het projectmanagement doorgevoerd.

  • 12. Sporendriehoek Noord Nederland: Dit programma bestaat uit meerdere deelprojecten. De lagere realisatie wordt met name verklaard doordat bij het deelproject Hoogeveen een andere Treinvrije periode (TVP) wordt gebruikt dan eerder gedacht. Hierdoor verschuiven geplande werkzaamheden en uitgaven naar 2021.

13.03.02 Realisatieprogramma goederenvervoer spoor

Tabel 20 Projectoverzicht behorende bij 13.03.02: Realisatieprogramma Spoorwegen goederenvervoer (bedragen x € 1 miljoen)
 

Kasbudget 2020

Projectbudget

Indienststelling

Toelichting

 

begroting

realisatie

verschil

begroting

huidig

begroting

huidig

 

Projectomschrijving

2020

  

2020

 

2020

  

ProRail Projecten

        

Projecten Nationaal

        

Kleine projecten goederenvervoer

1

0

‒ 1

5

2

divers

divers

 

Optimalisering Goederencorridor Rotterdam-Genua

1

2

1

169

170

divers

divers

 

PAGE risico reductie

0

0

0

19

19

divers

divers

 

Programma Emplacementen op orde

5

7

2

60

61

divers

divers

 

Projecten Zuidwest-Nederland

        

Calandbrug

0

0

0

161

162

2020-2021

2020-2021

 

Geluidmaatregelen Zeeuwselijn

2

0

‒ 2

27

24

divers

divers

1

Spooraansluiting 2e Maasvlakte achterlandverbinding

5

1

‒ 4

225

227

divers

divers

 

Projecten Zuid-Nederland

        
         

Projecten Oost Nederland

        

Uitv.progr Goederenroute Elst-Deventer-Twente (NaNov)

11

8

‒ 3

136

137

divers

divers

 

Overige projecten

        

Nazorg gereedgekomen projecten

0

0

0

8

8

divers

divers

 

Afrondingen

1

1

0

0

1

   

Totaal uitvoeringsprgramma

26

19

‒ 7

810

810

   

Planuitwerkingskosten realisatieprogramma op IF 13.03.05

‒ 4

‒ 1

1

‒ 4

0

   

Afrekening voorschotten

0

1

0

4

17

   

Programma realisatie

22

19

‒ 3

810

827

   

Budget realisatie (IF 13.03.02)

22

19

‒ 3

     

Overprogrammering (-)

0

0

0

     

Toelichting

  • 1. Op basis van een inventarisatie van de resterende werkzaamheden en de nog te verwachten risico’s is het projectbudget verlaagd met € 3,5 miljoen. Dit bedrag is toegevoegd aan de investeringsruimte Spoor.

13.03.04 Planuitwerking personenvervoer spoor

Tabel 21 Projectoverzicht behorende bij 13.03.04: Verkenningen en planuitwerkingen Spoorwegen personenvervoer (bedragen x € 1 miljoen)
 

Projectbudget

Indienststelling

Toelichting

 

begroting

huidig

begroting

huidig

 

Projectomschrijving

2020

 

2020

  

Planuitwerkingskosten van realisatieprogramma IF 13.03.01

     

Projecten Nationaal

     

Beter Benutten Decentraal Spoor (Decentraal Spoor, fase 2 (NMCA))

14

10

divers

divers

1

Grensoverschrijdend Spoorvervoer

61

69

divers

divers

2

Kleine projecten Personenvervoer

2

11

divers

divers

3

Reizigersfonds

3

3

nvt

nvt

 

Maatregelenpakket HSL-zuid1

135

132

divers

divers

4

Regionale Knelpunten

10

31

  

5

Projecten Zuid-Nederland

     

Maaslijn

10

44

  

6

Projecten Zuidwest-Nederland

     

Sporen Schiedam-Rotterdam

1

1

divers

divers

 

Projecten Oost-Nederland

     

Quick scan decentraal spoor Gelderland

21

18

divers

divers

7

Projecten Noordwest-Nederland

     

Multimodale knoop Schiphol

261

258

divers

divers

 

Overige projecten en reserveringen

     

Studie en innovatiebudget

31

32

   

Afrekening voorschotten

0

9

   

Afrondingen

0

1

   

Totaal programma planuitwerking en verkenning

549

618

   

begroting (IF 13.03.04)

549

618

   
1

Hieronder vallen Prestatieverbetering HSL-zuid en Geluidsmaatregelen HSL-zuid

Toelichting

  • 1. In 2020 is een aantal incidentele beschikkingen verleend aan regionale partijen voor in totaal van € 4 miljoen. Het gaat hier om slotbetalingen voor Beter Benutten Decentraal Spoor. Incidentele beschikkingen worden om verantwoording technische redenen verantwoord op Hoofdstuk XII, budget is vanuit Infrafonds overgeboekt.

  • 2. Grensoverschrijdend Spoorvervoer: Vanuit het projectbudget is € 4 miljoen overgeboekt naar het Provinciefonds ten behoeve van de exploitatiebijdrage Heerlen - Aken en is € 2 miljoen overgeboekt naar de beleidsbegroting Hoofdstuk XII voor de uitkering aan de Provincie Groningen voor het project Wunderline. Daarnaast is vanuit de Investeringsruimte Spoor € 13 miljoen beschikbaar gesteld voor de projecten Linkerspoorbeveiliging Venlo-Kaldenkirchen (€ 2,5 miljoen), Wegnemen ATB-NG eiland op het traject Heerlen-Herzogenrath (€ 3,5 miljoen) en dekking van het exploitatietekort van de Nachttrein naar Wenen (€ 6,7 miljoen).

  • 3. Kleine Projecten Personenvervoer: Dit betreft een verzamelpost van projecten met een relatief beperkt projectbudget. Bij Najaarsnota 2019 is het project Antiterrorismemaatregelen op 6 stations toegevoegd en bij Voorjaarsnota 2020 de reservering voor de exploitatiebijdrage IC Dordrecht-Eindhoven.

  • 4. Het totale projectbudget voor de maatregelen op de HSL is per saldo met € 3 miljoen verlaagd. Dit komt met name door toevoeging prijsbijstelling (€ 2 miljoen) en een storting in het Gemeentefonds en het Btw- compensatiefonds voor de gemeente Breda, Moerdijk en Lansingerland (- € 5 miljoen). Daarnaast is er sprake van een faseovergang (€ 12 miljoen).

  • 5. Regionale Knelpunten: Naar aanleiding van de eind 2019 gemaakte afspraken is vanuit de Investeringsruimte Spoor (RA deel) in totaal € 22 miljoen toegevoegd aan het projectbudget ten behoeve van bijdragen aan Hoogwaardig OV Eindhoven XL, Tranfercapaciteit Nijmegen Heyendaal en de uitbreiding van de perroncapaciteit Heerlen Oost.

  • 6. Maaslijn: De stijging van het projectbudget wordt verklaard doordat, na bestuurlijk overleg, het opdrachtgeverschap voor dit project is overgenomen door IenW. De Provincie Limburg heeft de eerder aan hen toegekende bijdragen voor de uitvoering van dit project van € 26 miljoen aan IenW terugbetaald. Daarnaast is de voor 2020 geplande storting in het Provinciefonds van € 6 miloen geschrapt.

  • 7. Quick Scan Decentraal Spoor Gelderland: In het projectbudget was rekening gehouden met 50% bijdrage vanuit de regio. Aangezien een aantal van de gerealiseerde projecten uiteindelijk lager is uitgevallen qua kosten dan eerder geraamd zijn de verwachte bijdragen van derden bijgesteld met € 3,2 miljoen.

13.03.05 Planuitwerking goederenvervoer spoor

Tabel 22 Projectoverzicht behorende bij 13.03.05: Verkenningen en planuitwerkingen Spoorwegen goederenvervoer (bedragen x € 1 miljoen)
 

Projectbudget

Indienststelling

Toelichting

 

begroting

huidig

begroting

huidig

 

Projectomschrijving

2020

 

2020

  

Planuitwerkingskosten van realisatieprogramma IF 13.03.02

4

4

   

Projecten Nationaal

     

Kleine projecten Goederenvervoer

26

23

divers

divers

1

Overige projecten en reserveringen

     

Projecten in voorbereiding

     

Overige projecten in voorbereiding

     

Gesignaleerde Risico's

     

Totaal programma planuitwerking en verkenning

26

27

   

Afrekening voorschotten

0

1

   

begroting (IF 13.03.05)

26

28

   

Toelichting

  • 1. Kleine Projecten Goederenvervoer: De lagere realisatie wordt met name verklaard door het doorschuiven van het budget voor het project Railterminal Gelderland (Valburg). Normaliter zou de uitkering plaatsvinden via het Provinciefonds maar dit bleek niet toegestaan als er voorwaarden aan de uitkering worden gesteld. Het alternatief, een Specifieke Uitkering (SPUK), nam meer tijd in beslag dan verwacht. Omdat Gelderland daarnaast ook vertraging heeft gemeld bij dit project (MER- procedure door stikstof problematiek) is het budget doorgeschoven naar 2021. De kasreeks voor de realisatiefase voor het project Moerdijk bleek te optimistisch ingeschat en de beschikbare middelen zijn verschoven naar 2021.

13.04 Geïntegreerde contractvormen/PPS

Motivering

De Staat betaalt voor de beschikbaarheid van de HSL-infrastructuur, zoals deze door het consortium Infraspeed is ontworpen, gebouwd (enkel de bovenbouw) en wordt onderhouden (onder- en bovenbouw), conform de contractuele overeenkomst tussen beide partijen. Het contractbeheer wordt uitgevoerd door ProRail, onder regie van IenW.

Producten

Tabel 23 Projectoverzicht behorende bij 13.04: Geïntegreerde contractvormen/PPS Spoorwegennet (bedragen x € 1 miljoen)
 

Kasbudget 2020

Projectbudget

Contractduur

Toelichting

 

begroting

realisatie

verschil

begroting

huidig

start

eind

 

Projectomschrijving

2020

  

2020

    

Beschikbaarheidsvergoeding1

162

163

1

3.636

3.644

2006

2031

1

Rente- en belastingaanpassingen2

3

‒ 16

‒ 19

‒ 126

‒ 136

  

2

Diverse verwachte afrekeningen3

0

8

8

83

85

  

1

Totaal (IF 13.04)

165

155

‒ 10

3.593

3.593

   
1

De beschikbaarheidsvergoeding is inclusief de verwachte toekomstige indexeringen.

2

Rente wordt halfjaarlijks verrekend op basis van de werkelijke Euribor-stand; de belastingwijziging is een technische, voor de Staat budgetneu-trale, correctie die bij de Belastingdienst leidt tot even grote ontvangsten.

3

Dit betreft diverse afrekeningen en wijzigingen aan de HSL-Zuid infrastructuur waaronder de aanpassing van het ERTMS-systeem (voor de Intercity Nieuwe Generatie), de uitgevoerde pilot geluidsmaatregelen en de zettingen bij Schuilingervliet.

Toelichting

  • 1. De toename in de uitgaven voor de beschikbaarheidsvergoeding en overige afrekeningen bedraagt € 9 miljoen en heeft met name betrekking op indexering en de uitgevoerde maatregelen in het kader van de zettingsproblematiek.

  • 2. De lagere uitgaven als gevolg van het effect van de renteaanpassing voor 2020 bedraagt € 18 miljoen en voor de belastingaanpassingen € 1 miljoen.

13.07 Rente en aflossing

Motivering

Onder deze categorie uitgaven vallen de rente en aflossing van de bij ProRail uitstaande leningen, waarmee in het verleden spoorinfrastructuur gefinancierd is.

Producten

De subsidie aan ProRail voor rentekosten bedroeg € 10 miljoen, conform begroting. Zie ook de toelichting bij artikelonderdeel 13.02. Het uitstaand saldo van de lening per eind 2020 bedraagt € 73 miljoen. Deze lening moet ProRail in 2027 aflossen. De aflossing van de lening in 2020 van € 75 miljoen heeft ProRail uit de eigen middelen gefinancierd.

13.08 Investeringsruimte

Motivering

Bij de ontwerpbegroting 2019 is de Investeringsruimte Spoor overgeheveld naar begrotingsartikel 20 naar het onderdeel Investeringsruimte Spoorwegen (artikelonderdeel 20.05.02).

13.09 Ontvangsten

Motivering

Op dit artikelonderdeel worden de bijdragen van derde partijen voor spooruitgaven verantwoord. De gebruiksvergoeding die vervoerders aan ProRail betalen is in mindering gebracht op de subsidie die aan ProRail wordt betaald voor beheer, onderhoud en vervanging (artikelonderdeel 13.02).

Producten

Tabel 24 Ontvangstenoverzicht spoorwegen (13.09) (bedragen x € 1 miljoen)
 

Begroting

Realisatie

Verschil

Toelichting

Concessieprijs HRN, vervoerconcessie artikel 66.1

80

80

 

Ombouw ERTMS, vervoerconcessie artikel 70 en convenant

‒ 11

‒ 11

 

Prestatiebonus 2019. vervoerconcessie artikel 24 en MTR

‒ 6

‒ 6

 

Beheer reisinformatiesysteem, vervoerconcessie artikel 66.2

‒ 7

‒ 7

 

Decentralisatie stoptreindiensten, vervoerconcessie artikel 66.4

6

6

 

Ombouw toegankelijkheid, vervoerconcessie artikel 32 en bestuursovereenkomst

‒ 2

‒ 2

 

Exploitatieverlies IC-Brussel 2019, vervoerconcessie artikel 66.3

‒ 3

0

3

 

HSL-heffing 2019

70

67

‒ 3

 

Aflossing HSA 2009-2014, termijn 2020

33

33

 

Rentevergoeding HSA 2009-2014, termijn 2020

4

4

 

Prestatieboetes

 

Concessievergoedingen

181

164

‒ 17

1

Terugbetaling voorschotten

26

26

2

Bijdragen van derden

1

44

43

3

Totaal

182

234

52

 

Toelichting

  • 1. In 2020 zijn de kosten voor het inbouwen van ERTMS in de treinen (€ 11 miljoen) en de prestatiebonus 2019 (€ 6 miljoen) verrekend met de concessievergoeding.

  • 2. Met ProRail is in 2020 in totaal € 26 miljoen verrekend in verband met voorschotten op de verleende subsidies. Hiervan heeft € 24 miljoen betrekking op aanlegprojecten en € 2 miljoen op beheer, onderhoud en vervanging. Deze ontvangsten zijn verrekend met de uitgaven op de artikelonderdelen 13.03 en 13.02.

  • 3. In 2020 zijn de volgende bijdragen van derden ontvangen: Provincie Limburg (Maaslijn, € 26 miljoen), Gemeente Amsterdam (terugbetaling btw Noord-Zuidlijn, € 11 miljoen), Provincie Noord-Brabant en Gemeente Dordrecht (IC Dordrecht-Breda, € 3 miljoen) en overige provincies (bijdragen MIRT-verkenning en onderhoud, € 3 miljoen).

Licence